Ik ben Jaclien, °19 december 1955. Ik werkte lange tijd in de tuinbouwsector, volgde onlangs de opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden en werk nu in een woon- en zorgcentrum met ouderen met dementie. Ik ben getrouwd met Echtgenoot en mama van vier kinderen: Dochter (°1988), Oudste Zoon (°1990), Middelste Zoon (°1992) en Jongste Zoon of kortweg Jongste (°1999). Ik schrijf graag. Heb jarenlang meegewerkt aan de Wist-je, het schoolkrantje van de plaatselijke basisschool. Ook voor allerlei gelegenheden brouw ik wel eens een tekstje. Op dit blog wil ik graag wat van mijn dagdagelijkse ervaringen, herinneringen en bedenkingen, afgewisseld met vroegere spinsels, meedelen.
Vandaag heb ik de muur geschilderd. De muur waartegen de nieuwe boekenkast moet komen. Want er is een groot onevenwicht ontstaan tussen de boeken in mijn bezit en de plaats om ze te zetten. Een nieuwe kast dus. En omdat ik die niet zo meteen graag wil verplaatsen als die eenmaal is volgestouwd, heb ik de muur maar vast een lik verf gegeven. Het was de eerste keer dat ik op die plek de verfrol ter hand nam. De vorige keren was het Ma die de behang- en schilderwerken in onze woonkamer voor haar rekening heeft genomen.
Ma was voor ons altijd onze Meesterschilder en -behanger. Vrijwel altijd in het gezelschap van haar assistent, Pa, die haar bijstond met meten, knippen, schroeven, pappen, aangeven. En opsnorren van het gereedschap dat zij verloren had gelegd. Ma als schilder-behanger dus, in haar broek en bloes vol verfvlekken, reikend op haar ladder. Hijgend en steunend, want het moest vooruit gaan. Geen hindernis was haar te groot, geen muur te hoog, geen nis ondoenbaar. Voor alles vond ze een oplossing.
De laatste jaren waren dit soort klussen wel erg vermoeiend voor haar. "Een kopje koffie Ma?" Onder die broodnodige pauze keek ze rond, keurde het gedane werk, merkte opgelucht op dat de blazen in het behang toch weg begonnen te trekken, bedacht de aanpak voor het stuk dat nog in het verschiet lag.
Daarstraks, met elke gerolde verfbaan, met elke streek van de kwast dekte ik dergelijk oud werk steeds verder toe met een frisse nieuwe laag. Toch is het er evengoed nog, het schilderbaar behang is nog altijd het werk van Ma. Met die nieuwe laag is het enkel maar een beetje versluierd. Zoals de jaren stilaan ook haar beeld en de herinneringen versluieren.
Vijf jaren ondertussen al. De vorige keer dat het vrijdag 13 Juli was, is ze gestorven.
Een goede manier trouwens om aan Ma terug te denken op haar sterfdag: een verfklus.
Vandaag staan er nieuwe patatjes op het menu. Ik wil ze eerst koken en daarna bakken in een beetje boter. Lekker. Ik schat de hoeveelheid aardappelen die ik nodig heb, leg ze op het aanrecht en bedenk ondertussen hoe ik ze van hun schil ga ontdoen. De schil van die patatjes is nog heel dun. Ik herinner me hoe we dat vroeger deden, toen ik nog thuis woonde: de aardappelen in een emmer halfvol water en er dan met de neus van een klomp met volle kracht in stompen, net zo lang tot alle velletjes eraf geschampt waren. Die aardappelen waren we dan soms eerst nog in het veld gaan uitsteken met een riek. Een klomp heb ik niet meer bij de hand om mijn nieuwe patatten van hun schil te ontdoen. Ik besluit het te proberen met een stalen pannenspons. En het lukt prima, onder stromend water wrijvend met het sponsje krijg ik de schil er helemaal en heel dunnetjes af. "Zie eens hoe goed dat gaat met zo'n spons!" toon ik aan Echtgenoot. "Als dat niet vindingrijk van mij is..!" voeg ik toe, want ik ben best fier op mijn idee. "O, dat. Ja, dat zal je wel eens ergens gelezen hebben zeker!" monkelt manlief, nogal laatdunkend, van achter zijn krant. Ik ontdoe de aardappelen van hun pitjes en zet ze op. Dan probeer ik het sponsje schoon te spoelen. Maar dat gaat minder. De velletjes van de aardappelschil zijn niet weg te spoelen van tussen het kroezige staal. Goh, hoe moet ik die er nu uit krijgen? Ik kan niet zo gauw iets bedenken. En gelezen heb ik het ook nergens.
