Rit 21 : Linderhofe - Paderborn. Eigen route, dat fietst eens zo vlot.
De deur van de garage ging zonder moeite open. Niet moeilijk, ze was niet op slot : er zit een afgebroken sleutel in het slot. Dan denk je dat de fietsen veilig achter slot en grendel staan, maar elke voorbijganger kan er zo mee weg, goed dat ze ook nog eens op slot stonden en met de extra ketting vastgemaakt.
We gaan erop vooruit wat weg zoeken betreft. We hebben een kaart van de regio gevonden, het is er wel één bestemd voor motards maar zo hebben we toch een beter overzicht. Zelf een route samenstellen met als leidraad de HR is nu iets eenvoudiger. Tot Dörentrup volgen we nog braaf de HR : eerst nog 500 m klimmen tot de burcht Sternberg (waar niets van te zien is) en dan 5 km dalen, een mooi begin van de tocht. In Dörentrup volgen we eerst het uitgetekende asfalt-alternatief (we hebben ondertussen door dat als dat voorzien is, de weg door het bos weer onberijdbaar is) en dan volgen we onze eigen route. Evengoed heel veel klimmen, we zijn in de Harz, maar over redelijk goede en rustige wegen, dat is aangenamer (minder pijnlijk) en schiet veel beter op. We passeren kleine dorpjes en ook Bad Meinberg, een kuuroord (weer vergane glorie). In Horn zijn er weer feestelijkheden, op een terras van een wat alternatieve kroeg kunnen we ver van het lawaai even uitrusten en overleggen hoe we verder zullen rijden. Ook hier veel interesse voor onze tocht, meer dan we op vorige fietsreizen meemaakten.
Door deze omgeving fietsten we 2 weken geleden ook, de mooie Externsteinen hebben we al gezien, dus kunnen we rechtstreeks naar Paderborn. Via de uitgezette fietsroutes tussen de dorpen (te vergelijken met het vroegere systeem van paddestoelen in Nederland) fietsen we door de bossen over ditmaal fatsoenlijke paden naar Schlängen. Ook veel klimmen en dalen, voor de auto's is er een brug over het dal voorzien, de fietsers moeten zwoegen en zweten. Waarom de HR deze weg niet volgt is ons een raadsel : korter, betere ondergrond en minder steil, en aangename omgeving. Als we midden in het dorp even de weg zoeken, worden we onmiddellijk voortgeholpen door een voorbijganger. Dat is al de derde keer vandaag : voetganger, automobilist en fietser, ze stoppen en helpen ons verder nog voor we zelf iets vragen. Nog 13 km naar Paderborn, een combinatie van rijweg, bosweg, park en stad, het gaat heel vlot.
Om 4u staan we al bij het hotel. We hebben dus tijd genoeg om de stad te bezoeken. Die valt wat tegen : veel kerken, zeer mooi raadhuis, maar geen sfeer in het centrum. Winkelstraten vol moderne gebouwen met hier en daar nog een oude gevel, veel bouwwerven ook. We sluiten de dag af in een Grieks restaurant. Dat is eens wat anders dan schnitzel en consoorten.
Het is altijd een gerust gevoel als het hotel je een goede plaats voor je fietsen aanbiedt. Maar als die bergplaats de dag erop niet meer opengaat, ben je daar weinig mee. Wat gemorrel met de sleutel, de piepjonge jobstudent krijgt de deur van de garage wel open, het slot was ondersteboven gemonteerd, je moet er maar op komen.
De vrouw aan de receptie begrijpt niet dat ik in korte broek vertrek (zu kalt!) en nog minder dat we weer 75 km verder willen. Als ik haar figuur bekijk, denk ik dat ze nog nooit 75 km op een jaar gefietst heeft. Eens buiten worden we nog aangeklampt door een man die ons een brochure van een 'prachtige route' geeft : Berlijn-Hameln. Tja, dat komt wat laat, dat hadden we een week geleden willen hebben.
