Ooit was er een punkband uit de UK genaamd Sham 69, of die intussen nog bestaan is mij en misschien henzelf onduidelijk. In ieder geval kenden zij hun commerciële hoogtepunt met de culthit "If the kids are united". Telkens ik dat nummer hoor denk ik terug aan de zomer van 2013. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 kwam in Turnhout, de gemeente waar ik in feite woon, de NV-A aan de macht, geen alleenstaand geval (net zoals een stoelpoot, die staat namelijk ook niet alleen) want in heel Vlaanderen was de Blitzkrieg van Bartje merkbaar. Wegens drastische besparingen doken er telkens meer geruchten op dat het nieuwe stadsbestuur het plaatselijke jeugdhuis, waar ik zelf nog vrijwilliger ben geweest, wilde verkopen. Toen dit gerucht ook werkelijkheid bleek stampten we de actie 'Occupy Wollewei' uit de grond als protest tegen een mogelijke verkoop. Het duurde niet lang voor we hadden veel handtekeningen verzameld via een petitie en kregen veel steun vanuit Turnhout zelf en jeugdhuizen daarbuiten. Ook de oppositie in de gemeenteraad koos unaniem onze kant. "de Wollewei hangt beter aaneen dan deze coalitie" zei een oppositie-lid over de coalitie van NV-A. Het absolute hoogtepunt was de mars op de gemeenteraad die wij met al onze middelen verstoorden, daar onze vragen onbeantwoord bleven. Het was het begin van de redding van ons jeugdhuis en het begin van de val van NV-A in Turnhout. Dit was een voorbeeld van de kids die united zijn en dan nog wel tegen een verdeeld stadsbestuur dat in september van dat jaar uiteen viel.
Wie niet bepaald united was waren wij toen we grens van Montenegro overstaken nadat we die bereikt hadden zo'n 2u na ons vertrek uit Mostar. De GPS, die we nog steeds hadden ingesteld op 'highway avoidance' stuurde ons langs een weg waar het signaal stopte. Sommigen wilden graag een andere weg richting onze eindbestemming voor die dag, Budva. Ik en nog twee anderen wilden het avontuur wel aangaan, en dat gebeurde na een tos ook. Spijt had niemand hiervan. We reden op een smal baantje dat je deed bidden voor geen tegenliggers doorheen een prachtig gebergte waarvan de Montenegrijnen het bestaan meer dan waarschijnlijk al vergeten waren, gedurende 2u kwamen we slechts 10 huizen tegen. De rit duurde lang, heel lang en er waren zoveel bochten dat Honza zeeziek werd. Net toen hij op het punt stond zijn ontbijt over de hele auto, en dan vooral over mij te verspreiden hield hij het op want daar in de verte konden we datgene zien waarmee Honza's ziekte geassocieerd werd, de zee! Ons GPS signaal kwam vanuit het niets terug en we zaten nog steeds op de juiste weg. Daar kwamen we dan aan de kustlijn, en wat zag ze er beeldig uit. Geen lelijke flatgebouwen of lelijke dijken enkel een mooie blauwe zee en een bergachtig landschap op het vasteland. Na ons avondeten, dat uit vis bestond, gingen we op zoek naar onze overnachtingsplaats voor die avond. Bij aankomst beel dat niet hetgene te zijn dat we geboekt hadden. Het bleek beter, een ruim appartement voor 8 personen. Ons appartement maakte deel uit van een gigantisch huis dat de eigenaar, Mateja, had omgebouwd tot diverse flats. Hijzelf woonde met zijn gehele familie op het gelijkvloers en bood ons een shot Rakija aan. Wie mijn eerde blogs las weet dat dat een afschuwelijke, Joegoslavische, alcoholische specialiteit is van zowat 45%. Uit beleefdheid dronk ik het dan maar leeg maar verlangde toch hevig naar iets om het door te spoelen, wat er uiteindelijk niet van kwam. Montenegrijnen en hun verwelkomingstradities, je doet er beter aan mee voor ze je niet mogen.
Die avond spendeerden we op het strand. We waren aan de Middellandse zee en daar kom je toch niet elke dag als Belg zijnde.
De volgende dag lieten we vlak na de middag Sarajevo achter os met gemengde gevoelens. Onze volgende bestemming zou in het zuiden zijn en kende men beter als Mostar. Vooraleer we daarheen trokken reden we zo'n 30km noordwaarts. Hier bevinde zich de Piramides van Visoko. Ja! U leest het goed piramides. Deze piramides zijn de oudste en hoogste ter wereld en werden door een onbekend volk gebouwd in een al even onbekend tijdperk.
Na een veel te lange rondleiding doorheen een ondergrondse tunnel trokken we met onze wagen over stukken van zo'n 30% stijl naar de hoogste top. Onze teleurstelling was groot, vergelijkbaar met Patrick Janssens zijn teleurstelling bij de helaas voor hem verloren gegane gemeenteraadsverkiezingen van 2012, toen we zagen dat we niet verder konden rijden en we nog een stuk van zo'n uur te voet moesten op de top te bereiken. Unaniem beslisten we om dit te doen en daar zouden we geen spijt van hebben. In een mooie zon, want die dag was een van de weinige met goed weer, hadden we een prachtig zicht op de volledige vallei (in de bijlage heb ik een foto gestoken). Hier besefte ik pas voor het eerst hoe een lelijk land, qua natuur althans, België wel niet is. We bleven zowaar een uur lang op de top, die niet al te groot was, en zeiden amper iets tegen elkaar. Dat is blijkbaar wat er gebeurt wanneer je iets moois aanschouwt, volledige stilte.
Helaas moesten we ook verder, in dit geval betekende dat ook en afdaling niet zonder gevaar. Wat volgde was misschien nog wel mooier als de top van de piramide. Deze tocht doorheen het Bosnische landschap was werkelijk adembenemend en deed me beseffen dat het tot dan toe het mooiste land was waar ik ooit geweest was en waarschijnlijk ook het mooiste ,en misschien ook onbekendste, in Europa. Ik was de chauffeur maar het kostte me moeite om de gehele weg ook op die weg te focussen ( in de bijlage vindt u andermaal enkele foto's). Bosnië heeft het allemaal wel een beetje: bergen, ravijnen, rivieren en noem maar op. De strenge grenscontrole en het niet al te hartelijke ontvangst in Sarajevo waren dan al lang vergeten. Daar reden we dan, in een land dat niet overal toegankelijk is wegens een onbepaald en onbekend aantal ongedetecteerde landmijnen her en der en we hadden geluk, ik en Honza althans. We vonden een Servische zender die enkel rockmuziek liet horen een greep uit de nummers die toen in de wagen te horen waren en door ons luidkeels meegezongen werden: Born to be wild, Smoke on the water, wind of change, Take me out, everlong....
Tegen de avond bereikten we dan niet zonder moeite Mostar. We vonden onze hostel na zo'n 1,5u rondegerij in een gemeente kleiner als Turnhout en tot overmaat van ramp reed ik ons ook nog eens vast achter een blok beton op de parking, die we ook al moeilijk hadden gevonden. Ach ja, het hoort allemaal bij het reizen, enkel meeval tijdens een trip is niets voor mij, pech hoort erbij. Net zoals bij het leven in het algemeen. Na de wedstrijd Chelsea-Atlectico Madrid, die door de Madrilenen oververdiend gewonnen werd, legden we ons allen te slapen na een geweldige dag.
De 2de dag werd ik voor de anderen wakker. Rond 8u opende ik mijn ogen en zag dat ik nog steeds in de veel te kleine kamer verbleef in een buitenwijk van Sarajevo. Na een kort ontbijt in diezelfde kamer besloot ik op eigen houtje onze auto, die we de avond daarvoor in het centrum van de stad hadden achtergelaten te gaan halen. Niet enkel omdat hij dan dichterbij zou zijn maar ook omdat we allen het gevoel hadden dat we er een veilige zaak mee deden die kar daar weg te halen. En zodus trok ik door de stad in de hoop die Opel terug te vinden. Bosnië is een mand waar de grootste godsdienst de Islam is, voor zij die het zich herinneren, in 1995 werden tijdens de Bosnische oorlog in Srebrenica, dichtbij de Sevische grens, 10.000 moslims geëxecuteerd door de Bosnisch-Servische troepen van Ratko Mladic. In Sarajevo alleen al vindt je al meer dan 100 moskee's met elk hun eigen minaret en bijgevolg elk hun ochtendgebed en alsof de duivel ermee gemoeid was begonnen ze bijna allemaal hun gezangen te laten horen terwijl ik met mijn welgekende ochtendhumeur onderweg was.
Gelukkig stond onze auto er nog, de eerste opluchting van de dag was een feit. Het moeilijke deel moest dan nog beginnen, veilig en wel onze hostel bereiken. De avond ervoor was dat maar met moeite gelukt, nu was het echter niet te voet maar met de auto door een stad waar ze rijden als losgelaten loco's. Geloof me vrij; als u dacht dat de Franssen of de Italianen niet deugden achter het stuur raad ik u aan een rit van 20min te maken door Sarajevo. Na heel wat niet toegelaten maar noodzakelijke manoevres kwam ik veilig terug aan de hostel waar de anderen nu ook wakker waren. Onze dag kon beginnen.
Na wat sightseeing hier en daar hadden we rond 11u een afspraak met Nenno, een plaatselijke inwoner die gratis gids speelt voor studenten. Wat was zijn uitleg goed! Hij sprak niet alleen goed Engels, wat niet veel voorkomt in Bosnië, maar wist ook zijn verhaal goed te structureren. Hij vermeldde vaak de oorlog die nog duidelijk zijn sporen heeft nagelaten in dit land. Het begon allemaal na de dood van Tito begin jaren '80. Toen er geen gelijkaardige figuur hem vering die alle Joegoslavische volkeren kon verenigen streefde elke regio naar een Onafhankelijke staat. Enkel de grootste gemeenschap, de Serviërs, wilden een groot verenigd land aangezien hun bevolking zich verspreidde over Servië, Kroatië en dus ook Bosnië. Na referenda, die de plaatselijke Servische gemeenschap boycotte, bleek dat de Kroaten en Bosniërs pro-onafhankelijkheid waren barstte de hel los. Servië bezette de landen en zaaide terreur met als excuus hun volk te verdedigen. Nenno, die een product is van een Bosnische moslima en een Bosnische-Serviër die aan de kant van het Bosnische leger vocht, was 7 jaar oud toen de oorlog uitbrak en leefde zo'n 3 jaar ondergedoken in zijn Sarajevo, dat toen volledig omsingeld was door Servische troepen. Hij heeft duidelijk zijn mening over het hele gebeuren maar wijst niemand met de vinger en kijkt voorruit. Iets wat vele machtige mensen in deze wereld ook beter zouden doen.