Mooi weer en een fijne sfeer! Alleen de opkomst had wat groter mogen zijn, dat had het Dizwitteam wel verdiend. De feestgangers kwamen alleszins niet bedrogen uit.
Ze hebben zich niet laten afschrikken door de pech van vorige jaren. Middelste Zoon en zijn kompanen, prille twintigers ondertussen, organiseren opnieuw hun festival. Het zal en moet een keer lukken! Na de koude en de striemende regen van twee jaar geleden, na de tien-minuten-storm die vorig jaar al meteen hun festival heeft plat gelegd, hebben ze er hun schouders voor de derde keer onder gezet.
Straks barst het feest los! Dit keer ten volle, ten einde toe en zonder ongelukken, laat ons hopen! Hun Dizwit-vlag hangt al weken fier te wapperen. Hun terrein is zo goed als klaar.
Ongelooflijk wat die gasten hier op poten zetten. Laat ze straks maar feesten!
Het gonst hier van schooldrukte dezer dagen. Vooral omtrent onze Jongste. Die beleeft zijn laatste dagen in de basisschool. Het
afscheid is dichtbij. En dat moet gepast gevierd worden natuurlijk. Met
een receptie op de school, met zelfgemaakte attenties voor juffen en
meesters.
Jongste is nu ook definitief ingeschreven in de nieuwe
school. Uiteindelijk niet de school waar ik in januari mee aan de poort
heb gekampeerd. Het is de andere school geworden waarop we hadden
ingezet, een kleine, vriendelijke school voor kinderen met autisme in de
Kempen. Ook de intakegesprekken in school en internaat hebben we daar achter de rug.
Voor mij was het schooljaar al enkele weken geleden afgelopen. Ik heb nog een half jaartje te gaan!
En
dan waren er nog de examens van de groten. En de muziekacademie waar
het schooljaar telkens wordt afgesloten door een groot en feestelijk
gebeuren: De Laatste Nootjes.
Jongste trompetterde mee in het
kinderorkest. Als afsluiter mochten de kinderen plaatsnemen tussen de
volwassenen van het symfonisch orkest. Met een bescheiden bijdrage
evenwel, maar toch...
En zo zat onze Jongste tussen de grote jongens voor de uitvoering van een mooi stuk muziek uit de "Pirates of Carabbean".
Een waardige apotheose van een spetterend muzikaal feest!
Als ik een potje yoghurt eet doe ik er graag een handvolletje rozijnen in. Lekker vind ik dat. En elke keer als ik het pakje rozijnen neem, er voorzichtig wat van in mijn yoghurt schud en dan met een elastiekje het pakje weer sluit, moet ik er aan denken. Aan die eerste keer. Die allereerste keer dat ik, zomaar uit de hand, rozijntjes heb geproefd.
Ik moet een jaar of zeven geweest zijn. Ma kookte rozijnenpap: rijsterbrij met rozijntjes. Twee kopjes water, één kop rijst en een half pakje rozijnen. Een snuifje zout erbij en dan zachtjes laten koken tot de rijst al het water heeft opgeslorpt. We aten het als dessert, met kristalsuiker en kaneel.
Ma maakte rozijnenpap dus, en deed de rozijnen bij in de pan. Vooraleer ze het pakje dichtvouwde nam ze er een handje uit, legde de rozijntjes op het aanrecht en stopte er een paar in haar mond. Toen zag ze mij staan en hield me uitnodigend het pakje voor: "Jij ook wat?" Ik knikte gretig en Ma schudde een hoopje rozijnen in mijn open hand. En toen stonden we daar. Samen te smikkelen. Een gestolen ogenblikje van gezamenlijk snoepen.