Als we eindelijk weg zijn blijkt het marktplein vol kraampjes te staan. Goed dat we gisteren al foto's namen. We passeren nog langs de Andreas-kirche, weer een mooie laat-gotische kerk, en de Dom, heel groot maar niet bijzonder.
We volgen een hele tijd de rivier Innerste en dan rustige veldwegen. In de verte zien we kasteel Marienburg, mooi tegen de bergwand gebouwd, het doet middeleeuws aan maar dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Even verder verlaten we de HR. Paul heeft de trajecten zelf uitgezet zodat we langs een redelijk rustige weg wat sterke klimmen en slechte weg kunnen vermijden. Klimmen moeten we wel, maar op een goede ondergrond gaat dat toch beter. Een zeer lang vals plat lijkt het maar eigenlijk is het een fikse klim. Op de rand van het bos sluiten we weer aan op de HR die hier ook enkele km daalt. We worden voorbijgestoken door groepen motards, het is hier ideaal rijden voor hen.
In Coppenbrügge bewonderen we de oude burcht, nu museum. En dan gaat het even mis. De HR zou hier goede wegen volgen, maar dat was 25 jaar geleden misschien wel waar, nu is het weer een brokkelweg. Steil omhoog en omlaag, het schiet weer niet op.
Het uitgekiende alternatief is verderop niet mogelijk omdat de weg in kwestie ondertussen een B-statuut heeft, en daar kan (en wil) je met een fiets niet op. Roadbook en gps kennen deze situatie niet. Dus moeten we opnieuw een waar off-road traject volgen. In Afferde vinden we een fietsroute die ons recht naar het centrum van Hameln brengt, zodat we de voorziene omweg langs een camping kunnen vermijden.
Opnieuw begrijpen we de logica van de HR niet. Afwijken van de meest voor de hand liggende route om langs een camping te passeren, dat wel, maar een rondje door een Hanze-stad uittekenen niet. In Braunschweig was dat knap gedaan, in Hildesheim en Hameln mag je het zelf uitzoeken, daar passeer je enkel langs de rand van de stad.
Wij houden even pauze op het terras van de 'Rattenkrug' in de Bäckerstrasse, de belangrijkste straat van de Altstad. Bij ons vertrek worden we aangesproken door een groepje dat wil weten waar we vandaan komen en welke tocht we maken. Fijne ontmoeting!
Paul heeft nog wat verder gezocht naar alternatieven om 2 zware bosklimmen over te slaan. Er zijn hier goede fietsverbindingen tussen de verschillende dorpen voorzien en die gebruiken we om door het dal ipv over de heuvels tot Köningsförde te rijden. Weer een stukje HR en weer een alternatief, een lange gelijkmatige klim.
In Bösingfeld gaan we op zoek naar het hotel. Het blijkt buiten de stad te liggen, 7 km klimmen verder. Het enige hotel in de omgeving, duidelijk geliefd bij de Nederlanders die hier in groepjes aankomen, maar er is nog plaats voor ons. De fietsen moeten eerst buiten staan, tot een ander personeelslid zegt dat ze er een speciale plaats voor hebben. Terug naar de receptie, de fietsen mogen dan toch in een garage. Ook dit slot werkt niet behoorlijk, maar de deur openen is een probleem dat we pas morgen moeten oplossen.
Rit 19 : Wolfenbüttel - Hildesheim. Vakwerkhuizen, eenvoudige en rijkelijk versierde.
De stad Wolfenbüttel is geen Hanzestad. De HR komt er alleen langs de bovenrand door, maar het roadbook maakt er wel melding van. Omdat ons hotel aan de andere kant van de stad ligt, kunnen wij het centrum bekijken. En het loont de moeite want deze stad heeft ruim 600 vakwerkhuizen. Oud en nieuw, vervallen en gerestaureerd, in elke straat vind je er verschillende. Het marktplein is prachtig zonder storende toeristische accommodatie, het raadhuis weer een parel. Zeker het bezoeken waard.
