Rit 18 : Haldensleben - Wolfenbüttel. Kastelentocht.
Door gisteren Stendal en Magdeburg over te slaan, hebben we 65 km afgesneden van de route. Daarmee is de foute keuze van de rit Berlijn-Brandenburg per fiets ongeveer goedgemaakt, en hebben we iets meer speling om de ritten in de Harz kleiner te houden.
De herfst is vandaag begonnen maar buiten merk je er weinig van, het is warmer dan gisteren. Dus opteer ik opnieuw voor een korte broek terwijl Paul weer de lange fietsbroek aantrekt. 's Avonds zullen we allebei vinden dat we de juiste keuze maakten : ik omdat ik het zo niet te warm had, en Paul omdat hij geen kou geleden heeft. Allebei content!
Nog even praten met de eigenaars van het hotel, de broers Behrens, over onze route. Vriendelijke kerels, we gaan vandaag veel moois zien volgens hen. Maar eerst de stad uit geraken, ze is groter dan gedacht. Eens op de route zien we het eerste kasteel van de dag : het barokke slot van Hundisburg dat bereikbaar is via een lange dreef, de bomen vormen net een tunnel. Het slot ziet er magnifiek uit, na een grote brand in 1945 werd het fraai gerestaureerd. Ook de tuinen zijn een lust voor het oog.
Langs de weg verder, het is hier behoorlijk heuvelachtig, continu klimmen en dalen. In de verte een toren van een kasteelruïne. We passeren een grafheuvel waar graven gevonden werden die teruggaan tot in de Bronstijd. In Bebertal bekijken we kasteel 'Veltheimsburg' waar net restauratiewerken bezig zijn. We volgen de 'Schlozstrasse', ernaast ligt een gammel fietspad door het bos dat ik plichtbewust oprij. Paul rijdt op de baan. 100 m verder verspert een dikke boom het pad en moet ik terug, plichtbewust zijn wordt niet beloond! Even verder moeten we toch het bos in over een zandweg, we passeren een zeer mooi meertje vol waterlelies en kunnen dan via een weg met betonstroken onze route vervolgen. Weer een kasteel, dat van Altenhausen. Zeer groot complex, het herbergt nu een hotel.
Net buiten Beendorf komen we weer aan de voormalige grens tussen DDR en West-Duitsland. Een mooi gedenkteken verwijst naar 3 oktober 1990.
We rijden Helmstedt binnen. Pech, de weg over de oude stadswallen is versperd, dus rijden we dwars door de stad en missen enkele monumentale gebouwen. We krijgen opnieuw ettelijke km slechte weg voorgeschoteld : grind, zand, kasseien, keien, het volgt elkaar weer op. Na Räbke hebben we er genoeg van : hier moeten we zelfs een wandelweg volgen. Onbegrijpelijk. Wij kiezen voor het asfalt-alternatief, dat over een rustige verkeersweg gaat. Ja, we geven het toe, we zijn maar watjes. Gisteren als echte salon-fietsers de Elbe-radweg verkozen boven 15 km keienpad, en vandaag weer de gemakkelijke weg kiezen. Maar onze knieën, polsen en schouders kunnen dit niet meer aan. Vanavond zullen we sowieso weer voelen dat er geen 20 maar al wel 3x20 op onze teller staat. En dit asfalt-alternatief betekent trouwens eerst een flinke klim. Maar onze inspanningen worden 5 km verder beloond met een zeer lange afdaling. En dan zijn we extra blij dat we niet door het bos gingen, want zo'n afdaling over een bosweg is gekkenwerk.
Tot in Wolfenbüttel genieten we zoals de hele dag van het landschap. Heuvel op en heuvel af, even voor 5u staan we bij het eerste hotel. Pech, geen plaats, er is een beurs in de stad en alles in de omgeving zit vol. Dat moet ons weer overkomen, 2 jaar terug grote werven, verleden jaar te mooi nazomer-weer, en nu dus een beurs. Een half uur later hebben we toch onderdak aan de andere kant van de stad. Onze fietsen mogen in het waskot staan, zouden ze er morgen proper uitkomen?
Rit 17 : Tangermünde - Haldensleben. Dag van de dilemma's.
Gisteren, bij het binnenrijden van de stad Tangermünde, botsten we op elkaar. Dat overkwam ons op al die fietsreizen nog nooit. Door de wind en het verkeer hoorden we elkaar niet, ik bleef staan en Paul reed door, bonk op mij. De blauwe plekken van de netels waren net verdwenen, we hebben er nu verse.
We staan vandaag voor moeilijke keuzes. Het eerste dilemma is korte of lange broek. Gezien de weer-app max 14 gr geeft, en het gisteren al frisjes was, kiezen we voor de lange. In de loop van de dag is dat soms net iets te warm, maar onze spieren zijn wel blij met deze verwennerij.
Tweede dilemma : de route gewoon volgen over Stendal, of een afkorting nemen en via de Elbe-radweg tot Bertingen. Tangermünde en Stendal liggen niet ver uit elkaar, maar toch is het een extra 25 km. Dat houdt ons niet zozeer tegen, wel de 15 km onverharde weg na Stendal die door een gewezen Russisch militair gebied gaat. Het is een opeenvolging van keien, grind, zand, betonplaten. En ook al is een klein stukje ervan geklasseerd als 'alte Heerstrase', toch beginnen we er niet aan want we weten ondertussen wat we daar weer kunnen verwachten.
Dus nemen we de Elbe-radweg en de eerste 5 km is dat zeker een goede keuze. We rijden over een binnendijk, heel rustig, zien weer een groep witte reigers langs het water en enkele roofvogels over de velden vliegen. Maar dan wijken we af en rijden we door kleine dorpen waar geen lap te beleven valt. Verder langs de baan, druk is het niet want over 10 km rijden ons nauwelijks 5 auto's voorbij. Maar wel eentonig, van de Elbe zien we weinig. Wat een verschil met bvb de Mosel-radweg, die steeds heel dicht bij de rivier blijft. Terug een binnendijk op langs kleine vennen is mooier, er is een groot overstromingsgebied voorzien.
In Bertingen pikken we weer aan bij de HR, deze volgt een hele tijd de Elbe-radweg. Even iets eten bij een vakantiepark, ik neem de 'hochzeit-suppe', een kruidenbouillon met asperges, wortelen en ei in. Wat dat met een huwelijk te maken heeft mag Joost weten, het is wel lekker.
Het pont over de Elbe ligt klaar om te vertrekken en wij kunnen nog mee. Het is een recenter en steviger exemplaar dan dat van gisteren, maar goed ook want er staat sterke stroming op de Elbe. We volgen nu wel het jaagpad (weer witte reigers, duidelijk geen zeldzaamheid hier), maar in Schartau is dit onderbroken. Er is een omleiding aangeduid voor de fietsers, ze brengt ons met wat draaien en keren naar het Elbe-Havelkanaal. Goed dat de HR hier samenviel met een officiële route anders hadden we het zelf mogen uitzoeken. Ter hoogte van het sluizen-complex is het wel zoeken welke kant van het kanaal we moeten volgen, niet eenvoudig want het roadbook, met schaal 1/150000, is niet erg duidelijk. We geraken er met vereende krachten wel uit.
Maar dan dilemma 3 : rijden we over Magdeburg of niet? Het is een grote en naar het schijnt zeer mooie stad, vooral het oude centrum moet de moeite waard zijn. Maar wel 45 km extra, eerst nog even langs de Elbe gevolgd door een passage door het voorstedelijk geïndustrialiseerde gebied om op de markt te komen, en dan terug door drukke stadswijken. En alhoewel ik er op uit was de 'maagdeburger bollen' te zien (herinner ik me nog van de lessen fysica), slaan we deze stad toch over. Ik verzoen me met de belofte dat een volgende buskestrip deze richting uit zal gaan, we zien hier vaak mooie camperplaatsen dicht bij de steden, dus dat gaat zeker lukken.
Maar dan blijkt dat Paul de track van de alternatieve route niet heeft opgeladen. Met de summiere beschrijving in het roadbook wordt dat een zoektocht. En er zit weer een groot stuk bosweg in. Dus dilemma 4 : volgen we de beschrijving of zoeken we zelf onze weg? Het wordt het laatste, na wat speurwerk merken we dat we, na het aquaduct over de Elbe, gewoon het Weser-Elbekanaal kunnen volgen waar de HR 12 km verder ook op uitkomt. Wel de juiste kant vinden, daarvoor moeten we een tunnel onder het kanaal door, wel griezelig!
En zo rijden we dan kilometers lang over het degelijke grindpad langs dit kanaal. Heel rustig, maar niets te zien. Ter hoogte van Meitzendorf zien we de groene streep van de track op de gps verschijnen, we zitten dus juist. Nog 11 km dit kanaal volgen, tegen wind, 6 bruggen moeten we onderdoor en dan kunnen we afslaan. Maar 500 m voor die afslag is het jaagpad onderbroken, er is geen doorkomen aan. We zien dat meerdere fietsers dit voorhadden want vinden een spoor over de berm naar het lagerliggende pad. Paul gaat verkennen, verder geraken we daar ook niet, tenzij we de sporen oversteken en via een smalle trap de brug op klauteren. Dilemma 5 : hangen we de waaghals uit, of keren we braafjes terug? Wees gerust kindjes, mama en papa zijn heel braaf 5 km terug gereden tot een plaats waar we het jaagpad af konden (terwijl we nog stonden te overleggen reed een trein voorbij, juiste beslissing genomen). Daar staat niets aangeduid van deze afsluiting, het had ons 10 km kunnen besparen.
Nu moeten we helemaal zelf de weg zoeken. De gps en Google Maps helpen wat. Langs een drukke weg geraken we ook in Haldensleben. Eerst nog een mooi fietspad, maar dan moeten we de rijweg op. Ik beleef hier enkele zeer bange momenten : de wagens scheren ons rakelings aan hoge snelheid (geen snelheidslimiet hier) voorbij. Gelukkig blijft een grote vrachtwagen enkele minuten achter ons rijden tot hij plaats heeft om ons met een grote boog te passeren. Wat ben ik blij als we kunnen afslaan en even later iets dat voor fietspad doorgaat kunnen oprijden.