Aan dat moment van verbondenheid moet ik telkens weer denken als ik het pakje rozijntjes neem.
Vandaag zou Ma jarig zijn. Tweeëntachtig jaar. Zouden ze dat vieren, daar aan de Overkant? Met de traditionele rijstpap en de gouden lepeltjes? Of rijstebrij met rozijntjes?
"Mama, ik heb slecht nieuws!" zegt hij en kijkt me aan met ernstige blik. "Slecht nieuws?" vraag ik lichtelijk ongerust. "Ja, kijk maar!" Met nog altijd die gespannenheid in z'n blik heft hij zijn voet op, zodat ik de zool van zijn schoen kan zien. "O, is er iets met je schoen?" Ik speur niet-begrijpend de zool af en ja, dan zie ik het. Hij heeft een gat in z'n schoen. Een flink groot rond gat. "O," reageer ik luchtig "als het dat maar is. Dat is helemaal niet erg. Het komt juist goed uit, je hebt toch nieuwe schoenen nodig!"
De hoge schoenen die Jongste al een hele winter draagt, zijn het enige paar dat hij heeft. Maar hoge schoenen passen niet zo goed bij zomerse bermuda's of korte broeken en zijn bovendien te warm in deze tijd van het jaar. Al enkele jaren moeten we dan na zo'n zomerperiode vaststellen dat zijn winterschoenen te klein geworden zijn. Zonde als ze dan nog te dragen waren. Daarom vind ik het eigenlijk prima dat zijn schoenen deze keer precies op tijd versleten zijn, nu hij toch lage exemplaren nodig heeft.
Maar u kan zich wel het gevoel voorstellen dat Jongste heeft bij deze reactie van zijn mama. Zijn schoenen kapot! Die dure schoenen, waar destijds zijn moeder nog zo aan had getwijfeld om ze te kopen. Aan de blik van mijn zoon te oordelen verwachtte hij minstens een minutenlang klagerig gejammer over het plotse verlies van die kostelijke stappers en hoe het geld tegenwoordig langs ramen en deuren buiten vliegt alsof het niks is en... en....
En nu zegt die moeder doodleuk dat het net goed uitkomt dat zijn schoenen kapot zijn! Jongste kijkt me stomverbaasd aan! Die volwassenen toch! Stukken meer onvoorspelbaar dan hij ooit had kunnen denken!
Hebt u zich al eens voorgesteld wat het zou zijn al je met veel honger aan een buffet zou zitten, waar mooi opgediende en overheerlijk geurende gerechten je speekselklieren in werking zetten, maar dat je plotseling niet meer in staat blijkt te zijn om je mond open te krijgen om van al dat lekkers te proeven? Zo voelde ik me van de week ongeveer toen ik de boekhandel binnenstapte. En mijn leesbril vergeten bleek te zijn.
Zoontje van Jongste Zus, die vandaag zijn Eerste Communie viert (Proficiat!), zal het geweten hebben. Hij krijgt als geschenk een boek in groot formaat. In de eerste plaats natuurlijk gekozen omdat het een geschikt boek leek te zijn voor de jongen. Maar ook omdat het zowat het enige boek was dat zijn tante behoorlijk bekijken kon.
"Mama, we moeten nu eens beslissen wanneer het voor jou de "echte" Moederkensdag gaat zijn!" vond Dochter deze week. Daar is elk jaar wel wat discussie over. De tweede zondag van Mei wordt er tot over de landsgrenzen Moederdag gevierd. Ook de schoolkinderen knutselen dan gewoonlijk iets liefs in elkaar voor hun mama. Hier in Antwerpen zweert men echter bij de Moederdag van 15 Augustus. Mijn "grote mannen", zijnde Echtgenoot en Oudste Zoon, zijn ook die mening toegedaan. Grote kans natuurlijk dat ze zich op 15 Augustus weer afvragen: "Die tweede zondag van Mei, is dat niet de ware Moederdag?"