Na 3 km door de buitenwijken volgen we het riviertje 'oker' langs het jaagpad (redelijk grindpad) tot in Braunschweig. Via het Bürgerpark met verschillende vijvers rijden we de stad in. Vele bomen dragen al hun oranje-gele herfsttooi zodat de omgeving heel kleurrijk is. We belanden pal in het oude centrum met imposant raadhuis (met diverse trouwgezelschappen op het plein) en Dom. Daar stappen we even binnen, zeer sober ingericht met wel enkele pompeuze graftombes maar ook grote fresco's op de zuilen en plafond boven het oksaal. De HR brengt ons nog langs enkele andere monumenten en ook langs een standbeeld van Uilenspiegel die hier fratsen uithaalde als bakkersgast. Via het Westpark rijden we de stad weer uit. Ik schrijf ze bij op mijn lijstje voor een volgend bezoek.
We fietsen nu door een gebied met veel akkers en boerendorpen. In Derneburg staat een zeer mooi station in vakwerkbouw en een groot kasteel. Wij volgen niet de aangegeven route langs de rivier Innerste wegens aangekondigde barslechte weg, maar hebben zelf ons traject langs rustige wegen (grotendeels met fietspad) uitgedokterd. En zo rijden we niet vast in de wegenwerken die langs deze rivier plaats hebben. Het is wel stevig klimmen (en ook dalen), goede voorbereiding voor de Harz die we morgen doorkruisen.
We komen langs een andere kant de stad Hildesheim binnen dan voorzien. De HR passeert enkel langs de rivier en doet het centrum niet aan. Wij wel, we vinden een hotel vlakbij de markt. Alle gebouwen rond het plein zijn bijzonder, zelden zo'n mooi uitgewerkte gevels gezien. In de omliggende straten weer pareltjes van vakwerkhuizen. Ook de verschillende kerken zijn een omweg waard.
We eten in een hip no-nonsens restaurant waar veel locals binnenwaaien, altijd een goed teken, we beklagen het ons niet.
Morgen gaan we de rattenvanger begroeten, en kruisen we de R1.
Rit 18 : Haldensleben - Wolfenbüttel. Kastelentocht.
Door gisteren Stendal en Magdeburg over te slaan, hebben we 65 km afgesneden van de route. Daarmee is de foute keuze van de rit Berlijn-Brandenburg per fiets ongeveer goedgemaakt, en hebben we iets meer speling om de ritten in de Harz kleiner te houden.
De herfst is vandaag begonnen maar buiten merk je er weinig van, het is warmer dan gisteren. Dus opteer ik opnieuw voor een korte broek terwijl Paul weer de lange fietsbroek aantrekt. 's Avonds zullen we allebei vinden dat we de juiste keuze maakten : ik omdat ik het zo niet te warm had, en Paul omdat hij geen kou geleden heeft. Allebei content!
Nog even praten met de eigenaars van het hotel, de broers Behrens, over onze route. Vriendelijke kerels, we gaan vandaag veel moois zien volgens hen. Maar eerst de stad uit geraken, ze is groter dan gedacht. Eens op de route zien we het eerste kasteel van de dag : het barokke slot van Hundisburg dat bereikbaar is via een lange dreef, de bomen vormen net een tunnel. Het slot ziet er magnifiek uit, na een grote brand in 1945 werd het fraai gerestaureerd. Ook de tuinen zijn een lust voor het oog.
Langs de weg verder, het is hier behoorlijk heuvelachtig, continu klimmen en dalen. In de verte een toren van een kasteelruïne. We passeren een grafheuvel waar graven gevonden werden die teruggaan tot in de Bronstijd. In Bebertal bekijken we kasteel 'Veltheimsburg' waar net restauratiewerken bezig zijn. We volgen de 'Schlozstrasse', ernaast ligt een gammel fietspad door het bos dat ik plichtbewust oprij. Paul rijdt op de baan. 100 m verder verspert een dikke boom het pad en moet ik terug, plichtbewust zijn wordt niet beloond! Even verder moeten we toch het bos in over een zandweg, we passeren een zeer mooi meertje vol waterlelies en kunnen dan via een weg met betonstroken onze route vervolgen. Weer een kasteel, dat van Altenhausen. Zeer groot complex, het herbergt nu een hotel.
