51
jaar geleden. Paasvakantie. Rome-reis college. Warm weer. Verwondering.
De lange rechte straten van kasseien met flankerende grote huizen.
Details verloren in herinneringen.
De volk-jeugd-verheffing
door de vrijwillige leraren. Cultuur zouden ze ons bijbrengen. Hoe
majestueus het Romeinse rijk wel was. Welk hoog beschavingspeil. Enkel
natuurkracht bracht vernieling. Spuwende Vesuvius. Lava, modder, hitte,
verstikkende dampen. Schoon en gruwelijk.
De overblijfselen ongenaakbaar schoon, zegt mijn herinnering.
51
jaar later. Ik merk hoe vaag herinneringen zijn. Vele verloren
herinneringen. Wel de rechte straten. De grote kasseiblokken. De grote
flankerende huizen. Maar er is nu zoveel.
Casa's alom. Hetzelfde patroon verborgen achter die grote voorgevels.
Casa's
met verbluffende muurschilderingen, met altaren voor de huisgoden of
mythische figuren zoals Achilles...beelden zoals van een Faun ......Casa's van de rijke mensen.
Theaters...Groot theater. Klein theater. Amfitheater. Voetbalstadia avant la lettre.
Tempels ..... Isis . Apollo. Jupiter.
Thermen ..... Centrali( enkel mannen) ..Stabiae....van het Forum.
Bars met heuse marmeren togen waar drank en eten geserveerd werd.
Wasserettes om te wassen en stoffen te kleuren. Blootsvoets stampend in water en kamelenplas.
Oefenvelden voor gladiatoren ... Kazerne .. Paelestra grande( grote sportzaal)
Ondergrondse zuilengangen om rustig te wandelen en te kouten.
Het
machtige rechthoekig forum : centrum van debat, cultuur, politiek,
sociaal leven.. heiligdommen aan elkaar geregen ( Vespasianus, Jupiter,
de Laren) de viswinkel, Macellum, de wolmarkt van Eumachia, de
handelsbeurs Basilica.
Dit alles zullen onze leraren wel verteld hebben....
Maar zeker niet, ook al was het al 1968 het volgende :
Op
de straatstenen staan richtingsaanwijzers. Opstaande piemels die de weg
wezen naar huizen van plezier. Sexplezier. De wolvinnen was de naam van
zo'n huis ..Lupanare. Daar zijn wij zeker toen niet binnengeweest. Want
de standjes die in fresco's boven de diverse genietkamertjes zijn
afgebeeld spreken tot de verbeelding en van sommigen , moet ik toegeven,
zou ik niet weten hoe ik er moet aan beginnen.
Maar
dit is niet alles. Priapus met zijn fallus is overal tegenwoordig. Je
zou er priapisme van krijgen. En dat moesten onze leraren zeker toen
vermijden. Erotische afbeeldingen overal aanwezig. Er werd toen zedig
over gezwegen.
De legende vertelt dan hercules deze stad gesticht heeft. Ze draagt nog altijd zijn naam.
De
rijke Romeinen kwamen hier in die tijd luieren aan de zee met zicht op
de nabije Vesuvius. Dus riante woningen als buitenverblijven werden door
de lavastroom met een extra dikke laag bedekt. Vandaar dat hier alles
zo goed bewaard is gebleven. De oude stad ligt in een oksel van de
moderne nieuwe stad. Deze kom bereik je via een brug die als een halve
maan rond de archeologische vindplaats gemaakt is. Wij aarzelen want
Mussolini heeft deze brug laten aanleggen. Het hoeft niet te verwonderen
want de dictators van de twintigste eeuw spiegelden zich graag aan de
antieke heroïsche oudheid. Dictators lijken op keizers. Ook in onze
contreien bezigen sommigen nu nog graag beelden en woorden uit de
oudheid. Nihil nove sub sole.
Van op de brug zie je stad volledig liggen.
Zelfde
indeling van huizen, de casa's, zoals in Pompei. Fresco's, mozaïeken
van het fijnste soort. Ook achteraan kleine altaren voor de huisgoden,
de beschermers.
Maar ook verhaaltjes: het huis van Argos. Hij die Io, de minnares van Zeus, ziet als een koe.
Een
heiligdom voor de nog toen levende Augustus door twee vrijgemaakte
slaven gebouwd als dankgeschenk. Hercules, Juno, Minerva sieren de
muren.
Thermen met twee afdelingen m/v. Een kleedkamer, een
badplaats voor koud water, een badplaats voor lauwwater, een badplaats
voor warmwater en een soort sportzaal( palaestra). Mozaïekvloeren met
afbeeldingen van dieren.
Een casa met houten authentieke deuren. Een verkoold bed.
Een casa met een pers met houten schroeven.
De winkel/ bar van Neptunus en Amphitrite. De toog staat er nog. Schappen voor de wijnkruiken.
Achteraan
een mooie fresco van het huwelijk van beiden. Het is er gekomen dankzij
een dolfijn. De god van de zee zag met verliefde ogen Amphitrite op
het strand. Zij zwom verlegen weg, gelukkig dat ze op de rug van de
dolfijn teruggebracht werd naar Neptunus. Ook geluk voor ons zo mooie
overblijfselen.
Priapus is er weer bij, maar minder nadrukkelijk dan in Pompei.
In
casa bakkerij zien wij de molensteen nog staan. De ezels moesten het
graan tot bloem malen door rondjes te trekken. De slijtage op de vloer
getuigt.
De gymzaal en zwembad van 35 meter het zgn Palaestra getuigt dan weer van een een gezond lichaam in een gezonde geest.
Wat
Hercules niet kon was het dak op de Vesuvius houden, het moet een
gigantische uitbarsting geweest zijn. Wij rijden op zijn flanken naar
boven.
Het laatste stuk kan niet anders ( gelukkig maar) dan
te voet. De krater is een open wonde met hier en daar lichte dampen.
Een schoorsteentje. Een sigarettendampje. Wij rapen wat verkoolde
lavasteentjes.
Wij wandelen tot het hoogste punt. Blijven
verwonderd over zoveel natuurkracht. Het is nu eens de natuur die
verwoestend uitgehaald heeft. Toch nog een peulschil tegenover wat
dictators aangericht hebben.
Wij hebben een
gesluierd zicht op de baai van Napels en Napoli zelf.. William Turner
zou het zo kunnen schilderen. Gesluierde schoonheid. De machtige baai.
Daar
zullen wij vannacht slapen. Wij komen de stad binnen langs een zeer
groezelige weg. Vuil, putten in de weg, vuilnis opgehoopt. En op de koop
toe menselijke ellende. Straatmadelieven die zich aanbieden.
Wij
moeten een paar keer slikken. Onze camperplaats is hier niet ver
vandaan. Aan de rand van de stad. Wij worden vriendelijk ontvangen en
dit geeft ons vertrouwen om de stad morgen te verkennen.
Maar vooraf gevloek omdat wij van het kastje naar de muur en terug gestuurd werden om bus/metro ticketten te kopen.
Het archeologisch museum van Napels is een klasse apart.
Wij kunnen alle huizen in Pompeii en Ercolano aankleden met wat wij hier zagen.
Het was de juiste keuze om eerst de sites van P. en E. te bezoeken.
Veel
van wat wij niet zagen is in dit museum terug te vinden. De aankleding
van de Romeinse huizen moet wonderbaarlijk geweest zijn.
