Gisteren een beetje een baaldag, maar vandaag zou het beter moeten gaan. Gisterenavond had ik gevraagd aan de stageairs (salesianen die al redelijk ver gevorderd zijn maar nog geen priester zijn) om naar een film te kijken. Ik mocht kiezen tussen een stuk of 20 films en daar vond ik één in die ideaal was om hier in Afrika te bekijken: Lumumba. Voor wie het niet zou weten, hij was de eerste eerste minister na de Congolese onafhankelijkheid (in 1960). Hij was een maand of twee aan de macht en daarna werd hij vermoord. Het is nog altijd niet duidelijk wie juist de opdracht heeft gegeven. In elk geval, na zijn dood was het Mobutu die aan de macht is gekomen. Het is dus een film die gaat over de onafhankelijkheid van Congo en hoe dat allemaal verlopen is. Samen met Marc en af en toe Cyprien (twee zwarte dus) naar de film gekeken en ze zeiden dat ze blij waren dat ze mij kenden want de belgen komen niet goed naar voor in de film. Ik moet eerlijk zijn dat ik mij op sommige momenten schaamde over wat er gebeurde. De exploitatie en vernedering van de zwarte was echt erg in de koloniale tijd. Ik heb een aantal keren serieus moeten slikken. Marc (een togolees) zei dat Afrika is wat het is, omdat de intelligente mensen zoals Lumumba telkens vakkundig van de kaart werden geveegd en er iemand werd aangesteld die naar de pijpen van het Westen danste/danst. Als die intelligente mensen aan de macht waren gebleven zou het er wellicht anders hebben uitgezien, daar ben ik het mee eens. Ik moet eerlijk toegeven dat ik graag de reden van de moord op Lumumba zou kennen, ja hij was een sterke persoonlijkheid en zei waar het op stond, maar is dat een reden om hem te vermoorden?! Hier in Burkina hebben ze het helemaal niet voor de Fransen, en dat heeft volgens mij te maken met hun koloniaal verleden. Ik vraag mij af hoe de Congolezen naar de Belgen kijken? Zou ik in Congo, dat ik toch een beetje als mijn land beschouw, welkom zijn? Op een dag ga ik erheen, eerst wachten tot het er wat veiliger is. Ik zou het hen niet echt kwalijk nemen dat ze nog wat rancuneus zouden zijn tegenover de Belgen, maar uiteindelijk kunnen wij de Belgen van nu er niets meer aan doen. Ik vraag mij af in hoeverre het koloniale verleden nog meespeelt in de relatie zwart-blank van vandaag. Tot nu toe heb ik de indruk dat het verleden nog niet helemaal begraven is...
Ik had in een van mijn vorige blogs gezegd dat ik naar een dorp wilde. Samen met Elien heb ik dat dus gedaan, en we hebben het niet bij één dorp gehouden. Het eerste dorp waar we twee nachten gebleven zijn was Sabou. We sliepen er in een ruime kamer, waar zelfs stromend water was. Het enige wat ontbrak was electriciteit. Zeer handig als het al om 18u30 begint donker te worden... Sommigen hebben zo een groupe electrogène maar in ons hotel was dat niet geval. Het grappige is dat er wel overal electriciteitspalen staan. Als je hen dan vraagt hoe dat komt dan zeggen ze dat ze geprobeerd hebben om electriciteit te leggen maar dat het niet is gelukt. We hebben kennis gemaakt met de chef de village, die de werfleider is van de bouw van Martine haar huis. Hij heeft ervoor gezorgd dat we 1000 CFA minder moesten betalen per nacht en hij heeft ons op een limonade getracteerd. Het typische aan een dorp is dat er eigenlijk niets te beleven valt. We waren daar twee dagen en dat was meer dan lang genoeg. De enige toeristische attractie waren de krokodillen die geen mensen doodbijten omdat ze heilig zijn. Verder hebben we door het hele dorp gewandeld en alles gezien wat er te zien valt, niets dus.
Omdat we nog niet genoeg hadden van de dorpen, zijn we ook naar tiébélé gereisd. Een heel erg mooi beschilderd dorp, maar ook daar valt er niets te beleven. De auberge had noch water noch electriciteit. De WC was gewoon een gat in de grond (zoals het bij de meeste mensen is trouwens). We wilden op de daken slapen daar in Tiébélé, maar ik werd plots wakker van de wind (de wind is hier de voorbode van de regen) en heb toen elien wakker gemaakt. We hebben de matras naar beneden gegooid en zijn in de case gekropen.
Dat alles om te zeggen dat je eigenlijk niet naar hier moet komen om dingen te zien, maar om dingen te beleven en om met mensen te praten.
Binnenkort begint de school ook hier (normaal moest ze maandag begonnen zijn, na drie maand vakantie, maar nu zou het volgende maandag zijn). De startdatum van het schooljaar ligt hier bijlange niet zo vast als bij ons. Ik ben benieuwd wanneer ze echt gaan beginnen...