Het hotel is snel gevonden, nog één kamer vrij, er wordt nog
een kussen bij gelegd alsook het dagelijkse snoepje, en na 88 km is deze moeilijke en gevaarlijke hindernissenrit voorbij.
Deze streek heeft iets met pompoenen. Gisteren was er een pompoen-menu te krijgen in het restaurant, waarbij zelfs in het dessert pompoen gebruikt werd. Dat leek ons van het goede teveel, aardappel-pompoenpuree bij mijn vleesgerecht was al voldoende. Vanmorgen kan je bij het overigens weer voortreffelijke ontbijt zelfs pompoenconfituur eten.
Brandenburg is een stad met een lange geschiedenis en vele ups and downs. De stad verloor na 1989 veel van haar belang en maakte lang een verpauperde indruk. Maar er is hard gewerkt om de grandeur van vroeger te herstellen, belangrijke monumenten zoals de St-Jacobskapelle, de Steintorbrücke, de verschillende kerken en het Rathaus zijn al knap gerestaureerd. De stad is daardoor zeker een bezoek waard. (De Dom, gelegen op een eiland, lag wat van de route en bezochten we niet.)
De HR is geen officiële route en wordt nergens aangegeven, we moeten het dus met enkel de gps doen. In vergelijking met de R1 is het nu wel minder draaien en keren, we volgen lange stukken rechtdoor dus minder kans op missen.
Brandenburg zijn we snel buiten, we rijden al weer door de bossen. De slangen zijn ook al wakker, enkele overleefden het oversteken van de weg niet. Het wordt wel uitkijken als we straks een plasje in de bossen willen doen, geen idee of het giftige slangen zijn maar ik wil het ook niet uittesten. We steken de Niederhavel over met een pont, een oud afstands ding dat nog net blijft drijven. De chauffeur van de bestelwagen die met ons overstak, biedt ons een lift aan, zelf ziet hij zo'n tocht niet zitten. Dan volgt een licht golvend fietspad door het bos langs de Breitling See. Heerlijk fietsen is het hier, kilometers lang geen drukte, slechts enkele andere trekkers tegen gekomen. Nog een mooi stukje langs een spoorlijn en dan via rustige wegen door kleine doodse dorpjes. Opvallend zijn de grote rode bakstenen kerken hier. Na 39 km is het uit met de goede-wegen-pret : er wordt ons een keienweg, een betonplatenweg, zandweg en slechte zandweg in het vooruitzicht gesteld. In eerste instantie valt dat reuze mee : er zijn nieuwe betonstroken aangelegd en het is 2 km goed rijden. Het volgende deel is echter stuk gereden door de zware voertuigen voor bosbouw, niet lang geleden werd het bos uitgedund, de stammen liggen in grote stapels langs de weg, je kan de hars nog ruiken. We schudden weer volledig dooreen. Heel even asfalt, en dan weer een zandweg door de velden, de tractoren die de mais binnenhalen lieten grote sporen na. In combinatie met de regenval van vorige week is het een 5 km lang modderparcours geworden. Na een mountainbike-tocht krijgen we dus nu een veldrit te verwerken, we worden nog all-rounders. De laatste 300 m leggen we te voet af, twee nipt vermeden uitschuivers waren genoeg, een derde zou teveel kunnen zijn.
Terug de bewoonde wereld in, alhoewel bewoond, geen mens ontmoeten we in de kleine dorpjes. Van ver zien we Tangermünde liggen. Via een drukke verkeersweg met mooi afgeschermd fietspad rijden we de Elbe over en de stad in. 65 km op de teller, het is 3u. Wat vroeg om al te stoppen, maar de volgende stad is nog 15 à 20 km verder, en de veldrit heeft veel energie gevraagd. Tangermünde lijkt ons een gezellig stadje, we vinden een goed hotel bij de ingang van het oude stadscentrum. Dat geeft ons tijd om nog eens een wasje te doen, en een wandeling door het oude gedeelte. De omwalling met zijn torens zijn in rode baksteen opgetrokken, dat is nieuw voor ons. We lezen iets over 'baksteengothiek', nooit van gehoord maar hier dus te zien. Ook de burcht is in die rode baksteen opgetrokken.
Morgen kiezen we voor een afkorting langs de Elbe-radweg, zodat we wat tijd kunnen inhalen.
We hebben lang gediscussieerd over hoe we de terugweg zouden aanvatten. De eerste 40 km tot Petzow reden we vrijdag al, dus willen we wel overslaan en de trein nemen tot Brandenburg, zodat we wat tijd inwinnen. Maar enerzijds ziet Paul het nog steeds niet zitten met pak en zak de trein op te stappen, anderzijds willen we allebei wel de volledige route per fiets afleggen. Uiteindelijk beslist de zon : met dit mooie weer de trein opstappen zou zonde zijn. Indien we echt in tijdnood komen, kunnen we nog de 2 laatste ritten per trein afleggen.
Berlijn centrum binnenrijden was niet simpel, buitenrijden is ook niet evident. Maar het gaat vlotter dan verwacht (het duiveninstinct is hersteld) en na 5 km rijden we op het brede fietspad - wel 5 m breed, ook skaters maken er volop gebruik van - op de rand van het bos, naast de autostrade. Het lijkt wat op de lange tocht langs de afsluitdijk verleden jaar : nu rechts bossen, links het geraas van de auto's.
Potsdam werd tijdens WOII zwaar verwoest maar is knap heropgebouwd. We rijden langs zeer mooie, statige gebouwen, en ook hier hebben ze een 'Brandenburger Tor'. Opnieuw langs de Schwielowsee, bij een eenvoudig gezellig terrasje houden we halt om uiteindelijk toch die Berlijnse specialiteit te eten : een reuze curryworst (meer een veredelde knakkie, weinig smaak aan).
Op het einde van deze weg rond het meer, zien we een wegwijzer voor fietsers richting Brandenburg. Het is langs de rijweg (met fietspad) en komt niet overeen met de track op de gps. We besluiten toch maar die track te volgen want de beschreven weg oogt mooi. Dat hadden we dus beter niet gedaan. Want wat we niet voor mogelijk hielden is toch waar : vanaf km 38 zitten we op de hanzefietsroute en het wegdek is nog slechter dan dat van de R1. Eerst betonroosters, dan iets dat voor een asfaltweg moet doorgaan, keiwegen, en zandwegen waar we met ons totaal gewicht van ruim 90 kg (fiets + bagage + persoon) niet doorgeraken, de wielen schuiven weg zodat we weer stukken te voet moeten. Soms wordt de veldweg gewoon wat platgereden gras. Wat ooit een asfaltweg was, is nu een brokkelpad met stukjes overgebleven asfalt, grint, keien en héél veel putten. De ironie wil dat in het roadbook vermeld staat dat 'slechte stukken weg kunnen opvallend snel goede weg worden', onze ervaring hier is net omgekeerd. Wel weer wat speciaals gezien : op een bosweg kruipt een slang over het pad : 40 à 50 cm groot, grijsblauw, met witte streep rond de bek. Geen idee welke slang, we zien nog enkele kleinere exemplaren verderop.
Zo 36 km verder ploeteren vergt veel energie. Elke vezel in ons lichaam doet al pijn van de schokken. Rond 5u naderen we Brandenburg, langs de baan is het eindelijk vlot rijden. Hotel 1 heeft geen plaats meer, bij de toeristische dienst vindt men nog een kamer wat verderop. Wel wat boven ons budget maar we zijn te moe om nog verder te rijden. Het hotel is knap en zeer in trek bij andere fietsers.
Het traject van morgen hebben we ondertussen goed bestudeerd. Er zijn weer bos- en zandwegen aangekondigd, zelfs een 'slechte zandweg'. Wat was dat dan vandaag ??? Waar mogelijk zullen we wel een alternatief zoeken, want dat gehotsebots kunnen onze fietsen en lichamen niet meer aan.
Berlijn bezoeken, hoe begin je daaraan? Het is een immens grote stad. Dat ondervonden we vrijdagnamiddag al toen we 'nog even' naar de Brandenburger Tor wilden. Op het stadsplan leek het vlakbij, in realiteit was het een flinke wandeling van 5 km heen, en dan nog eens terug ook. En als je net 2 weken vnl door bossen en velden gefietst hebt, merk je opnieuw hoeveel lawaai en stank autoverkeer veroorzaakt. Gelukkig konden we een stuk door het park wandelen, waar we net niet van de sokken werden gereden door de massa fietsers.
Berlijn per fiets zou een goed idee kunnen zijn. Er ligt een plan met enkele fietsroutes klaar, we zien veel wegwijzers voor fietsers naar de highlights en er zijn weer brede fietspaden. Er worden zelfs verschillende bike-tours met gids aangeboden, we kwamen er al wat tegen. De drukte houdt ons tegen dit plan uit te voeren. Georganiseerde city-trips per dubbeldekbus zijn er in overvloed, zeker 10 maatschappijen dingen naar de gunst van de toerist (met als gevolg veel verkopers van tickets die je op straat aanklampen). We kunnen ons laten rondrijden in een riksha, maar dat vinden we niet passen bij ons trekkersstatuut. Ook een boottocht hoort tot de mogelijkheden. We verkiezen zelf op stap te gaan met de gids '100% Berlijn' (dank u Anne C.) als leidraad.
Om de grote afstanden te overbruggen kopen we wel een metro-ticket, want zelfs dan wacht ons een flinke wandeling. Maar openbaar vervoer (hier nochtans goed georganiseerd) en wij, dat gaat niet goed samen. Paul, beroemd om zijn voortreffelijk duiveninstinct, vindt er zijn weg niet in, waardoor we bovengronds meermaals de verkeerde richting uitgaan. Het duurt ook even eer hij door heeft dat om een andere lijn te gebruiken, je in een metro-station van perron moet veranderen. En ik, die zelden mijn weg vind, heb het hier meestal bij het rechte eind. Als we dan ook nog ergens vroeger moeten afstappen door een manifestatie, zijn we wel totaal de kluts kwijt.
