De avonturen van een straatmuzikant in de Wetstraat
25-06-2009
Sprakeloos
Je zou het niet meteen verwachten van een door de wol geverfde straatzanger/seriewoordenaar als ik, maar ik geef het toe. Zelden hiervoor heb ik het meegemaakt dat een nieuwsfeit mij met verstomming sloeg. Integendeel, je kon het zo gek niet bedenken (van dioxinecrisis tot bankencrisis, de heiligverklaring van kopermijnbaas Boudewijn, de Roomse recuperatie van de eerst uitgespuwde Damiaan) of binnen de kortste keren had ik een gevat schimplied dan wel een vlammend protestlied klaar, dat ik dan met een sardonisch genoegen uitspuwde naar de Wetstraatpassanten. Maar nu heb ik zelfs ik - geen woorden voor wat ik de laatste dagen heb zien gebeuren.
Dat mannetjes die te oud geworden zijn om in bomen te klimmen zich vergalopperen aan hun eigen tanende vermogens, dat gebeurt dagelijks, en de gevolgen daarvan worden meestal breed uitgemeten in de paginas van Het Laatste Nieuws. Die pulp heb ik echter uitsluitend in huis als ik geen geld meer heb voor fatsoenlijk toiletpapier (tijdens recesperiodes, bijvoorbeeld), bijgevolg word ik zelden of nooit met deze faits divers geconfronteerd, en ik kan niet zeggen dat dit me spijt. Maar dinsdagmorgen ik was nog volop bezig met het opzetten van mijn draaiorgeltje en het uitproberen van mijn nieuwe aanwinst, een mechanisch dansend aapje op zonne-energie (made in China met behulp van kernenergie) werd ik zowaar van het trottoir gelopen door de cameraploegen van de VRT, zo gehaast waren zij om bij de 16 te komen. Is Van Rompuy gevallen of zo? riep ik hen na, terwijl ik van mijn verbazing lag te bekomen. Maar ik bedacht meteen dat dit al zo lang verwacht was dat er nooit zon haast bij kon zijn, het verrassingseffect zou immers nihil zijn, en primeurs haal je nu eenmaal niet met nieuws dat al zes maand dagelijks voorspeld wordt. Nee, de Karel! gaf de kabelsleper me nog mee, net voor hij over de drempel van de ambtswoning onzer haikudichtende premier struikelde. De liberalen hebben de stekker er uitgetrokken stelde ik met genoegen vast, en ik scherpte reeds mijn potlood om een loflied op Karel De Gucht te schrijven, en tegelijkertijd de tsjeven er nog eens goed van langs te geven (ik weet immers dat liberalen zeer vrijgevig kunnen zijn als je hun lof zingt, maar nog meer als je de tsjeven door de mangel haalt). Maar net op dat moment liep een duidelijk mistroostige Caroline Gennez voorbij, en ik dacht haar even op te monteren met een spits Goed hé, van de Karel, nu kunnen jullie er federaal ook bij. Sindsdien weet ik hoe hard ex-tenniskampioenes kunnen uithalen met hun forehand. Helaas begreep ik ook snel de draagwijdte van mijn pijnlijk misplaatste opmerking.
Karel Van Miert, boerenzoon uit een oerkatholiek nest, verworden tot Rode Leeuw, kopman van de Vlaamse Socialisten, en uiteindelijk tot de sterkste (en moedigste) man van de Europese Unie, is niet meer. De architect en bezieler van de overgang van biefstukkensocialisme naar een open en brede sociaal-democratische beweging, is op 67-jarige leeftijd bezweken aan een hartstilstand. Een hart waarop de littekens van Agusta en het bijhorende verraad nog duidelijk zichtbaar waren. Voor de industriële grootmachten was hij de stroman van de Russen, en voor de stamboomsocialisten was hij te liberaal. Maar in de anti-rakettenbetogingen waarin ik in de vroege jaren '80 heb meegelopen, stapte hij steevast vooraan. De laatste jaren was hij wat verbitterd, maar recent nog getuigde hij in Terzake 09 van een nimmer falend inzicht, en een ongetemperd analytisch vermogen. In de boomgaard waarin hij zo graag werkte om tot rust te komen is hij nu ironisch genoeg tot eeuwige rust gekomen.
