In 2013 bestond Event-Team vzw 15 jaar. Tijd voor een feestje dus! Er werd beslist om een heus Sprookjesconcert te geven: een unieke show in het NTGent met een hoogtepunt van de voorbije sprookjesachtige jaren. De show werd gebracht in samenwerking met Van Hoorne Entertainment uit Nederland, die niet alleen voor het decor, maar ook nog voor een Bekende Nederlander zorgde: Sita, de zangeres die enkele jaren voorheen met Marco Borsato de hit 'Lopen op het water' uitgebracht had.
Het concept was vrij simpel: the best of van de sprookjes die we de voorbije jaren gebracht hadden (Hans en Grietje, De Gelaarsde Kat, Roodkapje), werd in één show gegoten. De groene draad in het verhaal waren Titus en Fien, de personages die Vicky en ik in De Gelaarsde Kat gespeeld hadden. In dit verhaal waren we ons sprookje kwijt. De sprookjesverteller, gespeeld door onze eigenste zangcoach Steven Colombeen, wist echter de oplossing. We hadden de Sprookjeskoning nodig... Die werd gespeeld door 'onze Koen', een rol die hij ook in De Gelaarsde Kat gespeeld had. Hij verwees ons dan weer door naar de Roze Goede Fee Fabiola, die we met behulp van een wensput tevoorschijn zouden moeten kunnen toveren.
Het gevolg was dus een resem meezing- en meedansliedjes van de voorbije jaren. Ook Dagmar, Dorothy en Wanda waren terug van de partij. Hilarisch was het moment dat Wanda binnenkwam, enkele minuutjes voor de repetitie begon, en vroeg: "Wat moet 'kik hier feitelijk komen doen?" Enkele ogenblikken later wist ze het en deed ze gewoon haar ding. Zalig!
Sita speelde hier de rol van Roodkapje, want Dorothy moest al in de huid van Snoepheks én Gelaarsde Kat kruipen. Ikzelf kon dan weer geen Gerrit de Wolf of Jan-Willem het snoepje spelen en werd hierin vervangen door Nederlander Bart Mijnster en Vlaming Nick Durivault. Nick speelde Jan-Willem zoals ik dat deed en had me daarvoor (via dvd) wat geobserveerd. Heel fijn om dat eens vanuit de coulissen te bekijken.
Wat ik me vooral herinner, is het feit dat dit voor mij een vrij zware show was. Niet alleen kwam hij niet lang na Roodkapje (en die was fysiek al niet te simpel), maar in het Sprookjesconcert waren Vicky en ik ook bijna niet van het podium weg. Het was anderzijds wel geweldig om terug in de huid van Titus te mogen kruipen. Groot was mijn ontroering toen op het einde van de laatste show een meisje uit het publiek met een roos bij mij kwam. Een mooiere beloning kon ik me niet indenken.
Na het Sprookjesconcert had ik wel zoiets van: "En nu is 't goed geweest." Drie prachtige rollen én het Sprookjesconcert als kers op de taart. Volgend jaar zouden ze 'Arthur en de Strijd om Camelot' spelen. Ik had de muziek al kunnen beluisteren en die had mij allerminst kunnen bekoren. Mijn afscheidswoorden waren klaar om te versturen.
Ik was nog niet goed uit het bos van Reinaert De Vos of ik moest al terug een ander bos in: dat van Roodkapje. Na heel wat audities met mogelijke wolvenvrouwtjes kwam de nieuwe Eline eruit als bazige tegenspeelster. Want ja; dit was opnieuw een Van Hoorneproduct en dus weer speelde ik de underdog met een bazig vrouwmens op mijn dak. Of beter: in mijn hol, want ik mocht de rol van Gerrit, de vegetarische wolf spelen.
Dorothy speelde de titelrol, maar er kwam een andere prof bij: de geweldige Wanda Joosten als oma. We hebben heel wat afgelachen maar tevens ook heel wat geleerd van deze madam.
Mijn grootste uitdaging was mijn zang... ik had niet minder dan 4 liedjes om te zingen, en één ervan was absoluut geen simpel. Ik kan geen noot lezen dus moet alles op het gehoor doen. Gelukkig was daar Steven Colombeen om me met veel geduld te begeleiden. Hij heeft me gezegd dat ik echt wel kan zingen, dus vanaf dan geloof ik dat wel (een beetje).
Dots man speelde de stoere jager Benjamin - we lachten net als bij Hans en Grietje weer heel wat af -, Ben speelde de orgelman Adriaan, Koen was meester Jan, Dagmar speelde Roodkapjes moeder. Ook de andere spelers waren stuk voor stuk toppers waarbij je je op je gemak voelde als ze op het podium stonden. Ik had steeds het gevoel van: "Ha, wat zalig. Zo'n talenten." De mensen aan het dansen brengen had ik nu al twee keer gedaan, dus dat zou dit jaar ook wel lukken, dacht ik. Alleen mocht ik dat nu met Dorothy doen. We noemden het steevast 'onze scène'. Heel leuk om te spelen, maar ook zeer vermoeiend.