Her en der zie je kogelgaten en ander littekens van de oorlog. Opvallend zijn de grote rode vlekken verspreid in de stad, zij staan symbool voor het slachtoffer, dat op die exacte plaats waar de vlek zich situeert, gevallen is. Na een zeer boeiende rondleiding was het tijd voor lunch, geen Mc donalds werd gezamelijk besloten maar wel een typische Bosnische specialiteit 'Cevapcici'. U kan het vergelijken met een gewone Kebap met verschil dat het geen Kebapvlees tussen je brood is maar enkele hard gebakken worstjes. We stapten één van de vele zaken binnen waar ze het serveerden, de zaak ka u eveneens vergelijken met een grotere Kebapzaak van bij ons. Druk dat het daar was en u moet weten dat het rookverbod nergens in Bosnië geldt. En geloof me als ik zeg dat dat ook nooit zal gebeuren. Die Bosniërs zijn kettingrokers pur sang, zelfs de man die achter het fornuis stond en die ik weiger kok te noemen stond er met een peuk in zijn mond. Op zich stoort het me allemaal niet, maar even terug wennen was het wel.
Na een verder rustig verloop van de dag zaten we 's avonds in een plaatselijke pub om the Munich Massacre te bekijken. Neen, ik heb het niet over het gijzelingsdrama dat daar in 1972 tijdens de Olympische spelen plaatsvond maar de 0-4 zege van Real Madrid op het veld van Bayern Munchen die avond.
Samengevat is Sarajevo een stad die zeker een verhaal te vertellen heeft maar toch raad ik het u nier direct aan ze te bezoeken, heel veel mooie gebouwen staan er niet en het is 24/7 opletten voor zakkenrollers. Enkele leuke winkelstraten zijn er zeker wel.
Maandag 28/4 was het zover, de langverwachte Balkantrip. Het was vroeg, héél vroeg toen we in onze gehuurde Opel Zafira in een regenachtig Ljubljana richting eerste bestemming trokken 'Sarajevo'. We, dat waren uiteraard mezelf, Honza, Kuba, Justyna, Julia en Franchesca. Die laatste 2 zou ik na 3 dagen meer beu zijn dan de gemiddelde 'Komen Eten' kijker Iwein Segers beu was na 3 afleveringen van hun geliefde reality-tv reeks in dat befaamde seizoen dat de kwalitatief gebrekkige commentaar van Peter Van Asbroeck plaats moest ruimen voor een al even erge verschijning van wat ik een derde rang tv-figuur noem.
De weg was op zijn zachts gezegd onaangenaam. Het landschap was dan wel mooi, het was ook heuvelachtig en aangezien het eerste land buiten Slovenië, Kroatië, een niet te onderschatten snelwegentol hanteert kozen we voor de smalle baantjes. Het feit dat ik de chauffeur was bespaarde me een zéér ongewenste wagenziekte op de eerste dag. Kroatië was tot dan eerder een tussenstation en zou zijn ware schoonheid pas laten zien op de weg terug, hoewel we nu al sneeuwtoppen zagen vanuit onze wagen die de hele dag stortbuien moest trotseren al bergop rijdend over cols van 1ste en 2de categorie.
We staken de gres met Bosnië over en enkele Kroatische douaniers controleerden onze paspoorten zoals het hoort waarna we verder reden om nog geen 100m verder een stevig bewaakte grenspost tegen te komen die me deed denken dat die Joegoslaviëoorlog nog in volle gang was. Er kwam een douanier op ons afgestapt en mijn achterwerk zoog zich als het ware vacuum vast aan mijn zetel. Zelden heb ik zo'n angstaanjagend figuur gezien als die man: groot, struis, stevig, littekens in keel en gezicht en een krakende, zware stem die zei "Passports and car documents". Al een geluk dat we onze paspoorten nog niet hadden weggestoken en Kuba ze nog bij zich had want ik bleef stoïcijns en vol ongeloof zitten. De controle duurde zowaar 45min, gelukkige bleken we geen gevaar voor de Bosnische staat en mochten we verder. Dit was mijn eerste kennismaking met Bosnië & Herzegovina. Geloof me die oorlog heeft zijn sporen nagelaten.
Na een tussenstop om te eten en een trip doorheen het prachtige Bosnische land met veel rivieren en ravijnen kwamen we rond 22.30u aan in de hoofdstad Sarajevo. Andermaal geen al te vrolijk welkom zo bleek. We hadden ergens in het centrum geparkeerd en onderweg naar onze hostel duurde het nog geen 5min vooraleer er zo'n 15 kleine gypsies aan ons lijf hingen en trachten ons te beroven van kostbaarheden. Veilig en niet armer bereikten we uiteindelijk ons hostel waar ons verteld werd dat onze eigenlijke verblijfplaats in feite in een buitenwijk van de stad was. 'Geweldig' dacht ik sarcastisch bij mezelf 'nu sturen ze ons van het criminele centrum naar de ghetto daarvan'. Mijn vrees bleek overdreven maar uitkijken geblazen bleef het wel. De route daarheen was alles behalve een plezierwandeling en gaf ons een beeld van de stad. Veel zwerfvuil, talloze straathonden, ontelbaar veel moskee's, kapotte trottoirs, een compleet vervuilde rivier...Onze kamer bleek dan ook nog eens zo klein dat zelfs een doorwinterde dwerg er claustrofobisch van zou worden. De eerste dag zat erop en kon al gelijk tellen. Het was een lange rit en het was duidelijk dat we niet meer in het gezellige, veilige Ljubljana waren. Dit was de Balkan, dit was voormalig Joegoslavië, dit was Bosnië & Herzegovina...
Het einde van mijn Erasmusperiode komt stilaan in zicht. Nog een maand en ik begeef me terug richting het Belgen land dat er van hier uit nog verzuurder uit ziet. Gisteren of eergisteren, alleszins één van die twee dagen keek ik via de livestream, die de VRT aanbiedt, het journaal van zeven uur en moest toch even slikken toen ik vernam dat er in Gent (hoewel ik ook daar niet zeker van ben) een klacht kwam appartementsbewoners over hun buren van de vijfde verdieping die daar aan een herstel van kanker bezig zijn en daarbij klaarblijkelijk teveel decibels produceren. Met deze klacht willen de bewoners hun medebewoners 'hun' appartementsgebouw doen verlaten. Als genadeloos, humoristisch criticus kan ik deze klacht alleen maar toejuichen, zei het op volgende voorwaarde: In plaats van revaliderende kankerpatiënten moet men de vijfde verdieping vol steken met luidruchtige asielzoekers met een heroïne-en alcoholverslaving die bovendien houden van een wekelijks appartementsfeest zoals ik er hier ook al wat heb bijgewoond. Verzuring moet zowat het meest gelinkte woord zijn aan België dat ik tegenkom op de sociale media.
Zo af en toe doe ik de moeite om eens iets van ons land uitgelegd te krijgen aan een student hier. Dit is een opgave waar ik mij beter niet meer aan waag daar ik vaak niet het beoogde doel haal nl. België en alles daarrond begrijpbaar maken aan een buitenlander.
Zowel Polen als Tsjechië zijn hier goed vertegenwoordigd in Ljubljana, ik kan het met ze allemaal goed vinden en zij met elkaar ook. Toch wilden ze de spanning tussen beide landen wat opdrijven in de vorm van een voetbalmatch op een voetbalveld van de Faculteit sport. Om de match in goede banen te leiden zochten ze, zoals dat hoort, een scheidsrechter die elke vorm van neutraliteit bezat en ook nog eens iets van voetbal kende. Op zaterdag kreeg ik de vraag of ik deze functie op mij wou nemen. Lang heb ik niet getwijfeld om 'ja' te zeggen, ik heb vroeger namelijk voetbal gespeeld en telkens ik terug een veld betreed komt er toch een speciaal gevoel bij me op. Ik bereidde me enkele dagen voor op mijn rol en baseerde me vooral niet op die Belgische prutszakken die veel te veel poen scheppen. Ik was er klaar voor! Tot op dinsdag Ondrej, die kapitein van de Tsjechen en organisator van het hele gebeuren, in een staat van paniek mijn kantoor in de faculteit binnenkwam en mij het rampzalige nieuws wist te vertellen dat Jakub, die zei beschouwen als hun beste speler, moest afhaken wegens een blessure en er vervolgens maar 10 man zou kunnen spelen. Ondrej was niet bepaald van plan een vrouw in zijn team op te stellen en dus vroeg hij me of ik hen wou vervoegen. Om hem niet teleur te stellen zei ik toe maar had er geen goed gevoel bij toen ik me bedacht dat ik me zonet had laten ompraten om van de machtspositie naar de ondankbare linksback positie te veranderen. Mijn Italiaanse makker Michele nam het fluitje dan maar in handen.
Matchdag: onder een mooie avondzon stonden we klaar om af te trappen. Nu ja klaar... de avond ervoor was de tactische bespreking een beetje getransformeerd naar een late dormparty waardoor we niet echt fris zaten. De Polen waren niet zo opgezet met de move van hun tegenstanders om een Belg te laten spelen. 'Landsverraad!' zo klonk het. Toffe mannen die Polen, maar eens het competitief wordt veranderen ze in beesten. Aan de rust was het 2-1 in ons nadeel en daar mochten we nog blij mee zijn. Bij onze tegenstand liep er namelijk een zekere Wlodek Skyrzinski rond, een kerel van 23 die grote furore maakte bij de jeugdelftallen van Lech Poznan maar op zijn 19de eieren voor zijn geld koos door te gaan studeren. Hij liet ons alle sterren van de hemel zien. Wij van onze kant, bakten er maar weinig van. Ikzelf merkte dat mijn fysiek rampzalig is geworden, op Erasmus gaan is geen gezondheidstrip moet u weten. Toch wisten ook wij voor de rust een lucky goal mee te pikken. Tijdens de rust kloeg een van onze spelers over krampen en werd er zonder mijn inspraak te vragen besloten ons twee van positie te doen wisselen. Ik kwam zowaar op de nummer 10 positie te staan, de belangrijkste positie denkbaar (buiten de doel- en barman natuurlijk). Daar stond ik dan op het middenveld en was ik plots belangrijk, het maakte mijn match er niet beter op ookal omdat mijn goede vriend Kuba, die 2 koppen groter en 3x breder is dan mij, mijn rechtstreekse tegenstander werd. We verloren de match met 4-3 en zaten allemaal stik kapot. Ik ben de 2de helft verzopen op het middenveld maar pikte toch ook mijn goal mee door in minuut '84 een corner binnen te koppen.