Jongste laat het niet aan zijn hart komen. Hij had zijn cadeautjes klaar. Ik moest er wel wat voor over hebben. Heel zijn kamer afzoeken, terwijl hij met een traag "koud-koud", of enthousiaster "warm-warm-héét" de aanwijzingen gaf. Het waren geschenkjes om u tegen te zeggen, wat hij gemaakt had op school. De verpakking van het eerste pakje gaf een frisgroene schort prijs. Helemaal door Jongste zelf gestikt op de naaimachine! In het andere zat een zelf geschilderd bloempotje waarin het gezaaide zaadje nog uitkomen moet. In de pot staat een satéstokje, met daaraan een zelfgeschreven versje bevestigd. Dat versje alleen al, zo ontroerend, zou al cadeau genoeg zijn geweest. Daarvan geniet ik stilletjes zelf.
Maar die zelfgemaakte schort, die wil ik u graag laten zien. Als fiere mama van deze schat van een zoon. (en nog een stuk of drie andere schatten van kinderen natuurlijk)
Eindelijk lenteweer. Zalig om buiten te zijn. Maar ik heb deze dag, na het strijken van een berg was, doorgebracht voor de computer. Ongelooflijk hoeveel werk er komt kijken bij onze studie. Ik volg mijn opleiding reuze graag. Maar daarstraks kon ik niet anders dan verlangend uitkijken naar de dag dat het voorbij zou zijn. Dat een zon- of vrije dag weer echt een zon- of vrije dag mag zijn, en niet meer peinzend en schrijvend moet worden doorgekomen.
Ook mijn blogske verpietert ervan. Tja, de computer lokt niet meer zo na het wroeten aan werkstukjes en verslagen. Maar nu wil ik hier toch eventjes komen zeggen dat ik nog leef. En u toewensen dat u ongelooflijk mag genieten van het voorjaarsgevoel. Tot volgende keer!
Op weg naar een bewoner, die ik boven moet gaan halen, zie ik een dametje, die op de stoel zit in het hoekje bij de lift. "Ha Mevrouw, bent u een beetje hier komen zitten?" vraag ik vriendelijk in het voorbijgaan. "Ja, ik zit te wachten..." antwoordt ze een beetje triest. "...Op niemand!"
Griep en andere toestanden gedijen niet goed bij ons: in ons gezin is er zelden iemand ziek. Dat geldt zeker voor Jongste. Maar op vrijdagavond is het anders. Jongste klaagt over keelpijn. En zaterdagochtend, als hij naar de muziekschool moet, voelt hij zich moe en zwaar. In de loop van de dag hangt hij vaak in de zetel en verraden zijn waterige ogen en rode koontjes de koorts. Het duurt een poos voor ik een deugdelijke koortsthermometer heb opgespoord, maar dan weten we het zeker: de thermometer wijst een kleine 38° aan. Jongste verklaart zichzelf officieel ziek. Die avond trekt hij vroeg naar bed.
De volgende ochtend klatert zijn heldere stem weer door het huis: "Ik voel me al veel beter!" Toch sleept hij zijn dekbed en hoofdkussen aan en installeert zich in de zetel. "Mama, ik heb honger!" roept hij even later "Of eigenlijk geen honger, maar wel zin in eten!" Hij is tenslotte ziek, en honger valt niet te rijmen met ziek zijn. "Mama, zijn er nog beschuiten?" Beschuiten horen er wel bij. "Neen, maar er zijn wel cracotten!" antwoord ik, haal het pak in de keuken en zet het naast hem op het tafeltje. Een aantal minuten is het stil. Behalve de overslaande stemmetjes op de televisie dan. Waarom zijn die gedubde kinderprogramma's altijd zo lawaaierig, vraag ik me weer eens af. "Mama, kan je een glas water brengen? Ik heb dorst!" "Zeg manneke!" zucht ik. Maar dan moet ik eraan denken wat hij doet als ik me niet lekker voel. Hoe hij dan van alles aanhaalt. Hoe hij me met alles wat hij maar verzinnen kan verwent. Want verwend worden is absoluut verbonden met ziek zijn!