Bij de eerste twee monumenten die we willen zien loopt het al mis : een grenswachtpost is verstopt door een bouwwerf, en een monument voor de opstanden in 1953 onbereikbaar. Met een hele omweg komen we wel bij 'checkpoint Charlie'. Een replica bemand met amateur-soldaten heeft veel aantrek (betalen om met hen op de foto te gaan), de informatiestand over de muur met knappe foto's en weetjes boeit ons meer. Er is ook een groot stuk muur bewaard, je kan zelfs een hele wandeling langs de oude muur dwars door de stad volgen. Met een ballon aan een kabel kan je 150 m de lucht in, dat moet een prachtig zicht over de stad geven op deze zonnige dag, maar pokkeduur en alleen begin ik er niet aan.
Het monument voor de holocaust is van heel andere orde. 2711 grijze betonblokken, staand en liggend door elkaar, herdenken de slachtoffers van de jodenvervolging in WOII. Een kleine jongen ziet er een ideale speelplaats in en springt van steen tot steen, zijn papa laat begaan. Maar dat is buiten een bewaker gerekend die hem snel tot de orde roept. Pas dan beseft de papa waar hij is, en gaat stil met zoon aan de hand verder (ook enkele volwassenen die respectloos op de stenen klimmen krijgen een waarschuwing).
We passeren opnieuw de Brandenburger Tor, massa's volk en waakzame politie want een verkiezingsstandje wordt opgebouwd. Even verder aan de Reichstag is het aanschuiven om binnen te kunnen (enkel na reservatie, zodat ze je kunnen screenen). Het gebouw imponeert, de koepel zie je van ver. Weer een enorme politiemacht present, een kleinere partij houdt er een ludieke meeting. Wij gaan richting Alexanderplatz, een hippe en levendige plaats met grote historische betekenis. Voorbij de Fernsehturm (die je ook op kan, wel 2u geduld aub) en het rode Rathaus gaat het richting Dom. Dan pas zien we een indrukwekkende politiemacht zich ontplooien: we zitten midden in de manifestatie die daarstraks ook al onze weg versperde. Het is een allegaartje van organisaties die samen opstappen voor meer solidariteit, met iedereen en alles over de hele wereld. Veel lawaai, leuzes, toespraken in allerlei talen, dansen en zingen. Het blijft ludiek en vredig, maar ik ben wel blij als we er voorbij zijn. Op de rommel-en boekenmarkt is het veel rustiger. De gebouwen op het achterliggende museuminsel staan allemaal in de steigers, zoals opvallend veel andere gebouwen in de stad. De daaropvolgende straat brengt ons langs het imposante oude postgebouw in de meer artistieke buurt, met veel kunstgalerijen en winkeltjes. Het joodse kerkhof herbergt de 2495 joden die de laatste dagen van WOII het leven lieten, 55000 andere werden van hieruit op transport naar de kampen gezet. Aan de muur een metershoge en brede mozaïek die het thema vrede uitdrukt, zoals kinderen het zich voorstellen. Het Hackesche Höfe is (opnieuw) een hippe buurt met gezellige binnenpleintjes.
Terug richting Alexanderplatz, waar we daarstraks een leuk Italiaans restaurant ontdekten. Het is er lekker eten (opvallend veel Italiaanse restaurants trouwens hier). En dan richting hotel naar bedje toe. 80 km fietsen is minder vermoeiend dan 17 km wandelen, om 9u val ik al in slaap.
Dag 2.
Gisteren vooral door voormalig oost-Berlijn gewandeld, vandaag trekken we door het oude west-Berlijn.
Eerst richting Schloz Charlottenburg, een zeer groot kasteel in een groot park. De tuinen zijn prachtig, en het is heel rustgevend om hier ver van alle stadsdrukte rond te wandelen. Metro in richting Wittenbergplatz, en dan naar de Gedächtniskirche. De verwoesting van de bombardementen van WOII zijn nog steeds zichtbaar. In een kleine hal zijn de mozaïeken op plafond en vloer knap gerestaureerd. De nieuwe klokkentoren naast de kerk staat al in de steigers, duidelijk niet zo stevig gebouwd als de kerk zelf. We wandelen verder langs de Savignyplatz, met mooi parkje en standbeelden, en dan door de Fasanenstraze. Knappe gebouwen langs beide kanten, even wanen we ons in de Cogels-Osylei in Antwerpen. We willen nog naar de Siegesaule, een monument opgericht in 1864 na weer maar eens een oorlog. Je hebt er een mooi uitzicht over de stad. Het punt doet wat denken aan de Arc de Triompfe in Parijs, ook een rondpunt waar vele brede lanen op uitkomen. Maar de metro is verstoord door een incident, dus wandelen we er te voet naar toe, door het park, langs de zoo.
Nog even langs een andere rommelmarkt, eten bij een super lekker Italiaans (alweer) restaurant vlakbij het hotel. Weer 15 km gewandeld vandaag. Echt rusten was het niet dit weekend, maar we hebben er wel van genoten. Morgen terug de fiets op, richting huisje.
Rit 14 : Beelitz Heilstätten - Berlijn. We zijn er!!!
Het is zuiver toeval, moesten we het geprobeerd hebben, het had niet gelukt. Maar we zijn nog 60 km van Berlijn verwijderd. Althans als we door het Grunewald rijden, maar dat zien we straks wel.
Volop zon bij de start, de weergoden zijn me dus alvast gunstig gezind. Als de weggoden dat nu ook nog willen zijn wordt dit een perfecte verjaardagsrit. De eerste 2 km is dat al zeker niet het geval want ik krijg alles onder mijn wielen geschoven dat ik niet graag heb. Maar toch fietsen we liever over deze verhakkelde bosweg dan langs de uiterst drukke baan 100 m links van ons. En vanaf dan word ik op mijn wenken bediend met niets dan mooie fietspaden.
We zijn blij dat we gisteren niet verder gereden zijn. Enerzijds omdat het bos met een streepje zon zoveel aangenamer is dan in de regen, anderzijds omdat het volgende hotel kilometers verder ligt.
Vanaf Mittelbusch rijden we langs de Schwielowsee. Net voor Petzow nog een flinke klim (een jogger blijft naast mij lopen aan 12km/u, goede conditie die kerel!) en bij de oude dorpskerk hebben we een prachtig uitzicht over het water. De weg gaat verder naast het water tot in Potsdam. In het centrum krioelt het van politieagenten, er wordt een verkiezingsmeeting voorbereid. We zitten nu niet bepaald te springen om Merkel & co in levende lijve te zien dus rijden we snel door, het is veel te druk om het centrum te bezoeken. Net voor de Glienicker Brücke houden we even halt : het is de plaats waar de twee duitslanden tot 10 november 1989 gescheiden waren.
We maken niet de omweg door het Grunewald maar volgen de baan rechtdoor op een mooi fietspad. Even zoeken in het centrum naar het hotel, het eerste staat ons niet aan, nr 2 is perfect. Zo zijn we na 50 km om 14u in Berlijn. De resterende 10 km wandelen we over en weer naar de Brandenburger Tor.
Rit 13 : Wittenberg - Beelitz Heilstätten. De bossen van Fläming.
Ofwel rijden er na halftwaalf geen treinen meer, ofwel heb ik tot 5u heel diep geslapen, want pas dan hoor ik een eerste trein passeren. Naast de spoorlijn slapen viel dus goed mee.
Vandaag zitten er allemaal fietsers aan het ontbijt : een vrolijk Duits koppel, een zuur kijkend stel Nederlanders, een stille Duitser en iemand met onbestemde nationaliteit wegens onverstaanbaar. En wij natuurlijk. De gastvrouw Christiane babbelt honderduit, haar man Christian zei gisteren nauwelijks een woord. Dit pension heeft al een lange voorgeschiedenis : opgericht in 1908 als 'Brughaus' en al vier generaties in handen van de familie Roloff. In de gang hangen er mooie foto's van elk paar in dezelfde pose bij de overname. En ook een wapenschild uit 1727.
Wittenberg is de stad van Luther en daar kan je niet naast kijken, zeker nu het 500 jaar geleden is dat hij zijn manifest op de kerkdeuren hing. De stad heet trouwens voluit 'Lutherstadt Wittenberg'. Grote groepen toeristen lopen er al rond. De toren van de 'Schlosskirche Allerheiligen' domineert het stadsbeeld. De stadskerk St.Marien heeft twee hoge spitse torens zoals deze van Köthen. Ernaast staat de kleine kapel 'fronleichnam' uit 1368. Iets verder op een plein staat een waterfontein. Ze dateert uit 1556, en is via houten pijpen verbonden met een bron 2.7 km verderop. Het systeem werd verbeterd in 1559 en werkt nog steeds op dezelfde wijze!
Wittenberg zijn we snel buiten, een kleine klim, en dan weer de bossen in, we komen in het natuurgebied 'Hoher Fläming'. Weer archi-slechte wegen, heel glooiend terrein en weer uiterst moeilijk om het evenwicht te bewaren. Er rijden duidelijk veel zware tractoren over want de weg lijkt wel een wasbord, we zijn weer compleet dooreengeschud. We passeren enkele kleine dorpjes met mooie speciale kleine kerken, maar geen levende ziel op straat te zien. Op een hoogplateau wordt de mais geoogst, een jager staat met jachtgeweer in aanslag klaar om het wild dat het veld uitvlucht af te knallen. Grellig!
In Raben kunnen we een omweg maken naar de burcht 'Rabenstein'. Sterk aanbevolen volgens het roadbook en alhoewel we al achter staan op ons schema, beginnen we toch aan de klim. De toren, gebouwd in 1212, staat op het hoogste punt (153 m) van Fläming. Mooi uitzicht verzekerd, behalve bij zware bewolking zoals vandaag. Of de omweg en fikse klimpartij de moeite waard zijn, laat ik heel even onbeantwoord. Want we moeten langs de andere kant van de berg naar beneden over een combinatie van kasseien, keien, grind en slijk. Waanzin! Ik stap af want het is veiliger een km naar beneden te stappen dan te rijden.