Net buiten Beendorf komen we weer aan de voormalige grens tussen DDR en West-Duitsland. Een mooi gedenkteken verwijst naar 3 oktober 1990.
We rijden Helmstedt binnen. Pech, de weg over de oude stadswallen is versperd, dus rijden we dwars door de stad en missen enkele monumentale gebouwen. We krijgen opnieuw ettelijke km slechte weg voorgeschoteld : grind, zand, kasseien, keien, het volgt elkaar weer op. Na Räbke hebben we er genoeg van : hier moeten we zelfs een wandelweg volgen. Onbegrijpelijk. Wij kiezen voor het asfalt-alternatief, dat over een rustige verkeersweg gaat. Ja, we geven het toe, we zijn maar watjes. Gisteren als echte salon-fietsers de Elbe-radweg verkozen boven 15 km keienpad, en vandaag weer de gemakkelijke weg kiezen. Maar onze knieën, polsen en schouders kunnen dit niet meer aan. Vanavond zullen we sowieso weer voelen dat er geen 20 maar al wel 3x20 op onze teller staat. En dit asfalt-alternatief betekent trouwens eerst een flinke klim. Maar onze inspanningen worden 5 km verder beloond met een zeer lange afdaling. En dan zijn we extra blij dat we niet door het bos gingen, want zo'n afdaling over een bosweg is gekkenwerk.
Tot in Wolfenbüttel genieten we zoals de hele dag van het landschap. Heuvel op en heuvel af, even voor 5u staan we bij het eerste hotel. Pech, geen plaats, er is een beurs in de stad en alles in de omgeving zit vol. Dat moet ons weer overkomen, 2 jaar terug grote werven, verleden jaar te mooi nazomer-weer, en nu dus een beurs. Een half uur later hebben we toch onderdak aan de andere kant van de stad. Onze fietsen mogen in het waskot staan, zouden ze er morgen proper uitkomen?
Rit 17 : Tangermünde - Haldensleben. Dag van de dilemma's.
Gisteren, bij het binnenrijden van de stad Tangermünde, botsten we op elkaar. Dat overkwam ons op al die fietsreizen nog nooit. Door de wind en het verkeer hoorden we elkaar niet, ik bleef staan en Paul reed door, bonk op mij. De blauwe plekken van de netels waren net verdwenen, we hebben er nu verse.
We staan vandaag voor moeilijke keuzes. Het eerste dilemma is korte of lange broek. Gezien de weer-app max 14 gr geeft, en het gisteren al frisjes was, kiezen we voor de lange. In de loop van de dag is dat soms net iets te warm, maar onze spieren zijn wel blij met deze verwennerij.
Tweede dilemma : de route gewoon volgen over Stendal, of een afkorting nemen en via de Elbe-radweg tot Bertingen. Tangermünde en Stendal liggen niet ver uit elkaar, maar toch is het een extra 25 km. Dat houdt ons niet zozeer tegen, wel de 15 km onverharde weg na Stendal die door een gewezen Russisch militair gebied gaat. Het is een opeenvolging van keien, grind, zand, betonplaten. En ook al is een klein stukje ervan geklasseerd als 'alte Heerstrase', toch beginnen we er niet aan want we weten ondertussen wat we daar weer kunnen verwachten.
Dus nemen we de Elbe-radweg en de eerste 5 km is dat zeker een goede keuze. We rijden over een binnendijk, heel rustig, zien weer een groep witte reigers langs het water en enkele roofvogels over de velden vliegen. Maar dan wijken we af en rijden we door kleine dorpen waar geen lap te beleven valt. Verder langs de baan, druk is het niet want over 10 km rijden ons nauwelijks 5 auto's voorbij. Maar wel eentonig, van de Elbe zien we weinig. Wat een verschil met bvb de Mosel-radweg, die steeds heel dicht bij de rivier blijft. Terug een binnendijk op langs kleine vennen is mooier, er is een groot overstromingsgebied voorzien.
