|
Dallas! We liepen als student steeds de leefkamer uit toen moeder naar dat ellendige feuilleton aan het kijken was, wat zouden we er nu dan willen verblijven (ofschoon Dallas ook een kunstdistrict heeft, maar het is maandag dus alles is toch gesloten). Neen, wij houden het bij een stop van een uur aan de Reunion Tower, waar je op kan met een snelle lift vanuit het poshy Hyatt Regency Hotel (waar wij nooit zouden willen verblijven, het is smakeloos, zoals veel in cowboystaat Texas smakeloos is). Ja, mooi uitzicht, maar we zijn blij dat we onze nordic sweater in Miami niet weggeschonken hebben aan een bedelaar, want we kunnen hem hier weer erg goed gebruiken. Die brutale temperatuurschommelingen in Amerika, dat is me toch wat. Gisteren 24 graden in Houston, vandaag 9 graden in Dallas, en een ijskoude wind op de koop toe (en zware regen tussen Houston en Dallas, wat toch een 4-tal uur rijden is). Boven op de toren krijg je overigens ook een hele uitleg over de moord op JFK in 1963 via een getuigenis van een lijfwacht. Lee Harvey Oswald zat in het middeleeuws aandoende bruine gebouw linksonder op foto 1, t is maar dat u het weet. Over die brug van Calatrava op foto 3 karren wij daarna snel door naar Fort Worth, iets kleiner dan Dallas (toch nog 800000 inwoners) en 50 km westelijker, wat de superrijdag van woensdag iets korter maakt.
In Fort Worth verblijven wij in een zgn urban appartement, met niks geen receptie, je ziet er eigenlijk geen mens. Maar STAY ALFRED, de organisatie waarvan wij huren heeft zijn zaakjes goed op orde. We hebben omstandige digitale instructies bekomen qua free parking en hoe de sleutel te bekomen (alles met codes) en vinden ons ruime appartement zonder moeite. Er staat een welkomskaartje, de TV staat zelfs aan (wie heeft dat gedaan? Je ziet zoals gezegd geen mens en niemand komt de kamer doen) en er is een hele ingemaakte keuken inclusief een ijskast waarin je een paard zou kunnen wegstouwen, maar wij zetten er enkel ons flesje water in. Koffie maken doen we hier wel zelf, maar verder is ontbijten mogelijk in de buurt, en dineren in een gezellig Tex Mex restaurant (spicy!) dat vol zit met getatoeëerde vleesklompen. Over de deur ligt tevens een groot winkelcentrum, en in dat Montgomery Plaza bevindt zich ook een Rock n roll kapperszaak. Haha, prijs, dat hadden we nu net nodig, een prima tijdsbesteding voor dinsdagvoormiddag want voor 10 hr moet je niet buitenkomen (het was namelijk -10 Celsius vannacht, en het duurt lang voor de plus 10 bereikt wordt - hé ja, Noord-Texas is Miami niet, het is zelfs Zuid-Texas niet). Met kortgeknipt kopje, klaar voor de zomer in Costa Rica binnenkort, begeven we ons dus naar de museumwijk (gezien de koude toch maar met de auto, al is het maar anderhalve kilometer van ons appartement), waar drie kunstmusea met mekaar in vriendelijke concurrentie verkeren. Het oudste: Amon Carter Museum, vernoemd naar een grootindustrieel die oiv goede vrienden (zoals de zingende Cowboy Will Rogers) veel kunst collecteerde en voor zijn dood een eigen museum commissioneerde, dat hij zelf nooit zag maar dat in 1961 de deuren opende. En wat voor deuren! Architect ter zake: Philip Johnson, wiens Glass House we in oktober in Connecticut nog bezochten. Schitterend gebouw, met eens te meer veel glas en doorkijkjes alom naar de buitenwereld, terwijl ingenieuze lichteffecten het interieur opvrolijken. Klein van buiten en groot van binnen, knap architect hoor, die Johnson. En er is bovendien veel in te zien. Zoals een bijzonder goede foto-tentoonstelling van Gordon Parks, de eerste Afro American die door een blank tijdschrift (Life) in dienst werd genomen. Parks was nochtans als arme luis begonnen, zijn eerste camera kocht hij in een pandjeshuis. Zoals meestal is het meeste niet fotografeerbaar wegens reflectie maar de 3 fotos die we konden maken tonen overtuigend de klasse van Parks aan. Veel aandacht voor de, vooral, zwarte medemens, maar ook een aas in compositie, hij aarzelde ook niet taferelen in scène te zetten om zijn foto te verbeteren, een artiest in de dop was het. Het gebouw zelf blijft evengoed onze gemoederen beroeren, en laat bovendien de vaste collectie ook nog de moeite waard lonen. Waarover meer in de volgende blog.

















|