Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.
Vandaag ging het richting Wallonië, nl naar Evrehailles. Évrehailles is een plaats en deelgemeente van de Belgische gemeente Yvoir. Évrehailles ligt in de provincie Namen.De start was vanuit de zaal Victorieuse en de wandelaars konden kiezen uit een 5tal afstanden. wij kozen voor de 21km, daar wij gebonden waren aan de tijd. We waren met de club naar daar gereden.
Parcours met heel veel variatie, onverharde paden en bos, mooie vergezichten op de Maasvallei en de rivier de Bocq.
De startzaal met enkele clubleden begonnen we aan ons traject van 21km.
Eventjes poseren voor de lens
Op weg naar de eerste rustpost
Hier zijn we dan aangekomen op onze eerste bestemming.
Zicht op de rivier De Bocq
Veel variatie onderweg
Af en toe een licht klimmetje Mooie boom in zijn lentepracht
Bijna vier op een rij Zicht op Profondeville vanaf het platform waar men aan Paragliding doe prachtig uitzicht
Vandaag was er een wandeling in Wervik. De plaatselijke wandelclub WSV Wervik organiseerde er hun Krokustocht in het OC Oosthove. Het beloofde terug een hele mooie dag te worden.
Wervik is een stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De stad ligt langs de Leie, die er de grens met Frankrijk vormt. Aan de overzijde van de Leie ligt de Franse gemeente Zuid-Wervik (Wervicq-Sud). De stad heeft een oppervlakte van 4361 ha en meer dan 18.000 inwoners. Wervik is een van de oudste steden in België. de wandelaars konden kiezen uit 4 lussen, drie grote en een kleine lus. Na iets te hebben gedronken begon ik aan lus1.
parcours lus 1
Mooie beelden met het opkomen van de zon. Ook hier en daar wat mistbanken.
We kregen veel mooie vergezichten te zien.
We volgden nu een tijdje het jaagpad langs de Leie. Zicht op Wervik.
Bijna aan de startzaal. Hier begonnen we aan de tweede lus, die ging richting Wervicq Sud. We waren hier op Frans grondgebied. De Leie als natuurlijke grens tussen Wervik en Wervicq-Sud
Terug zicht op Wervik. Hier de nieuwe brug tussen Wervik en Wervicq-Sud Het Marktplein van Wervicq-Sud Hier gaan we naar het domein de Balokken.
Infobord: Het 36 hectare grote recreatie-domein De Balokken vormt de ideale plaats om te onthaasten. Het zit tussen de nieuwe en de oude Leie geklemd. Het ontstond bij de rechttrekking van een Leiemeander begin de jaren 1990, toen de rivier voor grotere schepen bevaarbaar werd gemaakt. De Balokken is een jong park in volle ontwikkeling waar je van een bijzondere rijke fauna en flora kunt genieten. Graslanden, loofbomen en een rietveld, gecombineerd met wandelpaden en zithoekjes, maken van het eiland een charmante plek om even tot rust te komen. In de moeraszone (4,5 hectare) met houten vlonderpad waan je je in een groot natuurgebied, ver weg van de stad maar toch dichtbij. Zeldzame diersoorten als de kamsalamander vonden er al hun onderkomen, een bewijs dat de natuur hier volop haar gang kan gaan.In 2014 kon de parkbeheerder - het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos - de resterende gronden op het eiland verwerven, waardoor het park kon groeien tot ruim 30 hectare, met onder meer een nieuwe hondenspeelweide, een picknickzone, een kinderspeelbos en een kunstzinnige vogelobservatiehut die je een unieke blik geeft op de afgesloten Leiemeersen. Even genieten van de stilte en het mooie weer.
