De auteur doceert o.m. nationalisme aan de George Washington University in Washington, DC. De zeer scherpe pen en energieke stijl van Van Cleemput zijn te wijten aan zijn overtuigde Vlaams-nationalisme. Hij was zelfs lid van het Vlaams Belang tot 2003 (studiedienst). Van Cleemput zegt dat echte Vlaams-nationalisten niet thuishoren in het VB. Bovendien is de clan-Dewinter - Dewinter zegt zelf apolitiek en geen vlaams-nationlist te zijn, we weten allen wat hij dan wel is - oppermachtig. Door het racistische discours geeft VB zijn vijand, de belgische staat, een prachtig wapen in handen om alle Vlaams-nationalisten zwart te maken. Of ik zelf een Vlaams-nationalist ben weet ik niet. Ik weet alleen dat van Cleemput hier duidelijk de vinger op de Belgische wonde legt: twee culturen die naast elkaar leven, twee democratieën die op een ondemocratische en kunstmatige manier samengevoegd worden en de mythe van een mooi Belgisch gezamelijk verleden waardoor het Belgische politieke niveau compleet verlamd is, wat de burger ongelooflijk veel geld kost.
"De oproep van enkele academici om belgië te redden ( België heeft toekomst , DS 13 mei) heeft me verbaasd en verheugd.
Verbaasd omdat de argumentering (door intellectuelen!) onbestaande of zeer slecht is. Verheugd om net dezelfde reden. Holle slogans, verdraaide feiten, en al te doorzichtige sofismen, dat is de essentie van de oproep. Dat is ook wat deze staat in leven houdt. Desondanks sleept deze fundamenteel ondemocratische staat zich naar zijn einde. Wereldvreemde (hun belgië komt niet overeen met de werkelijkheid) intellectuelen zullen dat niet kunen beletten.
De schrijvers vinden belgië "een zeer waardevol samenlevingsmodel", maar geven geen enkel voorbeeld daarvan. Hier enkele suggesties uit heden en verleden.
Hebben zij het misschien over het misprijzen dat de oorspronkelijke bevolking van Brussel ontvangt van (veel leden van) het herenvolk dat hen tot een minderheid in eigen hoofdstad heeft herleid? Of hebben zij het over de weigering van de Franstaligen om de splitsing van BHV (niet dat die nodig is in een democratie omdat de meerderheid die wel wil) en de taalintegriteit van Vlaanderen (iets wat zij als vanzelfsprekend vinden voor Wallonië) te aanvaarden? Of hebben zij het over de zo geslaagde verfransing van Wallonië dat de Walen met een enorm identiteitsprobleem zitten en over de (gelukkig) deels mislukte pogingen om ook Vlaanderen te verfransen? Of hebben ze het over de haatcampagne van de RTBF (waar we nooit een woord Nederlands horen) en Le Soir tegen Vlaanderen? Leuk samenlevingmodel dat belgische!
Waar halen zij het dat twee onafhankelijke staten betekent dat die elk op zichzelf zullen terugplooien? En waarom kan men enkel solidair zijn als de staat belgië heet en niet Vlaanderen, dat jaarlijks 10 miljard euro naar het nabije zuiden stuurt, terwijl het verre zuiden het veel meer nodig heeft? Zijn Zweden en Noorwegen minder solidair na hun vreedzame scheiding in 1905? Waarom zou een belgisch overlegmodel meer solidair zijn dan een Vlaams en voor meer politieke stabiliteit zorgen dan een Vlaams model? Hebben de schrijvers wetenschappelijke gegevens daarover? Blijkt niet uit de feiten dat belgië elke politieke werking verlamt? Steeds opnieuw moet er gezocht worden naar compromissen waar de meerderheid van dit land zich niet in vindt. Democracy, anyone?
Ik ga wel akkoord met "de politieke crisis van de voorbije jaren is de uiting van het falen van de huidige politieke elite en haar communautaire aanpak." Maar wat is die aanpak? De doelstelling is volledig verkeerd. Men wil belgië "redden" ten koste van werkelijk alles (incompetente ministers mogen blijven zitten om het etnische evenwicht niet in gevaar te brengen) in plaats van de belangen van beide volkeren te behartigen. Men wil "onderhandelen" terwijl de Franstaligen hun belgische privileges nooit goedschiks zullen afstaan, zoals opnieuw werd bewezen de voorbije twee jaar.
"Als we er in België niet in slagen om samen te leven over de taal- en culturele grenzen heen, wat moet er dan van het Europese project worden?" De EU is een samenwerking van onafhankelijke staten, een confederatie, die enkel kan overleven als men de verschillende volkeren hun zelfbeschikking laat behouden. Te gek om belgië als voorbeeld voor de EU te zien. De pogingen van sommigen om het tot een federatie om te vormen, zijn het begin van het einde van de EU. De EU zal niet-belgisch zijn of ze zal niet zijn. België is niet in staat recht te doen aan het "verschil", zo dierbaar voor de schrijvers. België zal dus niet zijn.
Niet enkel de ondertekenaars maar ook de Belgavox-deelnemers zijn niet te beroerd om leugens of onzin te spuien. Belgavox-voorzitter Stijn Kolacny bestaat het het concert niet politiek te noemen (en VRT en RTBF schenden hun politieke neutraliteitsplicht door het te sponsoren) en hofnar Bart Peeters vindt dat er geen reden is om van belgië een ex-Joegoslavië te maken. Bart hoeft geen schrik te hebben. De Vlamingen hebben geen gewelddadige traditie. Beseft Bart dat in zijn analogie de Franstaligen de Serviërs zijn, die Joegoslavië kapot hebben gemaakt met hun imperialisme?
