zaterdag 4 april : Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen zondag 5 april : toertocht te Sinaai of plaatselijk ritje starten aan Kalkenkerk om 8u30 of 9u maandag 6 april : toertocht te Zele 't zonhoekje starten aan Kalkenkerk om 8u30. of rit van de Calckine ( op de weg) Starten aan de Skala om 8u30
Gisterenavond naar een feestje geweest dus niet teveel geslapen, maar toch de courage gevonden om een toerken te gaan fietsen. En geloof het of niet, bij de eerste pedaalslagen voel ik het al, de benen zijn goed. Misschien begin ik de vruchten te plukken van mijn dagelijks fietsritje naar het werk. Ook al is het maar een goeie 6.5km enkel, dat zijn er toch een goeie 65 per week. Ik word echter snel met de voetjes terug op de grond gezet, want als even vooruit kijk zie ik grote broer Rudy ook net aanzetten. Ik mag meteen alles uit de kast halen om in zijn wiel te raken. Wonder boven wonder lukt dit nog ook, maar toch al een cartouche verschoten. Ik vraag me wel af of ik zo laat vertrokken ben, of dat Rudy zo vroeg is. Bij aankomst op het kerkplein wordt alles duidelijk. Ik zie dat ik een tweetal minuutjes vroeger als anders aankom, dus was ik wel degelijk ietske later vertrokken. ( klinkt niet logisch, maar als je Rudy zijn tempo kent begrijp je het wel ). Stonden ons al op te wachten: Jan Willems, Gert Vergult, Axel Troch en Rudy De Clerck en Geert Schepens. Kwamen er nog bij: Jo Roels, en Luc Krick. We vertrekken met de fiets naar de toertocht in Belsele, waar we ter plaatse wel zullen zien hoeveel kilometerkes we er nog bij doen. Normaal kies je dan voor de kortste weg naar ginder, maar je kan evengoed al een opwarmerke meepikken, zoals de kasseien van de Vogelzang. Meteen gaat alles op het lint, en vallen er hier en daar al wa gaten. Ook in de wegelkes richting heiende blijft het goed vooruit gaan, en als we het kerkhof passeren besluit Axel op eigen tempo verder te rijden. We pikken hier en daar nog een stukske veldwegel mee, passeren ondertussen de bevoorrading van de rit, en komen van een 25-tal Km op de teller aan de inschrijving aan. Eens aan de echte rit begonnen, gaat het tempo nog een snokske omhoog, en van de goede benen van deze morgen is al niet veel sprake meer. Meer zelfs, het is pompen of verzuipen, en enkel met af en toe ne goeien duw van Rudy slaag ik er mee moeite in om in het wiel van de rest te blijven. De anders zo leutige wegeltjes door de Waasmunsterse bossen worden nu een echte kalvarietocht. Alsof dat nog niet genoeg is, begint het materiaal ook nog tegen te pruttelen. De versnelling schakelt niet goed, en mijn voorfrein is al een tijdje aan het piepen. Tijd om te stoppen is er niet, en het is pas aan de bevoorrading dat ik eens aan mijn voorwiel kan voelen, en effectief, het draait voor geen meter. Nie moeilijk dat ik zo zit te sterven. Na een spoedinterventie van onze club-mechanicien en stukske banaan mee ne koek kunnen we weer de fiets op. We hebben dan al een goeie 65Km in de benen, en tot mijn grote vreugde wordt er besloten om van hieruit richting Kalken te fietsen. Het veloken bolt al heel wa beter, en het lukt nu vlot om de rest te volgen. Freewheelend naar huis, denk ik bij mijzelf, maar dat is zonder Rudy gerekend. Hij trakteert ons nog op een stuk Durme-dijk van Waasmunster tot in Zele, een dikke 6Km afzien. Eens die verteerd zijn, lukt het om af en toe een babbelke te slaan, en vertrouwt Gert mij toe dat ook hij de vermoeidheid begint te voelen. Ik stel voor hem een beetje te duwen, omdat ik toch al een tijdje in het lichtroze rij in plaats van het donkerrood, maar dat zou toch een beetje de omgekeerde wereld zijn. Aan het begin van de Gaverstraat zet Jan zich op kop om de eindspurt aan te trekken, en brengt het tempo vlotjes boven de 40 per uur. Alsof dat nog niet genoeg is, neemt Rudy op zijn gemakske over tot enkel Luc het wiel kan houden. Echt gespurt heb ik niet, zegt hij , enkel wa rapper gereden. Bij nazicht op zijn GPSken blijkt wa rapper toch meer dan 53Km/u te zijn. Zelf zag ik ook een 5-ken vooraan mijn kilometriekske verschijnen, net genoeg voor een deugddoende 3e plaats. Zou ik dan toch mijn spurtersbenen terugvinden?