Met een glimlach vul ik een groot glas water en geef het hem. Laat hem maar eens lekker zieken!
Voor de tweede keer is hij gerepareerd, de laptop van Dochter. Een apparaat van dat populaire merk. U weet wel, met dat aangevreten stuk fruit als logo.
Het is al een maand of drie geleden dat hij plotseling dienst weigerde. Een productiefout zou aan de basis liggen. Maar omdat het apparaat niet meer opstartte kon dat niet bewezen worden. De reparatiekosten zouden 1000 bedragen.
Het beestje was ruim drie jaar oud. Voor computers nogal bejaard om tegen een dergelijke prijs te laten repareren. Dus kocht Dochter een nieuwe, vaste computer. Want omwille van haar grafische studies kan ze niet zonder zo'n stuk vernuft. Wat nu gedaan met het oude apparaat? Meteen ermee naar het containerpark?
Maar dat was buiten het Lief gerekend. Het Lief van Dochter weet het één en ander van computers. Hij ging op zoek om het probleem op te lossen. En scharrelend op het internet vond hij een oplossing. Er was wel enig risico aan verbonden. Maar, met een apparaat dat eigenlijk al tot schroot was gereduceerd, kon hij dat risico wel nemen.
De oplossing zou zijn: het moederbord uit de computer halen en een poos "bakken" in de oven. Bakken dus: op 190°, en dat acht minuten lang!
Het euvel was namelijk dat er bepaalde solderingen aan loskwamen, door onvermijdelijke schokken tijdens het vervoer. Door die solderingen opnieuw te verhitten zouden ze zich weer vastzetten. Wel moest je er voor zorgen alle plastieken delen te verwijderen vooraleer het onderdeel in de oven te zetten. Iemand had, door dat te verzuimen, aan zijn actie een gesmolten USB-poort overgehouden!
Het Lief demonteerde dus de laptop, en bakte het moederbord, precies volgens de aanwijzingen. Toen hij daarna de computer weer in elkaar had gemonteerd (na een afkoelingsperiode vermoed ik), liet hij het aan Dochter om de Aan/Uit-knop in te drukken. Spannend moment dus, en wat gebeurde er?
Neen, geen ontploffing, geen gensters, geen electriciteitsuitval... Het apparaat werkte!
Enkele maanden heeft Dochter er weer plezier aan gehad. Tot haar computertje het weer opgaf. En nu doet hij het dus weer, na een herhaalde bakbeurt.
't Is niet dat hij nu zo betrouwbaar is. Gegevens worden meteen ook elders opgeslagen. Maar zolang het toestel het nog doet is dat mooi meegenomen. Gemakkelijk meegenomen in dit geval...
En zegt u nu zelf: een schoon gerief toch, een handige man in de keuken?!
Dankzij het vele huiswerk blijft Spinnenkopje nu even hangen. (de letterlijke spinnenkoppen ook!)
Ondertussen is de stage weer volop bezig. Met zo'n projectgroep is het, zeker in het begin, bijna meer overleggen dan met de bewoners bezig zijn. Maar als we dan naar de bewoners gaan, voel ik me weer als een vis in het water. Een fijn gevoel om bij de ouderen, met of zonder dementie, mijn "plek" te vinden.
Verder krijgen we heel wat huistaken mee naar huis. Zeer interessante taken. Over psychologische en ethische kwesties. Inzichten en technieken over hoe te werken met groepen.
Ik geniet ervan, al neemt het allemaal veel tijd in beslag. "Nadenktijd" en ook "groeitijd".
We tellen af, aan onze opleiding. Zullen blij zijn als we de eindmeet gehaald hebben.
Maar ik ga er spijt van hebben ook. Spijt dat het voorbij zal zijn.