Het rood, het blauw, het zwart, de versiertekeningen als bepleistering van de muren, verblindend. De fresco's subliem.
De
mozaïeken zo fraai. Portret of landschap, mens of dier, dier of vis,
alles levensecht. Alle steentjes vallen in elkaar. Wellustig leefden die
Romeinen in een sfeer van schoonheid. En dat dit ook "geheime kamers"
meebracht, heeft de latere beschaving heimelijk gemaakt. Voor de
Romeinen was een fallus een teken van gezegende vruchtbaarheid. Het
mocht getoond worden. In alle toonaarden. Om fikse exemplaren te
bewonderen, raden wij iedereen aan om dit museum te bezoeken.
Sexshop ten top. Variatie in standjes. De Romeinen lieten alles zien, zelfs bestialiteiten. Zelfs een geit met een sik. Het zal heden ten dage niet meer waar zijn, toch niet in het openbaar.
De
familie Farnese heeft rijkelijk geïnvesteerd in borstbeelden van de
keizers. Wij laten de Caesar en Tiberius niet onvernoemd.
Grandioos, met kop en anderen met kop en lijf. Ook
de dames bleven niet achter. Maar geef toe, Hercules is ongenaakbaar
ook in zijn rustende stand. Twee jongenlingen doen op een elegante
manier aan sport.
Wij zien twee strijders voor de vrijheid met hun vuist in de hoogte. Sierlijk en vastberaden.
De danaïden, vrouwelijke elegante schoonheid.
En
plots begrijpen wij dat alle schilders en beeldhouwers de klassieke
oudheid als vertrekbasis moeten bestuderen. Was alle schoonheid toen al
niet geëtaleerd?
En
aan de schoonheid kwam geen einde. De gesluierde Kristus in Capella san
Severo was levensecht. Alsof de wind nog de rimpels van de sluier en de
sprei van het bed deed golven. Jezus ingetogen onder de sluier. Meer
dan onze hoed af voor kunstenaar Sammartino.
Trouwens
ook de andere beelden overrompelden ons. Raimondo de Sangro zorgde voor
dit alles. Hij was van alle markten thuis. Hij maakte o.m. van twee
lijken aanschouwelijk versteende bloedsomlopen. Anatomische machines,
zei hij. De paus zag dat zo niet zitten. Excommunicatie.
Wij kuieren in smalle straatjes en gaan van kerk tot kerk. De statige Duomo. De rijzende gotiek van San Lorenzo.
Het
Complesso di San Lorenzo gebouwd op Griekse en Romeinse grondvesten.
Een ondergronds dorp in zijn volle glorie met de Romeinse Cordo met
winkeltjes, bakkerij,wasgelegenheid.....bars.. En de Griekse
waterleidingen.
Ondertussen
hebben wij wel genoten van koffie en gebak op de Piazza Bellini en met
een goedkeurende blik Dante gegroet op zijn ovale en drukke Piaza Dante.
Vroeg
uit de veren, wandelen op de (vroeg) markt. Aan de Montecristo staan
fruit-en groentekramen in stapelverdiepingen mooi uitgestald. De
viskramers houden hun vis ijsgekoeld of laten kleine coquilles nog in
water spartelen. De rijkdom van de zee fris gepresenteerd. Laten wij de
zeeën proper houden. Leve(n) plastiek vrije zeeën.
En wij stegen met een zucht en met de Funicolare of het kabelspoor hoog naar boven in Vomero.
De
chique wijk met brede straten. In een park begeven wij ons naar de
Villa Floridana. Een droom residentie. Ze staat nu vol met een collectie
keramiek uit alle werelddelen. Top. Maar nog meer top is het uitzicht
op de baai van Napels.
Capri gesluierd in zee. En wij zingen : " Capri c'est fini et c'est à dire que c'est le fin de mon première amour"
Niet
getreurd wij stappen fluks naar ons volgend hoogtepunt.
Kartuizerklooster San Martino. De patroonheilige van de bedrogen
echtgenoten.( Capri, c'est ....).
De barokke schoonheid kan
soms juist niet te overdadig zijn en is dan schoon in al zijn
grootsheid. De kerk, de kapittelzaal, de sacristie vloeren om van te
snoepen, fresco's om van te likkebaarden, kasten met fijn inlegwerk
blinken. Kerststallen in wonderbaarlijke overdaad, het kerkhofje omzoomd
met doodshoofden, de adembenemende kloostergang omringd door Dorische
zuilen; kunstwerken in de vertrekken, devoot, maritiem, stadsgezichten.
En weer panoramisch, de baai.
En
nog meer van dat fraais in die baai vanuit de hogergelegen burcht
Sant'Elmo. Een oninneembare vesting van kolossale afmetingen.
Wij
zien vanop de vestingmuur het eiland Procida liggen en dromen weg bij
de film Il postino die daar opgenomen is. Wij eren even Pablo Neruda.
Wij
zien het eiland Ischia liggen en denken met een warm hart aan Elena
Ferrante haar boek "De geniale vriendin" en aan Lenu die naar Ischia
gestuurd werd. De televisiereeks heeft ons ook sterk beroerd.
De kapel van Sant' Elmo op het dak van de burcht is weer een pareltje. Evenals het museum van schilderkunst 1910-1980.
Langs een grandioze trap
zigzaggen wij naar beneden. 400 monumentale trappen. Magnifieke
uitzichten op baai en stad. Alleen jammer dat er zoveel vuiligheid
achtergelaten wordt. En het moet ons van het hart Napels is een vuile
stad.
Wij
zoeken troost in een gefrituurde pizza, plaatselijke specialiteit.
Fernanda prepareert de pizza in haar kamergrote huis. Op een bankje
buiten smullen wij. Binnen zijn er geen tafeltjes, kan ook niet, zo
piepklein is haar keukentje. Dit is uitstervende authenticiteit.
Fernanda met haar witte schorten is de vriendelijkheid zelve.
Plots
worden overspoeld door de massa in de Via Toledo en het zal zo druk
blijven op de piazza Plebiscito( Palazzo Reale , theatro San Carlo), op
de promenade langs de baai, tot aan het Kasteel van het Ei. ( Castel
dell' Ovo). De legende gaat dat Achilles hier een gouden ei in een karaf
heeft achtergelaten en zolang dat ei niet kwijt geraakt zal Napels
blijven bestaan. Het Ei wordt bewaard in dit kasteel. Dat is weer iets
anders dan het Ei van Columbus.
Tussen
al dat geweld door verstillen wij nog op twee plaatsen : Palazzo
Zevallos Stigliano ( eigenlijk een huis van een Vlaamse man,
Vandeneinde, handelaar en bankier, rijk geworden in Napels, en
kunstschatten op zolder gestapeld. Rubens, Van Dijck, Ribera en ook
Caravaggio. De legende van de heilige Ursula superieur weergegeven.
Alsof het licht uit de schilderij springt.
Galleria Umberto boven de vier verdiepingen een imposant glazen dak.
Het
is in kruisvorm. En in het midden is er een gigantische koepel,ten
hemel, gedragen door vier engelen. Wij genieten van onze koffie.