Maar dan is de weg-ellende voorbij en rijden we over mooie fietspaden en boswegen van het ene bos naar het andere. Net voor Bad Belzig halen we de zure Nederlanders in. Onderweg passeren we veel mooie schuilhutten. Langs één van die boswegen staan weer speciale sculpturen, in hout deze keer, o.a. een giraf, een uil, twee slangen, teveel om allemaal te fotograferen.
Vanuit Borkheide volgen we de spoorlijn tot in Beelitz Heilstätten. Hier hebben we de keuze 5 km van de route af te wijken om naar het hotel in Beelitz te gaan, of nog 10 km verder de route te volgen en daar een hotel te zoeken. We wagen een gok en gaan voor de tweede mogelijkheid. Twee minuten later krijgen we een stortbui over ons heen. We volgen niet de voorziene route (weer maar eens klimmen en dalen over boswegen terwijl je simpel even rechtdoor kunt), maar volgen de rechtstreekse weg. We trotseren nog wat wegenwerken en komen een prachtig, rustig hotel tegen. Niet aangegeven in het roadbook, en toch vlakbij de route. Onze gok was dus goed. De fietsen mogen binnen in de lounge en staan bij de piano.
Morgen belangrijke dag : dan rijden we Berlijn binnen, en ik doe dat dan met tram 6.
Rit 12 : Köthen - Wittenberg. Stormwind en zondvloed.
Collega Filip heeft enkele tips gegeven over het mankement aan mijn fiets. Paul kijkt ze na, maar er zit geen speling op het wiel of het stuur. Nu hij het wiel vaster gezet heeft, trilt het stuur al veel minder. We kunnen er mee voort.
Eerste werk is cash geld aanvullen, want de telefoonlijnen zijn hier zo slecht dat betalen met kredietkaart vaak niet lukt. Het centrum van Köthen is pas heraangelegd en autovrij. Dankzij de gekleurde gevels oogt het minder somber dan de voorgaande steden die grauw en grijs waren. Wel zie je nog de sobere bouwstijl van DDR primeren. Op het centrale marktplein staat de laatgotische kathedraal St Jacob, binnenin zeer sober, geen beelden of schilderijen. Het is dan ook een lutherse kerk. Ze heeft twee spitse torens, van ver lijkt het wel de stadspoort van Sneek in Friesland. Het kasteel van Köthen wordt nog volop gerestaureerd.
We hebben de keuze tussen een tocht langs de rijweg of een alternatieve, meer landelijke en iets langere route. Normaal pakken we de langere variant, nu niet. We weten ondertussen wat we hier onder 'landelijk' moeten verstaan, en, niet onbelangrijk detail, er is een lang stuk met wind op kop, en dat is vandaag een stormwind. Dus wij langs de weg, en het blijkt een zeer goede keuze, want de baan is volledig afgesloten voor herstellingswerken, zodat wij heel rustig over het fietspad met de wind in de rug naar Reppichau rijden. Dit is een zeer kunstzinnig dorp : op vele gevels zijn taferelen geschilderd, en er zijn allerlei kleinere kunstwerken opgesteld. Onder meer een 'melkbank', die verwijst naar de periode waarin de melkkannen op een centraal punt verzameld werden.
Op weg naar Dessau krijgen we af te rekenen met zijwind, we worden bijna omver geblazen. Ooit hadden we dat voor op de stormvloedkering in Nederland, hier tussen de velden hadden we het niet verwacht. We moeten een eerste keer een omgewaaid boompje van het fietspad halen en laveren tussen de afgevallen takken.
Dessau is een grote drukke stad. De drukke invalsweg mét fietspad voert ons naar het park met weer een kasteel. We komen uit op het Elbe-pavillion, een uitzichtstoren om de hoogwaterstand van de Elbe op te volgen, gebouwd in 1770. Door het bos de stad uit, en net voor de 'Jagdbrücke', een mooie houten brug over de Mülde voor fietsers en wandelaars, begint het te regenen. Schuilen op de brug met mooi uitzicht, het zit weer even mee. De bui is van korte duur en de sterke wind blaast de wolken weg. We rijden nu in het 'Biosphärenreservat'. Er ligt weer een boom over het fietspad, te zwaar om weg te slepen, het vraagt enige acrobatie om er voorbij te geraken. We ontmoeten hier veel andere trekkers : de R1 loopt hier gelijk met de Elbe-radweg, ook een zeer geliefde fietsroute voor trekkers. Bij het 'Rauhe Waldwachhaus', een oude rustpost, houden we even halt. De derde boom op het fietspad moeten we over klauteren, en verderop sleuren we nog vele takken weg. En dan eindelijk een bosweg zoals we die graag hebben : gewoon harde bosgrond, hier en daar verstevigd door een dun laagje grind, geen keien of steenslag, en niet stuk gereden door gemotoriseerd verkeer, enkel voor fietsers en wandelaars.
In Oranienbaum bewonderen we het immens grote kasteel en de bijgebouwen in het kasteelpark. Hier zouden we zelf over veldwegen een doorsteek naar Bergwitz kunnen maken, maar we volgen toch de bocht naar de 'Gremminer See'. Heel mooie omgeving, maar om 3u gaan de hemelsluizen open en ze sluiten pas een uur later. Spijtig, want langs het eerste stuk staan om de 20m mooie ijzeren sculpturen. De asfaltweg gaat over in een grindweg, het water spat langs alle kanten op en al snel hangen we vol slijk. Het grind blijft op de velgen hangen zodat remmen zeer moeilijk wordt. En natuurlijk moeten we dan een stuk bergaf. Er volgen nog wat kasseistroken en zo hebben we weer alle ondergronden gehad vandaag.
De regen houdt op en de zon droogt ons snel op. We bereiken na 88 km Lutherstadt Wittenberg. Op het marktplein schittert het witte raadshuis in de zon. Er is een rare manifestatie van enkele geestelijken met spandoeken, iets ivm met het 500-jarig manifest van Luther, we begrijpen er weinig van. Een hotel vinden is niet gemakkelijk, er zijn er genoeg maar iedereen wil hier zijn want de eerste drie zitten vol. We worden doorgestuurd naar een pension aan de rand van de stad, mooie kamer, badkamer aan de overkant van de gang, alles tiptop in orde, maar vlak naast de spoorweg, we voelen de vloer trillen als er weer een goederentrein voorbij dendert. Een rustige nacht zal het wel niet worden.
Rit 11 : Gatersleben - Köthen. Kasseien in alle maten, vormen en kleuren.
Het was aangenaam vertoeven bij fraulein Heidi, een vrouw met een speciaal gevoel voor humor.
De nachtrust heeft mijn fiets deugd gedaan want mijn stuur trilt niet meer. Na het eerste stuk kasseien herbegint het echter om dan weer te verdwijnen na de volgende hobbelweg, enz, begrijpe wie kan! We vrezen dat de naafdynamo los gerammeld is (hoe zou dat toch kunnen komen ?), het is nochtans de oerdegelijke 'Son-dynamo', speciaal aanbevolen voor trekkers omdat die zo solide en betrouwbaar is. Het is niet de enige averij die de slechte wegen veroorzaakt hebben : er zit (opnieuw) een vervelende tik in de trapas bij Paul, en mijn versnellingsbak reclameert bij enkele versnellingen. Jürgen zal werk hebben om dat terug in orde te krijgen.
Voor alle duidelijkheid : we fietsen graag over boswegen, heel graag zelfs, maar ze moeten wel berijdbaar zijn. En dat staat niet gelijk met betonpad of asfaltweg, een bosweg moet een bosweg blijven. We begrijpen alleen de drang van de tekenaars van de R1 niet om steeds die slechte wegen op te zoeken terwijl er vaak een alternatief voorhanden is. Ze willen ons natuurlijk alle mooie en belangrijke plaatsen laten zien, maar vergeten vaak voor welk publiek deze route bestemd is : mensen met zwaar bepakte fietsen, geen mountain-bikers.
En vandaag valt het met die slechte wegen redelijk mee. We verlaten Gatersleben via een vrijliggend fietspad. De afslag naar het Concordia meer nemen we niet : het roadbook waarschuwt dat er nog steeds veel schade is door overstromingen van enkele jaren geleden, daarom rijden we even verder over de rustige hoofdweg tot in Schadeleben. Vandaar gaat het over een hoogplateau over een grintpad, deze keer roze getint (we hadden al grijs, zwart, wit en geel). Mooi panorama, langs rechts afgezoomd door een reeks windmolens, langs links door fruitbomen. Na het kruisen van de hoofdbaan gaat het over een vlakke baan rustig naar beneden, met de wind in de rug betekent dat vele km zonder een pedaalslag of de remmen dichtknijpen. En het schiet reuze op : na 1 uur zijn we verder dan gisteren na 2u! Stasfurt rijden we binnen op een kasseiweg langs het riviertje de 'Bode'. We moeten een zeer smal bruggetje over (@Karen : zelfs over die vreselijke ijzeren roosters, grrr!) het voelt héél creepy. En dan moet ik nog eens terug voor de fotograaf ook! De stad heeft niet veel te bieden : door de ontginning van zoutmijnen ontstonden er vele grondverzakkingen waardoor er van de historische gebouwen weinig overblijft.