Morgen is het de eerste stagedag met ons projectgroepje in het woonzorgcentrum dat ons werd toegewezen. We zijn er al een paar keer op bezoek geweest. Hebben al heel wat voorbereiding achter de rug. Onszelf kenbaar en "herkenbaar" maken hoort er ook bij. Zo hebben we een naam en een heus logo. Ons groepje heet "HARTENDRIE". Omdat we, ondanks dat we heel verschillende mensen zijn, alle drie ouderen een warm hart toedragen en hen op een respectvolle manier (trachten te) bejegenen. De drie harten, op een speelkaart apart van elkaar, zijn in ons logootje gegroepeerd. Het hartengroepje is voorzien van zorgende, koesterende armen. Niet "zorgen" in de zin van "betuttelen", neen. Wel in de zin van "behoeden". En wat er dan behoed moet worden? Dat vertelt onderstaand gedichtje:
Animatie is...
Animatie is... bezigheid bieden,
ouderen amuseren.
Ja, dat ook.
Maar veel meer dan dat is het
hun verhaal behoeden,
hun verhaal dat -zo zij wensen- zich lezen laat,
vruchtbaar gehoor zoekt, een bedding om te stromen.
En het is hen noden ook,
noden tot blijven schrijven aan dat verhaal:
de pen aanreiken, zo nodig de hand omvatten,
zodat hij of zij -geanimeerd- tot een hoofdstuk, -het slot?-
Vorige week typte ik een stukje van haar levensverhaal uit. Daardoor weet ik dat ze, voor het grootbrengen van een groot gezin er alleen heeft voorgestaan. Ik weet ook dat vorig jaar haar zoon Stan, na een slepende ziekte overleden is. Ella is niet meer naar de begrafenis geweest. Ze is al erg ver heen in haar dementieproces. Maar dat wil niet zeggen dat ze van niets meer weet, ze zich van niets bewust is.
Vanmiddag wil ik een foto van haar nemen voor in het afdelingsboek dat ik, als een uitgelopen stagetaak, aan het maken ben. Foto's nemen van mensen met dementie is niet gemakkelijk. Het dient met het grootste respect te gebeuren. Een door dementie getekend gelaat stop je niet zonder meer in een plakboek.
Nu onderneem ik, voor de tweede keer, een poging om Ella zo sereen mogelijk op de SD-kaart te krijgen. Meteen weet ik al dat het niet zal lukken. Haar gezicht heeft een ongelukkige, geagiteerde uitdrukking. Ik ga rustig naast haar zitten. "Ella, het gaat precies niet goed!" "Geef ze haar pop, dan gaat het meestal beter!" vertelt één van de verzorgsters, en biedt zelf de pop, waar Ella graag mee tuttelt, aan. "Neen, ik moet dat niet hebben!" weert Ella boos en duidelijk af. "U bent verdrietig hé!" probeer ik, als we weer onder ons twee zijn. Ella kijkt me een ogenblik aan, knikt vluchtig en kijkt dan weer weg. Dan begint ze aan haar rok te friemelen en te trekken. "Ik heb niks meer hé! Ik heb helemaal niks!" "Hebt u niks meer?" vraag ik, en dan na een momentje stilte "En wat heeft u dan nodig?" Ze kijkt me even vol aan: "Stan.., onze Stan..." antwoordt ze.
Ella mist Stan, haar zoon. Ze lijdt onder dat gemis, net zoals ieder ander die een dierbaar iemand verloren heeft. Mensen met dementie zijn zich soms nog van verrassend veel bewust!
Jongste lust heel graag kaas. Het liefst jonge. Hoewel belegen kaas er ook goed in gaat, weet ik uit ervaring. Alleen, wat hij noemt, "die bejaarde kaas", neen, die lust hij niet!
Al iets verteld over mijn "rapport" van vorig semester betreffende mijn opleiding? Wel, het was dik in orde! Fier heb ik de behaalde "deelcertificaten" in de dikker groeiende enveloppe gestoken.
