Het schijnt dat God aan andere heiligen het voorrecht verleend heeft ons uit deze of gene nood te redden, maar ga naar de H.Jozef! Hij helpt altijd, dit weet ik bij ondervinding.
De H.Theresia van Avila
Adres in België: Kapel van H.Jozef
Nieuwe Wijk, zijstraat Akkerstraat
Te Kapellen
Citaat van de H Jozef aan Zuster Justa
Breng mij in de Nieuwe Wijk te Kapellen, ge kent toch die plaats.
Ja, breng mij daar
. Dáár kan iedereen komen en dáár zal ik ten
beste spreken voor allen die mij aanroepen, zelfs zo dat de hemel
aarde raakt en de aarde de hemel. ( maart 1956 s morgens iets na achten).
Op 19 maart om 11u plechtige Eucharistieviering in de kapel
Maandag 8 december 2014 Hoogfeest Onze Lieve Vrouw Onbevlekte Ontvangenis
Vanaf 9u30 tot 15u Stille Aanbidding van het H Sacrament
nadien plechtig Lof
Om 15 uur H.Eucharistieviering
Op deze dag is er een speciaal genade-uur van 12 u tot 13 u, en dit volgens belofte van O.L.Vrouw.
Iedere EERSTE vrijdag van de maand
vanaf 10 uur Stille Aanbidding
om 15 uur H.Eucharistieviering
Iedere EERSTE dinsdag van de maand
Mariale Priesterbeweging
14u Rozenkrans
15u30 H Eucharistieviering
Iedere woensdag H Eucharistie viering om 15u30
Elke derde woensdag H Eucharistieviering ter ere Pater Pio
Elke vierde zondag H Eucharistieviering om 16u gevolgd door Plechtig Lof.
Alle inlichtingen: Verantwoordelijke van de Kapel dhr Jean De Clippeleir
Lepelstraat 49 te 2940 Stabroek
E mail:jeandeclippeleir@gmail.com
gsm : 00 32 474 59 52 98
De kapel is toegankelijk van 9 tot 17 uur
Vraagt en ge zult verkrijgen, zegt Jezus
Klopt en er zal u opengedaan worden.
De kracht en de vurigheid van ons geloof
Hangt af van onze binding met
DE HEILIGE GEEST
Daarom bidden wij dagelijks
Kom H.Geest
Almachtige God, vader van onze Heer Jezus Christus,
Zend over ons uw Heilige Geest, de trouwe Helper,
Opdat wij zouden inzien hoe wij U meer en beter
Kunnen beminnen en dienen.
Wek ons op tot nieuw leven.
Bevrijd ons uit de macht van het kwaad.
Geef ons de geest van wijsheid en inzicht,
De geest van raad en sterkte,
De geest van vroomheid en liefde,
En vervul ons met eerbied voor uw Heilige Naam.
Door Christus onze Heer. Amen.
Maria, Moeder van Jezus Kerk,
Sterk ons en help ons trouw te blijven
Aan de Paus en de Kerk van uw Zoon. Amen.
Bidden wij voor onze Paus
..
Bidt voor uw bisschoppen
..
Bidt voor uw parochiepriesters
Zij hebben uw gebed nu broodnodig om trouw te blijven en te weerstaan aan de druk van de heidense wereld!!!!!
Bron : Gaat tot Jozef jan- feb 2010 blz 16.
Hoe bereiken:
De Nieuwe Wijk is een binnenwijk van de Akkerstraat
Dit
is hoofdstuk 6 uit het boek "... Zo dat de hemel de aarde
raakt..." (© P.Coeckelberghs). Heeft u een aflevering
gemist stuur dan even een e-mail naar info@Sint
Jozef.nl met vermelding van de gemiste aflevering en wij sturen u
deze zo snel mogelijk toe.
/images/tekst%201.gif)
HOE
SINT JOZEF OP DE NIEUWE WIJK TE KAPELLEN KWAM.