In Bertingen pikken we weer aan bij de HR, deze volgt een hele tijd de Elbe-radweg. Even iets eten bij een vakantiepark, ik neem de 'hochzeit-suppe', een kruidenbouillon met asperges, wortelen en ei in. Wat dat met een huwelijk te maken heeft mag Joost weten, het is wel lekker.
Het pont over de Elbe ligt klaar om te vertrekken en wij kunnen nog mee. Het is een recenter en steviger exemplaar dan dat van gisteren, maar goed ook want er staat sterke stroming op de Elbe. We volgen nu wel het jaagpad (weer witte reigers, duidelijk geen zeldzaamheid hier), maar in Schartau is dit onderbroken. Er is een omleiding aangeduid voor de fietsers, ze brengt ons met wat draaien en keren naar het Elbe-Havelkanaal. Goed dat de HR hier samenviel met een officiële route anders hadden we het zelf mogen uitzoeken. Ter hoogte van het sluizen-complex is het wel zoeken welke kant van het kanaal we moeten volgen, niet eenvoudig want het roadbook, met schaal 1/150000, is niet erg duidelijk. We geraken er met vereende krachten wel uit.
Maar dan dilemma 3 : rijden we over Magdeburg of niet? Het is een grote en naar het schijnt zeer mooie stad, vooral het oude centrum moet de moeite waard zijn. Maar wel 45 km extra, eerst nog even langs de Elbe gevolgd door een passage door het voorstedelijk geïndustrialiseerde gebied om op de markt te komen, en dan terug door drukke stadswijken. En alhoewel ik er op uit was de 'maagdeburger bollen' te zien (herinner ik me nog van de lessen fysica), slaan we deze stad toch over. Ik verzoen me met de belofte dat een volgende buskestrip deze richting uit zal gaan, we zien hier vaak mooie camperplaatsen dicht bij de steden, dus dat gaat zeker lukken.
Maar dan blijkt dat Paul de track van de alternatieve route niet heeft opgeladen. Met de summiere beschrijving in het roadbook wordt dat een zoektocht. En er zit weer een groot stuk bosweg in. Dus dilemma 4 : volgen we de beschrijving of zoeken we zelf onze weg? Het wordt het laatste, na wat speurwerk merken we dat we, na het aquaduct over de Elbe, gewoon het Weser-Elbekanaal kunnen volgen waar de HR 12 km verder ook op uitkomt. Wel de juiste kant vinden, daarvoor moeten we een tunnel onder het kanaal door, wel griezelig!
En zo rijden we dan kilometers lang over het degelijke grindpad langs dit kanaal. Heel rustig, maar niets te zien. Ter hoogte van Meitzendorf zien we de groene streep van de track op de gps verschijnen, we zitten dus juist. Nog 11 km dit kanaal volgen, tegen wind, 6 bruggen moeten we onderdoor en dan kunnen we afslaan. Maar 500 m voor die afslag is het jaagpad onderbroken, er is geen doorkomen aan. We zien dat meerdere fietsers dit voorhadden want vinden een spoor over de berm naar het lagerliggende pad. Paul gaat verkennen, verder geraken we daar ook niet, tenzij we de sporen oversteken en via een smalle trap de brug op klauteren. Dilemma 5 : hangen we de waaghals uit, of keren we braafjes terug? Wees gerust kindjes, mama en papa zijn heel braaf 5 km terug gereden tot een plaats waar we het jaagpad af konden (terwijl we nog stonden te overleggen reed een trein voorbij, juiste beslissing genomen). Daar staat niets aangeduid van deze afsluiting, het had ons 10 km kunnen besparen.
Nu moeten we helemaal zelf de weg zoeken. De gps en Google Maps helpen wat. Langs een drukke weg geraken we ook in Haldensleben. Eerst nog een mooi fietspad, maar dan moeten we de rijweg op. Ik beleef hier enkele zeer bange momenten : de wagens scheren ons rakelings aan hoge snelheid (geen snelheidslimiet hier) voorbij. Gelukkig blijft een grote vrachtwagen enkele minuten achter ons rijden tot hij plaats heeft om ons met een grote boog te passeren. Wat ben ik blij als we kunnen afslaan en even later iets dat voor fietspad doorgaat kunnen oprijden.