Ook voor het volgende stuk waarschuwt het roadbook voor overstromingsschade, maar in Stasfurt was alles mooi hersteld dus wagen we het erop. Goede gok, we volgen de rivier Bode tot in Nienburg, mooi landschap en rustig rijden. Het moet niet altijd tegenzitten! Daar stoppen we even bij de slotkerk, oudste gedeelte uit de 10de eeuw, nieuwer deel uit de 16de eeuw. De kerk zelf staat mooi gerestaureerd overeind, van het bijhorende klooster blijft weinig over. Hier zijn de herstellingen na de overstroming nog niet klaar, het parcours is volledig verlegd. We rijden niet langs de rivier Saale maar moeten een omleiding volgen die ons kilometers lang in het ongewisse laat over waar we ergens zijn. Wel goed aangeduid en rustige landwegen, we komen langs de andere kant Bernburg binnen. Zeer grote stad met weer grote kerken en kastelen (of wat daar van overblijft). Langs de rand van de drukke stad sluiten we weer aan op het oorspronkelijke parcours en zitten we opnieuw in de natuur, en volgen nu de rivier Fuhne. We komen het jonge koppel trekkers weer tegen. Kasseistroken, grindwegen en verkeerswegen wisselen elkaar af. In Köthen vinden we snel het gewenste hotel, 78 km op de teller, dan mag er gerust worden. Het centrum bezoeken we morgen.
Rit 10 : Wernigerode - Gatersleben. Een brokkenparcours.
Het was maar een kort zonnig intermezzo want we vertrekken weer onder een grijs wolkendek. De ring van Wernigerode is druk maar met mooi vrijliggend fietspad. We werpen nog een blik op het kasteel hoog boven de stad, je kan er vanaf 10u met een treintje naar toe maar het is op maandag gesloten. Een stuk de drukke baan op klimmen en dan weer het bos in. Joepie : twee stroken beton, dat maakt het klimmen iets gemakkelijker. De pret duurt niet lang, en het wordt weer hotsen en botsen naar beneden, nog trager dan omhoog want we voelen de wielen wegschuiven. Na een kasseiweg komen we bij het klooster Michaelstein met oorsprong in de 10de eeuw. Daar zie je niets meer van door alle verbouwingen en uitbreidingen in latere eeuwen. Weer het bos in, over een klein smal pad, onbegrijpelijk. Dit doet ons denken aan onze fietsreis naar Lourdes, toen we ook vaak over barslechte weg moesten om 50 m af te snijden, of een niet eens drukke baan te mijden. Te voet omhoog en zelfs een stuk te voet omlaag, dit is niet plezant meer. Het vraagt teveel energie en concentratie om het evenwicht te bewaren zodat we niets van de omgeving zien. En het schiet niet op : we zijn 2u onderweg, en nog maar 16 km ver.
In Blankenburg even door wat straten en dan zouden we weer recht omhoog het bos in moeten om bij het 'Groze Schloss' te komen. En dat hoeft niet meer voor ons, dit nodeloos boswegen kiezen is er teveel aan, we rijden het centrum in, zien het raadhuis en gaan langs iets drukkere wegen richting Thale. We zijn wel blij dat we gisteren halt hielden in Wernigerode want dat was een leuke mooie stad, Blankenburg is een dooie afgeleefde stad waar niets te beleven valt.
In Thale pikken we weer aan. Ook dit is een stad van vergane glorie, het is duidelijk dat we in de vroegere DDR zijn. Deze streek heeft iets met heksen, overal kom je exemplaren tegen, en in Thale wordt met Walpurgisnacht (1 mei) de heksendans gehouden. We volgen opnieuw de R1 en op een uitzichtpunt zien we in de verte de 'Teufelsmauer' liggen, weer zeer speciale rotsformaties. Door de velden komen we net voor Gernrode voorbij een historische pleisterplaats , de 'Bückemühle', een oude watermolen. Zeer speciaal interieur en lekker eten.
Even verder zit een jong paar trekkers te picknicken op een bank. Wij klimmen weer het bos in maar geven het snel op : kasseiweg recht omhoog, en als even later de hemelsluizen open gaan wordt het pas echt waanzinnig om hier mee voort te gaan. Het jonge koppel komt ook te voet naar boven : ook zij vinden de weg te slecht en te gevaarlijk met bagage, en sneden al stukken van de route af.
In het centrum houden we het voor bekeken en volgen de grote baan naar Rieder en Ballenstedt. Dat gaat vlotjes maar mijn voorwiel begint te rammelen en mijn stuur te daveren. Er is iets mis met de naaf van het voorwiel, alles afladen, wiel bekijken, we zien niets fouts maar er zit waarschijnlijk iets los in de naaf. Paul spant die wat meer aan, het rammelt en davert minder maar gerust zijn we er toch niet in. Dat wordt straks uitpluizen wat er aan de hand is, als iemand een idee of oplossing heeft, laat maar weten.
De alternatieve weg is druk maar gaat goed vooruit, tot we in Radisleben een oriëntatie-fout maken en ... op veldwegen vol keien belanden. We snijden zo wel een stuk van de route af, maar rammelen weer door elkaar. De zon is ondertussen weer te voorschijn gekomen en de wind blaast in de rug, het gaat nog redelijk vooruit.
In Gatersleben vinden we een klein pension met prachtige kamers. Mevrouw vraagt onze was want die mag de wasmachine in (op weg naar Lourdes hadden we in Le Blanc ook zo'n lieve gastvrouw). We kunnen hier ook eten, niet à la carte, maar wat de pot schaft. Het is pompoensoep en dan een witte koolblad gevuld met een pittig gehakt met een lekker sausje.
En zo eindigt deze dag toch nog goed. Morgen zien we wel hoe we verder rijden.
Rit 9 : Goslar - Wernigerode. De fietsduwers van de Harz.
Gisterenochtend, voor de klimrit door het bos, zei Paul : 'als we dit tot een goed einde brengen, hoeven we geen schrik te hebben van de rest van het harz-gebergte, daar raken we zo door'. Maar na het voorbereiden van de rit van vandaag, zijn we daar niet meer zeker van. Wat de ontwerpers bezielt weten we niet, maar in het roadbook staan waarschuwingen over 'niet aangeraden met bagage', en 'enkel voor zeer geoefende fietsers'. Er is zelfs een stuk met trappen op, begin daar maar eens aan met 17 kg fiets waar 15 kg bagage aanhangt! Deze route is toch voor trekkers bestemd? Als de alternatieven weer niet aangeduid zijn, staan we er slecht voor. Dan zal het een lange rit langs de gewone weg worden.
We kunnen wel nog eens vertrekken zonder regenjas aan want de zon is van de partij. Goslar doorrijden, opnieuw langs de markt waar de kraampjes weer opgebouwd worden. Het is een aangename stad met gezellige pleintjes en straten, een bezoek zeker waard, maar dan niet het tweede weekend van september want dan is het 'altstadfest'. Omdat we door het centrum rijden, vermijden we het eerste obstakel van de dag. Maar wel onmiddellijk klimmen, en na 3 km het bos in over een keienpad, het wordt elke dag wat moeilijker. 6 km klimmen verder kunnen we wel genieten van een zeer mooi panorama. De Harz is mooi, maar meer geschikt voor lange wandelingen en mountainbikers ( er rijdt er één mij fluitend aan hoge snelheid voorbij, eerst voel ik me een watje, dan zie ik dat hij elektrisch rijdt, wat is daar nu sportief aan? Vooral zijn houding is storend!). Weer een afdaling over de keienweg tot in Oker. Aan de trappen beginnen we niet, het alternatief is niet aangeduid maar met de gps vinden we een andere weg. De aansluiting in het bos is niet berijdbaar, we stappen te voet de helling op want fietsen is te gevaarlijk. Terug op de route aangekomen staat er een verkeersbord dat aangeeft dat de weg oneffen wordt. Wordt??? Is dit een grap, of om te huilen? We stappen verder en duwen onze fiets omhoog tot de weg min of meer berijdbaar is. Bij het eerste terras met prachtig uitzicht houden we halt. Nog maar 20 km ver, alles doet pijn, en het is al 12u gepasseerd. Het doel van de dag, Thale, ligt nog ruim 50 km verder, dat halen we niet meer. We besluiten tot Wernigerode te rijden, nog een 20 km verder, en er een halve rustdag van te maken. De renners in de tour krijgen er zelfs een hele!
Eerst moeten we Bad Harzburg nog voorbij. Dat kan recht door de stad over een kasseiweg, rond de stad door het bos dat 'sehr holprig' is, of met een boog rond de stad over een asfaltweg. Ik haat kasseien, weet niet wat 'holprig' is maar het klinkt onheilspellend dus kiezen we voor het laatste alternatief. Natuurlijk staat het weer niet aangegeven, dankzij roadbook en gps lukt het ons wel. Weer even fietsduwen om de aansluiting in het bos te bereiken, ik krijg al sterke armspieren. Iets betere bosweg nu, en aansluitend een mooie afdaling tot in Ilsenburg, het hart van de Harz, startplaats voor vele wandeltochten. In Drübeck bewonderen we het benedictijnenklooster. Het is opvallend hoeveel goed bewaarde kloosters hier zijn.
Na 40 km zijn we in Wernigerode, een grote stad met weer een uiterst gezellige historische kern. Een korte rit, maar zware rit : 675 hoogtemeters overwonnen op 40 km, dat kan toch wel tellen. We zijn vroeg in het hotel, en maken van die gelegenheid gebruik om nog eens een wasje te doen. Dan nog een flinke wandeling door de stad, en eten in de 'Ratskeller' een zeer oud, pittoresk restaurant.
Morgen weer een bergrit, dat zullen weer niet veel km zijn.
Weer vertrekken in de regen, onze gastvrouw schudt meewarig het hoofd, ze begrijpt niets van onze gedrevenheid. Even wachten heeft echter geen zin, Berlijn roept ons.
Langs een andere invalsweg, deze keer met vrijliggend fietspad en helemaal niet steil (of zijn we goed uitgerust en doet dit klimmen ons niets?) verlaten we de stad. Een colonne brandweerwagens komt uit de andere richting, we zijn precies op tijd uit Dassel vertrokken. Na 4 km terug aangepikt met de R1. We rijden nog steeds langs een drukke weg met mooi fietspad, maar dat ligt bezaaid met afgevallen takken en een massa slakken steekt de weg over. Oranje naaktslakken, maar ook grote witte huisjesslakken. We zigzaggen er doorheen om ze te ontwijken, ik hoef niet in detail te treden over wat er gebeurt als je daar over rijdt.