De make-over van mens tot wolf was een proces van ongeveer drie kwartier. Kathleen, de dame die me al drie jaar schminkte, kwijtte zich iedere keer plichtsbewust van haar taak. Het werd ook eens vastgelegd op camera voor onze dvd en ook dan merk je dat ook de mensen van de grime echte kunstenaars zijn.
Ik herinner me ook nog dat ik bij de catering in die periode heel vaak vegetarisch bestelde. Kwestie van me in te leven in mijn rol.
We wisten dat dit het laatste sprookje uit ons drieluik was. Volgend jaar iets anders - maar eerst nog het Sprookjesconcert: een groot sprookjesfeest vol zang en dans ter ere van de vijftiende verjaardag van Event-Team - maar ergens had ik een streep getrokken. Ik had drie jaar mogen genieten van drie zalige rollen. Drie jaar de publiekslieveling spelen, het was een droom waarvan ik het einde zag naderen. Voor mij was het mooi geweest. Een afscheidsbrief voor Event-Team begon zich te kweken in mijn hoofd. Toch was ik er in mijn hart allesbehalve klaar voor...
21. REINAERT DE VOS
2012 was op theatergebied een vrij kalm jaar... Qua nieuwe producties was er enkel De Gelaarsde Kat. Er waren wel de hernemingen van Rauw in Westouter en Breda, maar daar bleef het bij. 2013 echter was zeer productief...
Het was ondertussen al drie jaar geleden dat ik in Liedekerke bij De Motoen nog meegespeeld had. Het was Philippe Hemelsoet, die ik daar leren kennen had, die me vroeg of ik geïnteresseerd was in een rol in zijn bewerking van het bekende Reinaertverhaal. Natuurlijk was ik geïnteresseerd, en dan zeker in de titelrol... Hij had echter iets anders voor mij in petto: de rol van Willem, de schrijver en (hier) verteller van het stuk.
Toen we het stuk voor het eerst te lezen kregen, bleek dat hij de oud-Nederlandse teksten allemaal herwerkt had tot moderne replieken... behalve die van mijn rol. Willem sprak alles in oud-Nederlands en op rijm! Hij werd ook amper onderbroken, dus het waren eigenlijk allemaal een soort van mini-monoloogjes. Ik zuchtte toen ik het las. Ik was bang dat niemand deze rol zou kunnen appreciëren. Gevolg: op een vruchtbare woensdagnamiddag (lees: in het gezelschap van een Duvelke) bewerkten Philippe en ik mijn tekst tot iets verstaanbaars. We gaven Willem ook een klein drankprobleempje...altijd leuk om te spelen.
Het decor was - zoals we gewend waren bij De Motoen - gedurfd maar af. Net als de kostuums en de muziek; die laatste werd simpelweg live gespeeld door een doedelzakspeler. Het deuntje van Kulderzipken was de intromuziek van dit stuk. Lekker herkenbaar maar passend!
Het idee was vrij duidelijk: we speelden mensen met dierenstreken. Enkele rollen werden naar mijn mening zeer goed gespeeld: de koning die kon brullen als een leeuw, de domme beer, de angstige haas... heel fijn om hen vanuit de coulissen aan het werk te zien. Voor mezelf was het heel leuk om telkens met een ander drankattribuut de bühne op te gaan (een fles, een glas, een beker...) en steeds zatter te worden. Het gefluister uit de zaal "Hij is daar weer..." werkte aanstekelijk.
Vooral de samenwerking met Philippe was leuk. Philippe lijkt nooit te panikeren, weet waar hij naartoe wil met zijn groep en heeft een goed gevoel voor humor. Dat we nog zouden samenwerken, wist ik toen al. De klik was er.
Reinaert werd totnogtoe mijn laatste samenwerking met De Motoen.
02-02-2015
20. DE GELAARSDE KAT
Toen de voorstellingen van HANS & GRIETJE nog maar net gedaan waren, wisten we al wat we in 2012 zouden brengen: "De Gelaarsde Kat, de musical". Het was van dezelfde makers als Hans en Grietje en dus hetzelfde concept: een moderne versie van het gekende sprookje, met twee grappige figuurtjes erin. Het grote verschil was dat ik betrokken werd bij de bewerking van het script. Dat deden we al in de zomervakantie van 2011; samen met Michiel - die Hans gespeeld had - en Olivier. Later die dag kwam Vicky auditie doen voor de rol van Fien, de tovenares. In onze eigenste living! Het moet best grappig geweest zijn om ons tweetjes - ik speelde de rol van Titus, de domme tovenaar - zo bezig te zien tussen de zetels. Ik herinner me nog hoe nerveus Vicky was. Ik was dat vreemd genoeg niet, waarschijnlijk omdat ik voelde dat het zo goed zat tussen ons twee. Na de auditie zei Olivier droogweg: "Ik laat je nog iets weten." En weg was hij! Vicky, ietwat ongelukkig omdat hij niks meer gezegd had, bleef zitten omdat ze bij ons bleef eten. Ik sms'te Olivier met de vraag of hij ons niet goed vond, waarop hij iets in de trend van "Jawel, hoor" antwoordde. Even later belde hij Vicky, die nog steeds bij ons in de zetel zat, op om te zeggen dat ze de rol had. Ze gierde het uit en was zo dolgelukkig dat ze mijn vrouw en mezelf om de hals vloog. Dat was de eerste van vele knuffels van Vicky Delrue: een (figuurlijk) grote madam met een klok van een stem.