Hier gaan we door het stads kerkhof. De Briekemolen , ook wel Stenen Molen genoemd, is een windmolen in de Belgische stad Wervik. De Briekenmolen staat in de Koestraat, straat die vroeger Briquemolenstraat werd genoemd naar de molen. Het aanleggen van de verbindingsweg tussen Komen en Wervik lag aan de basis van de naamvorming van de molen. Na vele verschillende eigenaars te hebben gekend, is de molen sinds 1979 eigendom van stad Wervik. Naast de Briekenmolen staat in Wervik ook nog de Kruisekemolen.Door een gebrek aan overleveringen valt de geschiedenis van de Briekenmolen moeilijk te reconstrueren. De molen zou in 1783 door de familie Van Elslande gebouwd zijn, hoewel er pas in 1805 sprake was van de molen. In 1800 stond de molen nog niet op een Franse militaire kaart. In 1805 leverde de molen de eerste olie aan de Sint-Medarduskerk. In 1844 werd de oliemolen omgevormd naar een olie- en graanmolen.
De molen heeft twee koppels pletstenen, drie koppels maalstenen en een haverpletter. De molen is in zijn geschiedenis gebruikt voor verschillende functies, zoals voor het aandrijven van vlasbrekers, zaagmachine of slijpstenen. De molen bleef in gebruik tot de Tweede Wereldoorlog. In 1946 vertrok de laatste molenaar. De molen werd het jaar erop, op 10 december 1947, beschermd als monument[1]. De bijgebouwen zijn niet beschermd; zij dateren dan ook van een recentere datum. De brouwerij van Stasegem kocht alles in 1965 op om er een restaurant-dancing in te vestigen. In 1979 werd het geheel opgekocht door de stad Wervik. Er werd een ondergrondse stelling gemaakt. Dit zorgt ervoor dat de bezoekers ook onder de molen door kunnen lopen. Door de verloedering van de gebouwen waren er restauratiewerken nodig. Het duurde tot januari 1987 voordat de restauratie kon beginnen. De molen is thans functioneel gerestaureerd. In de bijgebouwen ervan is het Tabaksmuseum ondergebracht. Deze gebouwen werden pas opgetrokken in 1864.
Nog een kleine km te gaan en mijn wandeling zit erop voor vandaag. Het was een aangename en rustige wandeling. Er waren meer dan 1400 wandelaars op de been.
Vandaag ging ik wandelen in het Heuvelland, nl naar Nieuwkerke.
Nieuwkerke (Frans: Neuve-Église) is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Heuvelland. Het is de meeste zuidelijke deelgemeente van Heuvelland, tegen de grens met Frankrijk en Wallonië. In het zuiden van de gemeente liggen de grensgehuchtjes De Seule en Romarin. Op de heuvel van het huidige Nieuwkerke kwam zeer vroeg een nederzetting tot stand, gelegen langs de heirweg die over Terenburg, Kassel, Belle, Mesen en verder over Wervik liep. Doordat de Noormannen in de 9de eeuw het kustgebied onveilig maakten, vluchtten de meeste kustbewoners naar deze bosachtige streek. Daardoor nam omstreeks einde negende en geheel tiende eeuw de bevolking sterk toe.
Bij het begin van de elfde eeuw werd de toenmalige kapel tot een kerk omgebouwd met de hulp van de monniken van de abdij van St.-Jan-ten-Berghe. De parochiekerk, die op 15 augustus 1080 door de bisschop van Terenburg werd ingewijd, was in romaanse stijl opgetrokken met een toren op het kruispunt van de beuken. Ze was gemaakt in ijzersteen die in de streek zelf werd opgegraven. De bisschop was verheugd dat zijn bisdom met een nieuwe christelijke gemeenschap en een 'nieuwe kerk' werd verrijkt. Zo kreeg het landgoed de benaming 'Neo-Ecclesia' of 'Nieuwe-Kerk'.
In de middeleeuwse bloeiperiode wedijverde de gemeente, met zowat 10.000 inwoners, met Ieper. VZW Geuzenproject houdt om de twee jaar de herinnering aan de ketterige geuzentoestanden in de 16de eeuw levendig met een theaterwandeling.
Tot Nieuwkerke behoorde in een zuidoostelijke uitloper van het grondgebied ook het gehuchtje Clef de Hollande. Hier werd Frans gesproken en het gehuchtje werd bij de vastlegging van de Taalgrens in 1963 aangehecht bij Ploegsteert, dat van de provincie West-Vlaanderen naar de Waalse provincie Henegouwen werd overgeheveld.
