2 april: Een mooi spel ...Monopoli
Wij
verlaten met weemoed Alberobello. Op weg naar de Adriatische zee. De
trulli's zijn uitgezaaid in het landschap. De authentieke, de
nieuw-gebouwden, de vakantietrulli's(fris en opgepoetst, al wat de
ganger wil).
De streek maakt er zijn uithangbord van. De olijfgaarden is het andere uithangbord van de streek.
Wij
waren ons niet bewust van het plateau waar we oprijden; plots strekt er
zich ver beneden ons een vlakte met de spiegeling van de zee uit.
Wij zetten de daling in en genieten van de wijdsheid. En van de zon.
Wij
negeren onze gps en rijden op ons gevoel naar Monopoli op zoek naar een
parkeerplaats aan de rand van het stadje. En weer wijst ons gevoel de
goede oplossing. Gratis parkeren aan de rand.
Als wij
uitstappen ruiken wij de vis van de Adriatische zee. ( zouden de renners
van Tirreno- Adriatico ook de vis van de zee ruiken?) De zon verlicht
de einder van de blauwe zee. Wij wandelen de mooie wandelboulevard af,
de zee aan onze rechterhand. Mensen liggen al te zonnen met bloot
bovenblijf. Wij treden door een inkompoort Monopoli binnen. De straatjes
op en af, bekoren ons. Pleinen verrassen ons. Het fort is fors. Oninneembaar. Vijanden over zee hebben geen kans.
Kerken
weer niet te tellen; romaans of barok; ze charmeren ons. In het
vissershaventje varen twee vissersbootjes binnen, pittoresk. Gekleurde
bootjes liggen aangemeerd. De vis al op het droge?
De restaurantjes zijn uitnodigend, maar het is nog te vroeg in de voormiddag. Wij wandelen door de steegjes om te genieten.
Wij zetten met zoveel verwachtingen koers naar een ander dorp Bitonto.
De
stad van de Olijf. De intrede door poort van Maja. De straatjes doen
ons het beste te verhopen. Aangekomen bij de Kathedraal St. Valentijn
(
en dit niet alleen op 14 februari) is onze bewondering weer groot.
Maar er is iets bevreemdend, er is geen levende ziel te bespeuren.
Kathedraal gesloten tot halfvier. Wij zien de adelaars op de zuilen.
Wij
proberen het hart van dit stadje te vinden. Zien mooie palazzi, barok
is nooit ver weg. Het is leeg in de smalle straatjes en steegjes. Wij
zien niets van de olijven. Hoe promoot je een stad? Hoe zet je een stad
op de kaart waarvoor staat je stadje? Zonder branie en eerlijk, zonder valse schone schijn?
Niet
gemakkelijk. Branie en schone schijn vinden wij wel bij andere steden
en gemeenten en dit is ook niet waar wij van houden. Geef ons Monopoli,
niet het spel, wel het stadje.
Wij veranderen van koers. Wij
laten Bari voor wat het is en rijden naar Gravina di puglia. Wij rijden
door een woud van olijfbomen.
Gravina, een stadje dat zich als
een tweede Matera presenteert. Het grote plein van Benedictus de
dertiende is leeg. Het is zomers en dat maakt de Kathedraal imposant
goudgeel met zijn kopjes op de kroonlijsten. Serieuze koppen. De vader
van de paus ligt hier nog begraven. Wij wandelen weer door de steegjes.
Wij staan weer versteld. De Chiesa del Purgatorio, geraamten en
doodskoppen alom. " ik ben waar jij ooit eens zal komen" zegt het
opschrift, hopelijk laat dit nog lang op zich wachten.
Wij zien in het V-dal aan de overkant de grotten. Leeggehaalde tufsteen en in blokken bovengebouwd. Matera in het klein.
Wij
bezoeken de grotkerk. Een vrijwilliger leidt ons rond. Chiesa san
Michele. De fresco's zijn nauwelijks zichtbaar. De zuilen ondersteunen
de natuurlijke grot. De zee heeft hier fossielen achtergelaten.
Wij
wandelen naar de Romeinse Aquaduct. Krijgen zo een zicht op de andere
kant van het V-dal. De nieuwe stad vanuit het zichtpunt van de Romeinen.
Wij vermoeden dat archeologen hier nog veel kunnen blootleggen.
Wij
besluiten een B&B te nemen omdat wij geen camperplaatsen in de
regio geopend vinden. Wij slapen in Le Stanze del Console. Het verblijf
van de consul.