Genialiteit is niet ver te zoeken, zelfs de meest idiote mensen komen nu en dan met een idee op de proppen dat kan wedijveren met theorieën van Einstein. Gisteren was ik getuige van een simpel en goed bedacht concept. In een eerdere blog wist ik u te vertellen dat er in Ljubljana nogal veel rolschaatsers rondreden, wel gisteren zag ik een jonge moeder al skatend de buggy met haar kind in voortduwen. De snelheid was niet immens maar toch behoorlijk. Hiermee bewezen de Slovenen dat ze ook wel eens creatief uit de hoek kunnen komen.
Gisteren trokken we met een behoorlijk aantal richting Metelkova, de broeihaard van de underground. Ook Thomas ging mee, hij is één van de weinige Fransen, die voor het overige massaal aanwezig zijn in Ljubljana, waar ik contact mee heb. We raakten aan de klap, zoals men dat in de kempen zegt, en om de een of ander onverklaarbare reden kwam het Franse chanson ter sprake. Toegegeven, ik ken daar niet veel van maar blijkbaar toch meer als Thomas aangezien hij liet verstaan dat hij 'la balade des gens heureux' niet kent. Ik vraag me nog steeds af hoe in godsnaam het mogelijk is dat hij dat nummer, dat toch een cultstatus heeft bereikt, als Fransman niet kan kennen. Zelf had hij er geen logische verklaring voor. Gelukkig kende hij Stairway to heaven van Led Zeppelin wel, dat bleek toen hij het meezong wanneer dat nummer weerklonk door de boxen van club Jalla Jalla..
Andermaal een leuke avond maar zoals ik al zei het einde komt in zicht. Ik kan nu al stellen dat ik de afgelopen maanden de tijd van mijn leven gehad heb. Nu maandag wordt daar ongetwijfeld een vervolg aan gebreid met het begin van onze Balkantrip. Maandag rijden we rechtstreeks naar Sarajevo en rijden zo een avontuur in het onbekende tegemoet.
Deze blog draag ik op aan mijn beide ouders. Aan wie ik veel te danken heb!
Het gebeurt niet meer zo vaak dat ik nog emotioneel word van iets, misschien is dat iets dat er minder op wordt naarmate je ouder wordt. Ik mag mezelf dan weliswaar niet oud noemen, ik ben ook geen 16 meer. Al maar goed, de leeftijden van 16 tot 19 bevielen me allerminst.
Woensdag kwamen er toch enkele emoties bij me los. Het was goed weer, en wat doet men bij goed weer? Juist! Een terras in het centrum bezoeken met een leuk gezelschap. En geloof me Ljubljana is een terrasstad, vooral langs de rivier die pal door het centrum loopt heb je keuze te over en nergens laat de bediening lang op zich wachten. Daar zaten we dan en we dat waren mezelf, Jan 'Honza' Kuklinek (de wijze Tsjech), Marin 'Grand écart' Pelaic (hij komt uit Split in Kroatië, vandaar die bijnaam), Borja 'Frodo' Herrarte (een sympathieke Madrileen die verdacht veel lijkt op het hoofdpersonage uit Lord of the rings), Mehmet 'Zataturk' Katran (de best dansende Turk ooit hoewel hij eigenlijk een Koerd is), Mat 'Samoerai' Özdemir (de Metalturk met de looks van een Japanse krijger), Kasia 'How are you' Super (een Poolse die aan haar familienaam verplicht is permanent goed gezind te zijn) en ten slotte nog Francesca 'La Bella' Saporiti (een signora di Milano). Wat had ik daar een onbeschrijfelijk plezier tot op een bepaald moment mijn aandacht volledig naar iets anders ging.
Ik zag een klein jongetje van een jaar of 5,6 in veel te grote wielerkledij voorbijfietsen op een kleine blauwe mountainbike gevolgd door zijn vader, of dat vermoedde ik toch, eveneens in wielerkledij en op een degelijke koersfiets. Ik zag hen slechts enkele seconden voorbijfietsen maar dat was meer dan genoeg om mijzelf volledig te herkennen in die jongen. Rond die leeftijd had ik net mijn eerste communie gedaan en kreeg daarvoor van mijn vader mijn eerste degelijke fiets die sprekend op diezelfde fiets leek die daar voorbijreed. Alsof god er zelf mee te maken had leek die jongen ook nog eens op mij toen ik die leeftijd had: klein, mager, blond en vooral knap! Bovendien trok ik er in de zomer toen ook met mijn vader op uit om in heuvelachtig gebied te gaan fietsen. Met een fiets die zwaarder was dan mezelf een helling oprijden, ooit kon ik het. Deze zelfherkenning deed me toch even stilzwijgen en liet me even terug flitsen naar die zomers eind jaren '90 wanneer ik mij onverslaanbaar achtte op die blauwe fiets van mij.
Aangezien hun housewarming van twee weken geleden een enorm succes was besloten de heren Javier, Aurelien en Arno er een vervolg aan te breien. Deze keer werd er opgeroepen om een souvenir vanuit de stad mee te brengen. Zelf bracht ik een verkeersbord mee dat ik in mijn straat subtiel kon meenemen. Andermaal een top avond waar ik weer maar eens veel nieuwe, coole mensen leerde kennen van verschillende nationaliteiten. Aan die topavond kwam plotsklaps een (tijdelijk) einde toen we bezoek kregen van de 'policija' er waren blijkbaar klachten gekomen over nachtlawaai. Iets wat nog wel te begrijpen was maar toch als een verrassing kwam. Helaas kwam de politie ook binnen een kijk nemen waardoor ze de buit aan souvenirs zagen liggen, ze zeiden hier deze week nog voor terug te komen. Wordt vervolgd...In onze feestmood kreeg Thomas, een Fransman waarvan ik me afvraag of die tegen het einde van het semester genezen zal zijn van de kater die hij gisteren opliep, het geniale maar ook zo foute idee om het nummer 'Copkiller' van de legendarische rap-metalband Bodycount op te zetten. Bodycount is of was een project van de rapper ICE-T die zijn muzikale grenzen wat wou verleggen en zich wat mij betreft de enige echt black metal band mag nomen. ICE-T is een neger weet u...Veel meer dan een kwade blik van de knappe agente kregen we gelukkige niet. Om nog niet naar huis te hoeven trok ik met Borja en Valeria naar Metelkova, de underground plaats waar volgens mij de Anarchie is uitgevonden.
Valeria, over wie u al eerder kon lezen, heeft voor haar jonge leeftijd al heel wat meegemaakt. Op haar 15de hebben haar ouders haar met een beperkte financiering laten verhuizen van Dnipropetrovsk in Oekraïne naar Brno in Tsjechië aangezien je kansen om ergens te geraken in het leven héél beperkt zijn in Oekraïne. Valeria wist me te vertellen dat het gemiddelde maandinkomen er 300 is, en nee ik moet geen zaken horen in de trend van "Maar daar is alles goedkoper..." of "Er is daar toch zoveel corruptie en zwartwerk..." Nee! 300 is belachelijk weinig en meer moet daar niet over gezegd worden! Nu is Valeria dus hier en we kunnen het goed vinden. Gisteren vertelde ze me over de recente gebeurtenissen in haar land van herkomst en haar gevoel hierbij. Ook hier werd ik wat emotioneel, wij Belgen zijn een rot verwend volk dat zulke zaken nooit zal meemaken en bovendien een hoog loon kent. Toch zijn wij kampioen van het klagen, denk er allemaal maar is over na.
Eind deze maand vertrek ik een week op Balkantrip. Dus beste blogvolgers, brace yourselves!!!
"All the animals come out at night. Whores, skunk pussies, buggers, queens, fairies, dopers, junkies, sick, venal. Someday a real rain will come and wash all the scum of the streets."
Met bovenstaande quote vangt de film Taxidriver aan. In de scene hoor je Robert De Niro dit zeggen terwijl hij met zijn taxi langs een avenue in een louche uitgaansbuurt van het heftige New York tijdens jaren '70 rijdt en tal van merkwaardige nachtfiguren passeert. Gisteren keek ik deze film nogmaals samen met Mat de samoeraiturk & Javier, de Spanjaard die er zelf nog een figurantenrol in zou kunnen spelen. Taxidriver is zonder tegenspraak één van de beste prenten ooit gemaakt en misschien ook wel de beste prestatie van De Niro en Scorsese. Als u 22 jaar of ouder bent en deze film nog niet gezien heeft raad ik het volgende aan. Ga een keer voor de spiegel staan gedurende een zelf gekozen aantal minuten of langer en stel u de hoognodige vraag hoe u het zover heeft kunnen laten komen deze film nog niet te hebben gezien. Eens u het antwoord gevonden heeft, wat zou getuigen van zelfkennis en zelfkritiek, doet u er goed aan die film op een eveneens zelfgekozen manier te bekijken. U zal er geen spijt van hebben. De film dateert van 1976 en spreekt na bijna 40 jaar nog steeds boekdelen.
Als u zich afvraagt waarom ik dit vermeld. Zoals ik reed zei keek ik deze film gisteren nogmaals, dat is één reden. Maar eigenlijk had ik er gewoon zin. En in een blog mag men anno 2014 nog schrijven wat men wil, vandaar.
Twee dagen geleden achtte ik het hoognodig om nog eens langs de kapper te passeren. Dit kappersbezoek zou bewijzen dat stereotypen toch vaak waar zijn. Na een afspraak online gemaakt te hebben was het gisteren zover. Het kapsalon in het centrum van Ljubljana was in handen van de heren Luciano en zijn neef Marco, twee ingeweken Italianen die niets van hun 'stile di vita' in het land van Pinnokio en Gelato hadden achtergelaten. Tegen elkaar spraken ze uitsluitend Italiaans met de gekende handgebaren en onverantwoorde decibels, mochten Belgen zo tegen elkaar spreken mag u er zeker van zijn dat er de dag ervoor iets ergs gebeurt is in de trend van dat je vrouw je gloednieuwe Porsche in de prak gereden heeft en in staat van gedeeltelijke narcose, ten gevolge van de ziekenhuisopname na dat ongeval, bekent dat ze een affaire heeft met je vader.
Gelukkig spraken ze ook goed Engels, wat dan weer een stereotype ontkrachtte.
Op de achtergrond hoorde je uitsluitend Italiaanse muziek, iets waar ik niet zo gek van ben. Uiteraard hing er ook de traditionele poster van de Azzuri aan de muur. Voor de niet-voetbalkenners onder u, 'Azzuri' en 'la squadra' zijn synoniemen voor de Italiaanse nationale voetbalploeg. Deze poster was van de generatie van '94. De sterren toen waren Baggio en Baresi, de ene was een geniale spits de andere een meedogenloos harde verdediger. Marco ging mijn haar doen, en nam daar zoals een echte Zuid-Europeaan het wil uitgebreid zijn tijd voor. Voor hij het waste vroeg hij mij hoe ik het wou en observeerde mijn haar tot in detail. Toen hij eindelijk begon te knippen achtte hij zijn moment om te beginnen praten, dit zou niet meer stoppen vooraleer ik daar buiten was. Tijdens onze conversaties, die grotendeels over nutteloze zaken gingen kon hij het maar moeilijk verbergen dat hij homoseksueel is, weeral een stereotype dat ik bevestigd zag nl. dat van de homoseksuele kapper. Marco is een onnavolgbare perfectionist, werkelijk elk haartje moest precies even lang zijn. Toen ik na 1,5u buiten ging (in België duurt mijn kappersbezoek 15 minuten) voelde ik me weer een ervaring rijker. In het buitenland naar de kapper gaan blijkt een uitstekende cultuurtrip te zijn.