De start was vanuit het OC het Seultje. Er was al wat volk op de been, ook vandaag ging de zon volop schijnen. Het was wel deze morgen wat frisje(licht gevroren). de wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Ik wandelde de 21km. Geniet even mee van de sfeerbeelden
Dit was een hele mooie tocht met heel veel afwisseling.
Het beloofde een prachtig weekend te worden met veel zon en mooie temperaturen. Dus het ideale weer voor enkele wandelingen te maken. Wkozen voor de wandeling te Menen, waar de wandelclub de 12uren van lauwe er hun jaarlijkse Kazemattentocht hielden.
Menen (Frans: Menin) is een plaats en stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De stad telt ruim 33.000 inwoners. In de streek zelf wordt de stad Mjinde of Meende genoemd, in de rest van de provincie wordt de naam Mjeenn gebruikt.
De stad is ontstaan aan de Leie, op de handelsweg Brugge-Rijsel. De Leie speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling tot een belangrijk lakencentrum. De oudste naamsvermelding stamt uit 1087. In de 16e eeuw was de stad beroemd om zijn bier en telde toen 104 meester-brouwers. In 1548 werd een groot deel van de stad door brand verwoest. Als grensstad werd Menen al vroeg versterkt. De eerste omwallingen dateren uit 1578, nog tijdens de aanleg ervan werd Menen ingenomen door Malcontenten. Tussen 1579 en 1830 werd Menen tweeëntwintig maal belegerd. De belegeringen drukten zwaar op de welvaart van de stad, de bevolking was sinds 1578 massaal vertrokken naar Haarlem, de weefindustrie zou de komende tien jaren zelfs halveren.
De start was vanuit het St Joris college en de wandelaars konden uit een 3tal afstanden kiezen. Wij kozen voor de 12km, daar we al in de voormiddag een wandeling hebben gedaan in Tielt.
Na de start verlaat de kleine afstand 4km reeds de andere stappers. . De grotere afstanden wandelen via de leieboorden naar de Molen De Goede Hoop, om zo langs doorsteekpaadjes en het Brouwerspark, doorheen de binnenstad te wandelen.
We volgden een eindje de Leie
Hier zijn we aan de Molen de Goede Hoop. Deze stellingmolen is opgericht in 1798 en was en is in gebruik als korenmolen. Het is de enig overgebleven molen van de 13 die er oorspronkelijk in en om de stad in bedrijf waren. De molen is zo opgebouwd dat er een bakstenen kuip is, met een hoogte van ca. 15m. en een diameter van beneden naar boven van ca. 7,25 en 4,5 m. Boven op de kuip werd een gebroken kap met wolfsdag bedekt met eiken leien. Opvallend aan de molen is de ijzeren stelling of gaanderij. De molen beschikt over een vlucht van ca. 24m. Oorspronkelijk waren er slechts twee lange schoren. De benedenverdieping was ingericht als olieslagerij. Nu staat er een kollergang (2 pletstenen op een doodsbed) ter illustratie. Deze kollergang werd door de leden van het Stedelijk Molencomité afgebroken in een oude oliefabriek in Frankrijk en opnieuw opgebouwd in de molen. Op de eerste zolder, de meelzolder, bevinden zich twee meelgoten en meelbakken en de twee toegangen tot de stelling. De tweede zolder, de steenzolder, bevat twee koppels maalstenen. De derde zolder is de opslagruimte. Op de vierde zolder bevindt zich de luizolder met het luiwerk. De vijfde zolder, de kapzolder, bevat de molenas met vangwiel en rollenkruiwerk waarop de kap draait.
Van de molen gaat het richting Brouwerspark.
door het tunneltje
via het park gaan we richting de Grote Markt
hier gaan we nog even over de markt van Menen met zijn Belfort, richting rustpost.
hier wandelen we langs een dode arm van de Leie
Na de rust gaan we nu wandelen naar de Kazematten via terug de Grote Markt. Hier een zicht vanop het Belfort.
