
Het Witblauw ras komt hoofdzakelijk voor in Midden- en Hoog België.
Het ras dankt zijn naam aan de haarkleur die varieert tussen egaal wit en een egaal blauwschijnend kleurpatroon. Het meest voorkomend is echter wel een witte achtergrond met blauwschijnende plekken. Uitzonderlijk komen er zwart-witte dieren voor.
De kop is relatief klein ten opzichte van de rest van het lichaam. Dit ras is rond de eeuwwisseling ontstaan na het inkruisen van de Charolais en de Shorthorn in een lokaal ras. Aanvankelijk streefde men naar een tweeledig type. Na WO II werd bij een deel van de populatie het fokken op bespierdheid op de voorgrond geplaatst. Binnen dit ras is er een divergentie doorgevoerd naar enerzijds tweeledigheid en vleesproductie anderzijds. Het vleestype heeft een hoog slachtrendement van 65 % en bij de zogenaamde dikbil is er een zeer hoog aandeel van waardevolle stukken. Bij de witgekleurde dieren is er gevaar voor de erfelijke Witte vaarzenziekte (White Heifer disease) dewelke tot onvruchtbaarheid bij koeien leidt.
Bij dit ras ligt het percentage moeilijke geboorten zeer hoog, zeker bij de eerste kalvingen waardoor er zeer veel keizersneden uitgevoerd moeten worden.
13-04-2009, 20:49 geschreven door Roland en Terry 
|