De repetities voor De Gelaarsde Kat waren geweldig. Het was hard werken om sommige grappen, die door onze Nederlandse collega's soms uitgemolken werden, terug to the point en ad rem te brengen. Sommige van onze scènes werden hierdoor de helft korter dan in de Nederlandse versie! Er was gelukkig ook nog ruimte voor improvisatie... Zo repeteerden we op een gegeven moment - we zaten al in het cultureel centrum van Evergem - de scène waarop de twee tovenaars 's nachts binnen drongen in het kasteel van de koning. Fien (Vicky dus) via de gewone deur, Titus (ikzelf) langs de toren. Fien vond me niet direct, tot ze me boven op de toren zag staan. "Wat doe je daar nu weer?" Vroeg ze. "Ik speel torenpoeper!" Repliceerde ik, naar analogie van de recente nieuwsberichten omtrent de Aalsterse burgemeester, waarvan in die periode beelden teruggevonden waren waarbij ze heftig de liefde bedreef op een toren ergens op reis. Ik wist ook niet goed vanwaar die plotse ingeving kwam, maar dat die mop zou werken, wisten we allemaal. De zin zelf stond uiteraard helemaal niet in het script, maar het kon zeker. Dat dit moment tijdens de voorstellingen succes had, moet ik u niet wijsmaken.
Ook Dorothy speelde terug mee - zij nam de titelrol op zich. Koen speelde de koning - op een voortreffelijke, onherkenbare manier! Line speelde het sterke prinsesje met een zijdezacht stemmetje. Nils mocht de naïeve maar innemende molenaarszoon spelen en de nieuwe Timo, toevallig ook uit Ninove, speelde zijn broer, die het geheel zingend aan mekaar vertelde. Timo beschikte over een prachtige stem, maar had tijdens de voorstellingen te kampen met heel wat stemproblemen en moest een aantal keer vervangen worden. Spannend, maar Steven, de man van Dorothy, deed dit geweldig. Ben, die ik al kende van bij Het Oneindige Verhaal en Alladin, speelde de vader van de twee molenaarszonen en had welgeteld vijf zinnen, die hij ook nog eens allemaal achter elkaar moest declameren vanop een in rook gehulde brug. Ben maakte hier echter absoluut geen probleem van en werkte achter de schermen fijn mee. Een grote mens, die Ben. Peggy, die vorig jaar de gemene vogel Vlerk gespeeld had, speelde dit jaar de nar; een rol die we er o.a. op vraag van de Nederlandse makers erbij geschreven hadden omdat ze haar als Vlerk zo goed vonden. Een rol bijschrijven is altijd riskant. Ergens voel je als publiek toch dat er iets wringt. Dat was, hoe goed de rol ook gespeeld werd, in deze niet anders.
Het decor was iets ongewoons voor Event-Team: een draaiplateau waarop de drie plaatsen waar alles zich afspeelde, te zien waren: het kasteel van de koning, het dorpsplein en het kasteel van de twee tovenaars. Door het decor te draaien, zag je telkens een andere setting. Dit plateau werd bediend door één man: Gunther. Niet alleen ijzersterk, maar ook nog eens zeer stipt. Hij wist perfect wanneer het decor in welke richting moest draaien.
Vicky en ik hadden een onafgesproken teken, net voor onze eerste scène. Zij zat al op het decor, ik moest van achter een deur komen. Enkele ogenblikken voor het decor zou draaien, staken we onze duimen naar elkaar op. "Alles komt goed!" of "Succes!" Het kon meerdere betekenissen hebben. Wel is het zo dat we het altijd deden, zonder enige uitzondering.
Tijdens één van de voorstellingen in het NTGent werd het even spannend: Vicky struikelde tijdens onze ontsnappingsscène en viel pardoes op het hellende podium. Gelukkig bleef ze bijzonder goed in haar rol en riep ze met de nodige boosheid "Raap me dan toch op!". Menig lachbui achteraf natuurlijk.
De Gelaarsde Kat was voor mij een nieuw pronkstuk. Hier kon ik echt de 'kapoen' spelen. De belhamel die dingen zei die je eigenlijk niet hoorde te zeggen. Dat is één van de zalige dingen aan acteren: je zegt dingen die je anders nooit durft te zeggen.
Toen De Gelaarsde Kat op zijn einde liep, werd de nieuwe musical voorgesteld aan de spelers: Roodkapje. Een klassieker van formaat... met een vegetarische wolf... Ik wist meteen op welke rol ik mijn zinnen zou zetten.