Die avond was het ook weer karaoke in Thaii Inn pub. Altijd leuk om naar toe te gaan, niet om zelf te zingen natuurlijk. Maar om te lachen met de mensen die zichzelf als zangtalent zien, ja hoor...die ziekte heeft zich niet beperkt tot de Vlaamse grenzen. Die avond zou het echter wat speciaal worden. Naar het einde van een vrij zatte avond toe zong er iemand 'Imagine', de grootste hit die John Lennon behaalde na zijn avontuur met 'The Beatles' , een viertal uit Liverpool dat redelijk wat succes oogstte. U kan zeggen wat u wilt maar nummers zoals Imagine zullen er niet meer gemaakt worden! Dit bleek andermaal waarheid toen niet enkel diegenen die de micro's hadden maar ook de hele pub deze klassieker recht vanuit het hart meezong. Het paste perfect in het verhaal dat ik hier meemaak. Ik ben hier tussen ontelbaar veel nationaliteiten en heb een geweldige tijd. Samen zongen we daar dat nummer en de laatste zin daarvan "...and the world will live as one."
Zaterdagavond was op zijn zachtst gezegd een legendarische. Ik was uitgenodigd op de housewarmingparty van Javier, Aurelien en Arno. Nu ja, housewarming kon je het niet echt noemen aangezien het een appartement was dat ze met zijn drieën huren vanaf nu. Vanaf 22u was iedereen welkom maar ik ben intussen wat meer ervaren in dit soort dingen en weet maar al te goed dat je dan beter pas tegen 22.30u ten vroegste komt opdagen, anders loop je het risico dat je je daar met een beperkt aantal collega vroegkomers samen alleen voelt. Ik kwam pas aan tegen 22.45u en de sfeer zat er al goed in, buiten een verwelkomingsshot moest je ook verplicht op de foto met een bordje dat zei "Fuck Compañeros", u weet wel die populaire discotheek. Eigenlijk was dat maar een hypocriete bedoening daar het merendeel van de aanwezigen twee dagen ervoor Compañeros nog stevig financierden in de vorm van ettelijke drankconsumpties.
Maar zoals ik al zei zat de sfeer er goed in. Er was op dat moment zo'n 30 man aanwezig en stond in groepjes verspreid over het appartement. Ik voegde me bij mijn goede vriend Ondrej, een Tsjech. Toen ik het meubilair wat beter bestudeerde merkte ik de TV op. Dat was me nog eens een echte TV in plaats van die dunne dingen die ons leven comfortabeler claimen te maken. Nee, dit was een gigantische bak met antennes die meer dan waarschijnlijk de eerste aflevering van 'The Muppet show' nog heeft uitgezonden. Javier, de sympathieke Spanjaard die het appartement huurt, wist me te zeggen dat hij niet meer werkt. De eigenaar is te lui om die tientonner daar weg te halen en zeg nu zelf; zo'n TV fleurt je interieur toch helemaal op? Of hij nu werkt of niet.
Naarmate de avond vorderde nam het alcoholgebruik in de flat toe, ook ik was niet meer nuchter na verloop van tijd. Het werd wel telkens leuker en ik raakte met zowat iedereen aan de praat. Deze avond waren het vooral Polen die me graag even spraken. Leuk volk! Ze hebben hun reputatie soms tegen maar hier op Erasmus telt het niet waar je vandaan komt en of welke reputatie je land heeft. Getuige de aanwezigheid van enkele Russen hier in dit land.
Het kon helaas niet uitblijven en het gebeurde ook, ik slaagde erin mijn eerste conflict te hebben sinds mijn aankomst hier in Slovenië, maak u geen zorgen beste bloglezers verder dan wat pittige woorden is het niet gekomen. Ik raakte in een gesprek met een Spaanse dame waarvan ik de naam intussen vergeten ben. Ze vertelde me dat ze uit Catalonië kwam waarop ik na een tijdje vroeg wat ze van de onafhankelijkheidsplannen van haar regio vond. Van deze vraag heb ik dikke spijt, niet omdat die ons conflict inluidde, maar wel omdat ze het moment gekomen achtte om een uitleg te beginnen die een half uur zou duren waarom Catalonië een eigen staat moet worden zonder dat ik daar één woord tussen kreeg. Na haar uitleg kon ze het maar moeilijk verkroppen dat ik mijn mening over de hele kwestie voor mezelf hield. Ik zei vervolgens dat ik de hele situatie niet genoeg ken en er eerst ook eens met een 'gewone' Spanjaard over zou willen praten, maar toegegeven sinds die avond heb ik veel meer sympathie voor de niet-separatistische Spanjaarden. Ze zei me dat ik haar mening moest respecteren en daar zit ze dik mis! Ik moet niemand zijn/haar mening respecteren, ik moet die aanvaarden!! Een wereld van verschil als u het mij vraagt. Ik liet het verder niet aan mijn hart komen, maar haar heb ik die avond niet meer terug gezien =) Laat het een les zijn mensen, vraag een Catalaan of een Bask of wie dan ook nooit naar onafhankelijkheidsplannen want u geraakt er het komende uur niet vanaf. De housewarming liep op zijn einde. Gelukkig was Metelkova net om de hoek. We trokken er nog met een delegatie heen van zo'n 15 verschillende nationaliteiten, om er tot zonsopgang te blijven.
De dag erna raakte ik voor mijn doen verrassend op tijd wakker om Vlaanderen's mooiste mee te pikken. En of het de moeite was! De held van het peloton Fabian 'Spartacus' Cancellara deed zijn favorietenrol alle eer aan door die gewoon waar te maken en zo zijn derde zege in deze prachtige koers te behalen. Respect patser!
Het is 2 april in het jaar 2014. Ik, Tobias Versmissen ben nog steeds in Ljubljana waar het nog steeds uitstekend gaat. Ik weet dat het intussen al even geleden was dat ik nog eens van mij liet horen via deze weg maar als er nu eenmaal niets te zeggen valt zwijgt men beter. Een waarheid die vele mensen helaas niet begrijpen...
De zomer begint er hier ook goed door te komen en het valt me dezer dagen op dat er dan telkens meer rolschaatsers de baan op gaan. Jawel, u leest het goed, rolschaatsers. Ze verschijnen hier vlot in het straatbeeld met ofwel inlineskates (wat de moderne versie is) of met authentieke rolschaatsen met de vier wielen die in een vierkant patroon staan. Ik dacht dat deze trend de eeuwwisseling nauwelijks of niet overleefd had maar blijkbaar is het hier hot. Het doet me terugdenken aan die dagen in de jaren '90. Zelf ben ik nooit echt een skater geweest, rond mijn 8 jaar spendeerde ik meer tijd op de parking van de plaatselijke supermarkt. Daar vroeg ik aan mensen die er rijker uitzagen dan mezelf, en dat waren en toen veel, of ik de 20 Belgische frank van hun karretje mocht bijhouden als ik datzelfde karretje terug ging zetten in hun plaats. Vaak keken ze mij raar aan en antwoordden niet altijd even vriendelijk met een afwijzing, soms haalde ik mijn slag echter thuis. Wanneer ik genoeg geld had kocht ik in die supermarkt die mij onrechtstreeks geld bezorgde een grote zak chips en een blik cola en consumeerde beiden ter plaatse, waarna het proces van karretjes terugbrengen helemaal opnieuw begon. Het waren mooie en vooral zorgeloze tijden, maar een mens blijft nu eenmaal niet even jong en er moet vooruit gedacht worden. Dat is één van de redenen dat ik me hier bevind.
Ondanks het feit dat ik hier nu een kleine 2 maanden ben leer ik nog wekelijks nieuwe mensen kennen, en maar goed. Vorige week donderdag ontmoette ik Marysia, een leuke meid uit Polen die me de dag erna al meteen uitnodigde voor haar verjaardagsparty. Leuk feest enkel was Marysia tegen het einde wegens veelvuldige alcoholconsumptie niet langer in staat mij te herkennen. Jarig zijn...je maakt het uiteindelijk ook maar één keer per jaar mee of je het nu wil of niet. Momenteel ben ik samen met die andere Pool, Kuba, bezig aan het plannen van een Balkantrip, dit is een regio waar je niet elk jaar komt en dus kan je er maar beter van genieten. Dat hebben wij twee goed begrepen en dus zijn we aan het werken aan kostenraming voor vier dagen doorheen voormalig Joegoslavië. Als dit doorgaat moet dit één van de hoogtepunten van mijn verblijf hier worden.
Intussen heb ik hier zo'n 1000 km van België vandaan vernomen dat Herman Van Molle, zonder twijfel één van de beste presentatoren op de Belgische buis, wegens gezondheidsproblemen niet instaat is het nieuwe seizoen van de Canvascrack te presenteren. Beste Herman, een spoedig herstel gewenst!
Ik heb geluk dat ik zelf een grote voetballiefhebber ben, zo maak je toch al gauw wat vrienden die het spelletje eveneens kunnen smaken en vervolgens kijk je samen in tal van café's wedstrijden. Zo gaat da, ging dat en zal dat altijd blijven gaan. Sinds kort vervoegt ook Valeria, een Oekraïense die woonachtig is in Tsjechië, ons steevast tijdens voetbalwedstrijden en donderdagavond activiteiten. Ze supportert voor Real Madrid en kent er best wat van. Ze had het tot nu toe erg zwaar hier in Ljubljana en kende maar weinig mensen. Erasmus kan geweldig zijn, maar het kan ook tegenslagen en vraagt vaak aanpassing en geduld. Vandaag keken we naar Real Madrid-Borussia Dortmund, een wedstrijd waarin Borussen, ondanks een goede partij met volle overgave, de boot ingingen met 3-0. Valeria was gelukkig, ik minder maar kon me er wel over zetten. Mijn goede vriend Jan 'Honza' Kuklinek achtte dan zijn moment gekomen om zijn maandelijkse wijsheidsspreuk boven te halen. Hij liet zich uit over de kansen van Dortmund om de volgende ronde te halen met de poëtische woorden "It's possible, but not probable". Wat een held!
