Aangezien er geen reactie kwam op mijn vorige blog, zelfs niet na de glamoureuze beloning die daar aan vast hing kan ik deze blog aan niemand specifiek opdragen. Desondanks die tegenvallende commentaren of beter het gebrek daar aan heb ik besloten om hier alsnog iemand mee te eren: Dit blogbericht is opgedragen aan James Avery, die u allen ongetwijfeld beter kent als Uncle Phil uit de serie 'The Fresh Prince of Bel-Air' en die niet zo lang geleden het tijdige voor het eeuwige ruilde. Het ga je goed daarboven!
Aangezien mijn Prezi presentatie, die ik vorige week afwerkte, niet echt in de smaak viel ben ik deze week gewoon aan een nieuwe begonnen. Toegegeven, ik haat werken met dat programma en gezien mijn gebrek aan creativiteit denk ik dat die haat wel eens wederzijds kan zijn. Eerder deze week vroeg ik of ik vrijdag wat later mocht beginnen, dit bleek geen probleem. In Slovenië kijken ze wat minder op uren dan in België. De reden dat ik dit vroeg was om op donderdagavond nog eens van het echte studentenleven te proeven, een keuze die ik me niet zou beklagen. Om 15u zat mijn werkdag er op donderdag op. Het was prachtig weer dus besloot ik nog even te passeren bij Hostel 24, een leuke stek op zo'n 100m van mijn deur. Hostel 24 is een combinatie tussen een hostel (of wat had u gedacht) en een bar met een gezellig terras aan de straatkant. Het is een familiebedrijf en de twee zussen Eva & Ana zijn de twee zussen die het dagelijks runnen. Ze lijken allebei al achteraan de 20 maar vandaag wisten ze me te vertellen dat ze in feite maar 18 & 20 zijn. Een miscalculatie waar ik me nog steeds van afvraag hoe ik ze had kunnen maken. Anyway, op het terras ontmoet ik Devin, een sympathieke Canadees van 20 die er in feite 35 uit ziet, op gebied van leeftijden raden ben ik nooit een krak geweest. Hij studeerde zo'n twee jaar geleden af en schepte daarna naar eigen zeggen aardig wat poen in een geprivatiseerde koolmijn ergens in Ontario gedurende 1,5 jaar. Nadien trok hij op wereldreis en is nog steeds niet teruggekeerd, momenteel verblijft hij hier in Ljubljana en nam hij uitgebreid de tijd om mij enkele van zijn meest memorabele ervaringen mee te delen. Hij wekte enigszins jaloezie bij mij op, hij is 20 en heeft al zo goed als heel de wereld gezien en ik ben 22 en ben nog niet eens buiten Europa geweest. Goed, op zijn looks moet ik niet jaloers zijn, je moet je een combinatie voorstellen tussen Michael Moore en Chewbacca die bovendien vrij klein van gestalte is.
Die avond was er op de FELU Facebook pagina opgeroepen om af te spreken op Kongresni Trg (Congress Square) voor een publieke voordrink ter voorbereiding van het bezoek aan club Compañeros. Dit moet zowat het beste plan ooit geweest zijn, buiten het plan van neveneffecten om de belspelletjes aan banden te leggen natuurlijk. Niet alleen waren al mijn erasmusvrienden er, er kwamen ook nog een hoop andere toffe figuren opdagen van alle mogelijke nationaliteiten. Ik raakte in contact met drie Turken waarvan ik slechts één naam herinner, Mat. Mat is een student uit Ankara met lang haar en eigenlijk zou je hem eerder een Samoerai noemen dan een Turk. Hij is eens links denkende kerel met een mening over wat er in zijn land precies allemaal misloopt en bovendien houdt hij net als ik van Metal muziek. Een kerel naar mijn hart. Even later vervoegt een van zijn vrienden ons, hij heeft de naam Mehmet en is al goed beschonken, hij heeft veel praat en is bijzonder vrijgevig. Op 10min tijd heeft hij me al 2 blikken bier gegeven. Nu ik er over nadenk is het best raar, ik kom uit België een land met een enorme Turkse gemeenschap. Het is echter pas nu in een ander land dat ik echt een keer close met hen ben en een degelijk gesprek met hen voer. Mat is geen wereldvreemde moslim of dergelijke maar een realistische en respectvolle Turk die weet waarover hij spreekt.
Na nog met veel andere mensen gesproken te hebben trok ik met met mijn Poolse makker Kuba en Michele di Italia naar Compañeros. Daar was het feest al dik aan de gang. De crew uit Tsjechië was ook aanwezig en na een tijdje kwam de Turken ook nog eens binnenvallen, feest verzekerd! Zeker toen Mehmet zijn 'dansmoves' tentoonspreidde en zowat elke andere kerel het nakijken gaf. Hij verdween om de 15min om vervolgens terug te komen met gratis bier, hoe hij dat telkens voor mekaar kreeg zal me een raadsel zijn maar hem moet koesteren als vriend lijkt me geen slecht voornemen. Mehmet zelf werd er ook niet nuchterder van en daarom besloot ik hem de bijnaam 'Zataturk' te geven.
Na een topavond was ik om 5u thuis wat het opstaan des te pijnlijker maakte...
Een mens stelt zich in zijn leven heel wat vragen, elke dag een stuk of 1000 en meer heb ik mij is laten vertellen. De ene vraag is al wat makkelijker dan de andere en de ene is ook al wat belangrijker dan de andere. Een ding hebben alle vragen gemeen nl. op elke vraag is er een antwoord, anders zou het geen vraag zijn. Voor zover ik weet zijn er slechts twee vragen waar we nooit een antwoord op zullen weten: Is er leven na de dood & wie schoot nu daadwerkelijk JFK neer op die bewuste dag in 1963 te Dallas. Het antwoord op de eerste vraag claimen sommigen te weten, ik noem hun antwoorden ongefundeerde meningen daar ze op niets gebaseerd zijn. Het antwoord op de tweede vraag is al evenzeer zoek. Ooit waren we dichtbij de waarheid maar de gedoodverfde moordenaar van the 'Berliner' president, Lee Harvey Oswald, werd op zijn beurt voor de camera's vermoord vlak voor zijn proces zou beginnen. Toegegeven, zo'n scenario zou ik niet kunnen verzinnen.