Zuster
Justa vertelde zelf: "Zo ontving ik dan op zekere dag een
schrijven van het bisdom Mechelen. Toen was Kardinaal Van Roey daar
aartsbisschop. In dat schrijven werd mij verboden nog in
contact met het volk te komen, dus verboden nog naar de spreekplaats
te gaan of briefwisseling te onderhouden. Ja, ik ontving zelfs
de doodsbrieven van eigen familieleden niet. Ook mocht ik geen voet
meer buiten het klooster zetten. Ik mocht nog in de kloostertuin gaan
tot 8u in de morgen. maar ook daar stond ik onder controle. De
enkele Zusters die mij steunden en opbeurden,werden, naar een
buitenhuis gestuurd.
Zekere
maandagmorgen in de maand maart 1956, vóór 8 uur, bracht ik,
volgens gewoonte, mijn dagelijks bezoek aan het Sint Jozefsbeeld in
onze tuin. Het was voor mij door deze kortwieking een zeer droevige
tijd. Terwijl ik mijn verdriet aan Sint Jozef vertelde, het
wenen nabij, hoorde ik opeens een zeer klare mannen stem uit het Sint
Jozefsbeeld komen, die. me zei: Breng mij in de Nieuwe Wijk te
Kapellen, ge kent toch die plaats, ja breng me daar, .. Daar kan
iedereen komen, en dáár zal ik ten beste spreken voor allen die mij
aanroepen, zelfs zo dat de Hemel de aarde raakt en de aarde de
Hemel.
Volkomen
gesterkt, overgelukkig en vastberaden zei ik: "Dát zal ik doen,
heilige Jozef. Op 1 mei (feest van Sint Jozef werkman) staat uw
beeldje in de Nieuwe Wijk daar moogt ge geheel gerust in zijn.
Aanstonds
deelde ik dit mede aan Zuster Montforta, een zieke medezuster. de
enige aan wie ik nog mijn volle vertrouwen kon schenken. Deze
zeide mij: Ach, zusterke, doe dat toch niet, want, ge overleeft
het niet, wat ziet gij nu al af. Hierop antwoordde ik: Ik
moet het doen en zal het ook doen, de H. Jozef verlangt het! En al
zou ik er dan op de brandstapel moeten voor sterven, zoals een Jeanne
d'Arc, dát heb ik er wel graag voor over... " Zo sprak ik nog
verder, tot opeens die Zuster wenend zij: "Maar denk toch eens
goed na, gij hebt het Klooster tegen en zelfs het Bisdom. Gij moogt
met geen mensen meer spreken, geen brieven schrijven of ontvangen en
vooral moogt gij geen voet meer buiten het klooster zetten... Hoe
kunt gij dan een beeldje van de H. Jozef in de Nieuwe Wijk te
Kapellen plaatsen en zelfs een beeldje hebt gij niet?"...
Toch
drong in die tijd af en toe, via schoolkinderen, een briefje tot mij
door van mensen die mij hun nood kloegen en hulp behoefden. Anderen
slaagden erin door een zijpoort binnen te geraken en mij 's morgens
vóór 8 uur bij het beeld van Sint Jozef te vinden.
Ook
werd mij eens een zinnebeeldige voorstelling gegund, die mij sterkte
en troostte. Dit vertelde ik reeds vroeger
Op
de vraag van mijn medezuster: "Hoe kunt gij een beeldje van de
H. Jozef in de Nieuwe Wijk te Kapellen geplaatst krijgen, want gij
hebt er zelfs geen?", antwoordde ik: "Het is allemaal waar,
dat kan ik niet, maar luister, ik loop vlug naar Sint Jozef en ,k zal
het hem zeggen".
Daar
gekomen zei ik: "Luister 'ne keer heel goed, Sint Jozef, ik
persoonlijk kan U werkelijk niet dáár in de Wijk brengen, maar als
U nu echt heel graag dáár in de arme Wijk Uw intrek neemt en werkt,
stuur dan de heer Pastoor van Kapellen, ofwel zijn huishoudster naar
mij. U kan haar ook met aanbevelingen laten komen als een van de vele
mensen die dat voorheen hebben gedaan. Dan zal ik hun zeggen dat zij
zullen verkrijgen wat zij verlangen, als zij Uw beeld tegen 1 mei in
de Wijk te Kapellen willen plaatsen. Als ik één van beiden,
betoogde ik verder, nu ik geen volk mag ontvangen, toch in de
spreekplaats mag ontmoeten, twijfel ik er niet meer aan dat het
werkelijk Uw wens is in de Nieuwe Wijk te staan en daar te ijveren
voor ieder in nood verkerende ziel. Men mag hierbij dan niet vergeten
dat mijn klooster meerdere uren van Kapellen afgelegen is.