Zondag zal zowat de enige dag zijn dat ik het me beklaag hier te zijn. Dan staat namelijk de hoogmis van het wielrennen op het programma 'De Ronde van Vlaanderen'. Hier tussen de vele studenten tref je maar weinig wielerliefhebbers aan, buiten Marie Psycho. Marie is eveneens Tsjechisch en vanaf dat ze te weten kwam dat mijn nationaliteit de Belgische was kon ze mij enkel nog spreken over de wielersport. We kijken zondag samen, dat belooft een namiddag te worden waar de spanning hoog zal oplopen aangezien zij een temperamentvolle lesbienne is die steevast voor Zdenek Stybar supportert terwijl ik altijd achter Fabian Cancellara sta en tijdens de race niet te genieten ben. Wordt vervolgd...
Aangezien er geen reactie kwam op mijn vorige blog, zelfs niet na de glamoureuze beloning die daar aan vast hing kan ik deze blog aan niemand specifiek opdragen. Desondanks die tegenvallende commentaren of beter het gebrek daar aan heb ik besloten om hier alsnog iemand mee te eren: Dit blogbericht is opgedragen aan James Avery, die u allen ongetwijfeld beter kent als Uncle Phil uit de serie 'The Fresh Prince of Bel-Air' en die niet zo lang geleden het tijdige voor het eeuwige ruilde. Het ga je goed daarboven!
Aangezien mijn Prezi presentatie, die ik vorige week afwerkte, niet echt in de smaak viel ben ik deze week gewoon aan een nieuwe begonnen. Toegegeven, ik haat werken met dat programma en gezien mijn gebrek aan creativiteit denk ik dat die haat wel eens wederzijds kan zijn. Eerder deze week vroeg ik of ik vrijdag wat later mocht beginnen, dit bleek geen probleem. In Slovenië kijken ze wat minder op uren dan in België. De reden dat ik dit vroeg was om op donderdagavond nog eens van het echte studentenleven te proeven, een keuze die ik me niet zou beklagen. Om 15u zat mijn werkdag er op donderdag op. Het was prachtig weer dus besloot ik nog even te passeren bij Hostel 24, een leuke stek op zo'n 100m van mijn deur. Hostel 24 is een combinatie tussen een hostel (of wat had u gedacht) en een bar met een gezellig terras aan de straatkant. Het is een familiebedrijf en de twee zussen Eva & Ana zijn de twee zussen die het dagelijks runnen. Ze lijken allebei al achteraan de 20 maar vandaag wisten ze me te vertellen dat ze in feite maar 18 & 20 zijn. Een miscalculatie waar ik me nog steeds van afvraag hoe ik ze had kunnen maken. Anyway, op het terras ontmoet ik Devin, een sympathieke Canadees van 20 die er in feite 35 uit ziet, op gebied van leeftijden raden ben ik nooit een krak geweest. Hij studeerde zo'n twee jaar geleden af en schepte daarna naar eigen zeggen aardig wat poen in een geprivatiseerde koolmijn ergens in Ontario gedurende 1,5 jaar. Nadien trok hij op wereldreis en is nog steeds niet teruggekeerd, momenteel verblijft hij hier in Ljubljana en nam hij uitgebreid de tijd om mij enkele van zijn meest memorabele ervaringen mee te delen. Hij wekte enigszins jaloezie bij mij op, hij is 20 en heeft al zo goed als heel de wereld gezien en ik ben 22 en ben nog niet eens buiten Europa geweest. Goed, op zijn looks moet ik niet jaloers zijn, je moet je een combinatie voorstellen tussen Michael Moore en Chewbacca die bovendien vrij klein van gestalte is.
Die avond was er op de FELU Facebook pagina opgeroepen om af te spreken op Kongresni Trg (Congress Square) voor een publieke voordrink ter voorbereiding van het bezoek aan club Compañeros. Dit moet zowat het beste plan ooit geweest zijn, buiten het plan van neveneffecten om de belspelletjes aan banden te leggen natuurlijk. Niet alleen waren al mijn erasmusvrienden er, er kwamen ook nog een hoop andere toffe figuren opdagen van alle mogelijke nationaliteiten. Ik raakte in contact met drie Turken waarvan ik slechts één naam herinner, Mat. Mat is een student uit Ankara met lang haar en eigenlijk zou je hem eerder een Samoerai noemen dan een Turk. Hij is eens links denkende kerel met een mening over wat er in zijn land precies allemaal misloopt en bovendien houdt hij net als ik van Metal muziek. Een kerel naar mijn hart. Even later vervoegt een van zijn vrienden ons, hij heeft de naam Mehmet en is al goed beschonken, hij heeft veel praat en is bijzonder vrijgevig. Op 10min tijd heeft hij me al 2 blikken bier gegeven. Nu ik er over nadenk is het best raar, ik kom uit België een land met een enorme Turkse gemeenschap. Het is echter pas nu in een ander land dat ik echt een keer close met hen ben en een degelijk gesprek met hen voer. Mat is geen wereldvreemde moslim of dergelijke maar een realistische en respectvolle Turk die weet waarover hij spreekt.
Na nog met veel andere mensen gesproken te hebben trok ik met met mijn Poolse makker Kuba en Michele di Italia naar Compañeros. Daar was het feest al dik aan de gang. De crew uit Tsjechië was ook aanwezig en na een tijdje kwam de Turken ook nog eens binnenvallen, feest verzekerd! Zeker toen Mehmet zijn 'dansmoves' tentoonspreidde en zowat elke andere kerel het nakijken gaf. Hij verdween om de 15min om vervolgens terug te komen met gratis bier, hoe hij dat telkens voor mekaar kreeg zal me een raadsel zijn maar hem moet koesteren als vriend lijkt me geen slecht voornemen. Mehmet zelf werd er ook niet nuchterder van en daarom besloot ik hem de bijnaam 'Zataturk' te geven.
Na een topavond was ik om 5u thuis wat het opstaan des te pijnlijker maakte...
Een mens stelt zich in zijn leven heel wat vragen, elke dag een stuk of 1000 en meer heb ik mij is laten vertellen. De ene vraag is al wat makkelijker dan de andere en de ene is ook al wat belangrijker dan de andere. Een ding hebben alle vragen gemeen nl. op elke vraag is er een antwoord, anders zou het geen vraag zijn. Voor zover ik weet zijn er slechts twee vragen waar we nooit een antwoord op zullen weten: Is er leven na de dood & wie schoot nu daadwerkelijk JFK neer op die bewuste dag in 1963 te Dallas. Het antwoord op de eerste vraag claimen sommigen te weten, ik noem hun antwoorden ongefundeerde meningen daar ze op niets gebaseerd zijn. Het antwoord op de tweede vraag is al evenzeer zoek. Ooit waren we dichtbij de waarheid maar de gedoodverfde moordenaar van the 'Berliner' president, Lee Harvey Oswald, werd op zijn beurt voor de camera's vermoord vlak voor zijn proces zou beginnen. Toegegeven, zo'n scenario zou ik niet kunnen verzinnen.
Ook ik stel me dezer dagen een vraag. In Slovenië hebben ze net als in de meeste ontwikkelde landen (of daar ga ik toch van uit) stoplichten voor voetgangers. Op de ietwat drukkere kruispunten hangt er aan elk stoplicht een oproepknop, u kan er zich ongetwijfeld iets bij voorstellen daar die dingen in België ook alomtegenwoordig zijn. Tot enkele dagen geleden dacht ik steevast dat zo'n oproepknop diende om het licht sneller op groen te laten springen, mocht u dat ook denken...U bent mis! In Slovenië hebben ze naast een stoplicht ook een klein LED-scherm dat aftelt naar 0 en wanneer de 0 dan effectief bereikt is het licht op groen springt en u zonder al te veel stress kan oversteken. "Handig"! zei ik tegen mezelf. En zegt u nu zelf; zo'n scherm dat aftelt van 60 naar 0 en u niet laat nadenken over hoe lang u daar mogelijk nog stil zou staan vooraleer u zich naar de overkant kan begeven, u moet geen genie zijn om met zo'n idee op de proppen te komen. Maar ditzelfde scherm deed mij ook inzien dat de oproepknop niet dient om het groen licht op te roepen zoals ik eerder dacht. Gisteren stond ik er letterlijk en figuurlijk even bij stil dat nadat ik de knop indrukte de teller aan hetzelfde tempo bleef aftellen zonder nog maar aanstalte te maken op enige versnelling.
Dan zal het wel voor de blinden en slechtzienden zijn dacht ik, aangezien er altijd een tikkend geluid weerklinkt telkens het groen wordt. Ook hier was ik mis bleek zo'n 5min later aan het volgende licht. Ik duwde de knop bewust niet in in de hoop geen geluid te horen bij groen licht. Dat verdomde geluid kwam er alsnog en liet mij met een vraag achter: Wat is de functie van een oproepknop aan een stoplicht? U kan op dit bericht reageren en aan wie mij als eerste een geloofwaardig, sluitend antwoord kan geven draag ik mijn volgend blogbericht op!
Slovenië is en blijft een klein land en er zijn ook zaken waar je dat aan merkt. Een van die zaken is het feit dat er geen IKEA is, volgens mijn collega Klavdija te wijten aan de kleine populatie (zo'n dikke 2 miljoen). Ook dat in de vele buurlanden van Slovenië er enkele grote steden nabij de grens liggen die wel IKEA's hebben zal hier wel een rol spelen. Terwijl in België, een land dat slechts 10.000 vierkante km groter is, er zo'n 6 IKEA's zijn. In één van die IKEA's, meerbepaald in Wilrijk, is mijn eigenste moeder intussen al zo lang in dienst dat ze intussen al zelf deel uitmaakt van het meubilair. Sorry Ma voor deze flauwe en misschien ook wel confronterende grap, maar iets zegt mij dat ge nu zelf strijk ligt van het lachen en diezelfde grap morgen aan al u collega's verteld.
Het was een prachtige avond en dat had alles te maken met de 3-0 overwinning van Manchester United tegen Olympiakos waardoor de nederlaag in de heenwedstrijd (zie eerdere blog) volledig goed gemaakt werd en de kwalificatie voor de volgende ronde een feit is. Lang leve Robin Van Persie!!!
Om af te sluiten zou ik een quote van één van mijn absolute helden willen aanhalen "to infinity and beyond". Mensen onder de 25 jaar die niet weten van wie deze quote komt hebben overduidelijk geen jeugd gehad.
Het is vrijdagavond in Ljubljana, de werkweek zit er op. De reden dat ik hier aan mijn blog werk en mij niet aan het vermaken ben in één of andere disco is simpel: mijn uitgaansmakkers, en dat zijn er intussen toch wel een aantal, hebben klaarblijkelijk moeite met meerdere dagen per week het nachtleven te verkennen en ikzelf doe er niet slecht aan mijn budget wat in het oog te houden. Gisteren was er het traditionele donderdagavondbezoek aan Pub Thai Inn waar dan een karaoke plaatsvindt. Het grappige aan deze avonden is dat bij sommige mensen, die zichzelf klaarblijkelijk graag horen zingen, de microfoon wordt uitgezet en ze dat zelf niet of amper doorhebben. Karaokevolk, een ras apart.