Wij
zien de beelden van de verfilming van De ideale vriendin voor onze
ogen. De communist Gennaro, vriend van Lenu, die hier slaags geraakt met
de hautaine stadsjongeren die spuwen op de onwennige jongeren van de
stadsrand. Ook de piazza Plebiscito wordt daarna het tafereel van een
gevecht. De bourgeoisie deelt de lakens uit. Nogmaals, hoeveel snaren
dat Elena Ferranta bespeelt en die ons raken.
Een metrotrein naar de flegreïsche velden. Campi flegrei.
Solfatara.
Een solvertje ontstoken. Eeuwige dampen. De god Vulcanus is hier naar
de oppervlakte gekomen. Boos op de aarde is Hij diep weggezakt en spuwt
hij verwensingsdampen.
De site is afgesloten. Wij wandelen
aan de rand naar boven. Wij zien de zwaveldampen opborrelen in een dor
witachtig landschap. De rotte eieren ruiken wij niet. Wij klimmen naar
een uitzichtpunt...bellevue.. Belvedère.
Het dalen is makkelijker naar het amfitheater Flavius.
Onze woede is groot.
Het derde grootste amfitheater van Italië is onderkomen. Een paar vloeken ontsnappen spontaan. Zwavelzuur.
Gelukkig
zijn de ondergrondse gewelven bijzonder goed bewaard. Twee
verdiepingen. De Afrikaanse dieren ( op weg naar Rome) werden hier een
eerste keer opgevoerd. Met een kooilift naar boven getakeld. Blijkbaar
werden er ook zeeslagen nagespeeld door een ingenieus
waterhoudingssysteem.
Een troef die nauwelijks uitgespeeld wordt.
Wij
dalen af naar de haven. Wij zijn in Pozzuoli. Hier is de aarde
onstandvastig. Ze kan op en neer gaan door de dunne aardkorst. Geologen
noemen dit Bradyseïsme. Een wijk Rione Terra is in1970 volledig ontruimd
en daardoor zijn er weer archeologische vondsten gedaan. De wijk is nu
gemoderniseerd. De kerk is een pareltje van moderne architectuur
aangebouwd aan de oorspronkelijke resten van de kerk.
Wij
struinen met veel volk( het is een zonnige zondag) aan de haven. En per
toeval vallen op een puik restaurantje, genoemd in de Trotter, la
Taverna del Mare. Onze antipasti bestaat uit zes ( ruim bemeten) tapa's
van zes verschillende vissoorten. Nog een speciale spaghetti ( dikke
platte pieren) à la vongolé. Zo eet je ze thuis niet. En nog lekker
dulce-taartje als afsluiter. En dit tegen een zeer, zeer schappelijke
prijs. Water en wijn erbij. En dit zonder water in onze wijn te doen,
overheerlijk.
Een weetje : Sophia Loren is hier geboren. Prompte Dame, waar vroeger onze ogen van duizelden.
Wij
wandelen verder op de zeepromenade met de zalige zon als metgezel . Een
treintje brengt ons terug naar Napels, waar wij ondertussen de metro
als onze broekzak kennen.
Wij gaan ondergronds Napoli Sotteranea. De Romeinse aquaduct van augustus. (170 km lang) Nauwelijks
voor te stellen wat hier ondergronds aan zalen, cisternen te zien is.
Machtige ingenieuste bouwwerken. Omgeven door tempels en een
amfitheater. Dienstig in tijden van oorlog en andere barre tijden als
onderkomen, schuiloord.
Het is donker als wij onze kop terug bovensteken. Weer voldaan en goed moe huiswaarts.
25 maart : Poseidon, Neptunus, Hera, Xeres, Athena
25 maart : Poseidon, Neptunus, Hera, Xeres, Athena
Paestum. Zoveel schoonheid zie je zelden.
Zonder
overdrijven de tempel van Neptunus/Poseidon is de mooiste die wij in
ons leven gezien hebben. Niet in Rome, niet in Sicilië, niet in
Jordanië, niet in Frankrijk... Neen, Paestum steekt ze allemaal naar de
kroon.
Intact, zonder tierlantijnen Dorisch, geometrisch strak, perfecte eenheid...overrompeld.
De perfecte gulden snede (2/5) 24 m op 60m. De buitenste zuilen een
beetje naar binnen gebogen om een perfect harmonisch perspectief te
behouden . De frontons zijn nog nagenoeg intact.
Is dit de bakermat van onze roots?!?! Woorden schieten tekort,
De Grieken, de Romeinen.....het doet er niet toe hoe ze hun goden noemden.... Maar ze werden vereerd op een sublieme wijze.
Ook de twee andere tempels laten ons tenvolle genieten.
En
dan spreken wij nog niet van de ganse site. De Via Sacra met de
woningen van stedelingen. Woningstructuur zoals wij zagen in Pompeii.
Het grote forum met het macellum, het zwembad, de thermen, het theater, de Griekse politieke arena het zgn. Ekklesiaterion.
Wij wandelen twee keer deze stad rond omdat wij er niet genoeg van krijgen.
Wij zijn de goden dankbaar voor zoveel schoonheid.
Treintje/
bootje. Van Paestum naar Salerno met de trein. Afgeladen vol. Mensen
naar hun werk. Een vruchtbare vlakte met ( plastiek) serres vol met
lekkere groenten.
Wij vinden direct de aanlegsteiger om naar
Amalfi te varen. Geen woeste baren, wel een goed bougerende boot. Wij
zien de dorpen in de vouw van het gespleten rotsgebergte. De
Amalfitiaanse kust is er om bekend. Nauwelijks vooruit te komen met de
auto. Op smalle afgrondbanen slingeren de wegen naar beneden en boven.
Met de boot hebben wij zicht op de dorpen die aan de zee likken in de
spleet van de rots.
Na een halfuur klikken de fototoestellen sneller. Amalfi, mooi met zijn gouden kathedraal, klimt omhoog tegen de berg.
Amalfi is tot de negentiende eeuw niet bereikbaar geweest over land, enkel langs de zee. Aangewezen op de zee.
Amalfi
maakte van de beperking een deugd. Het werd een zeemogendheid en de
invloed werkte tot in Constantinopel. Klein maar groot in daden. Eèn
van de oudste handelsstaatjes die Venetië en Genua voorafging. Zeerecht
voerden zij in. En ze vaarden ook op kompas (dat zij, de Amalfieten,
bij hoog en laag als hun uitvinding beschouwden - maar niet met deze -
het waren de Chinezen).
Groene en gele pannen op de klokkentoren. Sint André, de patron hier, wordt op een barokke wijze eer aangedaan.
Twee versierde zuilen van Paestum staan hier te blinken in het koor van de kerk. (Wie de macht heeft, rooft.)
Wij
stijgen met een lift naar een uitzichtpunt. Schitterend zicht op de zee
op strakblauwe hemel en op het stadje. Wij dalen door de smalle
steegjes( geen auto kan hier komen) naar het centrum en zoeken het
eetadresje van onze vaste gids, den Trotter. Il mulino is gesloten.
Wij
gaan op advies van een local op zoek naar Da Memè, even buiten de
toeristische drukte. Wij eten verrukkelijk op een rustige plek. Een
adresje voor den Trotter.
Voldaan varen en treinen
wij terug naar Paestum. Wij lopen naar de camping langs de
indrukwekkende ommuring van de onbeschrijfbare mooie stad, Paestum.
