Zondag 1 maart 2015. Als Stefan in de pen
klimt, dan ik ook. Inderdaad, ik wou het veldgevoel nog eens ervaren. Tenslotte
ben ik lid van de Modderfokkers en niet van de Calckine! Na weken op de weg te
hebben gereden en te hebben afgezien in kou en natte en op de klimmekes, aan
voor mij veel te hoge snelheden, nog eens tijd om het veld in te duiken. Ook al
omdat ik Karel had kunnen overtuigen om nog eens te rijen, maar dan mocht het
niet vroeger dan 9 uur zijn. Met 6 op weg naar Waasmunster, maar Johan P en
Kenneth VDZ haken al vlug af, ter hoogte van de Vogelzang. Ja, het ligt een
beetje vettig hier en daar, maar daar doen we het tenslotte voor hé en met het
mooie weer valt dat allemaal best mee, zulle, beste baanjeanetten. Zie, we gaan
eindelijk mijn nieuwe velo, een 29-er, uittesten, in het veld - waar hij voor
bedoeld is. Man, wat een machientje. In de Waasmunsterse bossen wissel ik eens
met de toch fantastische Canyon lichtgewicht 26-er van Karel, maar man: wat een
vierkante bak is dat nu in vergelijking met mijn twentyniner. Niet te geloven.
Karel is het er meteen mee eens. Karel kent daar wel goed zijn weg, zeg, in de
homoboskes van Waasmunster. Hoe verklaar je dat? We hadden onze nieuweling,
Bart Clinckspoor, op het hart gedrukt dat hij dicht bij ons moest blijven. Ik blijf
in het gat van Bart rijden, zodat hij van achter toch al zeker gedekt is. Bart
kan wel technisch goed overweg met zijn veloke, maar qua macht moet hij nog
veel kweken. Anderzijds, nog maar enkele weken geleden gleed hij onderuit en
hij brak zijn elleboog en ontwrichtte zijn schouder. En nu al weer op de fiets.
Een keiharde, uit het goede hout gesneden om modderfokker te worden.
Zie, er
is veel in de wereld dat mijn klein verstand te boven gaat, maar de historie
van die mountainbike-wielen, dat versta ik nu eens echt niet hé. Hoe lang maken
ze al mountainbikes? Een jaar of 25? Ik heb die nooit anders geweten of met van
die kleine wielen (26 inch diameter). Mij nooit afgevraagd waarom die wielen
kleiner moesten zijn dan die van een koersfiets (29 inch), en niemand anders
ook niet. Dat was gewoon zo. En dat zal dan wel zijn reden hebben, zeker?, zo
dachten wij. En zie, sinds een paar jaar: een nieuwe rage! Een nieuw inzicht! Een
fantastische uitvinding!!! Twentyniners: Grote wielen, t is te zeggen, gewone
grootte van wielen, gelijk van een gewone fiets. En zie! Dat bolt goddomme veel
beter. Maarre: Welke pipo is er dan indertijd op het gedacht gekomen dat MTB-fietsen
kleinere wielen moesten hebben? En waarom hebben al die andere pipos, den deze
inbegrepen, dan jaren rondgereden op velos met van die kleine wielen zonder
zich daar vragen bij te stellen? Waarom reed ik 15 jaar rond op een velo met
veel te kleine wielekes? Wie het mij kan uitleggen, heeft een bak Duvel te goed
(van Ivan).
Kwart
voor 11 en we zijn al op de terugweg als we nog het Molsbroek erbij nemen. We
kruisen een juffrouw die helemaal ingepakt is, behalve haar ogen. Tom denkt
meteen aan een Syriëstrijder en dat brengt mij op een mooi rijmpje:
Onker,
onker, onker. O wat is het donker!
Dom, dom,
dom. Ik heb mijn boerka andersom!
We zullen
nog een mooie aprés sport hebben, denk ik al, want binnen een half uurtje zijn
we in de Beize. Tommeke bommeke VDB rijdt echter plat. Ja, er lagen daar
mosselschelpen, zegt hij, dat zal het zijn. Hij rijdt nog 500 meter verder op
platte tube achteraan tot aan het café Het Breimachien, zodat we ene kunnen
drinken wijl we zijn band stoppen. Ik duw hem. Ho, maar het zal wel gaan hoor,
zegt hij. Dat weet ik wel, zeg ik, maar ik heb wel dorst zunne en zo gaat het
toch rapper. Ik vertel hem dat ik, sinds ik met tubeless rij, zo goed als nooit
nog platgereden ben. Ho, zegt Tom, maar mijn slappe banden kunt ge ook op 1
hand tellen. Tom trakteert, dankewel Tom. Band vervangen. Tommeke gebruikt een
bommeke om zijn band op te blazen, al heeft hij er wel schrik van (ik ook) - en weer op weg. Dat had je gedacht! Vooraan
staat hij nu ook zo plat als iet. Andere band. Rest van bommeke. Eindelijk, na
zeker 20 minuten, toch nog op weg. Eén kilometer verder: voorband weer plat.
Bijpompen. Eén kilometer verder: geen avans. Uiteindelijk band 3 opgeofferd en
gezien dat er, jawel, nog een stukske mosselschelp in de voorband zat. Daarmee
zijn Tom zijn handjes meteen volgeteld met slappe.
En dat is
dan ook de reden dat ik niet meer in de Beize geraakt ben, TOT MIJN ZEER GROTE
SPIJT. Het was ondertussen al 12 uur en dan staat het lekker eten van mijn vrouwke
ver klaar. Een mens moet zijn prioriteiten stellen in het leven, hé. Mario
|