Laat ons beginnen met link naar een kort, maar toch eigenaardig artikel dat meer over onze stad zegt dan de oppervlakkige lezer op het eerste gezicht zou vermoeden.
Voor de mensen die om een of andere reden niet in staat zouden zijn om de originele tekst op hun scherm te krijgen, vat ik het artikel even punctueel samen.
- De vestiging van Pizzahut aan de Oude Markt verdwijnt. Pizzahut wil liever een filiaal in de buurt van een lokale supermarkt openen.
- Twee cafébazen, meer bepaald de mensen achter LAlegria en Louvain Louvain, willen het pand in een nieuw café omvormen.
- Het stadsbestuur van Leuven zou op dit plein liever een mengeling van dag- en avondzaken zien.
- De schepen van Handel, Els Van Hoof, heeft zelfs een voorbeeld klaar. Volgens haar zou hier een dagbladhandel kunnen komen.
- De vzw Oude Markt vindt het een goede zaak dat er nog mensen in de Oude Markt willen investeren. De secretaris van deze vzw voegt hier nog het volgende aan toe: Bijkomende diensten in dit gedeelte van de stad: dat zou pas echt voor een mix kunnen zorgen.
Wat moeten we hiervan denken? Ik waag het enkele conclusies te trekken.
Ten eerste, zelfs een bedrijf als Pizzahut heeft geen vertrouwen in het potentieel van het nachtleven meer. De Oude Markt wordt wel eens de langste toog ter wereld genoemd en trekt jaarlijks niet enkel veel inboorlingen, maar ook massas toeristen aan. Toch vestigt Pizzahut zich liever in de buurt van een doorsnee supermarkt. Dat een eventuele toekomstige sluiting van die ene supermarkt een gigantische streep door de rekening zou vormen, weegt blijkbaar niet op tegen de voordelen van de huidige vestigingsplaats.
Ten tweede, de enige mensen die nog in een café in het centrum van Leuven willen investeren, zijn op dit moment al cafébaas. De kosten zijn zo hoog opgelopen dat er gewoon geen ruimte meer is voor nieuwkomers. Enkel zij die al jaren in de sector zitten, beschikken nog over de mogelijkheden om een nieuwe zaak te openen. Dat op die manier ongezonde concentraties ontstaan, stoort blijkbaar zo goed als niemand. Op een alternatief voor het bestaande aanbod hoeven we in elk geval niet te hopen. In LAlegria is werkelijk iedereen welkom zo lang hij of zij er maar geld spendeert. Er wordt zo goed als zonder pauze gestolen, gedeald en gevochten, maar de omzet is hoog. In Louvain Louvain is bijna niemand welkom. Dit is de zaak voor mensen die op het publiek van LAlegria neerkijken maar tegelijkertijd de kassa van net dezelfde mensen spijzen.
Ten derde, het stadsbestuur ziet liever een gevarieerder aanbod aan handelszaken. Op zich klinkt dit verdedigbaar, maar kan het stadsbestuur er dan ook voor zorgen dat die panden eindelijk weer betaalbaar worden? Welke winkelier kan het zich permitteren een derdelijk pand op een dergelijke locatie te huren? Indien het geen café zou worden, blijven enkel de grote ketens over om het huurcontract te ondertekenen en maandelijks allicht 3000 tot 4000 euro aan zuivere huur neer te tellen. Als het stadsbestuur een mengeling wil, moet het zelf eerst voor economische leefbaarheid zorgen. Nu is het zinloos op een echte mix te hopen[1].
Ten vierde, de schepen van Handel is dom. Een krantenwinkel in de huidige vestiging van Pizzahut? Heeft mevrouw Van Hoof er enig idee van hoeveel kranten en weekbladen er in een gemiddelde krantenwinkel liggen? Wat zouden de nieuwe uitbaters volgens haar moeten doen met de hectares vrije ruimte die ze niet voor hun loterijformuliertjes nodig hebben? En hoe worden diezelfde uitbaters verwacht met een winstmarge van minder dan een euro per verkocht item hun ongetwijfeld wurgende lening af te lossen?
Ten vijfde, de vzw Oude Markt, een organisatie die ik in het verleden nochtans al vaak heb beschimpt, heeft in mijn ogen ditmaal zowaar een punt. Ik vind al jaren dat er meer dienstverlenende organisaties en entiteiten in het stadscentrum moeten komen[2]. Dit is trouwens mijn belangrijkste en fundamenteelste twistpunt met het huidige stadsbestuur.
Volgens de heer Tobback c.s. dient een stadscentrum om in te wonen en horen de diensten in de rand thuis. Volgens mij dient een stadscentrum als verzamelpunt voor alle diensten en moeten de mensen daarrond wonen. Zijn visie heeft het voordeel dat de diensten zich niet aan de ruimtelijke beperkingen in een binnenstad moeten houden. Mijn visie heeft het voordeel dat de diensten voor iedereen ever ver gelegen zijn en voor iedereen even vlot[3] bereikbaar zijn. Zijn visie heeft het nadeel dat heel het centrum een geriatrische woonwijk wordt, waar enkel oude mensen en toevallig gefortuneerde jongere mensen zich een woning kunnen permitteren. Mijn visie heeft het nadeel dat sommige iets verder gelegen wijken dood zullen bloeden, aangezien alle dynamische of ondernemende mensen zullen proberen zo dicht mogelijk bij het centrum te wonen.
In elk geval toont dit korte en op het eerste gezicht onschuldige artikel aan wie er in Leuven enige invloed op de ruimtelijke invulling heeft. Dat is niet het stadsbestuur, niet de burger en zelfs niet een vereniging van plaatselijke handelaars. Enkel de financieel echt slagkrachtige ondernemers en bedrijven spelen mee. De rest mag afwachten wat hun beslissing is.
[1]Zoals de zogenaamde telecomwinkel op de hoek van de Naamsestraat en de Muntstraat binnen enkele maanden allicht zal bewijzen.
[2] of blijven, want het aanbod daalt zelfs stelselmatig.
[3] of even moeilijk, maar er is tenminste een zekere gelijkheid.