Het hotel is snel gevonden, nog één kamer vrij, er wordt nog
een kussen bij gelegd alsook het dagelijkse snoepje, en na 88 km is deze moeilijke en gevaarlijke hindernissenrit voorbij.
Deze streek heeft iets met pompoenen. Gisteren was er een pompoen-menu te krijgen in het restaurant, waarbij zelfs in het dessert pompoen gebruikt werd. Dat leek ons van het goede teveel, aardappel-pompoenpuree bij mijn vleesgerecht was al voldoende. Vanmorgen kan je bij het overigens weer voortreffelijke ontbijt zelfs pompoenconfituur eten.
Brandenburg is een stad met een lange geschiedenis en vele ups and downs. De stad verloor na 1989 veel van haar belang en maakte lang een verpauperde indruk. Maar er is hard gewerkt om de grandeur van vroeger te herstellen, belangrijke monumenten zoals de St-Jacobskapelle, de Steintorbrücke, de verschillende kerken en het Rathaus zijn al knap gerestaureerd. De stad is daardoor zeker een bezoek waard. (De Dom, gelegen op een eiland, lag wat van de route en bezochten we niet.)
De HR is geen officiële route en wordt nergens aangegeven, we moeten het dus met enkel de gps doen. In vergelijking met de R1 is het nu wel minder draaien en keren, we volgen lange stukken rechtdoor dus minder kans op missen.
Brandenburg zijn we snel buiten, we rijden al weer door de bossen. De slangen zijn ook al wakker, enkele overleefden het oversteken van de weg niet. Het wordt wel uitkijken als we straks een plasje in de bossen willen doen, geen idee of het giftige slangen zijn maar ik wil het ook niet uittesten. We steken de Niederhavel over met een pont, een oud afstands ding dat nog net blijft drijven. De chauffeur van de bestelwagen die met ons overstak, biedt ons een lift aan, zelf ziet hij zo'n tocht niet zitten. Dan volgt een licht golvend fietspad door het bos langs de Breitling See. Heerlijk fietsen is het hier, kilometers lang geen drukte, slechts enkele andere trekkers tegen gekomen. Nog een mooi stukje langs een spoorlijn en dan via rustige wegen door kleine doodse dorpjes. Opvallend zijn de grote rode bakstenen kerken hier. Na 39 km is het uit met de goede-wegen-pret : er wordt ons een keienweg, een betonplatenweg, zandweg en slechte zandweg in het vooruitzicht gesteld. In eerste instantie valt dat reuze mee : er zijn nieuwe betonstroken aangelegd en het is 2 km goed rijden. Het volgende deel is echter stuk gereden door de zware voertuigen voor bosbouw, niet lang geleden werd het bos uitgedund, de stammen liggen in grote stapels langs de weg, je kan de hars nog ruiken. We schudden weer volledig dooreen. Heel even asfalt, en dan weer een zandweg door de velden, de tractoren die de mais binnenhalen lieten grote sporen na. In combinatie met de regenval van vorige week is het een 5 km lang modderparcours geworden. Na een mountainbike-tocht krijgen we dus nu een veldrit te verwerken, we worden nog all-rounders. De laatste 300 m leggen we te voet af, twee nipt vermeden uitschuivers waren genoeg, een derde zou teveel kunnen zijn.
Terug de bewoonde wereld in, alhoewel bewoond, geen mens ontmoeten we in de kleine dorpjes. Van ver zien we Tangermünde liggen. Via een drukke verkeersweg met mooi afgeschermd fietspad rijden we de Elbe over en de stad in. 65 km op de teller, het is 3u. Wat vroeg om al te stoppen, maar de volgende stad is nog 15 à 20 km verder, en de veldrit heeft veel energie gevraagd. Tangermünde lijkt ons een gezellig stadje, we vinden een goed hotel bij de ingang van het oude stadscentrum. Dat geeft ons tijd om nog eens een wasje te doen, en een wandeling door het oude gedeelte. De omwalling met zijn torens zijn in rode baksteen opgetrokken, dat is nieuw voor ons. We lezen iets over 'baksteengothiek', nooit van gehoord maar hier dus te zien. Ook de burcht is in die rode baksteen opgetrokken.