En ondertussen zijn we weer een nieuw semester van de BAB-opleiding gestart. Het vijfde en tweede laatste. Hier werd onze klasgroep in kleine groepjes verdeeld, om samen iets uit te werken op een gloednieuwe, ons toegewezen, stageplaats. Erg spannend eigenlijk.
Het betekent ook een beetje afscheid van het woonzorgcentrum waar ik twee jaar lang stage liep. Met spijt, want ik mis onze mensen. Hoewel ik er af en toe nog zal binnenlopen, want ik had beloofd nog iets af te werken. Iets rond het zichtbaar en leesbaar maken van een stukje levensverhaal van enkele bewoners. Het levensverhaal van mensen, die door hun dementie niet meer bij machte zijn het te vertellen. Boeiend om enkele puzzelstukjes te ontdekken van het leven dat mensen geleefd hebben. Van wat ze soms doorstaan hebben. "Door-staan" in de zin van zich in zware omstandigheden "staande te houden". Zich erdoor slaan.
Zoals Ella. Ella die daar maar zit en enkel nog een beetje wartaal uitslaat, waar niemand iets van begrijpt. Maar ooit heeft ze haar vrouw gestaan. Na het overlijden van haar man, bleef ze achter met zeven kinderen tussen drie en veertien jaar. Ze moest ze toen, in bittere omstandigheden, verder alleen groot te brengen. Ze heeft het geklaard.
Wat een vrouw als Ella levens- en daadkrachtig bewerkstelligd heeft, daar kan niets of niemand ooit iets van af doen. Ook dementie niet.
Jakkie, wat een vieze geur! Hij moet dringend in bad. En wel nu meteen. Dit hebben we al te lang uitgesteld.
Ik loop vastberaden naar de badkamer, laat wat water lopen in de kuip. Maak er met flink wat zeep een sopje van. Leg de borstels klaar. Even is het nog wachten. Vanuit de belendende kamer klinken de laatste tonen van het Abbaliedje "Tank you for the music".
Ziezo, hij is klaar. Ik kan aan de wasbeurt beginnen. Eerst alles uit elkaar schuiven en schroeven. Dan onderdompelen, laten weken. Uitschrobben, afspoelen. Behoedzaam afdrogen. Op een zachte handdoek leggen om verder te laten drogen. Om de volgende ochtend weer netjes te monteren.
"Probeer eens of hij goed in elkaar zit!" draag ik Jongste op. Jongste zet aan, schroeft iets uit en er weer in. Probeert nog eens. Jawel, hij doet het.
Hij kan straks weer mee naar de les, zijn trompet. Helemaal schoon en zonder geurtjes.
Nooit vermoed dat zo een instrument bij tijd en wijlen een fikse sopbeurt nodig heeft!
Ik maak me op voor een fietstocht van vijf kilometer door de vrieskou naar huis.
Ik rits mijn jas dicht tot aan mijn kin. Trek mijn muts tot ver over mijn oren. Wind mijn sjaal twee keer rond mijn hals, schik hem tot bijna aan mijn neus en leg er een knoop in. Ik trek de dikke handschoenen aan.
Ziezo, klaar om te vertrekken. Van kop tot teen ingepakt, toegeritst, dichtgeknoopt.
Ik ga zitten op het zadel van mijn fiets, zet mijn voet op de trapper. Maar ineens word ik iets gewaar. Een onprettig gevoel. Een gevoel waarvan ik nu al weet dat ik het niet verdragen kan tot ik thuis ben. Iets dat nog opgelost moet worden. Nu!
Het bandje van mijn beha is van mijn schouder gegleden.
daar het verlangt dat het oog en oor en weerwoord vangt
en liefst van al: een glimlach..
Een tekstje lenen? Soms publiceer ik een dichttekstje op mijn blog. Is er één dat u aanspreekt en u graag wil lenen voor een gelegenheid? Ik zou mij heel vereerd voelen. Maar toch wil ik er graag enkele afspraken rond: -Dat mijn initialen er onder gezet worden (jb). -Dat er niets meer in gewijzigd wordt. (Wil het a.u.b. laten weten als er taal- of tikfouten in staan.) -Uiteraard niet te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek