Ofwel rijden er na halftwaalf geen treinen meer, ofwel heb ik tot 5u heel diep geslapen, want pas dan hoor ik een eerste trein passeren. Naast de spoorlijn slapen viel dus goed mee.
Vandaag zitten er allemaal fietsers aan het ontbijt : een vrolijk Duits koppel, een zuur kijkend stel Nederlanders, een stille Duitser en iemand met onbestemde nationaliteit wegens onverstaanbaar. En wij natuurlijk. De gastvrouw Christiane babbelt honderduit, haar man Christian zei gisteren nauwelijks een woord. Dit pension heeft al een lange voorgeschiedenis : opgericht in 1908 als 'Brughaus' en al vier generaties in handen van de familie Roloff. In de gang hangen er mooie foto's van elk paar in dezelfde pose bij de overname. En ook een wapenschild uit 1727.
Wittenberg is de stad van Luther en daar kan je niet naast kijken, zeker nu het 500 jaar geleden is dat hij zijn manifest op de kerkdeuren hing. De stad heet trouwens voluit 'Lutherstadt Wittenberg'. Grote groepen toeristen lopen er al rond. De toren van de 'Schlosskirche Allerheiligen' domineert het stadsbeeld. De stadskerk St.Marien heeft twee hoge spitse torens zoals deze van Köthen. Ernaast staat de kleine kapel 'fronleichnam' uit 1368. Iets verder op een plein staat een waterfontein. Ze dateert uit 1556, en is via houten pijpen verbonden met een bron 2.7 km verderop. Het systeem werd verbeterd in 1559 en werkt nog steeds op dezelfde wijze!
Wittenberg zijn we snel buiten, een kleine klim, en dan weer de bossen in, we komen in het natuurgebied 'Hoher Fläming'. Weer archi-slechte wegen, heel glooiend terrein en weer uiterst moeilijk om het evenwicht te bewaren. Er rijden duidelijk veel zware tractoren over want de weg lijkt wel een wasbord, we zijn weer compleet dooreengeschud. We passeren enkele kleine dorpjes met mooie speciale kleine kerken, maar geen levende ziel op straat te zien. Op een hoogplateau wordt de mais geoogst, een jager staat met jachtgeweer in aanslag klaar om het wild dat het veld uitvlucht af te knallen. Grellig!
In Raben kunnen we een omweg maken naar de burcht 'Rabenstein'. Sterk aanbevolen volgens het roadbook en alhoewel we al achter staan op ons schema, beginnen we toch aan de klim. De toren, gebouwd in 1212, staat op het hoogste punt (153 m) van Fläming. Mooi uitzicht verzekerd, behalve bij zware bewolking zoals vandaag. Of de omweg en fikse klimpartij de moeite waard zijn, laat ik heel even onbeantwoord. Want we moeten langs de andere kant van de berg naar beneden over een combinatie van kasseien, keien, grind en slijk. Waanzin! Ik stap af want het is veiliger een km naar beneden te stappen dan te rijden.
Maar dan is de weg-ellende voorbij en rijden we over mooie fietspaden en boswegen van het ene bos naar het andere. Net voor Bad Belzig halen we de zure Nederlanders in. Onderweg passeren we veel mooie schuilhutten. Langs één van die boswegen staan weer speciale sculpturen, in hout deze keer, o.a. een giraf, een uil, twee slangen, teveel om allemaal te fotograferen.
Vanuit Borkheide volgen we de spoorlijn tot in Beelitz Heilstätten. Hier hebben we de keuze 5 km van de route af te wijken om naar het hotel in Beelitz te gaan, of nog 10 km verder de route te volgen en daar een hotel te zoeken. We wagen een gok en gaan voor de tweede mogelijkheid. Twee minuten later krijgen we een stortbui over ons heen. We volgen niet de voorziene route (weer maar eens klimmen en dalen over boswegen terwijl je simpel even rechtdoor kunt), maar volgen de rechtstreekse weg. We trotseren nog wat wegenwerken en komen een prachtig, rustig hotel tegen. Niet aangegeven in het roadbook, en toch vlakbij de route. Onze gok was dus goed. De fietsen mogen binnen in de lounge en staan bij de piano.
Morgen belangrijke dag : dan rijden we Berlijn binnen, en ik doe dat dan met tram 6.
Trip : 76 km ; 512 hm.
Totaal : 1003 km ; 6312 hm.
|