Deze week ontmoette ik in hoogsteigen persoon Danijela (haar achternaam weet ik niet maar wat maakt het uit?), het hoofd van het International Relations Office. We hadden mekaar al wel eens eerder gezien de afgelopen weken, maar ze wist me tijdens onze ontmoeting te vertellen dat ze mij aanvankelijk aanzag voor een student die meer dan gebruikelijk eens langskwam. Toen ze echter vernam dat ik 'the student from Belgium' was wist ze met haar geluk geen blijf en complimenteerde er als het ware op los over mijn school en de mentaliteit en kwaliteit van de studenten (ik ben namelijk al de 6de in evenveel jaar tijd die zijn buitenlandse stage hier doet). Om ons kennismakingsgesprek te besluiten legde ze er andermaal de nadruk op hoe blij ze was met mijn aanwezigheid en dat ik het voortreffelijk deed. Deze woorden deden mij uiteraard deugd maar in feite vroeg ik mij af of het niet wat voorbarig is om voor mij de loftrompet boven te halen terwijl we elkaar 5 minuten daarvoor niet eens kenden.
Danijella is een opmerkelijke figuur: een grote dame met oranje haar en hoewel ik geen idee heb van de pensioenleeftijd in Slovenië vermoed ik dat ze daar niet meer ver van verwijderd is. Ik mag haar wel, elke ochtend wanneer ze het bureau nadert hoor je ze al van ver aankomen door haar eeuwig luide stem. Danijella fier op wat ze hier heeft neergezet, en dat is terecht! Zij heeft de uitbouw en ontwikkeling van de faculteit nog meegemaakt en anno 2014 staat er wel degelijk iets neer hier. Het is wat mij betreft bewonderenswaardig dat een universiteit in Slovenië, een land kleiner dan België en met slechts een dikke 2.000.000 inwoners, jaar na jaar meer dan 1000 uitwisselingsstudenten kan verwelkomen.
Ik ken hier veel leuke momenten. Ook minder leuke maar toegeven die zijn zeldzaam. Een voorbeeld van een leuk moment is wanneer ik nieuwe mensen ontmoet. Dan komt natuurlijk al gauw de vraag: "where are you from?" Aangezien zomaar zeggen dat ik uit België kom zou getuigen van immense saaiheid antwoord ik steevast met "make one guess!" De antwoorden die ik dan te horen krijg zijn soms best amusant. De meeste mensen denken spontaan Duitsland, andere vaak voorkomende antwoorden zijn Zweden, Nederland en Oostenrijk (mijn grootmoeder zal het graag horen). Het antwoord van Patricija, de enig mooie barvrouw van Pod Skalco, deed me toch vermoeden dat nationaliteiten raden op basis van uiterlijk, accent en naam niet haar sterkste kant was. Ze antwoordde me namelijk het volgende "When I hear your accent I would say you're from the USA, Texas perhaps?"
Ik was stomverbaasd en dacht dat ze een grap maakte. Al gauw zag ik hier een mogelijkheid om haar eens goed beet te nemen en antwoordde haar "Well almost bullseye but unfortunately for you it aint Texas I'm coming from but Virginia." Een week lang heeft die grap stand gehouden tot ik haar uiteindelijk zei wat mijn eigenlijke nationaliteit is. Gelukkig kon ze hier wel mee lachen en ergens vond ik het wel jammer, ik voelde me namelijk goed in mijn rol als jongeman die zijn redneck familie tijdelijk ontvluchtte om aan zijn toekomst te werken.
Eerder deze maand kreeg ik van een trouwe lezer van mijn blog de vraag waarom ik hier niet dagelijks een bericht achterlaat. Daar zijn twee redenen voor.
Dagelijks mijn blog aanvullen met nieuwe berichten zou zinloos zijn daar alle berichten dan op mekaar zouden gaan lijken. Het zou u als lezer ongetwijfeld opvallen dat het bericht hard gelijkt op het bericht van gisteren en ook wel wat weg heeft van het bericht van de dag ervoor. Bovendien moet ik toegeven dat mijn leven echt niet veel boeiender is dan dat van een doorsnee individu, hoewel het uitgaansleven hier best wat variëteit biedt. Desalniettemin, dagelijks mijn blog updaten zou zelfs u niet meer interesseren na verloop van tijd. Iedereen vindt zijn of haar leven wel speciaal maar soms ontbreekt het de mens wel is aan het lef of de zelfkennis om toe te geven dat dat niet het geval is.
Iets beleven is één ding, het mooi neerschrijven op papier is een heel andere zaak. Met dit in gedachten hebben heel wat grote schrijvers zich ooit in de geschiedenisboeken geschreven. Maar laat ik mijn pretentie achterwege laten en mij geen schrijver nomen. Toch probeer ik elk blogbericht een mooie zinsconstructie te maken, soms lukt dat aardig en soms helemaal niet. Als u wil weten op welke dagen het wel lukt kijkt u best eens naar de data van al mijn vorige blogberichten. Ja, u raadt het goed! Ik schrijf alleen als ik inspiratie heb om te schrijven, wanneer dit niet het geval is begin ik er zelfs niet aan. Het zou pure tijdverspilling zijn.
Dus bij deze hoop dat u vraag beantwoord is beste Amedee Cauwenberghs.
Terug naar de realiteit en die bevindt zich, voor mij althans, nog altijd in het bijzonder mooie en dezer dage ook zeer zonnige Ljubljana. Het is mijn vierde werkweek intussen, de vorige werkweek bestond volledig uit databasewerk. Het weekend was andermaal een topper. Normaal gebruik ik zulke woorden niet maar bij deze is 'topper' wel op zijn plaats. Vrijdag was ik nog ziek en wat doet een mens dan wanneer hij niet uitgaan kan? Jawel, alle Lord Of The Rings + de twee Hobbit films vanachter zijn laptop bekijken en er van genieten alsof hij die prenten voor de eerste keer bekijkt.
Zaterdag trok ik samen met een bende Tsjechen aangevuld met nog wat andere nationaliteiten richting de meest alternatieve plek op aard 'Metelkova'. Ik leerde twee nieuwe mensen kennen; of beter gezegd figuren, want dat zijn ze wel. De ene is Michele 'el Napolitano' Scotto di Vetimo, een sympathieke Italiaan uit ...U raadt het nooit Napels! Hij is zo'n vriendelijke kerel en doet elk beeld van de stereotype catenaccio verdwijnen.
De andere is Kuba 'King Kuba' Sabowski, een robuuste, zei het bijzonder aangename Pool die vloeiend Engels spreekt en heel het repertoire van Pink Floyd en Led Zeppelin kan meezingen. Ze zijn kamergenoten in Rozna Dolina, zij hebben het dus best getroffen met elkaar. Nu ja...over het algemeen is de kans groter dat je met een aangename persoon op de kamer belandt dan met iemand die je niet kan uitstaan. Vergeet niet dat het allemaal Erasmusstudenten zijn, dat zijn nu eenmaal geen saaie en/of tot vervelens toe gefrustreerde mensen. Zaterdagavond zelf was dan ook een topper, het was rock-avond in één van de Metelkova-clubs en tot zo'n 5u bleef ik luidkeels meezingen op Ace of spades, TNT, I wanna rock 'n' roll all night, Smoke on the water enz...
Op de eerste dag van deze werkweek werd ik 's avonds uitgenodigd om met enkele collega's en de TUTORS te gaan bowlen op kosten van de faculteit, uiteraard zeg ik dan niet nee. De venue zelf kon me net zoals vele andere plaatsen in Ljubljana enorm bekoren. Een uitgebreid bowlingcomplex met knappe diensters waar ze de hele tijd door goeie 50's rockabilly draaiden. Tijdens deze avond kreeg ik de bijnaam 'The Belgian Bowler' aangezien ik alle 4 partijtjes won. Niet dat ik zo'n goeie bowler ben maar de kwaliteiten van mijn tegenspelers mochten ook wel in vraag gesteld worden. Ergens moeten ze achteraf spijt gehad hebben mij te hebben uitgenodigd om mee te spelen, maar de sfeer op kantoor is er niet minder op geworden.
Het is woensdag 5 maart, in België moet het dan krokusvakantie zijn als ik mij niet vergis. Of deze vakantie ook in Slovenië plaatsvindt weet ik eigenlijk niet. Het zou van gezonde interesse blijken voor mijn nieuwe leefomgeving mocht ik interesse tonen in de vakantiedagen van de schoolgaande, Sloveense jeugd maar of het mij een persoonlijk meerwaardegevoel zou geven betwijfel ik ten zeerste.
Krokusvakantie of niet, ik zit in mijn derde week stage en de afgelopen drie dagen hebben mijn ogen niets anders als databanken met ingediende applicaties gezien. Deze applicaties komen van studenten die volgend semester (wat dus volgend schooljaar is) een studie aan de FELU willen doen en zichzelf dus opgeven als Erasmusstudent. Veelal komen deze studenten uit landen waar ik me ten stelligste van afvraag of er zich daar wel überhaupt een universiteit bevindt, toch wel zo blijkt. In deze landen waar ik het over heb (Kazachstan, Uzbekistan, Turkmenistan...) zijn de universiteiten allemaal genoemd naar de voormalige leiders van die landen, of ze nu deel waren van de Sovjet-Unie of niet. Dat zie ik in ons België nog niet gauw gebeuren, en maar goed ook. Want geef toe; Universiteit Elio Di Rupo of Jean-Luc Dehaene Hogeschool klinken toch niet aantrekkelijk. Jaja, de databanken informeren mij uitgebreid. Mijn job bestaat er dezer dagen vooral uit de gevraagde gegevens in een tabel te schikken en vervolgens een mooie grafiek te maken.
Er zijn natuurlijk veel verschillen tussen de Belgen en de Slovenen, ik merk er nog elke dag wel een paar op. Een belangrijke om eens onder de loep te nemen is het eetgedrag van beide volkeren. Wij Belgen, en dat weten we maar al te goed, zijn Bourgondiërs en houden van eten. Wij nemen graag de tijd om kwaliteitsmaaltijden en aangename hapjes te consumeren. Bovendien bevat ons televisieaanbod een overschot aan grotendeels nutteloze en eentonige kookprogramma's, waarvan Komen Eten met voorsprong het afschuwelijkste programma aller tijden moet zijn.