Het Belfort van Menen met lantaarn. De Franse belegering en de Oostenrijkse periode die daarop volgden kwam het belfort zonder grote schade door. Tot in 1794 de Franse republikeinse troepen er nog een keer de lantaarn afschoten. Pas in 1828 werd het belfort hersteld en werd er een vierde, achthoekige verdieping toegevoegd, dit keer afgesloten met een opengewerkte balustrade. Aan de zijkant van het belfort, in een nis, staat nog een beeld dat een gegeselde Christus voorstelt. Het draagt de titel Ons heer in t riet.
Het belfort en de beiaard bevinden zich in Menen (West-Vlaanderen, België), op de Grote Markt. Het belfort van Menen werd gebouwd tegen het toenmalige stadhuis op de Grote Markt. Het heeft een bewogen geschiedenis gekend en is sinds 1999 door de Unesco erkend als deel van het werelderfgoed Belforten in België en Frankrijk. De eerste steen werd gelegd in 1574, maar omdat toen de godsdienstoorlogen volop woedden, zette men in 1576, nauwelijks twee jaar na het begin van de werken, de bouwwerken stop. In 1610 ging men opnieuw aan de slag en op de bestaande onderbouw, die in natuursteen is opgetrokken, kwam een bovenbouw in baksteen. Daarbovenop bouwde men nog een houten spits, met een koepelvormig dak en een lantaarn. Die spits werd er in 1706 bij het beleg van Menen afgeschoten. Daarna werd het belfort hersteld en kreeg er meteen nog een derde, achthoekige bovenlaag bij. En ook op deze derde verdieping bouwde men opnieuw een houten spits, met een koepelvormig dak
Vandaar gaat het nu naar de Kazematten. Hier zijn we dan aangekomen aan de Kazematten. De Kazematten waren onderdeel van de stadsversterkingen van de Belgische stad Menen. De kazematten maken deel uit van de stadsversterkingen. Het zijn bomvrije gewelfde ruimtes en ze werden gebruikt voor militaire doeleinden, om er munitie op te slaan, levensmiddelen te bewaren of als schuilplaats voor soldaten en geschut. De kazematten meten 4 bij 5 meter en zijn 3 meter hoog. Ze zijn met elkaar verbonden via manshoge doorgangen. Aan de stadszijde had men een ingang, aan de andere kant, tegen de watergracht, bouwde men een stevige bakstenen muur. Per bomvrije ruimte zijn er aan de buitenzijde vier kijkgaten. Op de gewelven bracht men een dikke laag aarde aan om de inslagen van de bommen te neutraliseren. Ook tijdens de twee wereldoorlogen zochten de bewoners er toevlucht.
Na een bezoekje aan de Kazematten kwamen we direct aan de gratis bevoorrading.
De wandelaars kregen een jeneverke aangeboden door de wandelclub. Nu nog de rest van de wandeling afmaken. Nu stapten de wandelaars naar het eilandje die gelegen is op het Frans grondgebied.
Hier is de natuurlijke grens de Leie die Frankrijk en België van elkaar scheiden.
Nog vlug een foto maken van de Belgische zijde. Zicht op de plezierhaven van Halluin(Frankrijk) Nu een stukje wandelen op Frans grondgebied.
Hier nemen we dan afscheid van het Franse grondgebied en komen stilaan aan het einde van deze tocht.
Vandaag een wandeling dichter bij huis, ik reed naar Beselare waar de nieuwe wandelclub de Drevestappers (ruim 1jaar oud) er hun eerste Toveressentocht hield. De start was vanuit de nieuwe zaal de lege Platse.
Beselare is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de gemeente Zonnebeke in de Westhoek. Het dorp ligt net als de andere dorpen in de gemeente op de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug en heeft een oppervlakte van 1433 ha. De bodemgrond is door de ligging algemeen zandlemig.