Morgen kiezen we voor een afkorting langs de Elbe-radweg, zodat we wat tijd kunnen inhalen.
We hebben lang gediscussieerd over hoe we de terugweg zouden aanvatten. De eerste 40 km tot Petzow reden we vrijdag al, dus willen we wel overslaan en de trein nemen tot Brandenburg, zodat we wat tijd inwinnen. Maar enerzijds ziet Paul het nog steeds niet zitten met pak en zak de trein op te stappen, anderzijds willen we allebei wel de volledige route per fiets afleggen. Uiteindelijk beslist de zon : met dit mooie weer de trein opstappen zou zonde zijn. Indien we echt in tijdnood komen, kunnen we nog de 2 laatste ritten per trein afleggen.
Berlijn centrum binnenrijden was niet simpel, buitenrijden is ook niet evident. Maar het gaat vlotter dan verwacht (het duiveninstinct is hersteld) en na 5 km rijden we op het brede fietspad - wel 5 m breed, ook skaters maken er volop gebruik van - op de rand van het bos, naast de autostrade. Het lijkt wat op de lange tocht langs de afsluitdijk verleden jaar : nu rechts bossen, links het geraas van de auto's.
Potsdam werd tijdens WOII zwaar verwoest maar is knap heropgebouwd. We rijden langs zeer mooie, statige gebouwen, en ook hier hebben ze een 'Brandenburger Tor'. Opnieuw langs de Schwielowsee, bij een eenvoudig gezellig terrasje houden we halt om uiteindelijk toch die Berlijnse specialiteit te eten : een reuze curryworst (meer een veredelde knakkie, weinig smaak aan).
Op het einde van deze weg rond het meer, zien we een wegwijzer voor fietsers richting Brandenburg. Het is langs de rijweg (met fietspad) en komt niet overeen met de track op de gps. We besluiten toch maar die track te volgen want de beschreven weg oogt mooi. Dat hadden we dus beter niet gedaan. Want wat we niet voor mogelijk hielden is toch waar : vanaf km 38 zitten we op de hanzefietsroute en het wegdek is nog slechter dan dat van de R1. Eerst betonroosters, dan iets dat voor een asfaltweg moet doorgaan, keiwegen, en zandwegen waar we met ons totaal gewicht van ruim 90 kg (fiets + bagage + persoon) niet doorgeraken, de wielen schuiven weg zodat we weer stukken te voet moeten. Soms wordt de veldweg gewoon wat platgereden gras. Wat ooit een asfaltweg was, is nu een brokkelpad met stukjes overgebleven asfalt, grint, keien en héél veel putten. De ironie wil dat in het roadbook vermeld staat dat 'slechte stukken weg kunnen opvallend snel goede weg worden', onze ervaring hier is net omgekeerd. Wel weer wat speciaals gezien : op een bosweg kruipt een slang over het pad : 40 à 50 cm groot, grijsblauw, met witte streep rond de bek. Geen idee welke slang, we zien nog enkele kleinere exemplaren verderop.
Zo 36 km verder ploeteren vergt veel energie. Elke vezel in ons lichaam doet al pijn van de schokken. Rond 5u naderen we Brandenburg, langs de baan is het eindelijk vlot rijden. Hotel 1 heeft geen plaats meer, bij de toeristische dienst vindt men nog een kamer wat verderop. Wel wat boven ons budget maar we zijn te moe om nog verder te rijden. Het hotel is knap en zeer in trek bij andere fietsers.
Het traject van morgen hebben we ondertussen goed bestudeerd. Er zijn weer bos- en zandwegen aangekondigd, zelfs een 'slechte zandweg'. Wat was dat dan vandaag ??? Waar mogelijk zullen we wel een alternatief zoeken, want dat gehotsebots kunnen onze fietsen en lichamen niet meer aan.