Twee
dagen later, juist een woensdag, kwam de portierster mij zeggen: .,De
huishoudster van mijnheer pastoor van Kapellen is in de spreekplaats
en moet U iets zeggen, en gij moogt gaan van de Eerwaarde Moeder.
Na
de, les spoedde ik mij er haastig heen. Zij was gestuurd door
mijnheer pastoor om voor hem, maar ook voor haarzelf, een zekere
gunst aan te bevelen. Als bijzondere gunst verlangde en vroeg de
huishoudster de genezing van haar zustier. die volgens haar
zeggen, aan kanker leed. Ik zei haar, Als U het mogelijke
doet om te zorgen dat Mijnheer Pastoor een Sint Jozefsbeeld in de
Nieuwe Wijk te Kapellen zal plaatsen tegen 1 mei eerstkomend, dan zal
U zeker en vast de hulp 'van Sint Jozef ondervinden. Uzelf, moet het
beeldje daar niet brengen. dat moet Mijnheer Pastoor doen, U moet
maar zorgen dat het er komt tegen 1 mei en dit door herhaaldelijk aan
te dringen. Zij had trouwens geen gezag om het zelf te doen,
en was zonder verweer, als. vijandelijke weerstand het haar zou
willen beletten.
De
huishoudster meende dat dit alles zeer spoedig en gemakkelijk kon
uitgevoerd worden. Mijnheer pastoor dacht er evenwel geheel anders
over. Hij vond het volkomen onzin een Sint Jozefsbeeldje in de
Nieuwe Wijk te plaatsen. De huishoudster bleef haar best doen
om mijnheer pastoor te bewegen tot het plaatsen van het beeldje. Ook
werd het haar beloond, want haar zieke zuster genas plotseling.
Dit trof Mijnheer Pastoor wel zeer diep, maar een Sint Jozefsbeeldje
in de Nieuwe Wijk te plaatsen was bij nog niet van zin.
Menselijk
gesproken had hij er reden toe. De huizen van de Nieuwe Wijk werden
gebouwd in 1920 en 21 door een ongodsdienstig comiteit. Wie van
de gemeente hulp of steun ontving, moest afzijdig blijven van de
godsdienst en de kinderen naar de naar de staatsschool sturen.
De
huizen waren zeer vlug verhuurd. De eigenlijke Kapellenaren lieten,
zich niet in met de bewoners, van de Nieuwe Wijk. Thans echter
hebben de meeste mensen daar hun huis gekocht en sierlijk opgemaakt
en doen inzake godsdienst wat ze willen. Enkele komen reeds in
stilte naar de kapel. Zelfs een huisgezin in de wijk, de familie
Arnouts Rottiers, zorgde liefdevol en met toewijding voor de kapel.
De
geestelijkheid van Kapellen bleef er die tijd weg. Zo vond Mijnheer
Pastoor mijn verlangen onuitvoerbaar. Maar ik gaf de moed niet op en
bad de H. Jozef, de Pastoor door een ziekte of een andere beproeving
zo in het nauw te brengen, dat hij, uit verlangen om hulp te bekomen,
daar een beeldje zou brengen en het op de geschikte plaats ter
verering opstellen. Een eerste ziekte deed hem beloven dat hij het
daar zou brengen, maar eenmaal genezen, meende hij te voldoen met er
een in zijn huis te plaatsen. Maar dit was het niet wat men
verlangde. De heer Pastoor kreeg een zere knie. Een operatie bleek
nodig te zijn en zelfs daarna, pronostikeerde de dokter, zou hij een
stijve knie of been behouden. Nu verzekerde de Pastoor dat er een
beeldje zou komen indien hij zonder operatie genas. Hij genas en toch
aarzelde hij nog onder voorwendsel dat hij geen geschikt beeldje had.
