6 april : Op weg naar huis
Ik
sprak in het vorige stukje van Bart Moeyaert. Het gedicht dat
opgeroepen werd door die machtige Adriatische zee, geef ik hier weer.
Gedicht voor gelukkige mensen
Van alle mensen wie
het lachen is vergaan,
loopt èèn op de drie blind over je heen
en kijkt dan om.
De wereld is juist niet van iedereen,
dat slag.
De overige twee vallen niet op.
Hun armen bungelen halfstok.
Onder hun tong zit gram.
Ze kennen haast geen zinnen
zonder tss.
Zo zuinig zijn ze op hun lucht.
Je staat erin voor je het weet.
Heb ik iets van je aan misschien
is uit hun mond geen vraag.
Een wenk : kijk naast hun kleren.
Wijs naar elkaar, wijs naar
het water met de zon erboven.
Zeg blije dingen als :
wij moeten zeer de moeite zijn,
Als zelfs de zee tot hier komt,
weggaat
en zich weer bedenkt
Wij
werden vrolijk wakker gemaakt door de golfslag van de zee... Ze komt
en gaat ..en bedenkt zich... en komt.... De einder is een lichtrozige
sliert. Daarboven hemelsblauw. De zon doet haar werk. Gloed.
Mattina
Santa Maria La Longail 26 gennaio 1917
M'illumino
d'immenso
( Giuseppe Ungaretti)
Vieste/ Mattinata 6 april 2019
Het onmetelijke
verlicht mij
( Giuseppe Ungaretti / Joos Wauters)
Of zou het zo ook kunnen :
het onmetelijke
schittering
in mij
Verblijd
verlaten wij de camping. Het ene blauwe, groene of blauw/groene beeld
van de zee ontrolt zich voor onze ogen. Dan weer hoog, dan weer bij het
water.
Het is rustig, wij zitten buiten het seizoen. Deze kust mag wedijveren met zijn overbuur de Amalfitaanse.
Wij willen het niet geweten hebben hoe het hier in het toeristenseizoen aan toegaat. Wij rijden rustig en genieten.
Vieste, stadje op de vooruitgeschoven rots. Prachtig. Woordeloos.
En
dan zien wij wat toerisme ons aandoet. Iedereen wil deze mooie plek
hebben. En dan wordt het Blankenberge, Blankenberge, Blankenberge
.......x 100. Ach, is het dat dat ze parels aandoen.
Frédérik II heeft ook hier zijn sporen nagelaten.
Kronklend
en slingerd rijden wij toch tevreden verder langs kliffen. Wij verbazen
ons over de dorpen die hoog op de heuvel liggen zoals Peschici.
En hier ook weer de muurtjes om velden af te bakenen. De velden steenvrijgemaakt om te bewerken?
Wij
rijden nu door de bossen, het natuurgebied van de Gargano. Dit lijkt
ons de moeite om nog eens naar deze streek terug te keren.
Wij
kopen nog een paar flessen olie van een amateur oliemaker die een
parapluutje opengezet heeft op een subliem uitzichtpunt met zijn
natuurlijke landproducten.
En dan het verstand op nul....de lange weg naar huis. 700 km autostrade naar Como.
Het meer geeft ons een glimp. Niet op te tornen tegen de Gargano.
Op 7 april zijn we terug thuis. Een lange route autostrade.