Wij
plannen om de via de binnenwegen door een landschap van werelderfgoed
te rijden. De dorpen liggen op een hoogte of dan weer verweg in het dal.
De landschappen variëren van groen naar dorre gesteenten. Grillige
bergen, pastorale dalen.
Teggiano is zo een rotsdorp. Het uitzicht 240° graden genieten.
De
straatjes zijn niet gemaakt voor onze auto ( een spiegel dichtgeklapt).
Het dorp is nog niet in toeristenmodus en het kille weer draagt er toe
bij dat ons zomers vakantiegevoel moet wijken.
Padula staat op
het programma. Een klooster, werelderfgoed. Onze mond valt open van
verbazing. De heilige Laurentius mag trots zijn op de paters die dit
voor hem hebben gebouwd. De kerk met ingelegde koorstoelen, cederhouten
deuren. Je komt van de ene binnenkoer naar de andere omzoomd met zuilen
De
grote keuken( met een reuzegrote openaardschouw) betegeld met het
mooiste aardewerk. Wij eindigen op een spectaculaire kloostergang met de
ontelbare cellen op twee verdiepingen met een "marsveld" als
middenplein. Het persectiefzicht van het hogergelegen stadje Padula is
meer dan een postkaart waard.
Ondertussen is het guur
geworden. De dreigende wolken lossen hun regen. Wij riskeren niet de
bergpasjes en de slingerende wegen en zetten koers op de snelwegen naar
Matera.
In de guurheid naar de schoonheid, maar die blijft nog verborgen.
De camperplaats vinden wij vrij snel. Handig en verzorgd maar aan een drukke baan.
28 maart : Matera, inde miezer, maar warm in ons hart
28 maart : Matera, in de miezer, maar warm in ons hart
De wind is guur. Het miezert. Geen weer om de Europese culturele hoofdstad 2019 te bezoeken.
Unesco
riep Matera uit tot werelderfgoed in 1993. Wel honderd grotkerken en
duizend grotwoningen. Carlo Levi had de mensonterende
levensomstandigheden aangeklaagd. De mensen die samen met hun dieren(
paard, ezel, varkens, kippen..die gaven warmte )
in de grotwoning woonden. Het was ongezond. De Moderne tijd en de
regering greep in. De mensen werden in de jaren vijftig tot '68 verhuisd
naar flatgebouwen in het nieuwe Matera.
De
mensen misten hun sociaal weefsel en keerden heimelijk en met heimwee
terug. De Regering was echter onverbiddelijk. De grotten werden
vergeten. Gelukkig was er de Unesco. Terug leven in de stad.
Ze
is gebouwd op een plateau van tufsteen. Twee "amfitheaters" langsheen
een diepe ravijn. Daarin werden grotten gemaakt. Woning boven woning
trapsgewijs. Twee Sassi's. En zoals dat in gans de wereld gaat , de
edelen wonen bovenaan, het werkvolk onderaan. En toen de predikers van
de Heer de intrede deden, werden er kerken ten toon gespreid.
Rotskerken. "Chiese Rupestri". En ja, wij bezoeken die nu graag en
bewonderen de resterend fresco's. Geen kerk ontsnapt aan onze aandacht.
De Chiesa de Purgatorio is wel een specialleke. Skeletten en schedels
tooien de kerk. De contrareformatie op zijn best. Weet dat iedereen
gelijk is in de dood en dat je beter naar het rijk der Hemelen gaat.
Het
nationaal museum in het Palazzo lanfranchi biedt beschutting tegen gure
wind en miezer. Carlo Levi verwarmt ons. Mooie schilderijen..
Portretten, stillevens, landschappen ....Maar vooral zijn grote
muurschildering van de grotbewoners en hun verhuis naar een beter leven.
Deze muurschildering stond centraal in de wereldtentoonstelling van
1961 in Turijn. Een aangrijpend beeld van mensen in ellende in hun grot
en het verdere beeld, de hoop op een beter leven.
Wij lopen in de eerste Sasso, Caveoso,
door smalle straatjes, trap op trap af. Telkens een ander beeld van de
gestapelde grotwoningen. Dichtbij of een totaal zicht. Ook de overkant
van de ravijn is indrukwekkend. Stijl met rotsgaten. Diep beneden loopt
een riviertje.
Wij
bezoeken een grotwoning. Alles is er zoals wij in Bokrijk een
boerenhuisje kunnen bewonderen. Alleen er is ook plaats voor de dieren.
Het
alaam, het bed, het weefgetouw, het spinnenwiel, de opbergkasten....het
doet ons denken aan onze gelukzalige jeugd... Langs het tuinpad van
mijn vader.
Eèn
opmerkelijke zaak : er is een ingemaakte regenput. Een gat in de grond,
daarnaast een emmertje om water te scheppen uit het waterreservoir. En
het water kon niet tot in de grotkamer komen want er was een afvoerbuis
die het water kon laten weglopen als het hog water werd.
Alles
bij de hand. En in zo'n grot is er ook altijd een constante
temperatuur. Daarnaast was er ijskelder waar men de sneeuw optastte.
Kerken met de fresco's. Wij proberen de heiligen te lokaliseren en zien
ook veel schitterende annunciaties. Annunciaties is trouwens ook een
mooie dichtbundel van Stefan Hertmans.
Is het guur buiten, de warmte is toch ons hart.
Door
het labyrint zoeken wij ons weg naar het Trotter- restaurantje Pico.
La Mamma Enza is er blijkbaar niet. Maar de antipasti zijn verrukkelijk
en ze blijven maar komen. Acrobaleni di Sapori, zeggen wij tegen de
garçon en hij lacht dankbaar. Inderdaad een regenboog aan smaken. Het
hoofdgerecht zijn hun pastaspecialiteiten. De wijnen primitivo en
aglianico zijn heerlijk. En de afsluiter de digestief Amaro lucano is
als een engeltje die.......
Wij
verkennen de tweede Sasso, Barisano. Laat ons verdwalen door de
straatjes, ik heb wel een vrouwtje naar mijn zin en omgekeerd ook.
Wij
komen in een winkeltje/ atelietje van een pottenbakker. Hij maakt de
typische ( vogel) fluitjes die men schenkt bij het huwelijk.
Wij kopen een geschenkfluitje voor Nelle en Pieter die trouwen op 13 april.
Morgen willen wij nog van dat. Dit is wereldklasse en daar willen wij van genieten.
29 maart : Matera in de zon nog warmer in ons hart
29 maart : Matera in de zon en nog warmer in ons hart
Wij
zijn zo van die mensen die nooit genoeg krijgen van schoonheid en dus
alles moeten gezien hebben, bang dat wij iets gemist zouden hebben.
Wij
begeven ons terug in de blokkendozen van de Sasso Barisano. Hier
gebruikte men de tufsteen uit de grotten om kubusblokken te maken.
Dus in deze Sasso een combinatie van blokkenhuizen en grotwoningen.
Wij
willen San Pietro in zijn kerk bezoeken. Onze verbazing is groot. Eerst
en vooral voor de mooie altaren en de fresco's. Onderaards is er
labyrint van kamertjes met opschriften; rechts een kamertje met
fresco's. Het stinkt er; er werd overgeleverd dat de dode paters hier in
het dodenhuisje werden gelegd om hen te laten "uitlekken". Ja, wat wil
je dan.
Onze verwondering was ook over de kunstwerken van Louise Manzon.
Zij stelt hier indringende beelden van vrouwen, alleen en in groep, van vissen, als golven van de zee ten toon. Zij
brengt een ode aan de vrouw, die wereld draagt. Zij leeft mee met de
vluchteling die ontheemd de zee en de overkant als zijn betere toekomst
ziet. Waar blijft jouw ziel als je alles achterlaat? Aan ons om hen
terug leven te geven met begrip voor waar hun ziel is. Elk beeld of
beeldengroep roept de diepste emoties op. Dit topniveau van kunst. En
het staat hier op zijn plaats...culturele hoofdstad....wij krijgen van
de loketman de toelating om te fotograferen met de belofte om niet de
altaren en fresco's te fotograferen.
Onze dag is nu al volmaakt.
En
als toemaatje blijven wij wandelen door de Sassi's. Kronkelend op en
af. De kerken krijgen nog een voldane blik. Een bezoek aan het grote
waterreservoir de Palombaro lungo laten wij ditmaal aan ons voorbij
gaan. Wij weten dat dit 1 van de stedelijke reservoirs was, 50 m lang,
16 m hoog; met de hand uit gegraven in de zestiende eeuw. Het reservoir
was vergeten tot men iets wilde bouwen en men alles intact terugvond
gevuld met zuiver water. En zoals bij de grotwoningen was er een perfect
werkend overvloeiingsysteem. Treuzelen om deze schoonheid te verlaten.
Dan
op weg naar Metamonto. En wie is ons hier voorafgegaan? De waarde heer
en filosoof Pythagoras. Zijn stelling heeft iets te maken met rechte
hoeken in een driehoek en die zijden die gelijk zouden zijn aan?? ??
Die Pyt wist meer dan ik en dat zoveel vroeger.
Wij slapen allen op een agrotoerisme boerderijcamping. Als al donker is komt er nog een camper zich installeren.
Maar het belangrijkste nieuws van de dag is : er is er eentje jarig. Tuur wordt negen jaar. Dus telefoontje naar het thuisfront.
Wij
rijden Taranto en Apulië binnen. Wij zoeken het kustweggetje. De zee is
felblauw. Apelgroenzeeblauw. Schittering van de zon op de kleurrijke
zeeplekken. De rust en de vrede zijn met ons. Kilometers lang genieten
wij. Geen hoogbouw, vele open ruimten, ressorts verscholen in het
binnenland.
Wij
vinden een goddelijk plekje om te pick-nicken. De zee komt en gaat met
zijn goudzilveren schijn; de lucht is strakblauw; de einder oneindig...
Kon dit maar blijven duren.
Het
dorp Nardo verrast ons. Barok ten allen kant op de piazza Salendra. De
kerk , het justitiepaleis, de zuil. De stier in vol ornaat aan de
zijgevel van de kerk. Stampend op de grond heeft hij een waterbron te
voorschijn getoverd. De fontein geeft nog altijd water. Hier werd Nardo
gesticht. Eenvoudig gezegd ; mensen gaan steeds wonen waar water
voorradig is, de legende-verhalen zijn altijd wel legendarisch.
En
ons flaneren gaat door; Gallipoli, de schone stad, ligt omzoomd met het
schoonste water van de Ionische zee. De wandelboulevard cirkelt rond de
stad met zicht op die magische zee. Af en toe springen wij een kerkje
binnen en smeken om meer van deze schoonheid.
Gans
deze streek is door de Grieken gevormd, ook de namen ; Galli - mooi-
poli(s)- stad. En zo wemelt het hier van Griekse overblijfselen.
Wij
kuieren dan door de straatjes van de binnenstad. Het is warm en zonnig
genoeg voor een lekker ijsje. Ook deze dag kan niet meer stuk, denken
wij.
Wij
verheugen ons op een B&B en eetadresje ons aangeraden door Mieke en
Bob. Wij vliegen een metertje boven de grond ( met respect voor de
snelheidsbeperkingen) naar Galatina.
Wij rijden het stadje in en het aanzicht van de kathedraal en de straatjes verblijden ons nog meer.
Maar wij rijden zo goed als klem in zo'n straatje.
Als
overmaat van ramp is het restaurant gesloten. Het is een heksentoer om
rechtsomkeert te maken. Talloze keren vooruit/achteruit op de millimeter
nauwkeurig. Wij rijden ons nog verder klem tot ons een
ingezetene voorrijdt. Oef, oef. En wij die vloeken als onverantwoorde
toeristen met hun auto door de stadjes "sjezen". Schande over ons.
Hebben wij een verkeersbord niet gezien? Volgen wij te blindelings onze
gps? Nergens is er info dat wij de stadjes niet in mogen. Wij zullen
voorzichtiger worden.
Dan
maar een camperplaats zoeken in Lequile. Die bestaat. Maar de gps kent
zijn bestaan niet. Wij dolen rond in Lequile een voordorp van Lecce.
Dolen en dolen. Tot Frieda ons feilloos met haar gsm loodst.
Een
Camperplaats van wel vijftig plaatsen achter een grote poort. Wij staan
er alleen. Geen tijd meer om te koken. Wij eten droog brood en zijn
toch gelukkig ; ook al omdat Frieda deze keer wint met scrabble.
Wij hadden het in Praag. Barok dat je overvalt en je omarmt. Wij hebben het in Lecce. Wij hadden het in Firenze.
Wij parkeren de auto aan de rand van de stad. Wij hebben lessen getrokken.
De
Palazzi treden ons tegemoet. Kerken als een paternoster
aaneengeschakeld. De gele tufsteen zet de gebouwen in een zonnige gouden
glans. De smeedijzeren balkons. De beelden, beeldjes van mensen en
dieren sieren de tussenverdiepingen.
Wij wandelen door de
straatjes en pleintjes, pleinen en piazza's. Zoals bvb de piazza del
Duomo. Een gesloten plein omgeven met de de Duomo ( natuurlijk), de
vijftraps campanile, het statige en langgerekte musea Diocesano.
Sant'Oronzo in volle glorie beschermt het plein. Een decor voor de beste
Italiaanse film.
De poppenmaker op de piazza geeft uitleg.
Eerst maakt hij een pop van stro, dan bekleedt hij de stropop met
papier-maché. Aan gelaat, handen en voeten wordt terracotta aangebracht.
Het geheel wordt door vuur aangebrand. En dan kan het verven beginnen.
Wij bewonderen de verschillende figuren. Veel krsitelijk geïnspireerd.
Deze poppen zijn een artisanaal handelsmerk van Lecce.
Verderop
staat de basilica SanCroce in de stelling. Het Canvas ervoor geeft gans
de barokke gevel weer. Beelden, beeltenissen, monsters, engeltjes,
mensen, heiligen..... het is allemaal des mensen. En grappig de
architect heeft zich,oh ijdelheid der ijdelheden, ook een plaatsje
gegeven.
Zo komt hij in de reisgidsen terecht en leeft zijn naam verder. Gabriele Riccardi.
Het
paleis van de provincie verlengt plechtstatig de basilica over wel
vijftig meter. Via het binnenplein van dit paleis lopen wij even
verpozend in het stadspark. Wij keren terug naar de steegjes en pleinen
en zien altijd weer iets nieuws in deze barokke omgeving. De barokman
van Rome, Borromini, zal gelukzalig toegekeken hebben bij zoveel
versierselen zoals in en buiten de Chiesa san Matteo.
Ook nu
weer blijven wij aarzelen om afscheid te nemen. Maar wij hebben een
plan. Ons kerstbon van onze kinderen kunnen wij verzilveren in Ostuni.
Bed, diner, ontbijt. Telefoontje ...ok kom maar met de bon, maar vandaag
geen diner. Of zonder bon : 98. Grazie, maar dan niet vandaag.
Ipv gaan wij lekker lunchen in Lecce bij Radici. Lekker maar even te duur.
Wij
spoeden ons naar de camping in Alberobello. Wij bemerken al de trulli's
bij aankomst. Vriendelijk ontvangst in Camping Bosco Selva en wij
voelen ons op ons gemak. Voor de eerste maal een stuk of tien
kampeergenoten. En weer wint Frieda met de scrable.
1 april : Alberobello ......Bello...Bello...Bellissimo
1april: Alberobello ... Bello.. Bello..Bellissimo
Ik laat nu graag anderen aan het woord. Ciaotutti.nl>puglia> alberobello :
"De eerste .a
De
geschiedenis van de trulli is verbonden aan die van de geschiedenis van
Puglia als geheel. In de vijftiende en zestiende eeuw werden vanuit het
Koninkrijk Napels, waartoe Puglia in die tijd behoorde, forse
belastingen opgelegd.
De graven van Conversano,
die de scepter zwaaiden over het gebied waar tegenwoordig Alberobello
ligt, kwamen daarom met een ingenieus plan. Zij verplichtten alle
bewoners van het gebied om hun woningen voortaan zonder cement te
bouwen. Op die manier konden alle huizen namelijk razendsnel worden
weggehaald en dat kwam mooi uit als er een belastinginner langskwam om
een telling te doen waarop de verschuldigde belasting gebaseerd zou
worden
De arme boeren mochten dus enkel losse,
droge steen gebruiken. Precies daarom weken ze uit naar een ronde
vorm en een zelfdragend, koepelvormig dak. Dit dak bestond uit cirkels
van stenen die tegen elkaar aan duwden, zodat het zichzelf letterlijk
omhoog hield. Het was een even simpele als stevige oplossing"
Zo dat geen idee zijn voor de gele hesjes?!?.'
En verder volgens Ciaotutti :
"Al
snel werden de kegelvormige daken versierd: met symbolische, religieuze
of ronduit mysterieuze symbolen naar verluidt om het kwaad buiten de
deur te houden. Sinds 1996 zijn alle trulli in Alberobello die de tand
des tijds hebben doorstaan (en die tot de dag van vandaag grotendeels
bewoond worden) toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van Unesco."
En verder:
" De
oudste trulli in Alberobello zijn sober: simpele, stenen huisjes zonder
raam of schoorsteen. De vroegste bewoners van het dorp waren dan ook
straatarm. De leefomstandigheden van de landarbeiders werden door de
bouw van de huisjes wel een stuk beter: binnen werd het niet zo snel
vochtig en de ruimtes bleven relatief koel in de zomer en warm in de
winter.
Naarmate de welvaart in het gebied
groeide, werden ook de trulli wat luxer. Ze begonnen uit meerdere delen
te bestaan, elk met een eigen kegeldak, en kregen ramen en schoorstenen.
In ondergrondse bassins werd regenwater opgevangen, dat men voor
allerlei doeleinden kon gebruiken."
Ik zou het niet beter kunnen zeggen, met dank aan Ciaotutti.nl.
Wij
laten ons zelf ronddwalen door de witte straatjes. De toeristen
overrompelen nog niet. Wij genieten van de kegelvormige huisjes. Wij
proberen primitieve, magische en christelijke symbolen te "lezen".
En
weer blijkt dat cultuur evolueert en dat de kerk steeds verder bouwt op
het leven en de symbolen van diegenen die het ene godsgeloof zijn
vooraf gegaan. De kerk vertegenwoordiger van het volk. Was het altijd
maar waar geweest.
Wij gaan de trulli's binnen; wij bewonderen
de unieke trullo Sovrano; de enige met een verdieping met een stenen
trap. De andere hebben mansardes waar men met een houten trap opkroop
en waar de kinderen smiepen. Wij staan stil bij de Casa d'Amore ( hoe
kan het anders romantici als wij zijn). "Ex auctoritate regia hoc
primum erectum a.d. 1797" staat nog altijd op de voorgevel. Dit is het
eerste huis dat gebouwd werd na de afwerping van de belastingontvanger
Napels. Alberobello was nu vrij zijn eigen baas. En natuurlijk
supporteren wij altijd voor diegenen die zich bevrijden en bevrijd
weten.
Wij genieten van de wisselende uitzichten. Dan weer een
bochtig straatje met drie of vier opeenvolgende trulli's. Dan weer op
de heuvelflank een bos van trulli's. Boomhutjes op rijen, onder - en
boveneen. Wij laten ons ronddwalen en belanden in een leuk Ristorante Il
Pinnacolo. Volgens den Trotter was er niet veel soeps te eten in
Alberobello. Wij spreken dit met klem tegen. De antipasti is om vingers
en duimen af te likken en ze bleven maar komen de " hapjes" met alle
Sapori. Ook de pasta daarna was puur Italiaans. Een adres voor in den
Trotter.
De zon brengt tegelijk de lente en de
zomer. Wij beslissen om even te pauzeren in de camping en alles tot ons
te laten komen. De hemel is in ons neergedaald.
Wij
verlaten met weemoed Alberobello. Op weg naar de Adriatische zee. De
trulli's zijn uitgezaaid in het landschap. De authentieke, de
nieuw-gebouwden, de vakantietrulli's(fris en opgepoetst, al wat de
ganger wil).
De streek maakt er zijn uithangbord van. De olijfgaarden is het andere uithangbord van de streek.
Wij
waren ons niet bewust van het plateau waar we oprijden; plots strekt er
zich ver beneden ons een vlakte met de spiegeling van de zee uit.
Wij zetten de daling in en genieten van de wijdsheid. En van de zon.
Wij
negeren onze gps en rijden op ons gevoel naar Monopoli op zoek naar een
parkeerplaats aan de rand van het stadje. En weer wijst ons gevoel de
goede oplossing. Gratis parkeren aan de rand.
Als wij
uitstappen ruiken wij de vis van de Adriatische zee. ( zouden de renners
van Tirreno- Adriatico ook de vis van de zee ruiken?) De zon verlicht
de einder van de blauwe zee. Wij wandelen de mooie wandelboulevard af,
de zee aan onze rechterhand. Mensen liggen al te zonnen met bloot
bovenblijf. Wij treden door een inkompoort Monopoli binnen. De straatjes
op en af, bekoren ons. Pleinen verrassen ons. Het fort is fors. Oninneembaar. Vijanden over zee hebben geen kans.
Kerken
weer niet te tellen; romaans of barok; ze charmeren ons. In het
vissershaventje varen twee vissersbootjes binnen, pittoresk. Gekleurde
bootjes liggen aangemeerd. De vis al op het droge?
De restaurantjes zijn uitnodigend, maar het is nog te vroeg in de voormiddag. Wij wandelen door de steegjes om te genieten.
Wij zetten met zoveel verwachtingen koers naar een ander dorp Bitonto.
De
stad van de Olijf. De intrede door poort van Maja. De straatjes doen
ons het beste te verhopen. Aangekomen bij de Kathedraal St. Valentijn
(
en dit niet alleen op 14 februari) is onze bewondering weer groot.
Maar er is iets bevreemdend, er is geen levende ziel te bespeuren.
Kathedraal gesloten tot halfvier. Wij zien de adelaars op de zuilen.
Wij
proberen het hart van dit stadje te vinden. Zien mooie palazzi, barok
is nooit ver weg. Het is leeg in de smalle straatjes en steegjes. Wij
zien niets van de olijven. Hoe promoot je een stad? Hoe zet je een stad
op de kaart waarvoor staat je stadje? Zonder branie en eerlijk, zonder valse schone schijn?
Niet
gemakkelijk. Branie en schone schijn vinden wij wel bij andere steden
en gemeenten en dit is ook niet waar wij van houden. Geef ons Monopoli,
niet het spel, wel het stadje.
Wij veranderen van koers. Wij
laten Bari voor wat het is en rijden naar Gravina di puglia. Wij rijden
door een woud van olijfbomen.
Gravina, een stadje dat zich als
een tweede Matera presenteert. Het grote plein van Benedictus de
dertiende is leeg. Het is zomers en dat maakt de Kathedraal imposant
goudgeel met zijn kopjes op de kroonlijsten. Serieuze koppen. De vader
van de paus ligt hier nog begraven. Wij wandelen weer door de steegjes.
Wij staan weer versteld. De Chiesa del Purgatorio, geraamten en
doodskoppen alom. " ik ben waar jij ooit eens zal komen" zegt het
opschrift, hopelijk laat dit nog lang op zich wachten.
Wij zien in het V-dal aan de overkant de grotten. Leeggehaalde tufsteen en in blokken bovengebouwd. Matera in het klein.
Wij
bezoeken de grotkerk. Een vrijwilliger leidt ons rond. Chiesa san
Michele. De fresco's zijn nauwelijks zichtbaar. De zuilen ondersteunen
de natuurlijke grot. De zee heeft hier fossielen achtergelaten.
Wij
wandelen naar de Romeinse Aquaduct. Krijgen zo een zicht op de andere
kant van het V-dal. De nieuwe stad vanuit het zichtpunt van de Romeinen.
Wij vermoeden dat archeologen hier nog veel kunnen blootleggen.
Wij
besluiten een B&B te nemen omdat wij geen camperplaatsen in de
regio geopend vinden. Wij slapen in Le Stanze del Console. Het verblijf
van de consul.
Padre Pio. Alom tegenwoordig in beeltenis in van Zuid-Italië. In gans Italië.
Heilig
verklaard door een conservatieve paus. Pio had de stigmata van Jezus.
En volgens zijn zeggen kon hij op twee plaatsen tegelijk zijn. Pio was
ziekelijk als kind. Hij stierf in 1968.
Waren er dan geen
deskundigen die op medische gronden een analyse konden maken en
uitsluitsel te geven? Geen twijfel over zijn wonden in zijn handen en
voeten. Maar hoe kwamen die daar?
Pio kreeg zijn heiligdom op
de plaats waar hij zijn werk meer dan vijftig jaar gedaan heeft. San
Giovanni rotondo . Renzo Piano( centre Pompidou) is de architect van het
Pio's heiligdom. Een bedevaartsoord met een moderne stempel. Gigantisch
in afmetingen : de kerk, het voorplein, de onderkeldering, de
pelgrimszalen. Een kruis van 40 m hoog. Gigantisch in architectuur.
Verschillende dakschelpen over elkaar. Binnen marmeren gebinten
verrekkend boven het altaar zakkend naar achteraan in de kerk. Overral
fijne lichtversieringen net als olielampjes. Beneden in krypte een
plafond van goud. Gouden gebinten die samenkomen boven de relikwie Pio.
Op
de muur in de krypte en op de lange toegangsgang wondermooie mozaïeken.
Met bijbelse en Pio-verhalen. Hoe religie en geloof schoonheid
creëert. Dit kan toch ook van god los schoon zijn. Ja, toch.
Onze
volgende stop is de Monte Sant' Angelo. Wij rijden door de Gargano.
Mooie pastorale ( om in de sfeer te blijven) landschappen. Klimmen naar
de hemel. De aatsengel Michael is overal aanwezig. Maar vooral in zijn
Rotskerk waar hij een gouden kroon en gouden vleugels draagt.
Er is een mis aan de gang. Een romantische nostalgie overvalt ons, wij herkennen alles nog.
In
een aanpalende grotkapel zijn moderne biechtkamertjes gemaakt. Je gaat
een kamer binnen en daarin staat het klassieke houten rasterwerk
waarachter een biechtvader zit. Eén kamertje doet dienst. Wij hebben
elkaars zonden vergeven. Doen wij dagelijks.
De straatjes op
de Monte zijn weer middeleeuws. Wij zien nog een mooie Chiesa aan santa
maria Maggiore gewijd. Mooi timpaan. Mooie fresco's. Het Batisterio
ernaast bekoort ons met zijn timpaan en beeldjes op de zuilen.
En
nog hebben wij niet genoeg. Wij kronkelen in schitterend landschap met
steeds wisselend zicht op zee in de diepte naar Abbazio di Santa Maria
di Pulsano.
Acht kilometer naar eens rots omgeven door ravijnen. De kluizenaars
leefden in de holen van deze ravijnen. Op de rots bouwden zij in de 6de
eeuw een Rotskerk. Romaans. Byzanthijns. Een sacrale stilte. Wij zijn
hier alleen. De blauwe tinten met groen kleuren van de zee, daar ver
beneden, maken van dit oord een hemelse belevenis. Sacraal. Stil.
Schoonheid.
Wij volgen nu de kustweg langs de
Adriatische zee. Adembenemend stijgen en dalen. De zee is onze metgezel.
Als wij van de zee afwijken rijden wij door de bossen van de Gargano.
Op
uitdrukkelijke vraag van Frieda houden wij halt bij de camping Baia e
Cala Campi. Een camping in een bos aan de rand van de zee.
De
zee die beukt tegen de rotsen waar wij net boven staan. Wij hebben
uitzicht op eilandjes. Vogeleilandjes. Meeuwen-eilandjes. De zee die
komt en gaat. Komt en gaat. Ruisend en bruisend. Klotsend en spattend
tegen rotsen. Een zalige wereldse plek. Hemels tafereel.
En ja Bart Moeyaert komt in onze gedachten; maar het gedicht dat op onze lippen ligt is van Herman de Coninck :
zoals dit eiland van de meeuwen
is en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand
zo is dit eiland van de meeuwen
en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand
Het waren dan ook Royal Seagulls. "Coninckelijke meeuwen" op die eilandjes.
3 april : 8 x 8 : oneindig 4 april : Dan rusten wij
3 april : 8 x 8 : oneindig
Frederik den tweede was blijkbaar begin dertiende eeuw een fenomeen.
Als kind al koning van Sicilië. Daarna hertog van Apulië, baas van Duitsland en keizer van het groot Romeins rijk. Hij werd Stupor Mundi genoemd; " Verbazing van de wereld". Hij was van de wereld: 3x getrouwd, kinderen bij de vleet bij vrouw en minnaressen. Hij had goede contacten met de Arabische wereld en stak er veel van op.