Maar een ongeluk komt nooit alleen. Ik zit hier nog volop te bekomen van het nieuws van Karel zijn overlijden, als de radio ijskoud meldt dat Yasmine, zangeres en presentatrice bij de openbare omroep, een einde aan haar leven heeft gemaakt, net 37 jaar jong. Gebroken hart. Dat je daaraan kunt sterven weet ik al sinds de tijd dat de dieren nog spraken, en - voor de jongere lezers onder u - van toen Humo nog een toonaangevend weekblad was onder de begeesterende leiding van Guy Mortier. Daarin schreef ene Marc Mijlemans desparate stukjes poëzie over zijn vrouw C., die aan een hersenbloeding overleden was, en anderhalf jaar later door haar man gevolgd zou worden in de dood. Nu is mijn eigen hart inmiddels zo vaak gebroken geweest dat het als Lego-bouwdoos op de markt gekomen is, maar net daardoor besef ik dat in het leven niets voor altijd is, en dat je vroeg of laat wel weer overeind krabbelt. Net die wetenschap maakt het bewust beëindigen van zon absurd jong leven dubbel triest. Yasmine had niet hoeven te sterven, als er maar iemand geweest was die haar had kunnen doen inzien dat er na elk dal nieuwe toppen voor je liggen. Dat ze dit zelf niet meer kon bewijst dat ze de voeling met de realiteit kwijt was. Haar bovenmatige bewondering voor - en identificatie met - de duisternis van Leonard Cohen, gecombineerd met haar onvermogen om zijn diepgang te evenaren is ook schrijnend, want ze heeft het zeker geprobeerd. Haar verdienste is dat ze de transformatie van discohuppeltrien naar zelfbewuste chansonnière maakte, haar tragiek was dat ze door de echten toch iets te licht bevonden werd. Het presenteren van een programma als "De rode loper" was niet van aard om hen van gedacht te doen veranderen. Maar haar outing als lesbienne, en daarna haar huwelijk, mogen in kneuterig Vlaanderen, bijna 40 jaar na Will Ferdy, nog steed baanbrekend genoemd worden.
Karel en Yasmine, mogen jullie allebei jullie verdiende rust en vrede vinden, en elk apart om verschillende redenen voortleven in onze harten als lichtende voorbeelden van integriteit. En speciaal voor jou, Yasmine, ben ik ergens toch blij dat je lijden voorbij is, maar ik blijf het absoluut zonde vinden dat je geen andere weg meer zag dan diegene die je gekozen hebt.
En nu, waarde lezer, kan ik niet anders dan Time out of Mind van Dylan in de CD-lade te stoppen, vermoedelijk de allerdonkerste plaat ooit gemaakt. Ter nagedachtenis van de talrijke vrienden, vriendinnen, mentors en volgelingen die al uit mijn eigen leven verdwenen zijn Dit wordt een zeer moeilijke nacht.