De plaatsnaam zou afgeleid zijn van een benaming voor bosweide, een laar. Beselare is een oude plek, maar het dorp werd zo goed als verwoest tussen 1914 en 1918 tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het dorp is daarna heropgebouwd. Eerder in de geschiedenis, in 1705, was het grondgebied van Beselare verheven tot markizaat door Lodewijk XIV. Het markizaat werd bestuurd door de adellijke familie van der Woestine, die ook eerder al Beselare bestuurde. Beselare is de heksengemeente bij uitstek, maar er lopen ook veel mooiere meisjes rond dan Babbe van dEijerpanders of Sefa Bubbels, die op hun manier nog kunnen toveren. De stoute heksen en toveressen zijn er schaars geworden en geiten vliegen er niet meer rond. Dit alles werd wel uitbundig beschreven in de verhalen van volksschrijver Edward Vermeulen(alias Warden Oom) . Toch hebben wij er nog ééntje gevonden dat u van harte zal verwelkomen bij de ingang. De wandelaars konden kiezen uit een 5-tal afstanden. Ik koos terug voor de 21km.
Het eerste stukje tot aan de gratis bevoorrading (bemand door heksen)ging via enkele mooie steegjes. Daarna ging de tocht verder richting Ter Hand.
Hier kregen de wandelaars een toverdrankje aangeboden door de heksen van Beselare. Na het drankje trokken we verder richting Ter Hand waar onze volgende rustpost voorzien was. We kregen onderweg enkele mooie vergezichten. ook de zon was terug van de partij, doch was het nog ietsje fris toen we starten met de wandeling.
Aangekomen aan onze rustpost. Hier kwamen alle afstanden behalve de kleinste. Nu op weg naar het gehucht Ter Hand. dit traject werd afgewisseld met enkele mooie stukjes onverharde paden. ook terug mooie zichten
Heel veel afwisselingtijdens de tocht. Eenmaal aangekomen in de rustpost in het gehucht Ter Hand, moesten de grootste afstanden hier een mooie lus maken.
Na de lus keerden de langere afstanden terug naar de start.
Hier zien we al een zicht op de gemeente Beselare.
Aan de lange rijen auto's konden we uitmaken dat er heel veel volk op deze tocht aanwezig is. Een hele mooie en aangename tocht met een lekker weertje erbij.
Vandaag ging ik een wandeling maken in Baasrode.Ongeveer een uurtje rijden van bij ons.
Baasrode is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en sinds 1977 een deelgemeente van de stad Dendermonde. Het is een dorp met een nijverheid- en woonfunctie in de Scheldevallei in de Denderstreek. Naast het centrum liggen op het grondgebied ook het gehucht Vlassenbroek en het gehucht Nieuwen Briel op de grens met Buggenhout.Toen ik rond 7u30 aankwam was de parking al volledig bezet, dan maar een plekje voor de auto zoeken. Eenmaal iets gevonden begaf ik mij naar de startzaal , die was een eind verder (we zijn tenslotte wandelaar). Ik schreef me in voor een tocht van 21km. Na iets te hebben gedronken begon ik aan de wandeling. Het eerste gedeelte ging richting Vlassenbroek, zo'n kleine 6km naast Baasrode.
Het parcours voor deze wandeling.
Vanmorgen een graad of 4, maar door de opkomende zon klom de temperatuur stilletjes enkele graden meer.
Er waren nogal wat werken aan de Vlassenbroekse polders, ze gaan er een volledig nieuw bos aanplanten, wat terug goed zal zijn voor de wandelaar.
We volgden een heel eind het jaagpad, met enkele mooie vergezichten
Ook stapten we een groot deel langs de Schelde met hier en daar een bankje.
Hier zijn we dan aangekomen in Vlassenbroek, waar de rustpost in het Chirolokaal was. Het was een beetje te klein voor de opkomst van de deelnemers. Had geen plaats, dus afstempelen en ik begon aan een lus van 9.3km alvorens ik terug kwam.
Er zijn hier enkele kunstenaars gevestigd. Vlassenbroek is een dorpje in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Het ligt in Baasrode, een deelgemeente van Dendermonde. Vlassenbroek ligt in een ingedijkt gebied aan een meander van de Schelde, zo'n 2,5 km ten noordwesten van het centrum van Baasrode. Vlassenbroek lag in een nat poldergebied, terwijl vroeger in de omgeving ook het bosgebied Vlassenhout lag. Volgens sommigen omvatte Baasrode in de vroege middeleeuwen het huidige Baasrode, Mariekerke, Sint-Amands en ook Vlassenbroek. Rond de 11de eeuw viel het domein uiteen en de parochie van Vlassenbroek kwam bij Dendermonde, terwijl de parochie Sint-Ursmarus van Baasrode naar de abdij van Affligem ging. Beide behoorden zeker sinds de 11de eeuw ook tot het Land van Dendermonde. Op wereldlijk vlak werd het door een vierschaar met meier en zeven schepenen bestuurd en was het afhankelijk van de heer van Dendermonde.
