Ik mag dan wel geen Erasmus-student zijn, toch was ik dinsdagavond op een event uitgenodigd waar voornamelijk dat soort studenten op aanwezig was. Het heette 'freshers evening' en was een deel van de oriëntatieweek. The place to be was Skelet-klub in hartje Ljubljana. De bedoeling was dat de studenten die hier het komende half jaar zullen studeren mekaar leerden kennen.
Echt veel zin om te gaan had ik niet, ik ben niet echt een club mens en ik kende er maar één persoon en dat was mijn 'TUTOR' (plaatselijke studenten die de buitenlandse studenten begeleiden) Ljiljana. Maar om haar niet teleur te stellen en omdat het toch een mooie gelegenheid was om de eerste contacten te leggen ben ik toch naar daar afgezakt niet wetende wat ik er eigenlijk van moest verwachten.
Het werd een plezante avond met net iets te dure cocktails, veel verschillende nationaliteiten en slechte muziek.
Donderdag 14 februari ging ik voor het eerst naar mijn stageplaats, de faculteit economie. Hier vond het vervolg van de oriëntatieweek plaats met enkele PowerPointpresentaties waarvan ze volgens mij enkel de datums hadden gewijzigd nadat gebleken was dat (half)jaarlijks een nieuwe presentatie maken overbodig werk is. Het is zoals een schooldirecteur die elk jaar op 1 september zijn leerlingen toespreekt en na dit X aantal keren gedaan te hebben wel een best-of-speech heeft neergepend en die jaarlijks herhaalt, zo was het nu dus ook.
De presentaties zaten goed ineen en hadden wel degelijk hun nut daar ze heel wat info gaven over het studentenleven in Ljubljana. En geloof me, een studentenstad is het hier wel. Het meest interessante moment was dan toch wel het overlopen van de verschillende nationaliteiten die er dit semester aan de faculteit studeerden. Nadat het land werd vernoemd, werden alle studenten aanwezig in de aula die in het bezit waren van de nationaliteit van dat vernoemde land vriendelijk verzocht recht te staan. Toen dacht ik de echte patriottisten te kunnen onderscheiden van de minder vaderlandslievenden. Lang moest ik niet wachten op enige waarneembare vorm van vaderlandsliefde.Toen Portugal werd afgeroepen en er op de rij achter mij een vijftal studenten recht stonden was uit hun gelaatsuitdrukking af te leiden dat als het aan hen had gelegen zij uit volle hun volkslied zouden gezongen hebben. Zover kwam het niet maar een welgemeend applaus van de ganse aula kregen ze wel. Heel speciaal was dat applaus nu ook weer niet aangezien elk land dat kreeg, het een al wat meer dan het ander naargelang de populariteit van het land. Dit was duidelijk het geval toen de enige twee studenten uit Rusland hun applaus kregen en het decibelniveau toch merkbaar lager lag dan bij pakweg Vietnam. Arme Russen, het leven is hard.
Uiteraard werd België niet over het hoofd gezien tijdens dit onderdeel. Wanneer ons koninkrijk werd afgeroepen stonden er samen met mij nog vier anderen recht. Ook wij kregen applaus. Zelf vind ik dat een beetje overroepen, applaus krijgen voor je afkomst. Iedereen moet ergens vandaan komen en heeft daar in theorie niet zoveel voor moeten doen dat het een applaus waard is. Bij de Belgen was de liefde voor het vaderland niet van de gezichten af te lezen. Op zich jammer maar niet onverwacht, we scoren nu eenmaal niet zo goed op dat gebied. Anno 2014 is het zelfs al zover gekomen dat de twee Belgen die ons land het hardste verdedigen allebei van vreemde origine zijn nl. Stromae en Vincent Kompany. Natuurlijk was het ook spannend om te weten welk land het beste vertegenwoordigd was hier op deze faculteit en dan moest ik natuurlijk aan dat nummer van Gorki denken dat als titel 'Duitsland wint altijd' heeft (mocht u het willen luisteren, het zit in de bijlage). En lang zag het ernaar uit dat onze Germaanse buren gingen winnen, ze lagen in poleposition en ik zag enkele van hen al een subliem overwinningsgezicht trekken. Helaas voor hen ging Frankrijk met de bloemen lopen. Arme Duitsers, het leven is hard.
Daarna volgde in verschillende groepjes een rondleiding doorheen de campus. Iets totaal overbodig leek mij. Na die rondleiding ben je het meeste al vergeten en bovendien leer je gebouwen het beste kennen door er vaak te zijn. De studenten doen er dus goed aan altijd naar de les te gaan. Tijdens de rondleiding leerde ik Dominik 'Domi' Näser kennen, een zeer sympathieke Duitser uit Nürnberg die vlekkeloos Engels spreekt. Hij vertelde me dat hij niet zo lang geleden Brussel bezocht en hij de stad haat en ze veel te crimineel is. Deze uitspraken schiepen een goede band tussen ons twee daar ik zelf geen fan ben van onze hoofdstad.
Diezelfde avond was er een tweede Erasmus-fuif, ditmaal in Compañeros. Andermaal een club, maar met goede herinneringen aan de eerste Erasmus-fuif trok ik er met goede hoop heen. Die goede hoop werd al gauw de grond ingeboord toen bleek dat ik veel te vroeg was gekomen en vervolgens slechts vijf mensen aantrof die meer dan waarschijnlijk hetzelfde gedaan hadden. Maar zoals dat nu eenmaal gaat op Erasmus bedoeningen geraak je makkelijk aan de praat met mensen, zo ook nu. Ik geraakte aan de praat met Jan Kuklínec, Hooza voor de vrienden. Het werd een topavond, ookal omdat Domi en enkele van zijn vrienden ons vergezelden. De muziek was andermaal shit, maar de hoeveelheid coole mensen die ik die avond leerde kennen maakte dat ruimschoots goed.
Na gisterenavond ben ik vertrokken om er hier een onvergetelijke belevenis van te maken!
Ik ben na een rustige vlucht geland op Sloveense bodem. Het eerste dat me hier opviel was het toch wel bijzonder slechte weer; het regent pijpenstelen maar nog niet hard genoeg om de tonnen sneeuw die de dagen daarvoor gevallen was weg te spoelen.
Na een korte rondleiding van de kotbaas heb ik mij min of meer geïnstalleerd op deze kamer. De kamer is voor mij alleen maar de badkamer en keuken zijn gedeeld met nog zo'n 12 anderen. Morgen heb ik nog een dag vrij en heb ik de tijd om de nodige zaken aan te schaffen.
Ik besef het nog niet goed maar ik zit hier voor de komende drie maanden, nooit was ik langer van huis weg maar het voelt goed.