Het leven van een straatzanger is bepaald geen lachertje. Het is immers voor iedereen crisis, en in deze barre tijden zijn de mensen niet snel geneigd om in de beurs te tasten. De concurrentie is dan ook bikkelhard. Nu mag ik persoonlijk niet klagen, want door mijn standplaats in de Wetstraat ben ik enigszins bevoordeeld tegenover de collegas of concurrenten, al krijg ik dat woord slechts met de grootste moeite over mijn lippen. Maar ik heb dus geluk, ik mag van de burgemeester Freddy (ook een rooie, dat helpt natuurlijk altijd) net voor de hoofdingang van het Paleis der Natiën postvatten. En het is een publiek geheim dat ze daar niet slecht verdienen. Omdat er al eens cameras voor de deur staan durven de geëerde Kamerleden mijn draaiorgeltje niet zonder meer voorbijlopen. Integendeel, ik heb het met die cameraploegen van de openbare omroep op een akkoordje gegooid, om in te zoemen op de hoed die altijd ondersteboven op mijn orgeltje ligt, in ruil voor een percentage van de opbrengst. En bingo! De briefjes van 50 en 100 euro zijn echt niet te tellen op sommige dagen. En dat extra inkomen voor die camerajongens is ook mooi meegenomen, want bij de openbare omroep zijn ze immers ook weer aan het besparen, na de megalomane jaren van Tony Mary. En zo is iedereen blij.
Een heel eind verder naar rechts, op de hoek van de Wetstraat en de Koningstraat staat een verzuurde ouwe collaborateur, vermomd als de Leeuw Van Vlaanderen, die tiert naar en spuwt op alles en iedereen die hem voorbij loopt. Vooral tegen de anderskleurige medeburger lijkt hij een speciale aversie te hebben ontwikkeld, en met luide klaroenstoten jaagt hij die arme mensen de stuipen op het lijf. Niet erg klantvriendelijk, zal je zeggen, zeker niet als je van de vrijgevigheid van de passanten moet leven. Maar dat zal hem worst wezen. Hij toont zijn (zoetjesaan afbrokkelende) tanden, en gromt zijn gehoor dreigend toe. Daarnaast heeft hij het geluk dat talrijke ambtenaren, die na de dagtaak stationwaarts trekken, bij hem langs moeten. En ik weet niet of het uit angst of uit medelijden is, maar hij is zon attractie op zich dat heel wat mensen graag enkele duiten in zijn pinhelm laten vallen, zodat hij er toch nog een flink belegde boterham aan overhoudt.
Heel anders is het gesteld met de overjaarse hippie die links van mij, even voorbij de beroemde 16, waar nauwelijks nog voetvolk passeert, zijn fenomenale virtuositeit tentoon spreidt. Hij zou niet misstaan als solist bij het symfonieorkest van Radio Moskou, bedenk ik soms, en het gebeurt vaak dat ik als de verdiensten van de dag netjes bij de bank gedeponeerd zijn, en mijn aftands draaiorgeltje weer achter slot en grendel zit tot de volgende dag stiekem nog even ga genieten van de hemelse klanken van s mans vioolspel. Een onbeschaamde blik in zijn blauwe werkmanspet reveleert echter een bedroevende opbrengst van 3 eurocenten, na een lange werkdag bepaald geen vetpot. Waar hij de moed blijft vandaan halen blijft me een raadsel, maar met de verbetenheid van diegenen die weten dat ze het Grote Gelijk aan hun kant hebben gaat hij stug door. Mijn opmerking over het symfonieorkest van Radio Moskou wuift hij smalend weg. Uitverkocht aan de commercie, bromt hij, en zeker niet de plaats waar mijn diep doorleefd en virtuoos spel naar waarde zou worden geschat. Met nog meer passie en vuur dan tevoren zet hij een schitterende en hartenbrekende improvisatie op De Internationale in. Ik bedenk plots dat ik bij de bank net een briefje van 50 euro heb laten wisselen in muntstukjes, en diep een muntje van 10 cent op, dat ik met een gracieus gebaar in zijn pet laat vallen. Een dankbare blik is mijn deel.
Daarna besluit ik om in frituur Chez Eugène nog snel een pak frieten te gaan verorberen. Ik kom er net op tijd aan om Bart De Wever in vlekkeloos Frans zijn bestelling te horen plaatsen. Er zijn geen zekerheden meer in dit land.
Kunnen liberalen ook socialist zijn (of vice versa)?
