5 april : Nog altijd niet van god los
Padre Pio. Alom tegenwoordig in beeltenis in van Zuid-Italië. In gans Italië.
Heilig
verklaard door een conservatieve paus. Pio had de stigmata van Jezus.
En volgens zijn zeggen kon hij op twee plaatsen tegelijk zijn. Pio was
ziekelijk als kind. Hij stierf in 1968.
Waren er dan geen
deskundigen die op medische gronden een analyse konden maken en
uitsluitsel te geven? Geen twijfel over zijn wonden in zijn handen en
voeten. Maar hoe kwamen die daar?
Pio kreeg zijn heiligdom op
de plaats waar hij zijn werk meer dan vijftig jaar gedaan heeft. San
Giovanni rotondo . Renzo Piano( centre Pompidou) is de architect van het
Pio's heiligdom. Een bedevaartsoord met een moderne stempel. Gigantisch
in afmetingen : de kerk, het voorplein, de onderkeldering, de
pelgrimszalen. Een kruis van 40 m hoog. Gigantisch in architectuur.
Verschillende dakschelpen over elkaar. Binnen marmeren gebinten
verrekkend boven het altaar zakkend naar achteraan in de kerk. Overral
fijne lichtversieringen net als olielampjes. Beneden in krypte een
plafond van goud. Gouden gebinten die samenkomen boven de relikwie Pio.
Op
de muur in de krypte en op de lange toegangsgang wondermooie mozaïeken.
Met bijbelse en Pio-verhalen. Hoe religie en geloof schoonheid
creëert. Dit kan toch ook van god los schoon zijn. Ja, toch.
Onze
volgende stop is de Monte Sant' Angelo. Wij rijden door de Gargano.
Mooie pastorale ( om in de sfeer te blijven) landschappen. Klimmen naar
de hemel. De aatsengel Michael is overal aanwezig. Maar vooral in zijn
Rotskerk waar hij een gouden kroon en gouden vleugels draagt.
Er is een mis aan de gang. Een romantische nostalgie overvalt ons, wij herkennen alles nog.
In
een aanpalende grotkapel zijn moderne biechtkamertjes gemaakt. Je gaat
een kamer binnen en daarin staat het klassieke houten rasterwerk
waarachter een biechtvader zit. Eén kamertje doet dienst. Wij hebben
elkaars zonden vergeven. Doen wij dagelijks.
De straatjes op
de Monte zijn weer middeleeuws. Wij zien nog een mooie Chiesa aan santa
maria Maggiore gewijd. Mooi timpaan. Mooie fresco's. Het Batisterio
ernaast bekoort ons met zijn timpaan en beeldjes op de zuilen.
En
nog hebben wij niet genoeg. Wij kronkelen in schitterend landschap met
steeds wisselend zicht op zee in de diepte naar Abbazio di Santa Maria
di Pulsano.
Acht kilometer naar eens rots omgeven door ravijnen. De kluizenaars
leefden in de holen van deze ravijnen. Op de rots bouwden zij in de 6de
eeuw een Rotskerk. Romaans. Byzanthijns. Een sacrale stilte. Wij zijn
hier alleen. De blauwe tinten met groen kleuren van de zee, daar ver
beneden, maken van dit oord een hemelse belevenis. Sacraal. Stil.
Schoonheid.
Wij volgen nu de kustweg langs de
Adriatische zee. Adembenemend stijgen en dalen. De zee is onze metgezel.
Als wij van de zee afwijken rijden wij door de bossen van de Gargano.
Op
uitdrukkelijke vraag van Frieda houden wij halt bij de camping Baia e
Cala Campi. Een camping in een bos aan de rand van de zee.
De
zee die beukt tegen de rotsen waar wij net boven staan. Wij hebben
uitzicht op eilandjes. Vogeleilandjes. Meeuwen-eilandjes. De zee die
komt en gaat. Komt en gaat. Ruisend en bruisend. Klotsend en spattend
tegen rotsen. Een zalige wereldse plek. Hemels tafereel.
En ja Bart Moeyaert komt in onze gedachten; maar het gedicht dat op onze lippen ligt is van Herman de Coninck :
zoals dit eiland van de meeuwen
is en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand
zo is dit eiland van de meeuwen
en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand
Het waren dan ook Royal Seagulls. "Coninckelijke meeuwen" op die eilandjes.