Toen Vilnius nog tot Polen behoorde was Kaunas de hoofdstad van Litouwen, nu is het de tweede stad van het land.
En zoals ieder land heeft ook iedere stad zo zijn eigen karakter...
Kaunas is een stad aan de stroom, meer nog, een stad aan de samenstroom van twee rivieren..
Mooi park en je kan er zelfs een minicruisje maken over de rivier.
Ideaal plaatsje om een kasteel en een stad te bouwen en geld te verdienen.
Een fotogeniek kasteel , compleet met een beeld 'man op paard', genaamd 'Vrijheid Strijder'.
Een fotogenieke oude stad ook, met meer cafe-terrasjes dan overgebleven kinderkopjes en ieder avond live muziek.
Kaunas is de trotste wereldrecordhouder van de langste brug , niet in meters, maar wel de langste tijd om ze over te steken.
Vroeger behoorde de ene kant van de rivier tot het russische rijk, de andere kant tot het pruisische rijk..
Het is dus dertien dagen later of vroeger als je aan de overkant bent...
Even nadenken als je verlof aanvraagt..
Het kasteel huist--natuurlijk -een monster--je kan gaan luisteren aan een gat in de muur en dan hoor je het monster snurken..
Flauw,maar er zijn er weinigen die het kunnen laten..
Ik ben gaan luisteren en het beest was thuis... de volgende dag ook.
Kaunas heeft ook nog twee werkende funiculairs, een zeer grote kathedraal gebouwd 'omdat het plein ervoor gemaakt was', een nog grotere kerk hoog op de heuvel als 'dank voor de onafhankelijkheid' en om de grootste te zijn,en 1 moskee en 1 synagoge.
Er is veel lucht en groen en ruimte in deze stad.
Zo is er nog een echt-echt-echt groot eeuwenoud eikenbos , veel eiken zijn meer dan 300 jaar oud, heerlijk om te wandelen.
Een van de betere ideeen die men hier gehad heeft is de oprichting van een courtyard gallery.
Duur woord voor wat eigenlijk een lelijke binnenkoer vol garageboxen en geparkeerde auto's was...
En nu dus nog steeds een lelijke binnenkoer met geparkeerde auto's is, maar versierd met parels van street art.
Gratis toegankelijk, 24 op 24 , zeer laagdrempelig natuurlijk, je wordt alleen gevraagd stil te zijn voor de omwonenden.
Kaunas is trouwens culturele hoofdstad in 2022, dus er wordt overal nog steeds veel vernieuwd en verbouwd, maar het wordt mooi.
Ik logeer in de nieuwe stad maar toch in een historisch hotel.
Hotel Metropolis is een statige oude dame met een indrukwekkende entreehall, glas in lood ramen en een kluis waarbij je het jammer vindt dat er steeds minder met cash wordt betaald.
De kamers zelf zijn modern, ik heb 200+ zenders op de TV en warm water in juli..
En toch, het 'socket-near-the-bed' krijgt hier weer een nieuwe betekenis.
In dit hotel logeerde in 1940 nog een Japanse diplomaat die Visa for Live leverde aan de joodse gemeenschap.
Redde zo meer dan 1.000 mensen.
Mijn hotel is dus zo centraal gelegen als maar kan.
Op 50 meter is er Laives Aleja , een wandel, winkel, animatie -promenade met veel bankjes waar iedereen flaneert.
Nog een ding, want dit wordt ondertussen een lang verhaal.
In het centrum is er een park dat vroeger de begraafplaats was.
Die begraafplaats was mooi verdeeld volgens de demografie van toen.
Een deel voor de orthodoxen en hun kerk, wat vierkante meters voor de katholieken, een hoekje voor de moslims en hun mini moskee, nog wat voor de evangelisten..
Kaunas, een stadje waar ik het gewoon zou kunnen worden..
Ik reis naar Galicia, het uiterste noord-westen van Spanje.
Geen aangenaam middellandse zee klimaat hier, maar de invloed van de onstuimige atlantische oceaan.
Het is hier zeer mooi, veel groen , prachtige kusten met inhammen, eilandjes...ik geniet ervan!
Maar dus ook zeer wisselvallig weer.
Mijn in Slovenie tweedehands gekochte regenjas bewijst waterdicht te zijn, maar is eigenlijk te warm als de zon schijnt.
Mijn uitvalbasis wordt Vigo , de meest westers gelegen haven , en de grootste vissershaven van Spanje en Europa.
Ik begin met een daguitstap naar Pontevedra.
Gesticht door de Romeinen, getuige nog steeds een romeinse brug.
Vroeger de belangrijkste haven van Galicia, maar helaas ergens in het verleden totaal verzand..
Wel gebleven, het mooie historische centrum.
Vigo, waar ik logeer , heeft natuurlijk ook een uitgebreide geschiedenis
De noormannen, de arabieren, de engelsen, de turken,..allemaal waren ze hier..
Maar Vigo gaat vooral de geschiedenis in als stad waar de zeeslag van Rande plaats vond.
Ik had er nog nooit van gehoord, maar er zou ergens op de bodem van baai nog een schat van rond de 42 miljoen goud- en zilverstukken liggen.
Zo schrijft Jules Verne in zijn boek 20.000 miles onder zee dat de schat van Koning Nemo hier zou liggen.
Ik heb mijn badpak niet bij.
Ik maak met de lokale bus nog een uitstap naar Baiona.
Baiona heeft een prachtige baai , is een dorpje gebleven van 5.000 inwoners, heeft een mini oud centrum, een fotogeniek fort...
In Baiona ligt ook een replica van de Pinta, de boot die als eerste terugkeerde van een lange tocht en de boodschap bracht dat men India had bereikt, wat natuurlijk achteraf Amerika bleek te zijn.