Liberalen zijn per definitie mensen die vechten voor de individuele vrijheid van eenieder om zichzelf maximaal te ontplooien, ongeacht etnische afkomst, kleur, nationaliteit, maatschappelijke status of geslacht. Dat maakt dat zij grote voorvechters zijn van de mensenrechten, overal ter wereld. In hun woordenboek komt het woord onderdrukking niet voor, tenzij als iets dat overal te allen tijde bestreden moet worden. Een echte liberaal in hart en nieren heeft dan ook van nature een gezonde afkeer van religie, omdat religie door haar aard niet anders kan dan het liberale denken te onderdrukken, en daardoor alleen al in strijd is met de fundamentele mensenrechten. Dat zij tegelijkertijd absolute godsdienstvrijheid nastreven kan hiermee in strijd lijken, maar wie dieper wil graven beseft al gauw dat dit niet zo is. Er is immers een fundamenteel verschil tussen het beleven en beoefenen van een godsdienstig ritueel als individu iets dat absoluut moet kunnen en het gebruiken of misbruiken van die godsdienst als maatstaf waarmee andere individuen worden afgemeten en beoordeeld. Geen enkele liberaal zal er een probleem mee hebben als een burger zich beter in zijn vel voelt door op zondagochtend een misviering bij te wonen. Ook hoor je hem geen bezwaar maken als mensen in de kerk afscheid nemen van hun dierbare overledenen, zich met elkaar in de echt verbinden, of nieuw leven verwelkomen. Neen, de echte liberaal kruipt pas op de barricades als de rechten en vrijheden van anderen andersdenkenden - geschonden worden door deze rituelen of diegenen die ze beoefenen. Want de vrijheid van het ene individu mag nooit ten koste gaan van de vrijheid van het andere individu. Ik zie je daar goedkeurend knikken, beste lezer, en denken Leuke jongens, die liberalen. Ik moet je echter teleurstellen, want sinds enkele dagen weet ik dat er van heel dat liberale gedachtengoed niets deugt.
Mijn Linkse Vrienden ik heb je in een vorig epistel reeds met Hen laten kennismaken verachten deze vrijdenkers nog dieper dan de goorste kapitalisten, en bestrijden hen dan ook op alle fronten. En met alle middelen, maar dat zijn er tegenwoordig niet al te veel meer. In hun vocabulaire is de term liberaal dan ook het opperste scheldwoord geworden, waarnaast Tsjeef welhaast een koosnaam lijkt. Nu gebiedt de eerlijkheid mij wel te erkennen dat zij niet alle liberalen over dezelfde kam scheren. Zij erkennen de donkerblauwe vijand als een waardige en machtige tegenstander. Donkerblauwe liberalen zijn voor hen duidelijk herkenbaar, want zij stemmen en kandideren op de kieslijsten van de VLD. Pardon, Open VLD sinds de rangen gesloten zijn (de schimmelvariant Danish Blue vind je dan weer bij LDD, maar die drekgooiers kun je zo vernam ik uit welingelichte bron - nauwelijks van enig liberalisme verdenken). Zij zijn de politieke voorhoede van de banken en het patronaat, willen overheidsdiensten privatiseren, en met klinkende namen in hun midden als De Croo, De Gucht en Verhofstadt en nu even op de achtergrond, maar snel terug op het podium verwacht: Somers zijn de baronnen, kasteelheren, Yuppies en middenstanders ruim vertegenwoordigd. Kortom, aan vijanden geen gebrek in dit gezelschap.