Ook ik stel me dezer dagen een vraag. In Slovenië hebben ze net als in de meeste ontwikkelde landen (of daar ga ik toch van uit) stoplichten voor voetgangers. Op de ietwat drukkere kruispunten hangt er aan elk stoplicht een oproepknop, u kan er zich ongetwijfeld iets bij voorstellen daar die dingen in België ook alomtegenwoordig zijn. Tot enkele dagen geleden dacht ik steevast dat zo'n oproepknop diende om het licht sneller op groen te laten springen, mocht u dat ook denken...U bent mis! In Slovenië hebben ze naast een stoplicht ook een klein LED-scherm dat aftelt naar 0 en wanneer de 0 dan effectief bereikt is het licht op groen springt en u zonder al te veel stress kan oversteken. "Handig"! zei ik tegen mezelf. En zegt u nu zelf; zo'n scherm dat aftelt van 60 naar 0 en u niet laat nadenken over hoe lang u daar mogelijk nog stil zou staan vooraleer u zich naar de overkant kan begeven, u moet geen genie zijn om met zo'n idee op de proppen te komen. Maar ditzelfde scherm deed mij ook inzien dat de oproepknop niet dient om het groen licht op te roepen zoals ik eerder dacht. Gisteren stond ik er letterlijk en figuurlijk even bij stil dat nadat ik de knop indrukte de teller aan hetzelfde tempo bleef aftellen zonder nog maar aanstalte te maken op enige versnelling.
Dan zal het wel voor de blinden en slechtzienden zijn dacht ik, aangezien er altijd een tikkend geluid weerklinkt telkens het groen wordt. Ook hier was ik mis bleek zo'n 5min later aan het volgende licht. Ik duwde de knop bewust niet in in de hoop geen geluid te horen bij groen licht. Dat verdomde geluid kwam er alsnog en liet mij met een vraag achter: Wat is de functie van een oproepknop aan een stoplicht? U kan op dit bericht reageren en aan wie mij als eerste een geloofwaardig, sluitend antwoord kan geven draag ik mijn volgend blogbericht op!
Slovenië is en blijft een klein land en er zijn ook zaken waar je dat aan merkt. Een van die zaken is het feit dat er geen IKEA is, volgens mijn collega Klavdija te wijten aan de kleine populatie (zo'n dikke 2 miljoen). Ook dat in de vele buurlanden van Slovenië er enkele grote steden nabij de grens liggen die wel IKEA's hebben zal hier wel een rol spelen. Terwijl in België, een land dat slechts 10.000 vierkante km groter is, er zo'n 6 IKEA's zijn. In één van die IKEA's, meerbepaald in Wilrijk, is mijn eigenste moeder intussen al zo lang in dienst dat ze intussen al zelf deel uitmaakt van het meubilair. Sorry Ma voor deze flauwe en misschien ook wel confronterende grap, maar iets zegt mij dat ge nu zelf strijk ligt van het lachen en diezelfde grap morgen aan al u collega's verteld.
Het was een prachtige avond en dat had alles te maken met de 3-0 overwinning van Manchester United tegen Olympiakos waardoor de nederlaag in de heenwedstrijd (zie eerdere blog) volledig goed gemaakt werd en de kwalificatie voor de volgende ronde een feit is. Lang leve Robin Van Persie!!!
Om af te sluiten zou ik een quote van één van mijn absolute helden willen aanhalen "to infinity and beyond". Mensen onder de 25 jaar die niet weten van wie deze quote komt hebben overduidelijk geen jeugd gehad.
Het is vrijdagavond in Ljubljana, de werkweek zit er op. De reden dat ik hier aan mijn blog werk en mij niet aan het vermaken ben in één of andere disco is simpel: mijn uitgaansmakkers, en dat zijn er intussen toch wel een aantal, hebben klaarblijkelijk moeite met meerdere dagen per week het nachtleven te verkennen en ikzelf doe er niet slecht aan mijn budget wat in het oog te houden. Gisteren was er het traditionele donderdagavondbezoek aan Pub Thai Inn waar dan een karaoke plaatsvindt. Het grappige aan deze avonden is dat bij sommige mensen, die zichzelf klaarblijkelijk graag horen zingen, de microfoon wordt uitgezet en ze dat zelf niet of amper doorhebben. Karaokevolk, een ras apart.
Deze week ontmoette ik in hoogsteigen persoon Danijela (haar achternaam weet ik niet maar wat maakt het uit?), het hoofd van het International Relations Office. We hadden mekaar al wel eens eerder gezien de afgelopen weken, maar ze wist me tijdens onze ontmoeting te vertellen dat ze mij aanvankelijk aanzag voor een student die meer dan gebruikelijk eens langskwam. Toen ze echter vernam dat ik 'the student from Belgium' was wist ze met haar geluk geen blijf en complimenteerde er als het ware op los over mijn school en de mentaliteit en kwaliteit van de studenten (ik ben namelijk al de 6de in evenveel jaar tijd die zijn buitenlandse stage hier doet). Om ons kennismakingsgesprek te besluiten legde ze er andermaal de nadruk op hoe blij ze was met mijn aanwezigheid en dat ik het voortreffelijk deed. Deze woorden deden mij uiteraard deugd maar in feite vroeg ik mij af of het niet wat voorbarig is om voor mij de loftrompet boven te halen terwijl we elkaar 5 minuten daarvoor niet eens kenden.
Danijella is een opmerkelijke figuur: een grote dame met oranje haar en hoewel ik geen idee heb van de pensioenleeftijd in Slovenië vermoed ik dat ze daar niet meer ver van verwijderd is. Ik mag haar wel, elke ochtend wanneer ze het bureau nadert hoor je ze al van ver aankomen door haar eeuwig luide stem. Danijella fier op wat ze hier heeft neergezet, en dat is terecht! Zij heeft de uitbouw en ontwikkeling van de faculteit nog meegemaakt en anno 2014 staat er wel degelijk iets neer hier. Het is wat mij betreft bewonderenswaardig dat een universiteit in Slovenië, een land kleiner dan België en met slechts een dikke 2.000.000 inwoners, jaar na jaar meer dan 1000 uitwisselingsstudenten kan verwelkomen.
