De Natuurherstelwet, de provinciale ruimtelijke visie en het park
Drongengoed.
Je moet
bijna op een andere planeet wonen om de heisa rond de natuurherstelwet niet te
hebben meegekregen. Toch even voor de drie die er niet bij waren het volgende:
De
natuurherstelwet maakt deel uit van de Green Deal van Frans Timmermans,
Eurocommissaris, vast besloten om Europa in de vaart van de klimaatverandering
als voorbeeld voor de wereld te stellen. Zijn koppeling van de
klimaatregulering en de biodiversiteit doet menig leider in Europa op de tanden
bijten alhoewel onze premier beter zijn tong had afgebeten dan te verklaren dat
wat biodiversiteit betreft de pauzeknop dient ingedrukt omwille van, ja, de
boeren en de industrie. Het gaat allemaal veel te vlug en de mensen raken de
trappers kwijt is zowat het argument om te doen wat we al dertig jaar doen,
namelijk weinig of niets in de weg leggen van de landbouw en de industrie.
Zopas is ook duidelijk geworden dat
er geen tien Nationale Parken komen maar vier. Gemeenten als Peer, Kalmthout, Brecht, Waasmunster en
andere stapten uit samenwerkingsverbanden die de Parken moesten vorm geven .
Dat is ook onze ervaring. Ooit stapten wij volle goede moed in de voorbereiding
van het Landschapspark
Drongengoed dat o.a. door Oost Vlaanderen werd gesteund. Zoals ik hierna
beschrijf liep dat met een sisser af. De bedoeling van Minister Demir met het
Nationaal Parkenproject was dat de Parken een groeitraject kenden van 5000 ha
naar 10000 ha, ondersteund door de Vlaamse Regering en er op rekenend dat de Parken de
streken zouden dynamiseren en de natuur zouden herstellen in een voortdurende
dialoog met landbouw en plaatselijke nijverheid. De ambitie was groot, maar niet
bij iedereen zoals later zou blijken. Ook niet in Aalter waar de combinatie van
Bulskampveld en Drongengoed door warm en koud te blazen niet de eindstreep
haalde.
Het Nationaal Park Hoge Kempen is een
succesverhaal dat 191 miljoen euro opbracht en 5000 banen genereerde. Een
voorbeeld dat toch moet trekken.
Bij het eerdere Landschapspark
Drongengoed was de bedoeling van alle goed menende mensen uit de natuursector
en uit de administratie om aaneengesloten gebieden te creƫren van natuur en
landbouwgebieden, dorpen erin te laten fungeren als vertrekbasissen voor
bezoekers en nijverheden, verbindingen te maken tussen bos- en andere
natuurgebieden, landbouwers die geen opvolgers hebben te vergoeden voor hun
gronden die ingeschakeld kunnen worden in de natuurontwikkeling, kortom de biodiversiteit
te verhogen in het gebied en natuur en landbouw te verzoenen door landbouwers
in te schakelen in het beheer en de ontwikkeling naar een natuurvriendelijke
landbouw.
We hebben vergaderd, met de landbouw
en de gemeenten, ondersteund door de provinciale ambtenaren, uren en uren lang
en telkens weer kwam het wantrouwen naar boven, de onwil en het ongeloof over
de mogelijkheden. Van bij het begin, onder Minister Joke Schauvliege, als ik me
niet vergis in Thermae Palace in Oostende, en later in het overleg van het
Regionaal Landschap en het Leader Project Park Drongengoed was er veel
enthousiasme over de hoop dat het deze keer zou lukken om het Drongengoed als
kern van een 10000 ha Park uit te bouwen.
We vergaderden in vele zalen met
tientallen mensen die mekaar niet verstonden en waar het wantrouwen naar mekaar
steeds groter werd. Zelfs de toenmalige voorzitter van het regionaal landschap
bleek een koele minnaar van de natuur en stelde zich op achter de eisen van de landbouw
dat er niets zou veranderen, dat vrijkomende gronden hen toebehoorden. De
landbouworganisaties konden enkel akkoord gaan met kleine ingrepen en zeker
niet met de bedoeling om gronden van bestemming te laten veranderen, laat staan
om in het landschap een verweving te krijgen van landbouw en natuur, met
bomenrijen en haagkanten, stepping stones voor dieren en planten, verbindingen
voor wandelaars tussen natuurgebieden met kleine doorbraken in landbouwgebied.
Het Leader project, klaar gestoomd
door enkele gemeenten, spande daarbij de kroon. Zonder ingrepen in het
landschap proclameerden zij dat hun dorpen de toegang zouden vormen tot het
park. Ze kregen de steun van toerisme en het bestuur van Leader zonder dat men
zich realiseerde dat de doelstelling niet haalbaar was als men niet ook andere
maatregelen nam, de landbouw overtuigde dat het uur U was gekomen om mee te gaan in de gedachte van een Park Drongengoed. Op de website van de
gemeente Aalter vindt men de restanten ervan.
Na enkele vergaderingen is de ambitie
om mee te doen aan de oproep van de Vlaamse
Regering om het Park Drongengoed te lanceren een stille dood gestorven. De
landbouwers hebben schrik, de natuurbeweging geen macht, de gemeenten geen durf
en de landelijke politiek staat onder druk van belangrijke spelers om zo weinig
mogelijk te veranderen.
Zo waren de
vergaderingen in het Meetjesland een voorloper van het verzet tegen de
natuurherstelwet van Commissaris Timmermans. Hij kreeg steun van het Europees
Parlement om een geamputeerde herstelwet in te dienen. Wie dat daarna zal
uitvoeren is nog stof tot slapeloze nachten en strijd op het plaatselijk
niveau. Met hopelijk politici die durven.
Want durven
daar gaat het over. Over de volgende verkiezingen kijken en doen wat er moet
gedaan worden. Tegen belangen ingaan vanuit een visie op een streek. Een visie
is formuleren welke doelen we willen nastreven en welke middelen we daarvoor
willen gebruiken. En uitleggen waarom men voor deze doelen kiest en hoe men ze
zo zal realiseren dat iedereen er beter van wordt.
De noodzakelijke veranderingen zullen
er niet komen door belangengroepen bij elkaar te zetten en ze te laten
bakkeleien, maar door uit te leggen hoe men zal tegemoet komen aan de belangen
zonder de doelen uit het oog te verliezen. De leiding zal uit de politiek komen
of de evolutie zal zijn gang gaan en de sterkste zal zijn/haar doelen
realiseren, maar de gemeenschap zal verliezen.
Het afvoeren
van de ruimtelijke visie van Oost-Vlaanderen is een volgend hoofdstuk in het afvoeren
van doelstellingen omwille van de angst voor verkiezingen en het gelobby van
enkele belangengroepen. Of het algemeen belang ermee gediend is waag ik te
betwijfelen.
|