Maar nog veel erger vinden zij wat zij rode liberalen noemen. Dat zijn liberalen die geïnfiltreerd zijn in de Socialistische partij. Nu vinden zij socialisten sowieso maar watjes die de Ware Ideologie Van Het Linkse Denken uitverkocht hebben aan het kapitalisme, maar zij viseren natuurlijk niet de brave arbeider of vakbondsmilitant, die handelt uit onwetendheid want het spreekt vanzelf dat in een kapitalistische maatschappij als de onze de media in handen zijn van de bankiers en werkgevers, die geen kans onbenut laten om deze brave lieden een rad voor de ogen te draaien. Neen, zij richten hun pijlen voornamelijk op socialisten die op één of andere manier macht en autoriteit verworven hebben. Naar wie men luistert als zij wat te zeggen hebben (een illusie die zij zichzelf al lang niet meer moeten maken). Willen ze de fratsen van Caroline nog smalend afdoen als beginnersfouten van een Dom Blondje, de fratsen van Frank Vandenbroucke werken bij hen als de spreekwoordelijke Rode Lap op de stier. Wat die man allemaal al door onze Rode Strot gejaagd heeft, dat is echt niet fraai. Eerst de maximumfactuur in de ziekenzorg, dan het belangenconflict met de Federale regering betreffende het Vlaams Activeringsbeleid, en nu weer dat vuistdikke Onderwijsdecreet. Dat die nerd, die als broekventje de Agusta-centen verbrand zou hebben (ze staan nu vanzelfsprekend op zijn geheime rekening in de Bahamas) zich nu kan verkopen als het beste wat rood Vlaanderen zijn kiezers te bieden heeft , dat kan bij hen op geen genade rekenen. De guillotine wordt van stal gehaald, evenals de paarden waarmee hij straks gevierendeeld zal worden. Het hout voor de brandstapel ligt al klaar op het schavot, en het vuurpeloton heeft de geweren net nog een laatste smeerbeurt gegeven.
Dat zo een nep-liberaal de verwezenlijkingen van klein links zo in de schaduw kan stellen, dat zou toch echt niet mogelijk mogen zijn Doe hen dan toch maar Norbert, uitvinder van de Nieuwe Politieke Cultuur, grondlegger van Het Sienjaal, en oud-voorzitter van het Vlaams Parlement. Die weet nu tenminste hoe exquis de wijnen uit de gerenommeerde kelders van de Nationale Bank smaken.
In mijn jonge jaren ik beken ootmoedig dat ik inmiddels tot het vergrijzende deel van de bevolking ben gaan behoren was ik een overtuigd militant van een linkse partij. Extreem links, zou men tegenwoordig zeggen, want vandaag zijn de centrumpartijen immers tot zon eenheidsworst verworden dat alleen extremen zich nog kunnen onderscheiden, en dit zowel ter linker- als ter rechterzijde. De ene gooit met modder, de andere plakt rode neuzen op andermans affiches. In een volgende campagne zien we wellicht moddercatch van met rode bokshandschoenen uitgeruste babes, die elkaar met vette vissen en borrelnootjes bekogelen Is het nu het ouder worden, dan wel het inzicht dat linkse dictaturen op zich al een contradictio in terminis natuurlijk zich in geen enkel opzicht onderscheiden van rechtse, dat mij stilaan naar het kamp van de COZ (conservatieve ouwe zakken) gedreven heeft? Ik was mij hiervan geheel niet bewust, maar een discussie op Facebook (want COZ, allemaal goed en wel, maar een mens moet wel met zijn tijd mee) heeft mij genadeloos met de (rode) neus op de feiten gedrukt. Nu heb ik in mijn leven al één en ander geïncasseerd, en ik durf van mezelf zeggen dat ik heel wat kan hebben, maar hier was ik toch even niet goed van. Erger dan een liberaal werd mij door een boze metgezel van weleer toegesnauwd. Ga bij het Belang beet een andere me toe. Sta me toe, waarde lezer, u even te schetsen waaraan ik dit verdiend heb.
Ben ik, zoals de oude communist Aloïs Gerlo , onbewust afgegleden tot een socialist, vervolgens liberaal en tenslotte nationalist en bestrijder van het multiculturalisme?Heb ik, zoals Jef Turf, geroepen dat solidariteit met het eigen volk eerst het begin van elke linkse politiek is? Heb ik, zoals Louis Van Geyt, openlijk verklaard groen te hebben gestemd? Heb ik, zoals de Grote Rode Voorman Hendrik de Man, in de collaboratie gezeten? Neen, kameraden, niets van dit alles kan mij aangewreven worden.
