Nadat ik op zaterdag met mijn kids een dagje cultuur had opgedaan ( mini-europa in de namiddag en 's avonds "nacht van het museum" te Antwperen) was het de bedoeling om zondag samen met Kim en Stefan Horlait de 23ste Fietsdodentocht te rijden. Na dat ik mijn kids in hun bedje had gelegd nog snel alles klaar gelegd zodat ik 's morgens niet teveel moest zoeken maar vooral niet teveel lawaai kon maken voor het vrouwtje dat altijd een langslaper is. Toen ik zondagmorgend,spontaan,wakker werd rond 6u20 (veel te vroeg als je maar om 1u30 je bed in ligt) had ik toch wel zoiets van mhhh blijf ik liggen of spring ik er toch maar uit. Zo bleef het nog een 20tal minuten over en weer gaan. Uiteindelijk heeft het "wel" gaan fietsen het gehaald van het 'blijven" liggen. Om 07u30 stond ik, ingeschreven door een vriendelijke medewerker van de organisatie "WielerToeristenClub Amerika" uit Bornem, te wachten op mijn 2 medefietsers. Eens beiden aangekomen vertrokken we rond 08u10 met de wind in onze rug richting het Oost-Vlaamse Baardegem en het Vlaams-Brabantse Affligem, met de beklimming van de Eksterenberg en Borchtlombeek als toetje. Het was vooral Kim die op deze molshoopjes liet zien dat hij nog steeds de nodige klimkilometers in de benen had. Na een kleine 42km kwamen we aan op onze eerste controleplaats op de sportterreinen van FC Eizeringen te Lennik. Na snel de nodige brandstof in onze mond gestoken te hebben waren we opnieuw met ons 3'tjes op weg voor het middengedeelte van deze Fietsdodentocht. Dit stukje zou onze tussen Borchtlombeek en Brussegem brengen. Sommige onder ons hadden hun les goed van buitengeleerd en hadden meer dan voldoende terreinkennis opgedaan want dit middengedeelte stond garant voor het iets zwaardere klimwerk. In dit heuvelachtig deel van Vlaams-Brabant liggen dorpjes zoals Schepdaal, Sint-Anna-Pede en Sint-Martens-Bodegem verscholen. Het zijn vooral de beklimmingen van de Eksterstraat, Ijsberg, Lindenberg en niet te vergeten de Tenberg, waar ondergetekende toch geregeld op zijn tandjes moest bijten om de Kim niet te ver voor zich uit te laten rijden, die ervoor zorgen dat je niet altijd ver moet rijden om te kunnen klimmen. De 2de bevoorradingspost op de Boterberg te Bekkerzeel was meer dan welkom. Fietsend doorheen het golvende landschap tussen Kobbegem en Brussegem bereiken we vervolgens onze laatste controleplaats in brouwerij Palm te Steenhuffel. Hier werd zeer snel iets gedronken (geen Palm) en hop waren we weg. Het laatste stukje van de tocht geeft ons toch nog de gelegenheid gegeven om te genieten van enkele pastorale landschappen, alhoewel ik meer dan blij was dat Kim de kop trok zodat ik mij gewillig in zijn wiel kon zetten, voordat het eindpunt te Bornem bereikt wordt. Alle 3 waren we meer dan tevreden met 100km op de teller.
Gasten het was echt plezant om samen te rijden - moeten we meer doen.
Ps : Stefaan, knap gereden man. Keep up the good work and see you on 06/06/2010
Dirk
|