30 maart : Zalig flaneren aan de Ionische Zee.
Maar het belangrijkste nieuws van de dag is : er is er eentje jarig. Tuur wordt negen jaar. Dus telefoontje naar het thuisfront.
Wij
rijden Taranto en Apulië binnen. Wij zoeken het kustweggetje. De zee is
felblauw. Apelgroenzeeblauw. Schittering van de zon op de kleurrijke
zeeplekken. De rust en de vrede zijn met ons. Kilometers lang genieten
wij. Geen hoogbouw, vele open ruimten, ressorts verscholen in het
binnenland.
Wij
vinden een goddelijk plekje om te pick-nicken. De zee komt en gaat met
zijn goudzilveren schijn; de lucht is strakblauw; de einder oneindig...
Kon dit maar blijven duren.
Het
dorp Nardo verrast ons. Barok ten allen kant op de piazza Salendra. De
kerk , het justitiepaleis, de zuil. De stier in vol ornaat aan de
zijgevel van de kerk. Stampend op de grond heeft hij een waterbron te
voorschijn getoverd. De fontein geeft nog altijd water. Hier werd Nardo
gesticht. Eenvoudig gezegd ; mensen gaan steeds wonen waar water
voorradig is, de legende-verhalen zijn altijd wel legendarisch.
En
ons flaneren gaat door; Gallipoli, de schone stad, ligt omzoomd met het
schoonste water van de Ionische zee. De wandelboulevard cirkelt rond de
stad met zicht op die magische zee. Af en toe springen wij een kerkje
binnen en smeken om meer van deze schoonheid.
Gans
deze streek is door de Grieken gevormd, ook de namen ; Galli - mooi-
poli(s)- stad. En zo wemelt het hier van Griekse overblijfselen.
Wij
kuieren dan door de straatjes van de binnenstad. Het is warm en zonnig
genoeg voor een lekker ijsje. Ook deze dag kan niet meer stuk, denken
wij.
Wij
verheugen ons op een B&B en eetadresje ons aangeraden door Mieke en
Bob. Wij vliegen een metertje boven de grond ( met respect voor de
snelheidsbeperkingen) naar Galatina.
Wij rijden het stadje in en het aanzicht van de kathedraal en de straatjes verblijden ons nog meer.
Maar wij rijden zo goed als klem in zo'n straatje.
Als
overmaat van ramp is het restaurant gesloten. Het is een heksentoer om
rechtsomkeert te maken. Talloze keren vooruit/achteruit op de millimeter
nauwkeurig. Wij rijden ons nog verder klem tot ons een
ingezetene voorrijdt. Oef, oef. En wij die vloeken als onverantwoorde
toeristen met hun auto door de stadjes "sjezen". Schande over ons.
Hebben wij een verkeersbord niet gezien? Volgen wij te blindelings onze
gps? Nergens is er info dat wij de stadjes niet in mogen. Wij zullen
voorzichtiger worden.
Dan
maar een camperplaats zoeken in Lequile. Die bestaat. Maar de gps kent
zijn bestaan niet. Wij dolen rond in Lequile een voordorp van Lecce.
Dolen en dolen. Tot Frieda ons feilloos met haar gsm loodst.
Een
Camperplaats van wel vijftig plaatsen achter een grote poort. Wij staan
er alleen. Geen tijd meer om te koken. Wij eten droog brood en zijn
toch gelukkig ; ook al omdat Frieda deze keer wint met scrabble.