Waardoor ik me dan toch de banvloek van weldenkend en progressief links op de hals heb gehaald? Ik heb me bezondigd aan het allerergste wat men in linkse kringen kan doen: ik heb voor mezelf gedacht, en dus gevloekt in de rode kerk. Ik heb de versnippering van links aangeklaagd, omdat ze de facto rechts versterkt. Larie! Een afgezaagd fabeltje, brieste mijn mailbox. Nochtans hoeft men geen kennis van hogere wiskunde verworven te hebben om te berekenen dat de stemmen van PVDA+, LSP en laten we die er voor het gemak even bijnemen - de.SLP van Smalle Geert - samengeteld al gauw een kleine 3 à 4 % van de stemmen vertegenwoordigen. Geen enkele van deze dwergen is in staat gebleken om zelfstandig over de kiesdrempel te klauteren. Voor links zijn het dus sowieso verloren stemmen. Erger nog is dat ons zetelverdelingssysteem de grote partijen bevoordeelt, en dat de stemmen die uitgebracht zijn op partijen die de kiesdrempel niet gehaald hebben dus afgetrokken moeten worden van het totaal. Het argument dat links hierdoor verzwakt wordt ten voordele van centrum- en extreem rechts snijdt dus wel degelijk hout. Maar daar willen mijn linkse broeders en zusters niet van weten, want de elementaire rekenkunde is ondergeschikt aan de ideologie waar ik, laat dit duidelijk zijn, grotendeels achter kan staan.
Steve Stevaert, toen hij nog voorzitter van de Socialistische partij was, was een briljant strateeg en een verstandig machtspoliticus, al verstond hij de kunst om dat laatste niet al te erg te laten opvallen aan zijn kiezers. Hij begreep vele jaren geleden al dat een wervende boodschap van een breed links front de enige mogelijkheid was om de toenemende verrechtsing een halt toe te roepen. Pek en veren waren zijn deel. Schijnheilig paterke van hasselt, tierden de groenen (met uitzondering van Ludo Sannen en Jo Vermeulen, die de boodschap snel begrepen hadden en prompt overstapten naar de SPa.). Ook recent nog deed Frank Van Den Broucke een dergelijke oproep om links te verenigen in plaats van te verdelen.
Dat er ideologische meningsverschillen zijn mag geen excuus zijn om de gemeenschappelijke strijdpunten van tafel te vegen. Ha neen, roepen Peter Mertens en Eric Byl verrassend eensgezind (als bij wonder kan dat nu wel). Met die roodblauwe neo-liberalen, waterdragers van het verfoeilijke kapitalisme, kunnen wij niet samenwerken. Nu zou daar ideologisch iets voor te zeggen zijn als hun eigen partijen electoraal enig gewicht in de schaal zouden kunnen leggen, maar niets is minder waar. Want politiek, beste lezer, of je dat nu leuk vindt of niet, draait niet om ideologie maar om macht. Anders zou ze geen reden van bestaan hebben. Alle fatsoenlijke politici en vanuit mijn dagelijkse observatiepost kan ik je verzekeren dat er daarvan meer bestaan dan de media je willen laten geloven - doen aan politiek om dingen te realiseren. En daarvoor zijn stemmen nodig, want die leiden tot zetels en indien er hiervan voldoende behaald worden de macht om een idee om te zetten naar wetten en decreten. De Socialistische Partij heeft, net doordat ze gematigd is, een breed draagvlak bij de linkerzijde van de stemgerechtigde bevolking. Met permissie, geen van de andere linkse partijen kan dit zeggen, en het ziet er niet naar uit dat hier in de verre - laat staan nabije toekomst verandering in zal komen, dat beseffen ze zelf beter dan wie ook. Dat brengt mij meteen bij mijn volgende punt.