In België eet men meestal 's avonds zo rond een uur of zes, zeven, Dat is het grootste verschil met de Slovenen. Hier eet men 's middags een grote portie warm terwijl men het 's avonds eerder bescheiden houdt met een paar boterhammen en een yoghurt. Dit wil echter zeggen dat hun porties 's middags op zen zachtst gezegd enorm zijn. Ik ben er dagelijks getuige van tijdens de middagpauze. We eten allen samen in de kantine, die ik niet volledig ga beschrijven aangezien die niet hard genoeg verschilt van een schoolkantine zoals u ze zich kunt voorstellen. Dan passeren de Sloveense studenten en werknemers met hun plateaus voorzien van: een kom soep, een bord vol met puree/rijst en een stuk vlees/vis, een grote, aparte kom met groenten overgoten met alle ter beschikking gestelde dressings en tenslotte nog een gezond dessert.
Ik schaam mij bijna als ik tussen al deze 'middagproppers' slechts een klein bord pasta ga halen. De vrouw achter de kassa (dat is altijd dezelfde) verklaart mij keer op keer gek wanneer ik met deze, in haar ogen, kleine portie kom afrekenen. Wanneer ik nog ver achter in de rij sta kijkt ze mij al aan zoals mijn vader mij ooit aankeek toen ik zei dat met zijn nieuwe Opel gebotst was. Een goede daad was achteraf gebleken; in de andere auto zat namelijk een Albanese dievenbende die al 6 maanden gezocht werd. De plaatselijke autoriteiten waren de Versmissens dankbaar en lieten dat blijken met zo'n 5 kortingsbonnen van het toen net heropende Centerparcs.
Maar goed terug naar die kassierster in de kantine die mij maar een rare vindt. Nadat ze eerst in erg gebroken Engels mij zo'n 10 keer vraagt of dit werkelijk alles is wat ik van eten moet hebben en ik telkens bevestigend knik krijgt ze het over haar hart om af te rekenen. Dat is het leuke deel aangezien de Sloveense regering de studenten een groot deel van de maaltijd terug betaalt, dat geldt niet alleen in de schoolkantine maar ook in vele restaurants in de stad.
Er wordt van zondag wel meermaals gezegd dat het de dag van de week is waarop men de ganse dag niets doet dan lui zijn. In het Engels hebben ze daar een term voor bedacht 'Lazy sunday'. Ergens moet deze uitspraak kloppen. Zondag is nu eenmaal de dag waarop wij christelijke mensen tijd maken voor het gezin en familie en laat de ons buitenwereld koud, nog kouder dan op een doorsnee weekdag.
Mijn zondag zou zich echter niet vanuit de zetel (want die die heb ik hier niet) of vanachter de laptop afspelen. Vandaag trok ik er met enkelen op uit om het grootste carnaval van Slovenië te bezoeken, het Ptuj-Carnaval. "Carnaval"!? Dacht ik bij mezelf toen ze mij eerder deze week meevroegen. Ik dacht tot dan toe dat dat feest zich uitstrekte tussen Aalst en Venetië, maar ook in Slovenië hebben ze de smaak van het om ter gekst verkleden en vervolgens onder escorte door het centrum van de gemeente lopen te pakken. De laatste keer dat ik aan carnaval meedeed, het zij als toeschouwer het zij als zelf verkleed dateerde reeds van het laatste jaar in de lagere school. Als ik mij goed herinner was ik toen samen met enkele van mijn makkers verkleed als De bende van Nijvel. De keuze voor deze verkleding, die getuigde van lef en onverzettelijkheid op die leeftijd, viel niet bij iedereen in de smaak. Vooral de schooldirectrice van toen, wiens naam ik nog perfect weet maar wegens privacyrechten niet vermeld, was ontzet. Ook de ouders van de overige kinderen keken ons bijzonder lelijk aan en waren tegelijkertijd bijzonder trots op hun eigen kinderen die elke vorm van originaliteit misten door verkleed te zijn als ordinaire prinsessen of tweedehands Zorro's. "Hoe zijn die opgevoed"? Hoorde ik de vader van een medeleerling tegen zijn vrouw zeggen. Jaja...de aandacht hadden we die dag alleszins wel. Zo'n drie jaar geleden heb ik vernomen dat de schooldirectrice na dat schooljaar ontslag had genomen nadat ze er niet in was geslaagd onze opvallende passage op het carnaval dat jaar goed te praten bij de toenmalige minister van onderwijs.
Maar dat volledig terzijde. Geen haar op mijn hoofd dat er aan dacht om naar Ptuj, dat overigens zo'n 2u rijden is, te gaan. Andermaal is gebleken dat ik mij zelf vaak laat ompraten zonder dat ik daarbij echt stilsta. Eerst zwoer ik niet mee te gaan, vervolgens ging ik mee en tegen dat het zondag was had ik de huurauto geregeld en mocht ik die ook nog een richting Ptuj besturen. Bij het afhalen van de auto bleek het een automatic wagen te zijn. Toegegeven daar moest ik eerst een paar keer 'het blokske rond' mee rijden vooraleer ik mij in het echte Sloveense verkeer begaf, het was immers de eerste keer dat ik niet met een manuele wagen de baan opging. Maar al zeg ik het zelf, goed rijden deed het wel. Het was een Opel Zafira voor wie het mocht interesseren. Daarna was het de medepassagiers, waar mijn goede vriend Hooza ook deel van uitmaakte, oppikken en dan reed ik zowaar in een automatic wagen richting Ptuj waar ik voor het eerst sinds heel lang nog eens een carnavalsstoet zou zien. Het was een grensverleggende dag gekleurd met een mooie rit doorheen het Sloveense land.
We zijn vrijdag 28/2. Mijn stage kende een goede tweede week al was het begin ervan onaangenaam. Toen werd mij nogmaals pijnlijk duidelijk dat je weinig hebt aan wat je op school leert als je het niet onderhoudt... In mijn geval was het computergericht. Vorig jaar was mijn examen Excel nog een voltreffer, maar daarna heb de leerstof niet of amper bekeken en dat betaalde ik maandag cash door een Excel bewerking niet meer juist te kunnen toepassen. Ik overdrijf weliswaar: ik wist die maandag nog perfect hoe ik draaitabellen moest gebruiken maar als mijn stagementor mij er niet op had gewezen dat een draaitabel handig was bij die gegevens die ik toen moest verwerken, had ik er veel langer over gedaan. Ik was er even niet goed van maar wat maakt het uit? Zo'n dingen interesseren mijn bloglezers toch niet...
Het was Champions league voetbal deze week en dinsdag moest mijn droomteam, Manchester United, het opnemen in en tegen Olympiakos uit Athene. Na de match zat ik in zak en as aangezien United met 2-0 verloor. Ik wist u in een eerdere blog al te vertellen dat 2014 niet mijn jaar is als het op sport aan komt maar hoe in godsnaam is het mogelijk dat de grootste club ooit uit het Engelse voetbal verliest van een ploeg uit een land dat zo goed als failliet is? Ach ja het leven gaat verder...
De dag erna was het leuker; in een sportbar gevuld met Turken naar Galatasaray-Chelsea kijken, geen unieke doch speciale ervaring. Na de wedstrijd ontmoette ik Matthias, een Duitser waarvan je zonder enige aarzeling ook zou denken dat het een Duitser is. Hij doet me denken aan Herr Flick, u weet wel de legendarische Gestapo-officier uit de al even legendarische Britse sitcom 'allo allo'. Het klinkt natuurlijk weer bijzonder grof en idioot dat ik een Duitse student vergelijk met een Nazi. Uiteraard weet ik wel beter en besef ik goed en wel dat we het Duitsland van vandaag niet kunnen vergelijken met wat zich ooit het derde rijk noemde, laat staan dat we hen kunnen kwalijk nemen wat er indertijd gebeurd is. Al wie die vergelijkingen nog welgemeend maakt zou zich beter eerst eens met zichzelf bezig houden vooraleer hij/zij dat met Duitsland doet. Maar met Matthias ontmoet ik dus opnieuw een Duitser. Het was voor ik hierheen vertrok mijn bedoeling veel buitenlandse studenten te leren kennen, daar ben ik aardig mee bezig, maar er zou toch wat meer diversiteit mogen zijn.
Het is donderdag, mijn stage gaat goed vooruit en ik begin signalen te krijgen dat ze tevreden zijn met mijn werk. Erasmusstudent zijn betekent ook tijdens de week uitgaan en omdat ik er toch belang aan hecht zoveel mogelijk mensen te leren kennen ga ik in op de uitnodiging van mijn Tsjechische vrienden om in hun dorm te komen voordrinken (want zo gaat dat anno 2014) en vervolgens in een populaire club karaoke te gaan zingen. Eens aangekomen aan hun dorm overvalt mij het gevoel dat ik me ergens in een Parijse voorstad bevind, gelukkig is dit nog altijd Ljubljana en gaat de vergelijking met de altijd beruchte banlieus niet op. Eens binnen weet ik weer waarom ik niet in een dorm verblijf: de keuken was er zo vettig dat je het papier waarop stond geschreven 'please keep the kitchen clean' haast niet meer kon lezen en de kamers waren veel te klein en gedeeld waardoor je enige kans op een wilde nacht met je kamergenoot zou zijn (en dan moest je al geluk hebben dat die van het andere geslacht was).
Vrijdag 28/2: eindelijk krijg ik een opdracht die niets te maken heeft met het opzoeken van informatie over universiteiten. Ik krijg enquêtes te verwerken, geen superuitdaging maar je hebt er je werk mee en je moet er niet teveel bij nadenken, hoe gek dat ook moge klinken. Na een vermoeiende week vol werk en feestgedruis is het vrijdagavond rustavond met de beste film ooit gemaakt: The Shawshank Redemption!
Het is zondag 23/2, ik ben hier bijna twee weken. Tijd voor een korte evaluatie:
Over het werk dat ik heb moeten verrichten kan ik niet veel zeggen. het was gelijk veel maar niet zwaar of uitdagend. Een toffe groep is het zeker wel, al hoop ik spoedig met hen allen te kunnen samenwerken.