Hij verbaasde de wereld met Castel del Monte. Wij staan er ook verbaasd naar te kijken. Het kasteel : Alles heeft met een acht te maken. Een achthoekige binnenkoer. Acht kamers/ zalen eromheen( twee verdiepingen) achthoekig. Geflankeerd door acht achthoekige torens. Achthoekige ramen in kamer die elk op hun beurt de zon vangen. Eén kamer vangt de zon zowel met een binnenvenster op de binnenplaats als een buitenvenster.
Het getal 8 heeft noch een begin, noch een einde. Het is oneindig. Frederik, de oneindige. Het kasteel staat op de Italiaanse muntjes van 1 eurocent, oneindig keren munt uit geslagen.
In het kasteel, geïmporteerd uit de Arabische wereld, ( achthoekige) toiletten, ( achthoekige) douches àvant la lettre. Juist onder het plafond achthoekige open raamgaten, vermoedelijk om te communiceren als de kamers afgesloten waren.
Veel is verdwenen. Maar het marmer is nog op plekken aanwezig. De sierlijke hoge openhaard schouwen. De marmeren pilaren op korintische wijze gekroond.
Het kasteel ligt op een berg te pronken. Rondom zicht over de vlakte : 360°. De keizer heeft overschouwd. Net als Trajanus nabij Constanza in Roemenië.
Waar diende dit (pr) acht kasteel voor? (Zeker geen militaire functie). Wij houden het op een (j)acht slot.
In opperste tevredenheid zakken wij af naar Trani aan de zee. De kathedraal aangemeerd aan de zee. Pr(acht)ig. Een schitterend wit geplaveid voorplein. De geelgoude schijn van het voorportaal. Arabische ramen gefloreerd met kanten versierselen. Dieren in kleine monumentjes rondom het roosvenster.
Ondergronds betreden wij de kathedraal. Een zuilengalerij. Fresco's ter ere van moeder Maria. Devote stilte. Langs een trap vangen wij een blik van de Romaanse kathedraal (buitengewoon veel licht en hoog - bijna onromaans )op. Sober en strak. Het was een gestolen blik. ( de kathedraal was gesloten).
De pier achter de kathedraal loopt sierlijk sikkel-en maanvormig in de blauwe zee. Het is èèn uur en alles baat in rust. Tijd om een restaurant te zoeken. Wij laten, alsof wij hertog en hertogin van Apulië waren (neen geen keizers) verwennen in Ristorante Corteinfiore. En inderdaad obers in wit hemd en in stijl ontvangen ons in de verzorgde tuin met planten, cactussen en palmen. Modern, fris ogend interieur. Klasse. Wij kiezen voor een antipasti van vis- en zeevruchten. Meer dan een michelinster waard. De pastaschotel idem dito. Toch Keizers?!?
Wij struinen door de steegjes en straatjes. Goudgeel. En ja, de Italianen hebben de siësta uitgevonden. Caos Calmo. Sandra Varonesi, zijn boek en de verfilming. Ook hier topniveau. Ha.. La Bella Italia.
Zelfde scenario in het volgend stadje. Barletta. Kathedraal en burcht aan de zee. De pleinen in ere en volle glorie hersteld. De "centro's storico's" zijn van een intieme schoonheid.
Wij bezoeken in een schitterend Palazzo de vaste schilderijcollectie van Giuseppe de Niitis. Parijse invloeden, Manet, Degas.... Mooie portretten ( Toulouse- Lautrec stijl) landschappen; Parijse zichten o.m de paardenrennen van Longchamps.
Tijd om een slaapplaats te zoeken. Wij opteren vooreen camping nabij Manfredonia, lido Salpi. Een camping waar de vakantie reeds begonnen is afgaande op het aantal campers die er hebben postgevat. Een camping aan een strand enkel voor campinggangers. Geen huis, laat staan hoogbouwappartementen in de zeer wijde omgeving te zien. Weerom rust.
Manfredonia. De cirkel van de acht is rond. Manfredo , bastaardzoon van Frederik II, kreeg hier van zijn vader zijn een stad cadeau.
Ik
sprak in het vorige stukje van Bart Moeyaert. Het gedicht dat
opgeroepen werd door die machtige Adriatische zee, geef ik hier weer.
Gedicht voor gelukkige mensen
Van alle mensen wie
het lachen is vergaan,
loopt èèn op de drie blind over je heen
en kijkt dan om.
De wereld is juist niet van iedereen,
dat slag.
De overige twee vallen niet op.
Hun armen bungelen halfstok.
Onder hun tong zit gram.
Ze kennen haast geen zinnen
zonder tss.
Zo zuinig zijn ze op hun lucht.
Je staat erin voor je het weet.
Heb ik iets van je aan misschien
is uit hun mond geen vraag.
Een wenk : kijk naast hun kleren.
Wijs naar elkaar, wijs naar
het water met de zon erboven.
Zeg blije dingen als :
wij moeten zeer de moeite zijn,
Als zelfs de zee tot hier komt,
weggaat
en zich weer bedenkt
Wij
werden vrolijk wakker gemaakt door de golfslag van de zee... Ze komt
en gaat ..en bedenkt zich... en komt.... De einder is een lichtrozige
sliert. Daarboven hemelsblauw. De zon doet haar werk. Gloed.
Mattina
Santa Maria La Longail 26 gennaio 1917
M'illumino
d'immenso
( Giuseppe Ungaretti)
Vieste/ Mattinata 6 april 2019
Het onmetelijke
verlicht mij
( Giuseppe Ungaretti / Joos Wauters)
Of zou het zo ook kunnen :
het onmetelijke
schittering
in mij
Verblijd
verlaten wij de camping. Het ene blauwe, groene of blauw/groene beeld
van de zee ontrolt zich voor onze ogen. Dan weer hoog, dan weer bij het
water.
Het is rustig, wij zitten buiten het seizoen. Deze kust mag wedijveren met zijn overbuur de Amalfitaanse.
Wij willen het niet geweten hebben hoe het hier in het toeristenseizoen aan toegaat. Wij rijden rustig en genieten.
Vieste, stadje op de vooruitgeschoven rots. Prachtig. Woordeloos.
En
dan zien wij wat toerisme ons aandoet. Iedereen wil deze mooie plek
hebben. En dan wordt het Blankenberge, Blankenberge, Blankenberge
.......x 100. Ach, is het dat dat ze parels aandoen.
Frédérik II heeft ook hier zijn sporen nagelaten.
Kronklend
en slingerd rijden wij toch tevreden verder langs kliffen. Wij verbazen
ons over de dorpen die hoog op de heuvel liggen zoals Peschici.
En hier ook weer de muurtjes om velden af te bakenen. De velden steenvrijgemaakt om te bewerken?
Wij
rijden nu door de bossen, het natuurgebied van de Gargano. Dit lijkt
ons de moeite om nog eens naar deze streek terug te keren.
Wij
kopen nog een paar flessen olie van een amateur oliemaker die een
parapluutje opengezet heeft op een subliem uitzichtpunt met zijn
natuurlijke landproducten.
En dan het verstand op nul....de lange weg naar huis. 700 km autostrade naar Como.
Het meer geeft ons een glimp. Niet op te tornen tegen de Gargano.
Op 7 april zijn we terug thuis. Een lange route autostrade.