Einsbeck is een mooie stad met weer veel mooie gebouwen. Ondanks de regen is het in de winkel-wandelstraat al heel druk. Wij vervolgen onze weg langs het riviertje 'Leine'. Op een veld zien we wel 20 witte reigers bij elkaar, nog nooit meegemaakt. Even verder krijgen we een zware regenbui over ons heen, maar we zijn net bij één van de vele rastplatze voor fietsers, en kunnen schuilen in een mooi hutje. Tijd om een appeltje te eten, en een kwartier later zijn we weer op weg. De zon wint het stilaan van de regen zodat we in de stad Bad Gandersheim de kerk, het kerkplein en het raadhuis kunnen bewonderen.
Via een reeks haarspeldbochten gaat het weer omhoog, en even later steil naar beneden (15%). Door het slechte wegdek moet dat met dichtgeknepen remmen, als dit zo voort gaat moeten we in Berlijn op zoek naar nieuwe remblokken.
We passeren het kloostercomplex Brunshausen, heel speciaal is het niet. Weer verder over het golvend parcours met pittige hellingen, wat zijn we gelukkig met onze pinion versnellingsbak die probleemloos hoger en lager schakelt. We bereiken een nieuw plateau en genieten van de rust en het landschap. We rijden hier moederziel alleen. Maar dan de eerste kasseiweg, we zijn volledig dooreen geschud. Net voor Langelsheim is er volgens ons roadbook de keuze tussen 2 trajecten : een korte met zeer steile klim door het bos, of een alternatieve langere geasfalteerde weg met 2 kleine hellingen. Maw de keuze tussen korte hevige pijn, of lange zachte pijn. Omdat het alternatief niet aangegeven is moeten we wel het bos door. Recht omhoog over een slijk grindweg, laagste versnelling, we geraken er! Even slechte weg naar beneden, plezant kan je dit niet meer noemen.
De laatste km naar Goslar brengen ons nog langs een meer en we krijgen een laatste regenbui over ons heen.
In hotel 'Kaizer hof' krijgen we een kamer op de derde verdieping. Twee trappen gaan nog, de derde doet echt pijn! Eten kan hier niet, na een heerlijke warme douche zijn we genoeg uitgerust om nog een flinke wandeling door het oude stadsdeel te maken. Daar is het feest, goed dat we geen hotel op de markt hebben want wat een lawaai! Feestmarkt, overal eetkraampjes en een rockbandje dat voor de ambiance zorgt. We wandelen verder maar daar is zelfs een klein festival bezig. In het restaurant 'hubertushof' voelen we de bassen trillen. Het eten is super lekker, dat maakt die extra wandeling goed.
Laat in bed, en morgen wacht weer een zware klimrit want we zitten midden in het 'harz-gebergte'.
Rit 7 : Steinheim - Dassel. I'm biking in the rain.
Buiten een licht gezwollen knie en wat blauwe plekken hebben we de valpartij goed overleefd. Klaar dus voor de volgende trip. Vertrek met regenjas aan, want er hangt heel veel regen in de lucht. Na 5 min is het al van dat : miezerregen, en wind op kop.
Via een stille landweg langs het riviertje 'Emmen' vinden we aansluiting met de R1. Weer klimmen, vooral vals plat met enkele korte maar pittige kuitenbijters ertussen. De wind blaast ongenadig langs alle kanten (maar niet in de rug) dus het is weer zwoegen om boven te raken. Op het plateau ter hoogte van Bredenbom heeft die wind helemaal vrij spel, we rijden tussen de velden, mooi uitzicht maar wat mais was nu welkom geweest, bieten houden de wind niet echt tegen. In Vörden staat weer een zeer grote abdij uit de 17de eeuw in barokstijl. Vanaf Eilversen gaat het recht naar beneden, wel 10 km lang, over een prachtig fietspad door het bos en naast de drukke weg. Zo zijn we snel in Höxter. Weer mooie vakwerkhuizen en enkele grote kerken. Ook het klooster 'Corvey', een immens gebouw aan de rand van de stad. Mooie ingang, volledig ommuurde tuin, het is beschermd door Unesco.
We vervolgen onze weg langs de Weser over een geasfalteerd jaagpad. Een grote ijzeren brug verbindt beide oevers, het is niet duidelijk of ze nog in gebruik is. Naast het klooster ook een lange laan omzoomd door platanen, op het einde weer een zeer oude boom die met ijzerdraad bij elkaar wordt gehouden maar nog steeds bladeren draagt. In de veronderstelling dat er in het volgende stadje terrasjes genoeg zullen zijn, negeer ik de wegwijzers naar een terras op een brug. Een kapitale fout want de stad Holzminden passeren we door de buitenwijken, daar is niets te vinden, en in de volgende kleine dorpjes ook niet. Verder door de velden weer omhoog tot Bevern. Het kasteel daar is goed verstopt want we zien het niet. In Lobach kunnen we na 60 km eindelijk even halt houden voor een korte picknick in the rain op een houten bank midden in het dorp. Wat krachten opdoen vooraleer we weer mogen klimmen. We zien weinig van het panorama want de hemelsluizen gaan open. Stadtoldendorf zal wel mooi zijn, in de regen heb je er niets aan. Langs een drukke verkeersweg - deze keer zonder vrijliggend fietspad - klimmen we verder tot Luthorst en nemen dan de afslag naar Dassel. Nog een laatste klim, afdalen naar het centrum, en hotel 'Deutches Eich' heeft nog plaats voor ons. Warme ontvangst door een zeer vriendelijk echtpaar. Dat we twee verzopen kiekens zijn maakt hen niets uit, we zijn welkom. De verwarming staat aan op de kamer, zalig om op te warmen. De regenjassen blijken een uitstekende investering want ons lichaam is droog gebleven. Morgen hetzelfde weer, en weer veel klimmen. Wiens idee was het naar Berlijn te fietsen ???
Het enige eenvoudige aan ons hotel was de prijs : even mooie grote kamer, even nette badkamer, en even uitgebreid ontbijt. Meer zelfs, we krijgen 2 plastic zakjes om de rest van onze broodjes mee te nemen voor onderweg. Dat laten we ons geen twee keer zeggen, wat extra proviand is welkom!
Fraulein Anna wenst ons goede moed want het gaat heel de dag regenen. Toch vertrekken we zonder de regenjassen aan te doen, dat kan nog als het echt nodig wordt. Het is wel opmerkelijk frisser, dankzij een eerste klimmetje hebben we het snel warm genoeg. We slaan direct het bos in en rijden langs het riviertje de 'Oelbach'. Eerste stop aan een oude watermolen met vistrap. Vroeger stonden er wel 13 watermolens verspreid langs de 28 km lange rivier. De boswegen zijn door de regenval echte slijkwegen geworden. We prijzen ons gelukkig geopteerd te hebben voor schwalbe marathon supreme banden. Breder en dikker (dus ook zwaarder) dan andere banden, iets meer rolweerstand op gewone weg, maar veel meer grip en stabiliteit op dit soort onverharde wegen.
We nemen een afslag naar een volgend monument, Paul roept nog 'kijk uit, want het is weer een mountainbike-pad'. Zijn woorden zijn nog niet koud of mijn voorwiel schuift uit over een opstekende boomwortel en ik beland pardoes tussen de netels. Naar het schijnt zijn die goed tegen reuma, ik kan u wel vertellen dat ik weet waarom men over 'brandnetels' spreekt! Farmacie bovengehaald, die sleuren we dus ook niet voor niets mee, alhoewel dat weer een deel van de bagage is dat we liever niet gebruiken. Het doel van deze afslag was de '1000-jarige eik'. Prachtig natuurfenomeen : binnenin is de stam helemaal hol, met ijzeren roosters wordt die bijeen gehouden, en toch hangen er nog veel bladeren aan de zijtakken.
Na het bos rijden we voorbij het 'Jagdschloss Holte', een kasteel uit de 17de eeuw in renaissance-stijl gebouwd. De muren zijn geel geschilderd en met de zon erop lijken ze wel goud. We rijden verder door weer een ander bos, allemaal natuurgebied. In Riege staat een origineel stuk van de Berlijnse muur. Dan beginnen we aan een lange zachte klim, het gaat heel vlotjes omhoog. In Pivitsheide zijn we even de weg kwijt, Paul zoekt rechts een aanduiding, ik links. Ik heb juist gekozen en roep hem terug. Hij stopt, houdt zich vast aan een wegpaaltje, en u raadt het vast al, het staat los en Paul ligt ook tussen de netels. Met een korte broek aan is dat allesbehalve leuk, dat heeft hij nu ook ondervonden! Wat valpartijen betreft staan we nu 1-1 gelijk, geen grote averij, we gaan zeker proberen deze score op het bord te houden!
Langs grote lanen rijden we recht naar het historische centrum van Detmold. Middagstop met flahmenkuche op een leuk terrasje. Langs een watertje de stad uit en weer het bos in. En klimmen! Eerst zachtjes, dan steeds steiler, het laatste stuk kan Paul slechts op met de kleinste versnelling, ik ben afgestapt want mijn hart vond dit niet leuk meer. Als we bovenaan terug kijken zien we pas hoe steil dit was! Even naar beneden en weer klimmen, zo gaat het door tot de Holzhausen-Externsteine, een stenengroep van 13 zandsteenrotsen die tot 38 m hoog zijn. Via trapladders kan je tot op de top maar na de klimpartij met de fiets hebben we daar geen zin in. Ze zijn impressionant genoeg vanop de grond (veel van de omgeving zie je trouwens boven niet, want overal bossen).
Nog wat klimmen en dalen over slechte bospaden en we komen in Vinsebeck. Het is 17u en met 70 km op de teller al wel genoeg geweest. Maar Gasthoff Müller heeft geen plaats meer. De lieve man belt wel zijn collega in het dorp op, ook geen plaats meer. Probeer in Steinheim, wordt ons aangeraden. Dat is wel 5 km van de route, maar het alternatief is nog 13 km verder, en ook 3 km van de route. Dus wij langs de grote baan naar Steinheim, eerst nog 250 m klimmen, en dan een lange afdaling tot in dit dorp. Heerlijk, we zijn op enkele minuten daar. En 'Hotel am Markt' heeft weer een prachtige kamer voor ons.