Het leven in Ljubljana zelf bevalt me ten zeerste. Het is een zeer levendige stad die ondanks zijn kleine populatie (ong. 280.000 inwoners) de hoofdstad is van dit eveneens kleine land. Niet zo groot dus maar toch een stad. Vroeger was ik van mening dat een stad een goeie mix van culturen nodig had om zich wel degelijk stad te kunnen noemen, maar sinds ik enkele Oost-Europese steden bezocht heb ik die mening wat herzien. in Ljubljana vindt je amper andere huidskleuren. De grote hoeveelheid Erasmusstudenten compenseert dit dan toch enigzins. In een eerdere blog kon u al lezen dat er veel uitgaansmogelijkheid is, zowel tijdens de week als in het weekend is er voor ieder wat wils. Er is ook een mindere kant: via mijn collega's kwam ik te weten dat het loon hier vrij laag ligt en de belastingen hoog zijn. Bovendien zou het land zich momenteel in een recessie bevinden maar hier is in het straatbeeld weinig van te merken. De bevolking oogt gelukkig en houdt het net zoals wij Belgen graag vreedzaam en rustig, wat toch opmerkelijk is gezien het land ooit een deel was van Joegoslavië dat we nu niet bepaalt kennen als vreedzaam en rustig. Het is voor ons West-Europeanen een publiek geheim dat vele ex-Joegoslaven, waaronder de Slovenen, heimwee hebben naar de tijd dat alle naties nog verenigd waren onder één vlag. Ljubljana is ook een mooie stad! Vooral in het centrum is het aangenaam vertoeven. Er zijn enkele mooie gebouwen en pleinen en het is zo goed als autovrij. Mocht je niet beter weten zou je zeggen dat je jezelf in een of ander Italiaans middeleeuws stadje bevindt. Zo is de mentaliteit hier ook 'zuiders', de mensen hebben geen haast en genieten van het leven. De enigste die ik zich zag haasten dreigde zijn bus te missen. Wat een contrast met mijn geliefkoosde stad Antwerpen, waar tijd en stress zich meester lijken te hebben gemaakt van de gewone mens. Ljubljana: mooie stad, goedkope stad, veel belevenis maar weinig toerisme...het verbaast me. Maar ergens past het wel in de denkwijze van de Slovenen: ze houden het graag klein, bescheiden en vreedzaam.
De titel van deze blog heeft niets te maken met een weekend dat ik niet zag aankomen, een weekend volgt namelijk na een werkweek en meestal eindigt die week op vrijdag, zo ook voor mij. Het is de invulling die een weekend onverwacht kan maken.
Het was vrijdag 21/2, die dag was ik opgelucht; ik had een heus document van zo'n 75 pagina's aan Mojca overhandigd met alle gevraagde info over de deelnemende universiteiten van het BAMBOO project. Ik doopte het document dan ook logischerwijs om in 'BAMBOO-project 2014'. Diezelfde dag kreeg ik nog een andere opdracht in mijn hoogsteigen IRO-mailbox toegestuurd: "zoek op de website (waarna er een link volgde) alle projecten tussen 2009 en 2013 waaraan universiteiten uit Zuid-Oost Azië hebben meegewerkt aub" kon ik lezen, het was uiteraard wel in het Engels. Dit was iets rapper klaar dan mijn BAMBOO-project en na nog enkele kleinere opdrachten te hebben afgewerkt begon ik aan dat onverwachte weekend. Dat begon met een optreden van mijn favoriete band Hatebreed. Alsof god er zelf mee te maken had kwamen deze 'hardhitters' uit Connecticut vrijdagavond in Ljubljana optreden en ik kwam het pas die woensdag te weten, uiteraard moest ik er dan bij zijn. Vlak voor het optreden begon zat ik in de zaal en kwam er van ver een vrouwelijke verschijning op mij afgestapt. Ik dacht dat ze mij moest hebben, ze was niet bijzonder knap dus was die gedachte nog niet zo gek.
En ik had gelijk! "Are you Tobias?" - "Yes" zei ik. Ik was al vergeten dat ik diezelfde ochtend een bericht in de facebookgroep van de Erasmusstudenten hier had geplaatst of er niemand geïnteresseerd was om mee te gaan naar dit optreden. Zij had dit gelezen en herkende mij blijkbaar. Ze heette Martina en kwam uit Italië. Ze sprak Engels maar verre van genoeg om het cliché dat Italianen maar matig zijn in vreemde talen de wereld uit te helpen. We praatten even maar dan ving het concert aan en dan heb ik liever geen aandacht aan iets anders te schenken. Zoals altijd zong ik alles mee van begin tot einde en was mijn weekend reeds geslaagd.
Na het concert ontmoette ik enkele kerels die me vertelde over 'metelkova'. Ik had al wel eens van die plek gehoord maar kende tot dan toe nog niemand die er geweest was. We gingen er samen heen en wat daar wachtte had ik nog nooit gezien. Stel u een grote koer voor met zo'n 8 verschillende, gratis clubs voor waar er verschillende genres van muziek worden gedraaid en relatief goedkoop allemaal... De mix van mensen die zich daar bevindt ziet men niet gauw ergens anders. Metelkova zorgde voor een heel nieuwe dimensie aan mijn verblijf hier en misschien wel aan mijn leven. Ik hing nog wat rond met de Sloveense kerels die me hierheen brachten en kreeg een Joegoslavisch drankje te drinken 'Rakija'. Dit drankje, waarvan men zegt dat het alcoholpercentage om en bij de 50% bedraagt, moet met voorsprong het meest walgelijke zijn dat ik ooit dronk. Later liep ik er ook nog Domi tegen het lijf en was het feest compleet! Zo durf ik toch wel te stellen dat het een onverwacht weekend was: Hatebreed trad op, ik leerde voor het eerst ook Slovenen kennen die niets te maken hadden met de FELU en met Metelkova ontdekte ik een plek die ik nooit zal vergeten.
Ik heb me de afgelopen week geïntegreerd en geamuseerd, twee dingen die je zelden samen in één zin hoort maar toch was het zo. Gisteren maandag 17/2 was het tijd voor het serieuze werk, mij buitenlandse stage begon op die ochtend rond 9u. Ik moest er dus voor het eerst vroeg uit, nu ja...vroeg voor mijn doen. Ik begaf me richting de FELU (Faculty of Economics of the Ljubljana University) want daar maakt het International Relations Office (IRO) deel van uit. Ik kwam er zo'n 15min te vroeg aan, ideaal dacht ik bij mezelf. Na een kort kennismakingsgesprek met mijn stagementor (Mojca Maher) waarin er in grote lijnen werd uitgelegd wat er zoal van mij verwacht wordt de komende drie maanden mocht ik eraan beginnen.
Momenteel werken we aan het BAMBOO-project, dat is een onderdeel van het volgende semester dat aanvangt in september. Uiteraard mikt de FELU op het aantrekken van zoveel mogelijk studenten van over heel de wereld en dit project is specifiek gericht op de studenten uit de Oost-Aziatische landen. "Das geene kattenpis" zou journaalheld Jan Becaus gezegd hebben als hij mijn eerste taak kreeg. Die bestond eruit van alle universiteiten die deelnemen aan BAMBOO veel info op te zoeken met name welke activiteiten ze organiseren voor Erasmus studenten, hun partneruniversiteiten, en de afstanden. Vooral die partneruniversiteiten blijkt lastig en veel werk te zijn.
Mijn eerste werkdag zat erop. Veel meer kan ik voorlopig niet zeggen...Het IRO-team bestaat uit zo'n 6 mensen (vooral vrouwen) die elk hun eigen functie hebben, welke dat precies zijn is me momenteel nog niet duidelijk maar de sfeer onderling lijkt me goed. Jammer dat ik op een paar basiswoorden na geen Sloveens spreek. Dan kon ik me al eens laten horen tijdens de middagpauze. Over het werk zelf kan ik evenmin weinig zeggen daarvoor blijft u best mijn blog volgen, iets wat u momenteel met verve doet. Maar zoals ik al zei, mijn werkdag zat erop en wat doen we daarna? Andermaal ijshockey kijken natuurlijk! De Tsjechen kregen een herkansing tegen niemand minder dan buurland Slowakije. Nog niet zolang geleden waren die twee nog één land. Het zou me niets verbazen mocht Jan Becaus himself nog de scheiding van Tsjecho-Slowakijke hebben vermeldt zoals alleen hij dat kan op een avond in 1989 tijdens het BRT-journaal. Nu speelden die twee landen tegen elkaar en wederom was ik uitgenodigd om het gade te slaan. Ditmaal was Pod Skalco, een pub net buiten het centrum, the place to be. De Tsjechen hadden die keet ingepalmd met vlaggen etc. maar ook de Slovaken hadden een schare fans bij. Tsechië won met 5-3, yes!!! En de sfeer bleef bijzonder goed tussen de twee kampen in Pod Skalco, bij ijshockey wordt er immers meer gevochten op dan naast de piste. Leuke avond na een interessante dag.
De oriëntatieweek is voorbij, hoe moet een mens zich dan amuseren als hij geen verplichte feestjes meer heeft? Die vraag stelt ieder individu zich wel eens. Even zag het er somber uit en leek het alsof ik hier nu nog enkel was om mijn stage te lopen en de brave schooljongen uit te hangen. Gelukkige kwam er hulp uit onverwachte hoek. Het was Jan 'Hooza' Kuklínec, die sympathieke Tsjech die ik eerder die week ontmoette, die mij op zaterdagavond contacteerde en vroeg of ik geïnteresseerd was om samen met twee van zijn landgenoten de ijshockeywedstrijd Tsjechië-Zwitserland te bekijken. Het zijn immers Olympische winterspelen in en ijshockey is dan zowat de meest mannelijke sport, na curling en kunstschaatsen uiteraard.
Natuurlijk zei ik "ja"! Vooraleer ik goed en wel besefte dat ik helemaal niet geïnteresseerd ben in ijshockey vertrokken we met een rugzak gevuld met alcohol richting hun 'dorm' want zo heet een studentenhuis of PEDA hier klaarblijkelijk. Die plaatsen staan niet bepaald bekend als luxueus en hygiënisch maar als het voor ijshockey te kijken is, spelen die zaken toch allemaal geen rol. We arriveerden toen de wedstrijd al halverwege was en troffen Hooza zijn vrienden aan. Op het scherm van de laptop waarmee ze de wedstrijd streamden kon ik zien dat Zwitserland met 1-0 voorstond. "Aiai" zei ik, voor die ene keer dat ik eens een ijshockeywedstrijd meepik zal de ploeg waarvoor ik supporter toch niet gaan verliezen zeker!? Want zo sympathiek was ik dan wel dat ik supporterde voor dezelfde ploeg als die van de gastheren. Ik kon me wel amuseren met die wedstrijd ook al kende ik er weinig of niks van. Hooza en zijn vrienden, Ondrej en Michael (of dat maakten ze me toch wijs) waren zo vriendelijk de spelregels, waar ik me van afvroeg of die er bij ijshockey wel waren, uit te leggen.
En het noodlot geschiedde; Zwitserland won met 1-0. 2014 is blijkbaar niet mijn jaar als het op sport aankomt aangezien mijn twee favoriete voetbalploegen ook niet bepaald aan een glansseizoen bezig zijn, en nu verloor dus ook Tsechië. We lieten het niet aan ons hart komen aangezien deze nederlaag nog niet de uitschakeling betekende. We verplaatsten ons naar de keuken voor een partijtje Poker. Poker was nog zo'n spel waar ik eigenlijk weinig of niets van kende, gelukkige waren de Tsjechen andermaal bereid de spelregels uit te leggen. Toffe mannen die Tsjechen!