Tijdens een recent debat merkte Bart De Wever op dat het Vlaams Belang al 30 jaar aan de kant staat te roepen, maar nog nooit zelf iets bereikt heeft (het ging voor alle duidelijkheid over de staatshervorming). Hij legde daarbij op onnavolgbare wijze het mechanisme bloot, dat er in bestaat liefst in volle electorale periode zo grof racistisch uit de hoek te komen dat geen enkele andere partij ook niet ter rechterzijde er ook maar één enkel moment zou aan denken om met het Belang in zee te gaan. Mijn bedenking hierbij is dat klein links net hetzelfde doet. Ze houden vast aan hun ideologische zuiverheid, wat ze alleen maar kunnen door niet deel te nemen aan de macht. Kan het Belang in 2004 goed voor 25% van de Vlaamse kiezers inderdaad de centrumpartijen nog dwingen tot een meer rechtse koers, ter linkerzijde moet men zich die illusie niet maken. Een electoraal resultaat van 2% weegt niet genoeg om de Spa naar links te doen bewegen.
Daarom wil ik hierbij een lans breken voor Eric De Bruyn en zijn Spa Rood-project. Hij probeert van binnenuit de partij tot een meer linkse koers te dwingen. Dat hij van op een totaal onverkiesbare elfde plaats op de Antwerpse lijst toch de vierde plaats wist te behalen qua voorkeurstemmen lijkt hem toch enige legitimiteit te verschaffen. Alleszins meer dan alle stemmen van LSP en PVDA+ samen. Even over nadenken, Peter en Eric
Ten slotte nog deze bedenking. Ik prijs me gelukkig dat ik in een Parlementaire democratie leef, zodat ik tenminste vrij ben om langs deze weg (en er zijn nog zeer veel andere mogelijkheden) van mening te verschillen met mijn politieke vrienden. Mocht ik leven in het soort staat dat hun ideologische voorbeelden voor ogen hebben, dan zat ik nu op de trein.
De teerling is geworpen. Keizer Kiezer heeft het zo beslist. Dat de teerling naar de nering gezet moet worden weet hij al, de uittredende minister-president heeft daarover geen twijfel laten bestaan. Want wees nu eerlijk, het is niet omdat iedereen vindt dat je op George Clooney lijkt dat je jezelf daarom sterallures moet aanmeten. Neen, de Kiezer Zonder Kleren weet perfect wat hij wil, en wat hij van zijn Keizer In Maatpak mag verwachten. In tegenstelling tot de man met wie het anders ging worden (en natuurlijk bleef alles hetzelfde) zal met deze man alles hetzelfde blijven (en wie weet hoe anders dat zal zijn?). Natuurlijk is de tocht lang, maar de gids is ervaren. Zij het dan niet zozeer in het politieke bedrijf dan wel als coach in het bedrijfsleven. Het prototype van de echte manager. Pragmaticus in hart en nieren, charmant, humoristisch, innemend en joviaal. Vriend en vijand zijn het erover eens. "Gij hebt dat perfect gedaan, Kris", orakelde zelfs Dirk in al zijn onschuldige eerlijkheid. Zo perfect dat de Antwerpse kiezer meteen overtuigd was dat Dirk het niet perfect gedaan had. Maar natuurlijk weten we hoe de Antwerpenaars denken, we kennen immers hun burgemeester. En hun net-niet-burgemeester. Zijn ze in Leuven toch wel beter af, denk ik dan... Kortom, om terug bij de les te komen, die Kris, dat is toch echt wel oer-vlaamse degelijkheid. En zeggen dat hij de vorige keer niet eens verkozen was. Integendeel, diegenen die wèl verkozen waren moesten een stapje opzij zetten omdat visionair Yves reeds vooraf wist dat zijn tijd beperkt was tot vijf minuten. Het zegt veel over het altruïstisch karakter van Yves dat hij de politieke moed had om onverwijld zijn opvolger bij Unizo weg te kapen om hem klaar te stomen voor het Grote Werk. Zo heeft die man toch één verdienste waarop hij prat mag gaan...