Er was in een akte uit 1216 reeds sprake van een kapel in Vlassenbroek en in 1375 sprak men van de ecclesiam de Vlassenbrouc. Het dorpje, dat aan de Schelde slechts enkele meters boven zeeniveau lag, werd meermaals door overstromingen getroffen. Aanvankelijk behoorde de parochie tot het bisdom Kamerijk, vanaf 1570 tot het nieuwe bisdom Gent. In de 16de eeuw raakte het kerkje ook vernield, onder meer door de Beeldenstorm. Het kerkje bleef lang in puin liggen en was pas tegen 1640 hersteld. De parochie bleef echter in moeilijkheden en zou bediend worden door de onderpastoor van Sint-Gillis (Dendermonde) en andere omliggende parochies. In 1649 werd de kerk een tijdje gesloten en werden de diensten verplaatst naar de Dendermondse kerk van Sint-Gillis-Binnen. Het dorp bleef ook in de 17de eeuw geteisterd door plunderingen en overstromingen. In de 18de eeuw kon het dorp opbloeien en de kerk werd hersteld. De Ferrariskaart uit de jaren 1770 duidt het plaatsje met zijn kerk aan als het gehucht Vlassenbrouck, gelegen tegen de Scheldedijk. Op het eind van het Ancien Régime verdween de eigen schepenbank en Vlassenbroek viel nu bestuurlijk onder Baasrode.
Eind 19de en begin 20ste eeuw trokken veel kunstenaars naar Vlassenbroek en het kunstenaarsdorpje werd een inspiratie voor veel schilders uit de Dendermondse School. In de tweede helft van de 20ste eeuw werd het rustig dorpje vooral een toeristische trekpleister voor fietsers en wandelaars.
Het was een hele mooie lus qua natuur. Een dikke 7km onverharde paden afgewisseld met stukjes van het jaagpad.
Hier zien we voor ons de stad Dendermonde, maar aan de grote brug doken we terug de natuur in. Hier was het zalig om te wandelen. Dit is het Speelbos Robin Woet. Nu zijn we terug aan het stappen naar onze rustpost in Vlassenbroek.
Mooie zichten
Eenmaal terug was er nog meer volk in dit klein lokaaltje, wederom afstempelen en dan meteen naar het eindpunt wandelen. Het laatste gedeelte was ietsje minder daar we de industriezone Hoogveld moesten dwarsen, daarna terug ok.
De laatste km te gaan alvorens men terug aan de startzaal aankwam. Dan direct 2 glazen bruis gedronken en stilletjes terug naar het thuisfront. het was een hele aangename wandeling, en het was een zalig weertje.
Vandaag een rustige wandeling in Desselgem, waar de 12uren van lauwe er hun jaarlijkse Howitzertocht gaf. het was een lussentocht. De start was vanuit het OC De Coorenaer.
We reden vandaag voor het eerst met onze nieuwe wagen naar het verre Limburg. Er was een wandeling te Eksel waar de Bosdravers deze wandeltocht op zich namen. Eenmaal aangekomen in Limburg was het lichtjes gesneeuwd en de secundaire wegen waren glad. Het beloofde. Eksel (vroegere spelling: Exel) is een dorp in de Belgische provincie Limburg en een deelgemeente van Hechtel-Eksel in de Kempen.De start was vanuit het buurthuis de Hoxent. De wandelaars konden kiezen uit 2 verschillende grote lussen van 10km en 2 lussen van 5km. Na iets te hebben gegeten, begonnen we aan deze tocht. Het was mistig en de temperaturen waren een graad of 2 onder het vriespunt. De eerste lus ging richting het Dommeldal via enkele luwe wegen en paden.
Zicht op het buurthuis de Hoxent, gelegen aan de rand van een mooi bos. Het was uitkijken voor de ijsplekken.