Zondag 22 maart -toertocht te Belsele starten om 8u30 -Ename Classic afspreken met Kenneth of Johan VH .... -plaatselijk ritje starten om 9u aan Kalkenkerk
Beloofd:
Annemie ik zal eens een verslagske schrijven. En ja, belofte maakt
schuld, zegt men. Al komt niet iedereen zijn gemaakte beloftes na, maar
hierover gaan we geen preek meer houden ;). Om 9 uur aangekomen op het
dorpsplein, allé het was eigenlijk 2 na negen. Een 3-tal, Tom VDB, Mario
en Karel hadden geen geduld en waren al vertrokken richting Gullegem. Tja
, ze hebben gelijk, ik was te laat. Johan Poelman en Jo Roels bleven mij
opwachten om een ritje langs de weg te doen. Johan met zijn nieuwe vélo
en dunne bandekes en Jo Roels in zomeroutfit, ook met zijn zo goed of nieuwe
vélo. Ik denk dat Jo wat last heeft van wintertenen, want hij heeft zijn
winterschoenen nog aan. En de rit begint richting Gavere. Van
minuut 1 was het duidelijk, het zou een ritje wielkeszuigen worden.
Eén en ander wordt voor mij duidelijk nadat we de Scheldedijk halfweg
tussen Wetteren en Melle op een 300 meter voor ons het andere 3-tal zien
rijden. Johan en Jo vonden het van bij de start nodig om al een
krachtinspanning te leveren en het gat toe te rijden. Jammer, een
grooooote groep wielertoeristen van Laarne besloten lek te rijden en met hun
massa in de weg te blijven staan, jammer toch Al die inspanning voor
niets. Eens in Melle rijden we langs de zijkant Mellebrug op. Vanaf
dan alleen maar haantjesgedrag. En van dat haantjesgedrag word ik
moe. Elk groepje, al waren het MTBers of coureurs, ze moesten voorbij
gereden worden. Pfff ik had mijzelf een rustig zondagritje beloofd.
Maar goed, in Bottelare valt het allemaal een beetje stil, Johan moest al eens
stoppen voor wat extra suikers en er waren geen andere fietsers in de buurt om
naartoe te rijden. Tijd om even op adem te komen dus. Het
Heuvelland van Moortsele komt in de buurt en ik zeg tegen Jo, spaar u maar een
beetje want straks gaat het omhoog. Jo antwoordt: klimmen da kanne kik
goe, der ister maar ene die mij deraf krijgt. Jo mispakt hem een beetje
aan het klimmetje en van de gelegenheid van zijn niet gereden ritten de
voorbije weken en al zijn aan het genezen zijnde ontstekingen, maak ik gretig
gebruik. Ik mocht toch ook eens schitteren hé. Het volgende
klimmetje ging Jo nog eens gaan, maar de wagons bleven aan den trein
hangen. Dju dat had hij niet graag. En zo gaan we verder.
Daarom pakte hij nog eens uit in Gavere voor de kuitenbijter en was hij
numero uno. Eenmaal aan de brug in Gavere draaien we rechts
het industriegebied in en dan den dijk op. Ik zei: Johan er komt
een mooi groepje achter ons om ons in te hangen. Neen zei Johan, wij
gaan het tempo zelf bepalen. Slaafs en af en toe met de tong op de kader
probeerde ik te volgen. Gezien ik toch al deels tussen mijn kader hing,
kon ik goed aflezen dat de snelheid varieert tussen 34 en 36 km/u. Eens
roepen helpt hoor, maar ligt dat aan de leeftijd of heeft het een andere reden
dat het zo snel vergeten werd, het duurde welgeteld 1 minuut en dan ging de
snelheid terug de hoogte in. In Zwijnaarde over de brug en direct rechts
terug langs het water richting Melle. Dijk, dijk, achterbanden en mijn
fietskader, dit is wat ik deze ochtend heb gezien. Verder heb ik voor de
eerste keer dit jaar kennis gemaakt met dorst, honger, zweetbuien, hoge
harstslag, verzuring en andere limieten . Toch mag ik besluiten dat we
aankwamen in de Beize met een mooi gemiddelde van 27.7 km/u en dat ik ondanks
alles niet naar de koers op tv heb geslapen JKenneth
Zondag 1 maart 2015. Als Stefan in de pen
klimt, dan ik ook. Inderdaad, ik wou het veldgevoel nog eens ervaren. Tenslotte
ben ik lid van de Modderfokkers en niet van de Calckine! Na weken op de weg te
hebben gereden en te hebben afgezien in kou en natte en op de klimmekes, aan
voor mij veel te hoge snelheden, nog eens tijd om het veld in te duiken. Ook al
omdat ik Karel had kunnen overtuigen om nog eens te rijen, maar dan mocht het
niet vroeger dan 9 uur zijn. Met 6 op weg naar Waasmunster, maar Johan P en
Kenneth VDZ haken al vlug af, ter hoogte van de Vogelzang. Ja, het ligt een
beetje vettig hier en daar, maar daar doen we het tenslotte voor hé en met het
mooie weer valt dat allemaal best mee, zulle, beste baanjeanetten. Zie, we gaan
eindelijk mijn nieuwe velo, een 29-er, uittesten, in het veld - waar hij voor
bedoeld is. Man, wat een machientje. In de Waasmunsterse bossen wissel ik eens
met de toch fantastische Canyon lichtgewicht 26-er van Karel, maar man: wat een
vierkante bak is dat nu in vergelijking met mijn twentyniner. Niet te geloven.