Op de paar uur dat ik in Baiona ben heb ik negen seizoenen doorstaan , maar het was tof!
Ik heb ooit in onze bibliotheek in Brasschaat een boek ontleend over de plaatsen erkend door Unesco als Werelderfgoed.
Het zal natuurlijk niet up-to-date geweest zijn, want de lijst wordt nog steeds bijgewerkt.
Maar het was in ieder geval een heel dik en zwaar boek.
Terug in Andalusie vink ik nog eens twee stadjes van mijn lijstje af.
Ubeda en Baeza zijn twee kleine stadjes erkend door Unesco om de renaissance stijl .
Net zoals in zoveel andere stadjes hebben ze een lange ,rijke geschiedenis.
De romeinen, de arabieren , christenen hebben hun sporen nagelaten,
En naar goede gewoonte werden de heiligdommen aangepast naar de nieuwe mode- godsdienst.
Hier in Ubeda staat een kerk van San Pablo, van buiten een schoolvoorbeeld van de typisch Vlaamse bouwstijl, ik zet er een kot aan en nog eens een kot en nog eens een kot aan.
Van buiten dus een spuuglelijk iets, maar binnen prachtig.
Er staan ook heel veel mooie paleizen, kloosters, natuurlijk een kathedraal,...
Opvallend , ieder huis heeft twee voordeuren na elkaar..
Beide stadje zijn het paradijs voor wie houdt van kleine smalle straatjes, kasseitjes, bergop en bergaf gaan.
Ik had ook zeer wisselvallig weer en het hoogseizoen is natuurlijk voorbij, dus bijna geen mens gezien.
Vooral in Baeza was dat heel speciaal, je voelt echt of je in het verleden aan het wandelen bent.
Mijn laatste dag ga ik nog eens wandelen langs de stadsmuren van Ubeda.
Van hieruit heb je zicht op de vlakte met tot aan de horizon olijfbomen.
Ik wil nog eens een stempeltje in mijn internationaal paspoort.
En het mag eens iets anders zijn.
Ik kies voor Tunis, de hoofdstad van Tunesie.
Mijn eerste indruk van Tunis is die van een grote , lawaaierige, drukke stad.
Ik kom ook aan op een grijze, miezerige, winderige dag.
Het voelt een beetje als teruggaan in de tijd.
Er zijn ontzettend veel auto's, veel meer auto's dan er ruimte is.
Op de weinige voetpaden die er zijn, staan in alle richtingen auto's geparkeerd .
Er zijn waarschijnlijk ook verkeersregels , maar als het voor de voetgangers groen is wil dat toch nog niet zeggen dat je zomaar de straat over mag.
Meestal is het veiliger om gewoon te wachten tot de autofile stilstaat en er dan tussen te slalommen.
Op drukke kruispunten staat er ook verkeerspolitie.
Met fluitje...
Het fluitje wordt veelvuldig en langdurig gebruikt...hoe houden ze het vol..
Ik denk dat ze na hun dienst geen fffttt meer kunnen uitbrengen..
De claxon wordt gebruikt om goededag te zeggen, om links af te slaan, om het laten vooruit te gaan, om rechts af te slaan, of zomaar om erbij te horen?
Ik denk niet dat Tunis een low-emissiezone heeft en het aantal auto's dat voldoet aan de Euro 5 norm?
Elektrische wagens, laadpalen?
Nog iets wat mij even het gevoel gaf terug in de tijd te zijn,
Overal wordt hier nog gerookt , in het hotel bij het ontbijt, in het restaurant, in de winkels, de visboer en de slager op de markt...raar.
Buiten op een paar grote verkeerassen overal veel zwerfvuil, peuken groeien ook hier aan de bushalte.
Opvallend veel katten in dit land en nogal wat loslopende honden... de meeste honden met twee oormerken.
Aangenaam is dat je je hier welkom voelt.
Iedereen groet mij vriendelijk en niemand valt je lastig.
Wel al een paar mannen gehad die bezorgd waren of ik wel een hotel had, of er veel mensen in het hotel waren en wat de naam van het hotel was??
Mijn breedste glimlach en mijn zwijgen was voldoende antwoord..
De oude binnenstad van Tunis, De Medina is werelderfgoed.
Het is een zeer grote souk met heel wat moskeeen, madrassa's, heel veel winkeltjes natuurlijk, nog steeds wat gegroepeerd volgens ambacht in de honderden kleine steegjes.
Natuurlijk zijn er prachtige gebouwen bij , maar vooral de mooi bewerkte buitendeuren blijven mij bij.
Het is er best aangenaam rondwandelen.
Er zijn natuurlijk veel mensen, maar je wordt bijna nooit gevraagd om iets te kopen of om het winkeltje binnen te komen.
Als je natuurlijk zelf een madrassa of een moskee binnengaat, krijg je direct een zeer vriendelijke ,beleefde uitleg van de toezichter.
Gezellige babbel maar bij het afscheid--een paar dinar?
Tsja, het blijft een souk.
Buiten de souk zijn er nog wel wat mooie gebouwen in de gouvernementswijk, er is de klokkentoren, de stadspoorten, een kathedraal, de centrale markt.
Er is een zeer mooi nieuw cultureel centrum waarin ik het museum voor moderne kunsten bezoek--knap-- en waarin ook het centrum van de kunst om marionettenpoppen te maken gehuisvest is.
In de categorie vreemde bezienswaardigheden wordt in de toeristische brochure 'het verlaten hotel' vermeld.
Voor de liefhebbers, het lijkt op een vogel die met zijn vleugels open op een straaltje zon wacht.