De wegen waren redelijk glad en het was hier en daar toch gevaarlijk voor de wandelaars. Het zicht was beperkt vanwege de mist.
Oefenen om overeind te blijven
Hier kregen we al een zicht op het Dommeldal
Het Dommeldal Op weg door het Dommeldal(geen beschrijving gevonden) Een mooi stuk natuur om te wandelen en ook uitkijken voor enkele moerasstukjes.
Af en toe de waterloop oversteken via houten brugjes.
en dan verder wandelen via de knuppelpaden.
Mooi door het winters landschap
Ook enkele bevroren plassen.
het zicht was beperkt maar hier en daar kon men toch nog een mooie foto maken van het landschap.
We kwamen voorbij de Hoxentkapel. Hoksent is een gehucht in de gemeente Hechtel-Eksel in Belgische provincie Limburg. Het ligt in Eksel, ten oosten van het dorpscentrum, ongeveer daar waar de Bolissenbeek uitmondt in de Dommel. In de 8e eeuw zou hier reeds een houten kapel zijn gesticht, de enige in de wijde omtrek. Ze groeide echter niet tot parochiekerk uit, daar het domein van de Abdij erg klein was: Het naburige Ochinsala (het latere Eksel), domein van de Abdij van Sint-Truiden) was veel groter en bezat meer inkomsten.
Toch bleef in Hoksent een kapel bestaan, de Hoksentkapel, gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën. De huidige kapel is een gotisch bouwwerk uit de 17e eeuw. Ze is gelegen aan de Sint-Antoniusstraat. Omstreeks 1500 werd de kapel aan Maria gewijd. Documenten die de capelle opt Hoxit vermelden zijn van 1552 en 1555. Gedurende de 17e eeuw werd de Mariadevotie geleidelijk vervangen door die voor de Heilige Antonius Abt, die patroon was van het vee. Vanaf 1791 werd pluimvee, en vanaf 1821 werden varkenskoppen geofferd tijdens de Theunisviering, welke nog steeds wordt gehouden. Pas in 1837 kwam de kapel aan het kerkbestuur van Eksel.
In 1792 werd een portaal geplaatst. Van 1956-1957 werd de kapel gerestaureerd. Ze wordt gedekt door leien en bezit een dakruiter in de vorm van een spits torentje dat eveneens met leien is bedekt en een klokje uit 1562 bezit.
Enkele kostbare houten beelden, waaronder een Christus Salvator en twaalf apostelen, stammend uit ongeveer 1530, werden gerestaureerd en naar een veiliger plek overgebracht. Het portiekaltaar uit 1716 is van Geraert Vreysen. Eenmaal de kapel voorbij kwamen we terug aan de startzaal. Ondertussen was er al wat volk in de zaal, hier dronken we nog een koffie en begonnen dan aan onze volgende lus van 10km. Deze ging dan richting het bosland. Ook hier kregen we veel natuur.
Hier wandelden we naast de Noord Zuid verbinding. En hier waren we op weg naar het Bosland.
Regelmatig beperkte mooie zichten.
Na een hele tijd kwamen we terug aan de startzaal, we konden zelfs geen stoeltje meer krijgen, de zaal was bomvol. Het was een mooie en heel rustige wandeling. Onze eerste winterse (sneeuw) wandeling van 2019.
Vandaag ging ik wandelen naar De Pinte, waar de wandelclub De Postilion uit Merelbeke er hun Nieuwjaarstocht hielden. de start was vanuit de school De Kleine Prins.
De Pinte is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen net onder Gent. De gemeente telt ruim 10.500 inwoners, die Pintenaars worden genoemd. De Pinte ligt tussen de rivieren de Schelde en de Leie, tussen 7,5 m en 10 m boven de zeespiegel, waarbij de Scheldevallei het laagste punt is. De Schelde stroomt door de deelgemeente Zevergem.De naam van de gemeente is afkomstig van een herberg (Het Pijntken, het huidige Pintestraat 69.