Aan
mij vertelde de Pastoor het volgende: "Zekere avond werd er heel
laat aan de pastorie gebeld. Het was een onbekende dame die naar mij
vroeg. Ze gaf mij ingepakt een zeer oud plaasteren Sint
Jozefsbeeldje, dat ze zelf waarschijnlijk niet schoon genoeg vond om
in haar woning te laten staan. Het weg te werpen durfde zij niet en
vond het daarom best het aan mij te geven. Zij voegde erbij: "U
weet wel een plaats, waar men een Sint Jozefsbeeldje verlangt".
Dat
men mij ook nog een beeldje bezorgde, zei Mijnheer Pastoor, vond ik
zeer zonderling. Maar het plaatsen in de Nieuwe Wijk beviel me niet.
Ik dacht immers: van de eerste dag wordt het daar stukgeslagen. Wij
mogen toch geen aanleiding tot heiligschennissen geven. Sedert
mijn huishoudster was aangekomen met de opdracht daar een beeldje te
plaatsen had ik geen rust meer... Van de andere kant voelde ik dat de
H. Jozef dáár wel heel goed zou staan, nog te meer omdat ik nu ook
reeds op zo'n zonderlinge wijze zijn beeldje had gekregen. Maar daar
het een vaste gedachte van mij was, dat dit beeldje daar geen
uur zou blijven staan, dacht ik bij mezelf: Ik zal naar het
gemeentebestuur gaan, want zonder toestemming van de gemeenteraad,
mag ik dat toch niet plaatsen. Geven ze mij daar geen toelating en
denkelijk is dat zó dan is ook alle verantwoordelijkheid van mij af.
De gemeenteraad gaf echter buiten alle verwachtingen aanstonds
toelating om een Sint Jozefsbeeldje op de Nieuwe Wijk te plaatsen.
Het
gemeentebestuur was toen overwegend ongodsdienstig. Maar toen de
burgemeester aan alle raadsleden één voor één vroeg of ze er iets
tegen in te brengen hadden dat in de Nieuwe Wijk een beeldje van Sint
Jozef geplaatst zou worden, protesteerde niemand. Met een
schouderophalen gaven zij te kennen dat het hun onverschillig liet en
de burgemeester willigde mijn verzoek in.
Zo
ben ik dan daags vóór 1 mei, vertelde Mijnheer Pastoor verder, met
de schrijnwerker naar de Nieuwe Wijk gegaan en hebben wij aan de muur
van een huis, tegen de lust van de daar wonende mensen in, het blokje
geplaatst om het beeldje op te zetten.
Diezelfde
avond werd het nieuws verspreid bij alle links denkende
groeperingen van de omliggende dorpen van Kapellen. Allen werden
uitgenodigd om aanwezig te zijn met hun muziekkorps, als de zwartrok
zou aankomen. Door veel en luid muziek moest de predikant
onverstaanbaar gemaakt worden. Wonderbaar, hier viel hun feest met
dat van Sint Jozef samen en in feite werd de H. Jozef niet met smaad,
maar met feestmuziek in zijn nieuwe werkplaats triomfantelijk
ingehaald. Allen hebben, zonder het te willen, hun best gedaan ter
inhuldiging van de patroon der proletariërs. Heel het plein
stond vol spelers, terwijl overal vlaggen wapperden laat het ook rode
geweest zijn ter ere van het voorlopig nog schamele beeldje van de
Timmerman van Nazareth". Tot hier dit verhaal van Mijnheer
Pastoor aan mij.
Het
pleit was gewonnen. Op 1 mei 1956 stond het Sint Jozefsbeeldje
in de Wijk. De gekozen plaats was tussen twee huizen. Het beeldje
werd hoog aangebracht en het lokte vele vereerders onder de
noodlijdende mensen, die daar Sint Jozef om hulp kwamen smeken.