En Anna? Die kent gelukkig niets van het weer, want er viel geen druppel regen, en de zon was vaak van de partij.
Rit 5 : Warendorf - Verl. Door de wind en door de regen.
Miezerregen om mee te starten, dus onmiddellijk de nieuwe regenjassen aan. Ik had ze wel liever ongebruikt verder meegesleurd, maar zolang we de rest van de zak regenkledij niet nodig hebben, gaan we niet zeuren. De vraag of we nu beter de kap onder of boven de helm dragen, is zeer snel opgelost : een kleinere kap dus helm over de kap. Beter zicht en ook warmer, we zien er wel even zot mee uit als andersom.
We rijden een heel stuk langs de rivier 'Ems', die we later op de dag nog vaak zullen tegenkomen. Afwisselend grindweg en asfaltweg, door de kombinatie van afgevallen bladeren en de regen is het er wel glad zodat we een pak trager rijden. We passeren vandaag veel andere trekkers, er zijn dus nog van die zotten zoals wij onderweg. Heel even stopt het met regenen, om vervolgens eens zo hard te hernemen. Windvlagen en regenbuien volgen elkaar op, en als die twee even later samenspannen wordt het pas onprettig, want we zijn net in een grote open vlakte dus totaal geen beschutting. En zeggen dat wij dit alles voor de lol doen. Felle rukwinden die langs alle kanten komen : van voor, dus duwen op die trappers, van opzij, best gevaarlijk, maar ook in de rug, en dat is heerlijk, blaas maar wind!
Uiteindelijk blaast de wind de wolken weg, en in Rheda kunnen we na 50 km rond 13u een middagstop houden. Zo staan we er beter voor dan gisteren, want toen vonden we de hele dag niets. Door een prachtig aangelegd park, het Flora Westfalica Park, fietsen we naar zusterstad Wiedenbrück. Vele mooie witte vakwerkhuizen sieren de binnenstad. Van de watermolen blijven alleen drie grote schoepraderen over. We passeren weer een groot natuurgebied, Emssee, waar we enkele reigers en roofvogels spotten.
In Rietberg ook weer veel vakwerkhuizen. Voor het stadhuis staat een levensechte groep beelden : een man die 3 toeristen fotografeert. We zagen al meer soortgelijke taferelen, op het eerste zicht net echt. Hier kunnen we overnachten, maar het is nog vroeg (15u) en we hebben nog maar 65 km afgelegd. Dus rijden we verder door de velden naar Verl, en krijgen natuurlijk nog een flinke regenbui over ons heen.
In centrum Verl vinden we snel een eenvoudig hotel. De warme douche doet deugd en dan op zoek naar eten. Morgen moet er geklommen worden. We zullen ons beentjes maar al insmeren.
Rit 4 : Klein-Reken - Warendorf. Fietsen tussen de stropoppen.
Een hotel naast de kerk is geen goed idee, en zeker niet als de werkdag van de koster al om halfzeven begint. Niet één keer luidt de klok, maar wel drie keer drie slagen na elkaar, kwestie dat we zeker wakker zouden zijn.
Licht bewolkt vandaag, fraulein Maria verzekert ons dat het droog zal blijven. Morgen pas regen hier, maar dan zijn we al veel verder. Laat ons hopen dat ze iets van het weerbericht kent.
De 10 km extra van gisteren zijn niet verloren want we zitten verder op onze route en kunnen na 2 km al aanpikken. Maar het is wel direct klimmen, niet zomaar wat vals plat, neen, serieus omhoog. En met nog niet opgewarmde spieren is dat op de tanden bijten! Eens op de route duiken we het bos in, een venijnig steenslagpad vol kuilen en groeven dat afwisselend steil omhoog en omlaag gaat, en dit ettelijke km lang. Ik vermoed dat de ontwerper (m/v) van deze track Lier-Berlijn een mountainbike-fan is, want we rijden wel veel op dit soort wegen. Nadien weer langs maisvelden, maar ook langs een voormalig militair domein dat niet betreden mag worden wegens nog steeds aanwezige munitie. Het dringende plasje doe ik dus niet in dat bos maar wel tussen de mais.
Het is eenzaam rijden vandaag, en daar zijn we niet rouwig om want zo ontmoeten we enkele hertjes, spotten we een witte reiger en enkele buizerds, valken en een havik. Veel grote boerderijen hier, met creatieve bewoners. We zagen al vaker poppen gemaakt van balen stro, maar deze figuren zijn wel zeer origineel : een brandweerwagen, een aankondiging van een geboorte en van een huwelijk. Er staan ook wilde appelbomen langs de weg, we zien verschillende mensen gewapend met een lange stok met netje aan de rijpe vruchten plukken.
Net voor Senden gaan we het jaagpad van het Dortmund - Ems kanaal op, we volgen het wel 20 km over een grindweg, de laatste 5 km worden we compleet dooreen geschud door de putten en de stenen. We rijden onder Münster door en passeren ergens midden in het bos een prachtig gebouw. Het blijkt de watertoren 'Hohe Ward' te zijn, een gebouw uit 1906.
Net voor Mussingen bereiken we na 75 km de euroradweg R1. Deel 2 zit erop, uiteindelijk een route naar ons hart. Start van deel 3 tot Berlijn (nog ruim 700 km). Opmerkelijk verschil te zien op de gps : de track volgt de wegen veel nauwkeuriger, we zitten er niet steeds een pak naast. Handiger voor de navigator van dienst (ik). Tijd om een hotel te zoeken want achter ons worden de wolken steeds donkerder. Een eerste, waarvoor we 3 km rondrijden, heeft geen plaats meer (eigenlijk is het sluitingsdag en dan neemt men geen nieuwe gasten aan). In Warendorf, een meer toeristische stad, zal zeker nog een kamer te vinden zijn. Hotel Johan, ideaal gelegen in het centrum voor een bezoek aan het stadje, is volzet, maar stuurt ons door naar een ander hotel, net buiten het centrum. De eerste druppels vallen, maar om halfvijf zijn wij droog binnen. Maria weet dus iets van het weer.
Rit 3 : Straelen - Klein-Reken. Mais in overvloed, maar geen zimmer frei te vinden.
Door de kamerwissel gisterenavond is Paul zijn fietshelm kwijt. De kamer die we eerst kregen is ondertussen schoongemaakt, geen helm meer te zien. Nog voor we aan de receptie staan, komt een poetsvrouw hem brengen : ze zag ons in fietskledij lopen en wist direct waar die helm naar toe moest. Dankjewel lieve dame, uw eerlijkheid spaart ons een zoektocht naar een nieuw exemplaar uit.
Door wegenwerken is het even zoeken naar onze route, maar al snel rijden we over rustige wegen tussen immens uitgestrekte velden vol sla en kolen. Wat verder wordt dat mais. We duiken het bos in en rijden over wegen waarop collega Steven in zijn nopjes zou zijn, wij vinden het iets minder leuk maar genieten wel van de rust.
Net buiten het stadje Pont staan op het parkeerterrein van een grote fabriek twee speciale kunstwerken. Het eerste is The balance, en stelt een koorddanser voor. Prachtig uitgebeeld, hij zweeft net door de lucht. Het tweede is The wall, een aantal rechtopstaande stenen, met telkens een korte spreuk op, vormen verschillende figuren. Waarom die kunstwerken daar staan is ons een raadsel, er staat niet één wegwijzer naartoe, je rijdt er met de auto zo voorbij, met de fiets valt het gelukkig wel op.
Drukke banen wisselen af met wegen door de velden, vooral mais wordt hier geteeld. Het eerste klimwerk dient zich ook aan, veel vals plat, goed om ons voor te bereiden op het harz-gebergte verder op de tocht. We bereiken de Rijn en rijden enkele km over een binnendijk. Mooi uitzicht en zalig fietsen. Middagpauze op een terrasje aan de Rijn, en dan via een knappe brug deze rivier over. Voor fietsers is er een breed fietspad voorzien, daar kunnen we in België alleen maar van dromen.
Terug de maisvelden door en dan weer het bos in, dat is de route vandaag. Mijn angst voor deel 2 was dus ongegrond : mits wat extra navigeren is deze track redelijk goed te volgen, en we rijden niet alleen langs grote wegen, integendeel, het landelijke primeert. Dat heeft wel het nadeel dat we geen hotels of pensions tegenkomen. En na 70 km beginnen we weer eens aan een zoektocht naar een bed. Website Booking.com geeft logies aan 'in uw nabijheid' maar dat is dan 25 km van onze plaats, niet bepaald nabij dus en dan ook nog volledig uit de richting. Eerstvolgend stadje is Lembeck, 10 km verder, het enige hotel (in een kasteel) is buiten prijscategorie. Bij een bakker vraagt Paul naar andere hotels, ze sturen ons door naar Klein-Reken, weer 10 km verder. Zo komen we terecht in hotel Eichenhof, oef, toch een bed gevonden! Paul was er van overtuigd dat hij overal wel 'zimmer frei' zou tegenkomen, maar in dit gedeelte valt dat dus dik tegen. Vanaf morgenmiddag volgen we euroradweg 1, normaal zou de route dan duidelijker moeten zijn en logies vinden ook. Laat het ons hopen!
Rit 2 : Archen - Straelen. Verstoorde rust en verpestte lucht
Om 8u staat de tafel gedekt klaar in de veranda. We krijgen een ontbijt om 'U' tegen te zeggen, werkelijk aan alles heeft gastvrouw Mieke gedacht. Zelden zo'n rijkelijk ontbijt gekregen, hier kunnen we even mee voort.