Trouwens, over Vlaamse Degelijkheid gesproken, die Bart kent er ook wat van. Hij is dan ook de op één na slimste mens van Vlaanderen. Een man uit één stuk (en wat voor een stuk!), die na enkele jaren op de wachtlijst nu eindelijk voor vol aanzien wordt. Goed gevuld alleszins, maar er kan altijd nog wel een pak frieten bij (die andere oud VU-er, Geert, is dan weer helemaal leeggelopen, ongetwijfeld een voorafspiegeling van zijn kiesresultaat). Roffel de trom en blaas de klaroen! Hier is de Redder Des Vaderlands! Wat de vader van Yves daarover denkt weet ik overigens niet, want die zijn wieg stond niet in Vlaanderen. En voor Bart is het duidelijk. België is gebarsten, en in Wallonië kunnen ze nu ook barsten, wat hem betreft. Maar, zo zegt Olivier, met hem weet je tenminste waar je aan toe bent. Hij is immers een echte Vlaming, dan weet je dat die er op uit is je met haar en huid te verslinden. Die anderen, die weten niet wat ze zijn. Als het hen zo uitkomt worden ze net zo goed Waal, zoals die Patrick die nu de kamer voorzit.
Dan die andere Bart. Handpop van Guy. Een echte middenstander, die denkt dat in het leven alles te koop is. Zelfs de broodjesverdeler van Jean-Marie. Nu moet je geen insider zijn om te weten dat Jean-Marie graag een broodje aap lust, dus dat doe je die man niet aan. Heeft die net zijn privé-detective betaald, en moet hij die weer overuren laten maken om achter uitkoopcontracten aan te gaan. Terwijl hij het al zo druk heeft met campagne voeren. En zijn nieuw Mest Actie Plan voor te stellen. Ik vroeg me al af waar die man toch al die drek blijft halen, maar dat is inmiddels duidelijk. Bart weet het nu ook, maar wie wind zaait zal stront oogsten, zo luidt het gezegde. Exit Bart, enter Guy. Eventjes maar, want Berlijn wacht. Een andere Guy dan maar naar het voorzitterschap laten hengelen. Benieuwd wat daar van komt.
Caroline dan. Lijzige Limburgse tenniskampioene, verkast naar Mechelen ter eliminatie van Anissa (wiens socialisme er naar eigen zeggen in bestond om al eens samen met het plebs een sigaret te roken). Een harde tante in een minzame vermomming. Een vrouw met kloten, als het ware. Waar ze van Louis al eens een schop onder krijgt, zeker als ze notoire anti-syndicalisten binnensmokkelt in de partij. Gelukkig kan ze bogen op haar ervaring als het er op aankomt de bal terug te kaatsen. Zo heeft ze alsnog toch nog de overwinning binnengehaald. De peilingen zijn verslagen, en hangen nu uitgeteld in de touwen.
In tegenstelling tot Filip, die wel kletsen gekregen heeft, maar toch ook gewonnen heeft, want dankzij hem heeft het nationalistisch gedachtengoed - weliswaar zonder de racistische connotaties, maar daar gaat het nu even niet over - nu ingang gevonden in Vlaanderen. De leeuwenvlag ligt klaar, ze moet nu enkel nog in Vlaamse grond geplant worden. Ondertussen zijn zijn plakploegen druk in de weer met het verspreiden van affiches "Het VB dankt de kiezers van de NVA".
Ach, we zouden zowaar ons Mieke nog vergeten. Rots in de branding bij Groen!, en in die hoedanigheid erg opvallend in deze campagne. Ze was namelijk de enige op haar lijst die al wat ontgroend was. Dit in tegenstelling tot al die andere kandidaten die groener kleurden dan ik ooit eerder heb gezien. Vooral achter de oren dan.