De mensen die Sint Jozef daar te voet kwamen vallen moesten echter
vooralsnog bij die huizen voor het beeldje blijven staan.
Wekelijks
kwamen er op woensdag om 8 uur 's avonds mensen naar die plaats om
samen de Rozenkrans te bidden, met gebeden tot de H. Jozef. Dat
ging niet gemakkelijk, want sommigen lieten de biddende mensen niet
met rust en onder allerlei vormen moesten de bedevaarders voelen dat
ze daar niet welkom waren. Het gebeurde zelfs meermalen dat het
moederke uit het huis waartegen het beeldje aangebracht was, onder
het gebed in de deur kwam staan en de biddenden uitdaagde met
uitlatingen als deze: Komde gijlie ook al naar die lelijkaard!
Stond hij niet zo hoge, dan goot ik er elke dag mijn waterpot op
uit.
Met
de tijd veranderden de gevoelens van dat vrouwke van 80 jaar.
Het vatte genegenheid op voor de bedevaarders en het was zo goed hun
een stoel aan te bieden en straks zou het nog een veel belangrijker
daad van liefde stellen.
Het
jaar 1956 was in de echte zin van het woord een triomfjaar voor de H.
Jozef. Het volgende jaar 1957 moest er niet voor onderdoen.
Bovenstaande
tekst is afkomstig uit het boek "... Zo dat de hemel de aarde
raakt...". (©-P.Coeckelberghs)
Het
boek is nog steeds verkrijgbaar bij de "Vriendenkring St. Jozef"
het adres vindt u op hun pagina.
Alle
rechten voorbehouden
Nadruk
verboden.
Verantwoordelijk
uitgever:
P.Coeckelberghs
België
Kapellen wordt zeer goed bediend door het openbaar vervoer De Lijn
Plan van de buslijnen
Met welke bus naar Kapellen vanaf Rooseveltplaats Antwerpen?
http://www.kapellen.be/product.aspx?id=606
De buslijn 720 heeft de dichtsbijzijnde halte halte Sevenhanslei, Lijn 720 Antwerpen-Ekeren-Kapellen-Putte
Vertrek Antwerpen Rooseveltplaats op perron 22 ( voor het Atheneum) om 19 min na het uur of 49 min na het uur.
Bestudeer heel het Netplan Kapellen via
http://www.kapellen.be/file_uploads/798.pdf
Warm aanbevolen
http://www.sint-jozef.nl/basis%20pagina.htm
Bekijk ook even het Timmerwerk welk aan Sint Jozef wordt toegeschreven:
De trap in de Lorreto kapel Santa Fé te New Mexico
Uittreksel uit het interview van paus Franciscus
interview
op het vliegtuig van Straatsburg naar Rome, 25 november 2014
quote
De
paus houdt van Sint-Jozef
Tenslotte
een persoonlijke vraag: u bent een vereerder van de heilige
Jozef?. Antwoord:
oh ja!. De journalist insisteerde:
In uw kamer heeft u een beeld van hem?. Antwoord: Ja! Als ik
aan Sint-Jozef iets vroeg, heeft hij het mij altijd gegeven.
Doch
de paus sprak niet over naar Cotignac te gaan in de Provence
(departement van de Var), de enige plaats ter wereld waar de heilige
Jozef verschenen is. De journalist, een Italiaan, heeft dan niet
verder aangedrongen.
Herinneren
wij ons dat op 7 juni 1660, de heilige Jozef aan een uitgeputte en
dorstlijdende herder verschenen is, Gaspard Ricard. Hij zei hem in
het Provencaals, wijzend naar een rots: ik ben Jozef, hef hem op
en ge zult drinken. De rots was indrukwekkend: er waren acht
mannen nodig om hem in beweging te krijgen. Jozef
spoorde hem opnieuw aan. De
herder verplaatste de rots en ontdekte een bron fris water. Hij dronk
Wanneer hij zich oprichtte, was de verschijning verdwenen. Nadien
werd van vele wonderen getuigd en de bron is blijven stromen.
unquote
Met dank aan de vertaling door
Maranatha-gemeenschap
|