Zoonlief is dolenthousiast over zijn KLJ-kamp. Dag in dag uit praat hij over alle leuke dingen die ze gedaan hebben: toneeltjes, de kampdans, zwemmen en zich (zonder zeep) wassen in de rivier, een superheldenspel en dito quiz, een zoektocht, een nachtspel, knutselen, zich verkleden, in de modder spelen, lekker lang met zijn maten liggen keuvelen in de tent, en natuurlijk
het kampvuur. Dag in dag uit zingt hij kampliedjes.
Veel ervan ken ik nog van toen ik in een ver verleden zelf op kamp ging. Maar er zijn er ook nieuwe bij. Zoals een nogal gore versie van het Ploplied over kabouter Plop en zijn wijven, die aan zijn ballen wrijven en de tetten van Kwebbel
Het kost me alle moeite van de wereld om het niet uit te proesten. Ik vraag me af of Zoonlief wel begrijpt wat hij zingt en vraag dus: Wat zijn dat, tetten?
Zijn beide handen tonen dat hij het wel degelijk weet.
Enkele dagen later moet Vake het hele kamprepertorium aanhoren.
Voor Zoonlief met het Ploplied start, zegt hij: Nu komt er eentje met moeilijke woorden. Je zal er vast enkele niet begrijpen.
Na de laatste noot glimmen zijn ogen. En
?
Vake lacht.
Begrijp je alles?
Ja, knikt Vake.
Echt? Zoonlief gelooft er niks van.
Maar Vake knikt weer.
Amai! Zoonlief is een en al bewondering. Ons mama wist helemaal niet wat tetten zijn, hoor!
05-08-2010 om 22:14
geschreven door veerle 
|