Karel is het er meteen mee eens. Karel kent daar wel goed zijn weg, zeg, in de
homoboskes van Waasmunster. Hoe verklaar je dat? We hadden onze nieuweling,
Bart Clinckspoor, op het hart gedrukt dat hij dicht bij ons moest blijven. Ik blijf
in het gat van Bart rijden, zodat hij van achter toch al zeker gedekt is. Bart
kan wel technisch goed overweg met zijn veloke, maar qua macht moet hij nog
veel kweken. Anderzijds, nog maar enkele weken geleden gleed hij onderuit en
hij brak zijn elleboog en ontwrichtte zijn schouder. En nu al weer op de fiets.
Een keiharde, uit het goede hout gesneden om modderfokker te worden.
Zie, er
is veel in de wereld dat mijn klein verstand te boven gaat, maar de historie
van die mountainbike-wielen, dat versta ik nu eens echt niet hé. Hoe lang maken
ze al mountainbikes? Een jaar of 25? Ik heb die nooit anders geweten of met van
die kleine wielen (26 inch diameter). Mij nooit afgevraagd waarom die wielen
kleiner moesten zijn dan die van een koersfiets (29 inch), en niemand anders
ook niet. Dat was gewoon zo. En dat zal dan wel zijn reden hebben, zeker?, zo
dachten wij. En zie, sinds een paar jaar: een nieuwe rage! Een nieuw inzicht! Een
fantastische uitvinding!!! Twentyniners: Grote wielen, t is te zeggen, gewone
grootte van wielen, gelijk van een gewone fiets. En zie! Dat bolt goddomme veel
beter. Maarre: Welke pipo is er dan indertijd op het gedacht gekomen dat MTB-fietsen
kleinere wielen moesten hebben? En waarom hebben al die andere pipos, den deze
inbegrepen, dan jaren rondgereden op velos met van die kleine wielen zonder
zich daar vragen bij te stellen? Waarom reed ik 15 jaar rond op een velo met
veel te kleine wielekes? Wie het mij kan uitleggen, heeft een bak Duvel te goed
(van Ivan).
Kwart
voor 11 en we zijn al op de terugweg als we nog het Molsbroek erbij nemen. We
kruisen een juffrouw die helemaal ingepakt is, behalve haar ogen. Tom denkt
meteen aan een Syriëstrijder en dat brengt mij op een mooi rijmpje:
Onker,
onker, onker. O wat is het donker!
Dom, dom,
dom. Ik heb mijn boerka andersom!
We zullen
nog een mooie aprés sport hebben, denk ik al, want binnen een half uurtje zijn
we in de Beize. Tommeke bommeke VDB rijdt echter plat. Ja, er lagen daar
mosselschelpen, zegt hij, dat zal het zijn. Hij rijdt nog 500 meter verder op
platte tube achteraan tot aan het café Het Breimachien, zodat we ene kunnen
drinken wijl we zijn band stoppen. Ik duw hem. Ho, maar het zal wel gaan hoor,
zegt hij. Dat weet ik wel, zeg ik, maar ik heb wel dorst zunne en zo gaat het
toch rapper. Ik vertel hem dat ik, sinds ik met tubeless rij, zo goed als nooit
nog platgereden ben. Ho, zegt Tom, maar mijn slappe banden kunt ge ook op 1
hand tellen. Tom trakteert, dankewel Tom. Band vervangen. Tommeke gebruikt een
bommeke om zijn band op te blazen, al heeft hij er wel schrik van (ik ook) - en weer op weg. Dat had je gedacht! Vooraan
staat hij nu ook zo plat als iet. Andere band. Rest van bommeke. Eindelijk, na
zeker 20 minuten, toch nog op weg. Eén kilometer verder: voorband weer plat.
Bijpompen. Eén kilometer verder: geen avans. Uiteindelijk band 3 opgeofferd en
gezien dat er, jawel, nog een stukske mosselschelp in de voorband zat. Daarmee
zijn Tom zijn handjes meteen volgeteld met slappe.
En dat is
dan ook de reden dat ik niet meer in de Beize geraakt ben, TOT MIJN ZEER GROTE
SPIJT. Het was ondertussen al 12 uur en dan staat het lekker eten van mijn vrouwke
ver klaar. Een mens moet zijn prioriteiten stellen in het leven, hé. Mario