Eerst en vooral wil ik alle studenten, voor wie het academiejaar net begonnen is of binnenkort begint, heel veel succes toewensen. Geniet van de eerste rustige weken, want die vliegen altijd voorbij.
Ook hier vliegt de tijd voorbij. Mijn werk op het secretariaat is begonnen, ik maak er vooral lijsten aan van alles wat je je maar kan inbeelden. Dikwijls, als een lijst af is, mag ik herbeginnen omdat Marc (de secretaris) bedenkt dat er nog het een en het ander bij moet. De efficiëntie hier is nog niet alles. Maar ook dat zal komen, daar ben ik gerust in. Ondertussen is de vasten begonnen voor de moslims. Dat zal je geweten hebben, ook in een Don Bosco-omgeving. Het is zeker niet zo dat hier enkel christenen komen, integendeel. Tegen de avond maken ze speciale koekjes op de straat (waar ook Elien van geproefd heeft), die dan vanaf 18h30 mogen gegeten worden; Heerlijke koekjes trouwens, je zou voor minder de hele dag vasten.
In Burkina Faso vindt je zowel moslims, als christenen als animisten. Het mooie is dat ze allemaal vredevol met elkaar leven. Af en toe vragen ze me of ik ook Ramadan doe, maar dan zeg ik dat ik pas en dat is geen probleem voor hen. Wat wel opvalt is dat de vrouw de godsdienst van de man moet volgen. Dus als je met een man samen bent die toevallig van een andere godsdienst is, dan moet de vrouw zich maar bekeren (die vindt dat trouwens meestal geen al te groot probleem). Een mooi voorbeeld daarvan zijn Rokia en Augustin. Hij is christen en zij moslim. Ze vroeg mij overlaatst of ik haar zou leren bidden. Iets wat mij een rare vraag leek, omdat moslims toch meerdere malen per dag bidden. Ook dat horen we hier in het Don Bosco-huis: de gebeden van de moslims.
Zo tot zover de blog voor vandaag,
Ik loop even naar mijn secretariaat om er wat werk te verrichten,
Na een tijdje geen blogs gepost te hebben, ben ik hier terug met een blog. Eerst wil ik meedelen dat ik sinds een week of twee niet meer op mijn mail kan. Ik kan het wel nog openen, maar ik kan mijn mails niet aanklikken. Ik hoop dat iemand in staat is om dat terug in orde te brengen. Gelieve een mail te sturen naar mijn kuleuven (soetkin.werbrouck@student.kuleuven.be) als je mij wil bereiken en zeker als je denkt dat je mijn probleem kan oplossen want ik vind het heel erg ambetant... (Dus diegene die mij sedert begin september gemaild hebben, ik heb dat nog niet gelezen, sorry). Als je denkt het te knn oplossen, gelieve dat te zeggen hé...............
Elien is hier dus geweest en dat verklaart waarom ik zo lang niets geblogd heb. Ik wilde ten volle van haar aanwezigheid genieten en haar ook niet echt alleen laten dus vandaar. Toen ik terug in mijn huis kwam had ik het moeilijk. Vooral ook omdat Yacine haar bed terug wil, dwz dat ik nu met Anna in een bed moet slapen. En ook omdat Yacine vindt dat ze niet genoeg plaats heeft in de kast en dus al mijn kleren op een hoop heeft gegooid en een deel van de enige plank die ik heb heeft ingenomen. Dus van een klein beetje vrijheid en ruimte, naar weer een tekort aan beide. Het wordt weer wat wennen. Dat is trouwens wat ik nog steeds het moeilijkste vind, dat ik nergens maar dan ook nergens iets heb waar ik alleen kan zijn of waar ik met rust gelaten word.
Nu eerst een verslagje van de reis met Elien. We hebben het één en het ander bezocht en hebben heel veel kunnen bijpraten. Ik heb haar mijn vrienden kunnen tonen en ook de plek waar ik woon en werk. Dus nu kan zij dat bij jullie komen vertellen hé. We hebben Ouaga bezocht, Ziniaré (een dierenpark waar de wilde dieren-leeuwen en zo- enkel achter een ijzeren draad zitten. Je kan ze gewoon aanraken als je wil), Bobo, Banfora (de dômes en de cascades), Koro (een dorpje dat op de rotsen is gebouwd), Tiébélé (het dorp waar alles fout liep)...
Het was echt wel leuk. De rode draad in dat alles waren de pannes van de voertuigen waar we in zaten. Maar ondanks die pannes, zijn we elke keer op onze bestemming geraakt. Soms wel met een serieuze vertraging, maar kom CCA (ceci cest lAfrique) zoals onze vriend Charles zegt.
Ik heb trouwens de toelating om hier nog wat langer te blijven. Ben blij dat dat in orde is, daar moet ik dus niet meer mee inzitten.
Zo, ik geraak maar niet op internet, dus de blog posten zal voor een andere keer zijn...