Ik ken hier veel leuke momenten. Ook minder leuke maar toegeven die zijn zeldzaam. Een voorbeeld van een leuk moment is wanneer ik nieuwe mensen ontmoet. Dan komt natuurlijk al gauw de vraag: "where are you from?" Aangezien zomaar zeggen dat ik uit België kom zou getuigen van immense saaiheid antwoord ik steevast met "make one guess!" De antwoorden die ik dan te horen krijg zijn soms best amusant. De meeste mensen denken spontaan Duitsland, andere vaak voorkomende antwoorden zijn Zweden, Nederland en Oostenrijk (mijn grootmoeder zal het graag horen). Het antwoord van Patricija, de enig mooie barvrouw van Pod Skalco, deed me toch vermoeden dat nationaliteiten raden op basis van uiterlijk, accent en naam niet haar sterkste kant was. Ze antwoordde me namelijk het volgende "When I hear your accent I would say you're from the USA, Texas perhaps?"
Ik was stomverbaasd en dacht dat ze een grap maakte. Al gauw zag ik hier een mogelijkheid om haar eens goed beet te nemen en antwoordde haar "Well almost bullseye but unfortunately for you it aint Texas I'm coming from but Virginia." Een week lang heeft die grap stand gehouden tot ik haar uiteindelijk zei wat mijn eigenlijke nationaliteit is. Gelukkig kon ze hier wel mee lachen en ergens vond ik het wel jammer, ik voelde me namelijk goed in mijn rol als jongeman die zijn redneck familie tijdelijk ontvluchtte om aan zijn toekomst te werken.
Eerder deze maand kreeg ik van een trouwe lezer van mijn blog de vraag waarom ik hier niet dagelijks een bericht achterlaat. Daar zijn twee redenen voor.
Dagelijks mijn blog aanvullen met nieuwe berichten zou zinloos zijn daar alle berichten dan op mekaar zouden gaan lijken. Het zou u als lezer ongetwijfeld opvallen dat het bericht hard gelijkt op het bericht van gisteren en ook wel wat weg heeft van het bericht van de dag ervoor. Bovendien moet ik toegeven dat mijn leven echt niet veel boeiender is dan dat van een doorsnee individu, hoewel het uitgaansleven hier best wat variëteit biedt. Desalniettemin, dagelijks mijn blog updaten zou zelfs u niet meer interesseren na verloop van tijd. Iedereen vindt zijn of haar leven wel speciaal maar soms ontbreekt het de mens wel is aan het lef of de zelfkennis om toe te geven dat dat niet het geval is.
Iets beleven is één ding, het mooi neerschrijven op papier is een heel andere zaak. Met dit in gedachten hebben heel wat grote schrijvers zich ooit in de geschiedenisboeken geschreven. Maar laat ik mijn pretentie achterwege laten en mij geen schrijver nomen. Toch probeer ik elk blogbericht een mooie zinsconstructie te maken, soms lukt dat aardig en soms helemaal niet. Als u wil weten op welke dagen het wel lukt kijkt u best eens naar de data van al mijn vorige blogberichten. Ja, u raadt het goed! Ik schrijf alleen als ik inspiratie heb om te schrijven, wanneer dit niet het geval is begin ik er zelfs niet aan. Het zou pure tijdverspilling zijn.
Dus bij deze hoop dat u vraag beantwoord is beste Amedee Cauwenberghs.
Terug naar de realiteit en die bevindt zich, voor mij althans, nog altijd in het bijzonder mooie en dezer dage ook zeer zonnige Ljubljana. Het is mijn vierde werkweek intussen, de vorige werkweek bestond volledig uit databasewerk. Het weekend was andermaal een topper. Normaal gebruik ik zulke woorden niet maar bij deze is 'topper' wel op zijn plaats. Vrijdag was ik nog ziek en wat doet een mens dan wanneer hij niet uitgaan kan? Jawel, alle Lord Of The Rings + de twee Hobbit films vanachter zijn laptop bekijken en er van genieten alsof hij die prenten voor de eerste keer bekijkt.
Zaterdag trok ik samen met een bende Tsjechen aangevuld met nog wat andere nationaliteiten richting de meest alternatieve plek op aard 'Metelkova'. Ik leerde twee nieuwe mensen kennen; of beter gezegd figuren, want dat zijn ze wel. De ene is Michele 'el Napolitano' Scotto di Vetimo, een sympathieke Italiaan uit ...U raadt het nooit Napels! Hij is zo'n vriendelijke kerel en doet elk beeld van de stereotype catenaccio verdwijnen.
De andere is Kuba 'King Kuba' Sabowski, een robuuste, zei het bijzonder aangename Pool die vloeiend Engels spreekt en heel het repertoire van Pink Floyd en Led Zeppelin kan meezingen. Ze zijn kamergenoten in Rozna Dolina, zij hebben het dus best getroffen met elkaar. Nu ja...over het algemeen is de kans groter dat je met een aangename persoon op de kamer belandt dan met iemand die je niet kan uitstaan. Vergeet niet dat het allemaal Erasmusstudenten zijn, dat zijn nu eenmaal geen saaie en/of tot vervelens toe gefrustreerde mensen. Zaterdagavond zelf was dan ook een topper, het was rock-avond in één van de Metelkova-clubs en tot zo'n 5u bleef ik luidkeels meezingen op Ace of spades, TNT, I wanna rock 'n' roll all night, Smoke on the water enz...
Op de eerste dag van deze werkweek werd ik 's avonds uitgenodigd om met enkele collega's en de TUTORS te gaan bowlen op kosten van de faculteit, uiteraard zeg ik dan niet nee. De venue zelf kon me net zoals vele andere plaatsen in Ljubljana enorm bekoren. Een uitgebreid bowlingcomplex met knappe diensters waar ze de hele tijd door goeie 50's rockabilly draaiden. Tijdens deze avond kreeg ik de bijnaam 'The Belgian Bowler' aangezien ik alle 4 partijtjes won. Niet dat ik zo'n goeie bowler ben maar de kwaliteiten van mijn tegenspelers mochten ook wel in vraag gesteld worden. Ergens moeten ze achteraf spijt gehad hebben mij te hebben uitgenodigd om mee te spelen, maar de sfeer op kantoor is er niet minder op geworden.
Het is woensdag 5 maart, in België moet het dan krokusvakantie zijn als ik mij niet vergis. Of deze vakantie ook in Slovenië plaatsvindt weet ik eigenlijk niet. Het zou van gezonde interesse blijken voor mijn nieuwe leefomgeving mocht ik interesse tonen in de vakantiedagen van de schoolgaande, Sloveense jeugd maar of het mij een persoonlijk meerwaardegevoel zou geven betwijfel ik ten zeerste.
Krokusvakantie of niet, ik zit in mijn derde week stage en de afgelopen drie dagen hebben mijn ogen niets anders als databanken met ingediende applicaties gezien. Deze applicaties komen van studenten die volgend semester (wat dus volgend schooljaar is) een studie aan de FELU willen doen en zichzelf dus opgeven als Erasmusstudent. Veelal komen deze studenten uit landen waar ik me ten stelligste van afvraag of er zich daar wel überhaupt een universiteit bevindt, toch wel zo blijkt. In deze landen waar ik het over heb (Kazachstan, Uzbekistan, Turkmenistan...) zijn de universiteiten allemaal genoemd naar de voormalige leiders van die landen, of ze nu deel waren van de Sovjet-Unie of niet. Dat zie ik in ons België nog niet gauw gebeuren, en maar goed ook. Want geef toe; Universiteit Elio Di Rupo of Jean-Luc Dehaene Hogeschool klinken toch niet aantrekkelijk. Jaja, de databanken informeren mij uitgebreid. Mijn job bestaat er dezer dagen vooral uit de gevraagde gegevens in een tabel te schikken en vervolgens een mooie grafiek te maken.
Er zijn natuurlijk veel verschillen tussen de Belgen en de Slovenen, ik merk er nog elke dag wel een paar op. Een belangrijke om eens onder de loep te nemen is het eetgedrag van beide volkeren. Wij Belgen, en dat weten we maar al te goed, zijn Bourgondiërs en houden van eten. Wij nemen graag de tijd om kwaliteitsmaaltijden en aangename hapjes te consumeren. Bovendien bevat ons televisieaanbod een overschot aan grotendeels nutteloze en eentonige kookprogramma's, waarvan Komen Eten met voorsprong het afschuwelijkste programma aller tijden moet zijn.
In België eet men meestal 's avonds zo rond een uur of zes, zeven, Dat is het grootste verschil met de Slovenen. Hier eet men 's middags een grote portie warm terwijl men het 's avonds eerder bescheiden houdt met een paar boterhammen en een yoghurt. Dit wil echter zeggen dat hun porties 's middags op zen zachtst gezegd enorm zijn. Ik ben er dagelijks getuige van tijdens de middagpauze. We eten allen samen in de kantine, die ik niet volledig ga beschrijven aangezien die niet hard genoeg verschilt van een schoolkantine zoals u ze zich kunt voorstellen. Dan passeren de Sloveense studenten en werknemers met hun plateaus voorzien van: een kom soep, een bord vol met puree/rijst en een stuk vlees/vis, een grote, aparte kom met groenten overgoten met alle ter beschikking gestelde dressings en tenslotte nog een gezond dessert.
Ik schaam mij bijna als ik tussen al deze 'middagproppers' slechts een klein bord pasta ga halen. De vrouw achter de kassa (dat is altijd dezelfde) verklaart mij keer op keer gek wanneer ik met deze, in haar ogen, kleine portie kom afrekenen. Wanneer ik nog ver achter in de rij sta kijkt ze mij al aan zoals mijn vader mij ooit aankeek toen ik zei dat met zijn nieuwe Opel gebotst was. Een goede daad was achteraf gebleken; in de andere auto zat namelijk een Albanese dievenbende die al 6 maanden gezocht werd. De plaatselijke autoriteiten waren de Versmissens dankbaar en lieten dat blijken met zo'n 5 kortingsbonnen van het toen net heropende Centerparcs.
Maar goed terug naar die kassierster in de kantine die mij maar een rare vindt. Nadat ze eerst in erg gebroken Engels mij zo'n 10 keer vraagt of dit werkelijk alles is wat ik van eten moet hebben en ik telkens bevestigend knik krijgt ze het over haar hart om af te rekenen. Dat is het leuke deel aangezien de Sloveense regering de studenten een groot deel van de maaltijd terug betaalt, dat geldt niet alleen in de schoolkantine maar ook in vele restaurants in de stad.
Er wordt van zondag wel meermaals gezegd dat het de dag van de week is waarop men de ganse dag niets doet dan lui zijn. In het Engels hebben ze daar een term voor bedacht 'Lazy sunday'. Ergens moet deze uitspraak kloppen. Zondag is nu eenmaal de dag waarop wij christelijke mensen tijd maken voor het gezin en familie en laat de ons buitenwereld koud, nog kouder dan op een doorsnee weekdag.
Mijn zondag zou zich echter niet vanuit de zetel (want die die heb ik hier niet) of vanachter de laptop afspelen. Vandaag trok ik er met enkelen op uit om het grootste carnaval van Slovenië te bezoeken, het Ptuj-Carnaval. "Carnaval"!? Dacht ik bij mezelf toen ze mij eerder deze week meevroegen. Ik dacht tot dan toe dat dat feest zich uitstrekte tussen Aalst en Venetië, maar ook in Slovenië hebben ze de smaak van het om ter gekst verkleden en vervolgens onder escorte door het centrum van de gemeente lopen te pakken. De laatste keer dat ik aan carnaval meedeed, het zij als toeschouwer het zij als zelf verkleed dateerde reeds van het laatste jaar in de lagere school. Als ik mij goed herinner was ik toen samen met enkele van mijn makkers verkleed als De bende van Nijvel. De keuze voor deze verkleding, die getuigde van lef en onverzettelijkheid op die leeftijd, viel niet bij iedereen in de smaak. Vooral de schooldirectrice van toen, wiens naam ik nog perfect weet maar wegens privacyrechten niet vermeld, was ontzet. Ook de ouders van de overige kinderen keken ons bijzonder lelijk aan en waren tegelijkertijd bijzonder trots op hun eigen kinderen die elke vorm van originaliteit misten door verkleed te zijn als ordinaire prinsessen of tweedehands Zorro's. "Hoe zijn die opgevoed"? Hoorde ik de vader van een medeleerling tegen zijn vrouw zeggen. Jaja...de aandacht hadden we die dag alleszins wel. Zo'n drie jaar geleden heb ik vernomen dat de schooldirectrice na dat schooljaar ontslag had genomen nadat ze er niet in was geslaagd onze opvallende passage op het carnaval dat jaar goed te praten bij de toenmalige minister van onderwijs.
Maar dat volledig terzijde. Geen haar op mijn hoofd dat er aan dacht om naar Ptuj, dat overigens zo'n 2u rijden is, te gaan. Andermaal is gebleken dat ik mij zelf vaak laat ompraten zonder dat ik daarbij echt stilsta. Eerst zwoer ik niet mee te gaan, vervolgens ging ik mee en tegen dat het zondag was had ik de huurauto geregeld en mocht ik die ook nog een richting Ptuj besturen. Bij het afhalen van de auto bleek het een automatic wagen te zijn. Toegegeven daar moest ik eerst een paar keer 'het blokske rond' mee rijden vooraleer ik mij in het echte Sloveense verkeer begaf, het was immers de eerste keer dat ik niet met een manuele wagen de baan opging. Maar al zeg ik het zelf, goed rijden deed het wel. Het was een Opel Zafira voor wie het mocht interesseren. Daarna was het de medepassagiers, waar mijn goede vriend Hooza ook deel van uitmaakte, oppikken en dan reed ik zowaar in een automatic wagen richting Ptuj waar ik voor het eerst sinds heel lang nog eens een carnavalsstoet zou zien. Het was een grensverleggende dag gekleurd met een mooie rit doorheen het Sloveense land.
We zijn vrijdag 28/2. Mijn stage kende een goede tweede week al was het begin ervan onaangenaam. Toen werd mij nogmaals pijnlijk duidelijk dat je weinig hebt aan wat je op school leert als je het niet onderhoudt... In mijn geval was het computergericht. Vorig jaar was mijn examen Excel nog een voltreffer, maar daarna heb de leerstof niet of amper bekeken en dat betaalde ik maandag cash door een Excel bewerking niet meer juist te kunnen toepassen. Ik overdrijf weliswaar: ik wist die maandag nog perfect hoe ik draaitabellen moest gebruiken maar als mijn stagementor mij er niet op had gewezen dat een draaitabel handig was bij die gegevens die ik toen moest verwerken, had ik er veel langer over gedaan. Ik was er even niet goed van maar wat maakt het uit? Zo'n dingen interesseren mijn bloglezers toch niet...
Het was Champions league voetbal deze week en dinsdag moest mijn droomteam, Manchester United, het opnemen in en tegen Olympiakos uit Athene. Na de match zat ik in zak en as aangezien United met 2-0 verloor. Ik wist u in een eerdere blog al te vertellen dat 2014 niet mijn jaar is als het op sport aan komt maar hoe in godsnaam is het mogelijk dat de grootste club ooit uit het Engelse voetbal verliest van een ploeg uit een land dat zo goed als failliet is? Ach ja het leven gaat verder...
De dag erna was het leuker; in een sportbar gevuld met Turken naar Galatasaray-Chelsea kijken, geen unieke doch speciale ervaring. Na de wedstrijd ontmoette ik Matthias, een Duitser waarvan je zonder enige aarzeling ook zou denken dat het een Duitser is. Hij doet me denken aan Herr Flick, u weet wel de legendarische Gestapo-officier uit de al even legendarische Britse sitcom 'allo allo'. Het klinkt natuurlijk weer bijzonder grof en idioot dat ik een Duitse student vergelijk met een Nazi. Uiteraard weet ik wel beter en besef ik goed en wel dat we het Duitsland van vandaag niet kunnen vergelijken met wat zich ooit het derde rijk noemde, laat staan dat we hen kunnen kwalijk nemen wat er indertijd gebeurd is. Al wie die vergelijkingen nog welgemeend maakt zou zich beter eerst eens met zichzelf bezig houden vooraleer hij/zij dat met Duitsland doet. Maar met Matthias ontmoet ik dus opnieuw een Duitser. Het was voor ik hierheen vertrok mijn bedoeling veel buitenlandse studenten te leren kennen, daar ben ik aardig mee bezig, maar er zou toch wat meer diversiteit mogen zijn.
Het is donderdag, mijn stage gaat goed vooruit en ik begin signalen te krijgen dat ze tevreden zijn met mijn werk. Erasmusstudent zijn betekent ook tijdens de week uitgaan en omdat ik er toch belang aan hecht zoveel mogelijk mensen te leren kennen ga ik in op de uitnodiging van mijn Tsjechische vrienden om in hun dorm te komen voordrinken (want zo gaat dat anno 2014) en vervolgens in een populaire club karaoke te gaan zingen. Eens aangekomen aan hun dorm overvalt mij het gevoel dat ik me ergens in een Parijse voorstad bevind, gelukkig is dit nog altijd Ljubljana en gaat de vergelijking met de altijd beruchte banlieus niet op. Eens binnen weet ik weer waarom ik niet in een dorm verblijf: de keuken was er zo vettig dat je het papier waarop stond geschreven 'please keep the kitchen clean' haast niet meer kon lezen en de kamers waren veel te klein en gedeeld waardoor je enige kans op een wilde nacht met je kamergenoot zou zijn (en dan moest je al geluk hebben dat die van het andere geslacht was).
Vrijdag 28/2: eindelijk krijg ik een opdracht die niets te maken heeft met het opzoeken van informatie over universiteiten. Ik krijg enquêtes te verwerken, geen superuitdaging maar je hebt er je werk mee en je moet er niet teveel bij nadenken, hoe gek dat ook moge klinken. Na een vermoeiende week vol werk en feestgedruis is het vrijdagavond rustavond met de beste film ooit gemaakt: The Shawshank Redemption!
Het is zondag 23/2, ik ben hier bijna twee weken. Tijd voor een korte evaluatie:
Over het werk dat ik heb moeten verrichten kan ik niet veel zeggen. het was gelijk veel maar niet zwaar of uitdagend. Een toffe groep is het zeker wel, al hoop ik spoedig met hen allen te kunnen samenwerken.
Het leven in Ljubljana zelf bevalt me ten zeerste. Het is een zeer levendige stad die ondanks zijn kleine populatie (ong. 280.000 inwoners) de hoofdstad is van dit eveneens kleine land. Niet zo groot dus maar toch een stad. Vroeger was ik van mening dat een stad een goeie mix van culturen nodig had om zich wel degelijk stad te kunnen noemen, maar sinds ik enkele Oost-Europese steden bezocht heb ik die mening wat herzien. in Ljubljana vindt je amper andere huidskleuren. De grote hoeveelheid Erasmusstudenten compenseert dit dan toch enigzins. In een eerdere blog kon u al lezen dat er veel uitgaansmogelijkheid is, zowel tijdens de week als in het weekend is er voor ieder wat wils. Er is ook een mindere kant: via mijn collega's kwam ik te weten dat het loon hier vrij laag ligt en de belastingen hoog zijn. Bovendien zou het land zich momenteel in een recessie bevinden maar hier is in het straatbeeld weinig van te merken. De bevolking oogt gelukkig en houdt het net zoals wij Belgen graag vreedzaam en rustig, wat toch opmerkelijk is gezien het land ooit een deel was van Joegoslavië dat we nu niet bepaalt kennen als vreedzaam en rustig. Het is voor ons West-Europeanen een publiek geheim dat vele ex-Joegoslaven, waaronder de Slovenen, heimwee hebben naar de tijd dat alle naties nog verenigd waren onder één vlag. Ljubljana is ook een mooie stad! Vooral in het centrum is het aangenaam vertoeven. Er zijn enkele mooie gebouwen en pleinen en het is zo goed als autovrij. Mocht je niet beter weten zou je zeggen dat je jezelf in een of ander Italiaans middeleeuws stadje bevindt. Zo is de mentaliteit hier ook 'zuiders', de mensen hebben geen haast en genieten van het leven. De enigste die ik zich zag haasten dreigde zijn bus te missen. Wat een contrast met mijn geliefkoosde stad Antwerpen, waar tijd en stress zich meester lijken te hebben gemaakt van de gewone mens. Ljubljana: mooie stad, goedkope stad, veel belevenis maar weinig toerisme...het verbaast me. Maar ergens past het wel in de denkwijze van de Slovenen: ze houden het graag klein, bescheiden en vreedzaam.
De titel van deze blog heeft niets te maken met een weekend dat ik niet zag aankomen, een weekend volgt namelijk na een werkweek en meestal eindigt die week op vrijdag, zo ook voor mij. Het is de invulling die een weekend onverwacht kan maken.
Het was vrijdag 21/2, die dag was ik opgelucht; ik had een heus document van zo'n 75 pagina's aan Mojca overhandigd met alle gevraagde info over de deelnemende universiteiten van het BAMBOO project. Ik doopte het document dan ook logischerwijs om in 'BAMBOO-project 2014'. Diezelfde dag kreeg ik nog een andere opdracht in mijn hoogsteigen IRO-mailbox toegestuurd: "zoek op de website (waarna er een link volgde) alle projecten tussen 2009 en 2013 waaraan universiteiten uit Zuid-Oost Azië hebben meegewerkt aub" kon ik lezen, het was uiteraard wel in het Engels. Dit was iets rapper klaar dan mijn BAMBOO-project en na nog enkele kleinere opdrachten te hebben afgewerkt begon ik aan dat onverwachte weekend. Dat begon met een optreden van mijn favoriete band Hatebreed. Alsof god er zelf mee te maken had kwamen deze 'hardhitters' uit Connecticut vrijdagavond in Ljubljana optreden en ik kwam het pas die woensdag te weten, uiteraard moest ik er dan bij zijn. Vlak voor het optreden begon zat ik in de zaal en kwam er van ver een vrouwelijke verschijning op mij afgestapt. Ik dacht dat ze mij moest hebben, ze was niet bijzonder knap dus was die gedachte nog niet zo gek.
En ik had gelijk! "Are you Tobias?" - "Yes" zei ik. Ik was al vergeten dat ik diezelfde ochtend een bericht in de facebookgroep van de Erasmusstudenten hier had geplaatst of er niemand geïnteresseerd was om mee te gaan naar dit optreden. Zij had dit gelezen en herkende mij blijkbaar. Ze heette Martina en kwam uit Italië. Ze sprak Engels maar verre van genoeg om het cliché dat Italianen maar matig zijn in vreemde talen de wereld uit te helpen. We praatten even maar dan ving het concert aan en dan heb ik liever geen aandacht aan iets anders te schenken. Zoals altijd zong ik alles mee van begin tot einde en was mijn weekend reeds geslaagd.
Na het concert ontmoette ik enkele kerels die me vertelde over 'metelkova'. Ik had al wel eens van die plek gehoord maar kende tot dan toe nog niemand die er geweest was. We gingen er samen heen en wat daar wachtte had ik nog nooit gezien. Stel u een grote koer voor met zo'n 8 verschillende, gratis clubs voor waar er verschillende genres van muziek worden gedraaid en relatief goedkoop allemaal... De mix van mensen die zich daar bevindt ziet men niet gauw ergens anders. Metelkova zorgde voor een heel nieuwe dimensie aan mijn verblijf hier en misschien wel aan mijn leven. Ik hing nog wat rond met de Sloveense kerels die me hierheen brachten en kreeg een Joegoslavisch drankje te drinken 'Rakija'. Dit drankje, waarvan men zegt dat het alcoholpercentage om en bij de 50% bedraagt, moet met voorsprong het meest walgelijke zijn dat ik ooit dronk. Later liep ik er ook nog Domi tegen het lijf en was het feest compleet! Zo durf ik toch wel te stellen dat het een onverwacht weekend was: Hatebreed trad op, ik leerde voor het eerst ook Slovenen kennen die niets te maken hadden met de FELU en met Metelkova ontdekte ik een plek die ik nooit zal vergeten.
Ik heb me de afgelopen week geïntegreerd en geamuseerd, twee dingen die je zelden samen in één zin hoort maar toch was het zo. Gisteren maandag 17/2 was het tijd voor het serieuze werk, mij buitenlandse stage begon op die ochtend rond 9u. Ik moest er dus voor het eerst vroeg uit, nu ja...vroeg voor mijn doen. Ik begaf me richting de FELU (Faculty of Economics of the Ljubljana University) want daar maakt het International Relations Office (IRO) deel van uit. Ik kwam er zo'n 15min te vroeg aan, ideaal dacht ik bij mezelf. Na een kort kennismakingsgesprek met mijn stagementor (Mojca Maher) waarin er in grote lijnen werd uitgelegd wat er zoal van mij verwacht wordt de komende drie maanden mocht ik eraan beginnen.
Momenteel werken we aan het BAMBOO-project, dat is een onderdeel van het volgende semester dat aanvangt in september. Uiteraard mikt de FELU op het aantrekken van zoveel mogelijk studenten van over heel de wereld en dit project is specifiek gericht op de studenten uit de Oost-Aziatische landen. "Das geene kattenpis" zou journaalheld Jan Becaus gezegd hebben als hij mijn eerste taak kreeg. Die bestond eruit van alle universiteiten die deelnemen aan BAMBOO veel info op te zoeken met name welke activiteiten ze organiseren voor Erasmus studenten, hun partneruniversiteiten, en de afstanden. Vooral die partneruniversiteiten blijkt lastig en veel werk te zijn.
Mijn eerste werkdag zat erop. Veel meer kan ik voorlopig niet zeggen...Het IRO-team bestaat uit zo'n 6 mensen (vooral vrouwen) die elk hun eigen functie hebben, welke dat precies zijn is me momenteel nog niet duidelijk maar de sfeer onderling lijkt me goed. Jammer dat ik op een paar basiswoorden na geen Sloveens spreek. Dan kon ik me al eens laten horen tijdens de middagpauze. Over het werk zelf kan ik evenmin weinig zeggen daarvoor blijft u best mijn blog volgen, iets wat u momenteel met verve doet. Maar zoals ik al zei, mijn werkdag zat erop en wat doen we daarna? Andermaal ijshockey kijken natuurlijk! De Tsjechen kregen een herkansing tegen niemand minder dan buurland Slowakije. Nog niet zolang geleden waren die twee nog één land. Het zou me niets verbazen mocht Jan Becaus himself nog de scheiding van Tsjecho-Slowakijke hebben vermeldt zoals alleen hij dat kan op een avond in 1989 tijdens het BRT-journaal. Nu speelden die twee landen tegen elkaar en wederom was ik uitgenodigd om het gade te slaan. Ditmaal was Pod Skalco, een pub net buiten het centrum, the place to be. De Tsjechen hadden die keet ingepalmd met vlaggen etc. maar ook de Slovaken hadden een schare fans bij. Tsechië won met 5-3, yes!!! En de sfeer bleef bijzonder goed tussen de twee kampen in Pod Skalco, bij ijshockey wordt er immers meer gevochten op dan naast de piste. Leuke avond na een interessante dag.
De oriëntatieweek is voorbij, hoe moet een mens zich dan amuseren als hij geen verplichte feestjes meer heeft? Die vraag stelt ieder individu zich wel eens. Even zag het er somber uit en leek het alsof ik hier nu nog enkel was om mijn stage te lopen en de brave schooljongen uit te hangen. Gelukkige kwam er hulp uit onverwachte hoek. Het was Jan 'Hooza' Kuklínec, die sympathieke Tsjech die ik eerder die week ontmoette, die mij op zaterdagavond contacteerde en vroeg of ik geïnteresseerd was om samen met twee van zijn landgenoten de ijshockeywedstrijd Tsjechië-Zwitserland te bekijken. Het zijn immers Olympische winterspelen in en ijshockey is dan zowat de meest mannelijke sport, na curling en kunstschaatsen uiteraard.
Natuurlijk zei ik "ja"! Vooraleer ik goed en wel besefte dat ik helemaal niet geïnteresseerd ben in ijshockey vertrokken we met een rugzak gevuld met alcohol richting hun 'dorm' want zo heet een studentenhuis of PEDA hier klaarblijkelijk. Die plaatsen staan niet bepaald bekend als luxueus en hygiënisch maar als het voor ijshockey te kijken is, spelen die zaken toch allemaal geen rol. We arriveerden toen de wedstrijd al halverwege was en troffen Hooza zijn vrienden aan. Op het scherm van de laptop waarmee ze de wedstrijd streamden kon ik zien dat Zwitserland met 1-0 voorstond. "Aiai" zei ik, voor die ene keer dat ik eens een ijshockeywedstrijd meepik zal de ploeg waarvoor ik supporter toch niet gaan verliezen zeker!? Want zo sympathiek was ik dan wel dat ik supporterde voor dezelfde ploeg als die van de gastheren. Ik kon me wel amuseren met die wedstrijd ook al kende ik er weinig of niks van. Hooza en zijn vrienden, Ondrej en Michael (of dat maakten ze me toch wijs) waren zo vriendelijk de spelregels, waar ik me van afvroeg of die er bij ijshockey wel waren, uit te leggen.
En het noodlot geschiedde; Zwitserland won met 1-0. 2014 is blijkbaar niet mijn jaar als het op sport aankomt aangezien mijn twee favoriete voetbalploegen ook niet bepaald aan een glansseizoen bezig zijn, en nu verloor dus ook Tsechië. We lieten het niet aan ons hart komen aangezien deze nederlaag nog niet de uitschakeling betekende. We verplaatsten ons naar de keuken voor een partijtje Poker. Poker was nog zo'n spel waar ik eigenlijk weinig of niets van kende, gelukkige waren de Tsjechen andermaal bereid de spelregels uit te leggen. Toffe mannen die Tsjechen!
Ik mag dan wel geen Erasmus-student zijn, toch was ik dinsdagavond op een event uitgenodigd waar voornamelijk dat soort studenten op aanwezig was. Het heette 'freshers evening' en was een deel van de oriëntatieweek. The place to be was Skelet-klub in hartje Ljubljana. De bedoeling was dat de studenten die hier het komende half jaar zullen studeren mekaar leerden kennen.
Echt veel zin om te gaan had ik niet, ik ben niet echt een club mens en ik kende er maar één persoon en dat was mijn 'TUTOR' (plaatselijke studenten die de buitenlandse studenten begeleiden) Ljiljana. Maar om haar niet teleur te stellen en omdat het toch een mooie gelegenheid was om de eerste contacten te leggen ben ik toch naar daar afgezakt niet wetende wat ik er eigenlijk van moest verwachten.
Het werd een plezante avond met net iets te dure cocktails, veel verschillende nationaliteiten en slechte muziek.
Donderdag 14 februari ging ik voor het eerst naar mijn stageplaats, de faculteit economie. Hier vond het vervolg van de oriëntatieweek plaats met enkele PowerPointpresentaties waarvan ze volgens mij enkel de datums hadden gewijzigd nadat gebleken was dat (half)jaarlijks een nieuwe presentatie maken overbodig werk is. Het is zoals een schooldirecteur die elk jaar op 1 september zijn leerlingen toespreekt en na dit X aantal keren gedaan te hebben wel een best-of-speech heeft neergepend en die jaarlijks herhaalt, zo was het nu dus ook.
De presentaties zaten goed ineen en hadden wel degelijk hun nut daar ze heel wat info gaven over het studentenleven in Ljubljana. En geloof me, een studentenstad is het hier wel. Het meest interessante moment was dan toch wel het overlopen van de verschillende nationaliteiten die er dit semester aan de faculteit studeerden. Nadat het land werd vernoemd, werden alle studenten aanwezig in de aula die in het bezit waren van de nationaliteit van dat vernoemde land vriendelijk verzocht recht te staan. Toen dacht ik de echte patriottisten te kunnen onderscheiden van de minder vaderlandslievenden. Lang moest ik niet wachten op enige waarneembare vorm van vaderlandsliefde.Toen Portugal werd afgeroepen en er op de rij achter mij een vijftal studenten recht stonden was uit hun gelaatsuitdrukking af te leiden dat als het aan hen had gelegen zij uit volle hun volkslied zouden gezongen hebben. Zover kwam het niet maar een welgemeend applaus van de ganse aula kregen ze wel. Heel speciaal was dat applaus nu ook weer niet aangezien elk land dat kreeg, het een al wat meer dan het ander naargelang de populariteit van het land. Dit was duidelijk het geval toen de enige twee studenten uit Rusland hun applaus kregen en het decibelniveau toch merkbaar lager lag dan bij pakweg Vietnam. Arme Russen, het leven is hard.
Uiteraard werd België niet over het hoofd gezien tijdens dit onderdeel. Wanneer ons koninkrijk werd afgeroepen stonden er samen met mij nog vier anderen recht. Ook wij kregen applaus. Zelf vind ik dat een beetje overroepen, applaus krijgen voor je afkomst. Iedereen moet ergens vandaan komen en heeft daar in theorie niet zoveel voor moeten doen dat het een applaus waard is. Bij de Belgen was de liefde voor het vaderland niet van de gezichten af te lezen. Op zich jammer maar niet onverwacht, we scoren nu eenmaal niet zo goed op dat gebied. Anno 2014 is het zelfs al zover gekomen dat de twee Belgen die ons land het hardste verdedigen allebei van vreemde origine zijn nl. Stromae en Vincent Kompany. Natuurlijk was het ook spannend om te weten welk land het beste vertegenwoordigd was hier op deze faculteit en dan moest ik natuurlijk aan dat nummer van Gorki denken dat als titel 'Duitsland wint altijd' heeft (mocht u het willen luisteren, het zit in de bijlage). En lang zag het ernaar uit dat onze Germaanse buren gingen winnen, ze lagen in poleposition en ik zag enkele van hen al een subliem overwinningsgezicht trekken. Helaas voor hen ging Frankrijk met de bloemen lopen. Arme Duitsers, het leven is hard.
Daarna volgde in verschillende groepjes een rondleiding doorheen de campus. Iets totaal overbodig leek mij. Na die rondleiding ben je het meeste al vergeten en bovendien leer je gebouwen het beste kennen door er vaak te zijn. De studenten doen er dus goed aan altijd naar de les te gaan. Tijdens de rondleiding leerde ik Dominik 'Domi' Näser kennen, een zeer sympathieke Duitser uit Nürnberg die vlekkeloos Engels spreekt. Hij vertelde me dat hij niet zo lang geleden Brussel bezocht en hij de stad haat en ze veel te crimineel is. Deze uitspraken schiepen een goede band tussen ons twee daar ik zelf geen fan ben van onze hoofdstad.
Diezelfde avond was er een tweede Erasmus-fuif, ditmaal in Compañeros. Andermaal een club, maar met goede herinneringen aan de eerste Erasmus-fuif trok ik er met goede hoop heen. Die goede hoop werd al gauw de grond ingeboord toen bleek dat ik veel te vroeg was gekomen en vervolgens slechts vijf mensen aantrof die meer dan waarschijnlijk hetzelfde gedaan hadden. Maar zoals dat nu eenmaal gaat op Erasmus bedoeningen geraak je makkelijk aan de praat met mensen, zo ook nu. Ik geraakte aan de praat met Jan Kuklínec, Hooza voor de vrienden. Het werd een topavond, ookal omdat Domi en enkele van zijn vrienden ons vergezelden. De muziek was andermaal shit, maar de hoeveelheid coole mensen die ik die avond leerde kennen maakte dat ruimschoots goed.
Na gisterenavond ben ik vertrokken om er hier een onvergetelijke belevenis van te maken!
Ik ben na een rustige vlucht geland op Sloveense bodem. Het eerste dat me hier opviel was het toch wel bijzonder slechte weer; het regent pijpenstelen maar nog niet hard genoeg om de tonnen sneeuw die de dagen daarvoor gevallen was weg te spoelen.
Na een korte rondleiding van de kotbaas heb ik mij min of meer geïnstalleerd op deze kamer. De kamer is voor mij alleen maar de badkamer en keuken zijn gedeeld met nog zo'n 12 anderen. Morgen heb ik nog een dag vrij en heb ik de tijd om de nodige zaken aan te schaffen.
Ik besef het nog niet goed maar ik zit hier voor de komende drie maanden, nooit was ik langer van huis weg maar het voelt goed.