Nog wat babbelen met de gastheer Sjaak (ex-hardloper, nu al wel 15 kg geleden) en dan op weg richting Achelse kluis. We dwarsen het natuurgebied 'de Leendert', de heide is al wel uitgebloeid maar het blijft een mooi gebied. Ondanks het vroege uur zijn er al veel mensen op pad, het is dan ook weer een zonnige dag. De track volgt een heel ander tracé dan de knooppunten, via een grindweg komen we door een stuk van dit gebied dat we nog totaal niet kennen. Het zal het mooiste stuk van deze dag worden. Ook hier zijn we niet alleen : veel wandelaars, joggers en mountain-bikers die allemaal niet begrijpen wat twee trekkers hier komen zoeken. Terug op de gewone weg zijn de obligate peletons wielertoeristen ook van de partij. En wat verder rijdt een groep op solex-bromfietsjes ons voorbij : hels lawaai en stinkende uitlaatgassen, ze zijn volledig miscast hier.
De route is niet zo interessant vandaag, goed dat het zondag is dus geen druk verkeer, want we rijden bijna constant langs grote wegen. Meestal ligt er wel een zeer mooi fietspad naast, netjes afgescheiden van de weg door een mooie bomenrij, maar we rijden ook ettelijke km over een drukke weg waar niet eens een fietspad aangeduid is. Heel on-Hollands vinden wij, dit zijn meer Belgische toestanden. Nochtans opgenomen in het knooppuntennetwerk, we ontmoeten er veel fietsers op. En ook de club 'op ons gemakske', een groep op oude bromfietsen, weer lawaai en stank, bah!
Het volgen van de track gaat beter dan verwacht, door regelmatig in en uit te zoomen blijven we op de juiste weg. Tot we ergens een kleine veldweg in moeten, de logica achter deze afslag begrijpen we niet, we volgen onze eigen weg. Extra zoekwerk, en we belanden midden in een heel grote groep wandelaars, met honderden zijn ze, ze palmen heel de landweg in en zijn zo druk in gesprek dat ze ons niet horen. Mijn duim doet nog zeer van het bellen!
In Grubbenvorst steken we met een veer de Maas over naar Velden. Het wordt opnieuw aangenamer fietsen over landwegen. Bij taverne jagersrust overlopen we de verdere mogelijkheden : doorrijden tot Geldern (nog 20 km) of een hotel zoeken in Straelen op 5 km. Het wordt het laatste, 74 km vinden we genoeg vandaag. Hotel Straelener Hof heeft nog een kamer vrij, de fietsen mogen in de afgesloten garage, restaurant heeft ook nog plaats, het is er rustig, wat willen we nog meer? Een propere kamer graag, niet één waarvan het bed al beslapen is. Aan de reactie van de receptioniste te zien gebeurt het wel vaker dat de kamers nog niet klaar zijn. Drie pogingen later hebben we dan toch een proper bed.
Rit 1 : Keerbergen - Achel. Een bijna perfecte start
Gisteren nog maar eens een extra keer gecheckt of de juiste kaarten wel op de gsm staan. Het debacle van vorig jaar, toen we na de eerste rit ontdekten dat enkel de kaart van België opgeladen was (daar ben je niet veel mee als je de ronde van Nederland wil rijden), is immers niet voor herhaling vatbaar. We hebben nu al niet veel marge over willen we nog wat kunnen bezichtigen onderweg. Even over en weer naar huis (2 ritten van 75 km extra) kan er niet meer bij. Maar gelukkig stoot een ezel zich geen twee keer aan dezelfde steen, enkele adresjes opzoeken geeft ons de zekerheid dat nu alles in orde is.
Met een half uur vertraging (door een technisch probleempje met de blog) zijn we rond halfelf klaar voor de nieuwe tocht. De zon is er al bij, veel beter weer dan voorspeld, voor ons mag het zo blijven. Het is even wennen om met de bepakking te fietsen : 15 kg extra op je fiets heeft een serieuze invloed op het evenwicht. Rustig vertrekken dus, al snel hebben we de routine weer te pakken. In Hulshout rijden we de oude spoorlijn naar Herentals op. Prachtig autovrij fietspad, kaarsrecht, wel veel dwarsbanen maar het is niet druk, we rijden quasi alleen. Er komen 4 trekkers uit de andere richting aan, vrolijke groet naar elkaar, dat geeft direct een goed gevoel.
Even na 12u zijn we in Herentals. We eten een lekkere salade in taverne 'het genoegen', en als we na een uurtje willen vertrekken, worden we aangesproken door een ouder koppel fietsers. Zij hadden dit jaar een eerste keer een trektocht gemaakt, en die was zo goed meegevallen dat ze spijt hebben dat ze er niet eerder mee waren begonnen. Dus beste vrienden, een goede raad : als je zin hebt om een grote fietstocht te maken, stel het dan niet uit, gewoon doen!
Deel 1 van onze tocht eindigt hier, we schakelen nu over op de track Lier-Berlijn die we volgen tot Munster.Tot in Neerpelt volgt deze de kanalen, simpeler rijden kan het niet zijn. Alleen is de track zo rudimentair dat het niet duidelijk is langs welke kant van het kanaal we moeten zijn. En laat dat nu echt wel heel belangrijk zijn om een fatsoenlijk berijdbaar jaagpad te hebben. Het gevolg laat zich al raden : we hebben meermaals onverharde stukken, en in Dessel een wegomlegging die nauwelijks aangeduid is zodat we enkele km extra doen. In Lommel wordt het nog erger, we willen het jaagpad blijven volgen maar dat wordt een grindweg in dergelijk slechte staat dat we het na 1 km opgeven en terugkeren. We volgen de knooppunten over een prachtig fietspad door een zeer mooi gebied, dat wel, maar weer een flinke omweg. Als we wat verder helemaal niet meer weten waar we zijn, wijst een lieve Limburger ons de weg want 'die wegomlegging trekt op niets'. Ik beklaag het me ondertussen dat ik de knooppunten niet tot Achel heb opgeschreven, maar dat was niet nodig want 'het is gewoon het kanaal volgen'. Het had ons wel 10 km extra kunnen besparen ...
Rond 6u zijn we dan bij ons vrienden-op-de-fiets adres. Dit is een organisatie waarbij particulieren aan leden een kamer met ontbijt verhuren voor een kleine vergoeding. Het voordeel is dat je er steeds zeker van kan zijn dat de fietsen veilig gestald kunnen worden, dat je collega trekkers ontmoet en de adressen vaak aan een fietsroute liggen. We hebben er al veel goede ervaringen mee, ook deze keer weer vriendelijke ontvangst en prachtige kamer en sanitair voor ons alleen.
Uit eten gaan kan pas rond 9u.
Het alternatief is een snackbar of 5 km terug met de fiets. Ons fingerspitzengefühl zegt ons dat we beter tot 9u wachten. En het was juist : een no-nonsens restaurant, enthousiast onthaal, simpel maar lekker eten en heel fijne babbel met de uitbaters. Meer hebben wij echt niet nodig om gelukkig te zijn.
De bestemming ligt vast, de routes die we gaan volgen ook, maar daarmee waren we nog lang niet klaar. Om voldoende tijd onderweg en in Berlijn te hebben, mag de volledige trip niet veel langer dan 2000 km zijn. Het werd nog een hele puzzel om van die twee routes een mooi geheel te maken.
De Europa radweg 1 (afgekort R1) is beschreven vanuit Arnhem. Het eerste stuk tot Borculo (80 km) fietsten we verleden jaar al. Heel mooi, dat wel, maar we willen (ttz moeten) de tocht inkorten. De aanlooproute naar Arnhem (ruim 190km) is ook geen onbekend terrein voor ons, dus dat deel willen we zeker overslaan. Rechtstreeks vanuit Keerbergen tot Borculo via de knooppunten (250 km) is een optie die niet veel korter is maar ons langs nieuwe wegen brengt. Nieuw zoekwerk leert ons dat alle wegen niet alleen tot Rome, maar ook tot Berlijn leiden. Via Routeyou vinden we een hele reeks andere routes die vanuit Belgische steden naar Berlijn gaan. Er vertrekt er één uit Lier die net onder de stad Munster de R1 kruist. Gps-track beschikbaar, dat kunnen we dus gebruiken. Daardoor missen we wel ongeveer 100 km van het eerste traject van de R1 , maar dat kunnen we evt op een andere reis nog wel doen. En zo knippen we flink wat km weg. Op de terugweg komt de hanzefietsroute (afgekort HR) na Keulen zeer dicht bij de Belgische grens, het stukje door het Rur-gebied is niet interessant te noemen, en vanaf Roermond kennen we de streek ook weer. Na wat vergelijkingswerk vinden we een fietsknooppunt ter hoogte van Heinsberg zodat we van daaruit naar huis kunnen fietsen. Weer veel km minder, de 2000 komen in zicht, maar zo missen we wel de stad Zaltbommel. Niet dat daar zo veel te zien is, maar ik wist niet dat die stad echt bestond. Die naam komt voor in een oud liedje, dat als volgt gaat : 'in die grote stad Zaltbommel, heerste grote watersnood'. Verder weet ik het niet meer, alleen dat de torenspits in het rond dreef. En die spits had ik graag willen zien, we zullen er een andere keer naar toe rijden.
Na wat knippen en plakken ziet onze tocht er nu zo uit : 1) via de fietsknooppunten van Keerbergen naar Herentals. 2) daar schakelen we over op de route lier-Berlijn die we op Routeyou vonden. Dit traject is niet gedocumenteerd, we hebben alleen de gps-track (voor de kenners : er zijn slechts 200 waypoints op het traject tot munster, maw dit is een zeer ruwe track). 3) rond munster kruist deze route de R1, die we tot Berlijn volgen 4) in Berlijn nemen we de aanlooproute tot Brandenburg 5) daar starten we de HR tot voorbij Keulen 6) ter hoogte van Heinsberg langs de knooppunten terug naar huis.
Onnodig te zeggen dat ik deel 2 met enige angst tegemoet zie. Tot Neerpelt geen probleem, maar dan storten we ons wel in het onbekende.