Het grondgebied bleef lang een uitgestrekt heidegebied van de Gentse Sint-Pietersabdij, Scheldevelde genoemd. Vanaf de 13de eeuw was er, ten oosten van het huidig dorpscentrum, een ontginningshoeve gevestigd en men begon slechts vanaf de 18de eeuw met een systematische ontginning. Op de Ferrariskaart uit de jaren 1770 is de plaats weergegeven als een landelijk gebied met verspreide gehuchten en landgoederen. Op de plaats van de huidige dorpskern toont de kaart nog het gehucht Pintestraete. In 1791 was er al een eerste verzoek voor het oprichten van een hulpkerk. De bouw werd gestart, maar werd door de Franse bezetting al gauw stopgezet.
Bij de creatie van de gemeenten op het eind van het Ancien Régime behoorde het gebied tot de gemeente Nazareth. Het gehucht werd ook wel "Klein Nazareth" genoemd. Reeds in de Hollandse periode in 1829 werd een verzoek tot zelfstandigheid ingediend onder de naam "Willemsdorp", maar dit ging toen niet door. In 1838 werden nieuwe plannen voor een kerk goedgekeurd en in 1839 werd een eerste kerk ingewijd. In het midden van de 19de eeuw werd De Pinte door spoorlijnen doorsneden, namelijk de spoorlijn Gent-Kortrijk vanaf 1839 en de aftakking Gent-Oudenaarde vanaf 1857. Het station De Pinte werd geopend.
Op 2 juni 1868 werd het gehucht afgescheiden van Nazareth en werd het een zelfstandige gemeente onder de naam De Pinte. Eind 19e eeuw komen er zich een aantal tuinbouwbedrijven vestigen, die later in de twintigste eeuw verkaveld werden.Na iets te hebben gedronken vertrok ik voor een wandeling van 24km.
De verschillende parcours die men kon bewandelen. De afstanden gingen door een park richting St Denijs Westrem.
We doorkruisten ook enkele mooie wijken, om dan een deel door het parkbos te wandelen.
Hier zien we enkele beschilderde boomstammen.
Aangekomen op het gemeenteplein van St Denijs Westrem. Sint-Denijs-Westrem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Gent. Sint-Denijs-Westrem ligt ten zuidwesten van Gent-centrum, naast Sint-Martens-Latem, De Pinte, Zwijnaarde en Afsnee. De parochie telt (einde 2007) 5134 inwoners (823 inwoners/km²). De grens met Gent wordt gevormd door de Rietgracht, waardoor het Maaltekasteel en het ziekenhuis Maria Middelares net nog in Gent zelf liggen. Een oldtimer in goede staat
Mooi zicht op het kasteel
We kregen ook enkele mooie vergezichten.
De kerk van St Denijs Westrem, die vlak bij de rustpost gelegen was. na de rust deed ik hier een lus van ongeveer 8km rondom St Denijs Westrem. Ook deze maal gingen we langs een andere kant naar het parkbos.
Het Parkbosproject beoogt de uitbouw van een multifunctionele groenpool van ca. 1200 ha ten zuiden van Gent. In deze groenpool is ruimte voorzien voor 340 ha oud en nieuw bos, 200 ha park- en natuurgebied en 500 ha duurzaam landbouwgebied. Het Parkbos is van prioritair belang voor de provincie Oost-Vlaanderen, en in het bijzonder voor de Gentse regio, gezien daar een groot tekort aan toegankelijk groen heerst.
De volledige realisatie van dit omvangrijke project is een werk van lange adem, en kan alleen met de inzet én samenwerking van verschillende overheidsdiensten en besturen. In gedragen partnerschap wordt er stilaan vorm gegeven aan het Parkbos. Via deze website willen we u op de hoogte houden van alle ontwikkelingen.
We wandelden ook over de knuppelpaden. Eenmaal terug aan de rustpost was het tijd om iets te eten en te drinken. Daarna ging ik terug naar af, nog zo'n 9km te gaan. Ook op de terug weg stapten de wandelaars terug door nog een ander deel van het Parkbos.
Deze muur was prachtig met graffiti bewerkt.De spoorweg onder en nog een kleine km te gaan alvorens men de startzaal aantrof. het was een aangename en rustige winterwandeling.
Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, fotografie en genieten van de natuur.