Mijn collega's noemen zich "onverneden progressief." Maar wat is er progressief aan het behoud van een constructie die opgezet werd om de etnische verschillen van de beide volkeren te verdrinken in een gezamenlijke verfransing en zich daar nog steeds niet voor heeft verontschuldigd? Wat is er progressief aan het bestendigen van instellingen die de democratische zelfbeschikking fnuiken? Wat is er progressief aan retoriek over mensenrechten wanneer men negeert dat die pas kunnen uitgeoefend worden als men zich politiek in zijn taal en eigenheid beschermd weet. Wat is er progressief aan het collaboreren met een regime wiens symbool de monarchie is, die enkel de dictatuur als meest ondemocratische staatsvorm moet laten voorafgaan? Het achterhoedegevecht dat de ondertekenaars leveren, het zich terugplooien op vermolmde structuren, zal de vooruitgang niet tegenhouden. Het is een laatste sputtering van belgisch conservatisme. Het is belgisch-reactionair."
Bij gebrek aan tijd en brakke kladversie een zeer korte blog naar aanleiding van de Vlaamse en Europese verkiezingen 2009 waarin een algemene visie op mijn keuze wordt uitgewerkt zonder ergens diep op in te gaan.
Wat laten doorwegen in de stemkeuze? Het uitgangspunt van stemgedrag moet volgens mij altijd het persoonlijke wereldbeeld zijn. Een wereldbeeld ligt aan de basis van al uw opvattingen, waardes en politieke beargumenteerde keuzes. Mijn wereldbeeld en visie op de huidige maatschappij steunt bijvoorbeeld op de these dat onrechtvaardigheid en (materiële) ongelijkheid en niet nationaal belang, veiligheid of klassenstrijd de essentie is van de algemene menselijke interacties. Van belang voor verkiezingen: een wereldbeeld zegt altijd iets over het belang dat men hecht aan de natiestaat en aan de menselijke vrijheid. In deze zin ben ik veel eerder een fan van Kants visie op het democratische republicanisme dan van het klassieke realisme dat uitgaat van een pessimistische visie op de mens en een machiavellistische visie op internationale politiek. Ten eerste kijk ik dus naar de algemene programmas van alle partijen en de overeenstemming die deze programmas bieden met mijn eigen algemene overtuigingen. De tijd van de ideologische massapartijen is voorbij, maar volledige catch-all strategieën vinden we bij geen enkele partij terug (en indien dit wel zo zou zijn zou ik er zeker niet op stemmen). Door deze simpele denkoefening worden voor mij al vele partijen definitief geschrapt uit de keuzelijst: de VLD vanwege zijn absolute stokpaardje van het economisch-liberalisme; Vlaams Belang vanwege zijn geconstrueerd racistisch en polariserend discours dat de mensen alleen maar angst aanjaagt en verzuurt; LDD vanwege een combinatie van vorige. Bovendien zijn er voor deze drie partijen nog tal van andere argumenten te geven waarom men niet op hun lijsten zou moeten stemmen, waarvan incompetentie het belangrijkste is.
Natuurlijk spelen iedere verkiezingen bepaalde themas meer dan andere. Deze themas komen naar voren omdat ze leven onder de bevolking, maar ook omdat de media er op hamert en vooral omdat de partijen elk hun eigen themas waarvan men weet dat ze er sterk op scoren naar voor schuiven. Vaak wordt er in debatten niet met elkaar maar naast elkaar gepraat. Het is dan van belang een berekening te maken welke themas voor de komende verkiezingen voor uzelf en voor de politici belangrijk zijn. Ik schat dat de belangrijkste themas voormij voor enkele decennia dezelfde zullen blijven: 1. een drastische groene ecologische wending op alle vlakken die op een rationele manier en op grote schaal (Europa en de wereld) wordt aangepakt. 2. Een grondige hervorming en rationalisering van het politieke systeem in België (staatshervorming) én democratisering van ons ridicule kiesstelsel en de manier waarop burgers in dit land vertegenwoordigd worden. 3. Aandacht voor burgerrechten en vrijheid, vooral op levensbeschouwelijk en cultureel vlak en bestrijding van anti-sociale, discriminerend, racistische en polariserende maatregelen. Het groene thema lijkt vooral op de proppen te komen voor de Europese verkiezingen omdat daar het grootste signaal gegeven kan worden. Voor de Vlaamse verkiezingen lijken de drie themas mij even belangrijk en wat betreft de federale verkiezingen, daar zal het thema van het kiesstelsel, staatshervorming en wanbeleid het sterkst doorwegen.
Een derde en de minst belangrijke invloed op het stemgedrag is volgens mij de sympathie voor en het geloof in bepaalde politici (eventueel ongeacht de partij die ze vertegenwoordigen). Jammer genoeg wordt de keuze van vele mensen vooral hierdoor beïnvloedt en draagt het media-klimaat in Vlaanderen zeer sterk bij tot een banalisering en emo-personalisering van de polititiek. Men zou ook beter het onderscheid moeten kunnen maken tussen persoonlijke sympathie en respect voor politiek gedrag. Zo ben ik een absolute fan van de debatkunsten en de manier van politiek bedrijven van Bart Dewever. Ook Kris Peeters maakt een goede indruk op mij, al toont die subjectief gezien nogal afgeborsteld. Dit laatste is echter in feite niet van belang, zoals gezegd. Ik zou in ieder geval nooit stemmen op politici die hun eigen partij enkel als vehikel gebruiken om hun eigen ego te strelen en om op welke manier dan ook aan de macht te komen. Koploper in deze categorie is natuurlijk de visie, de kracht, de hoop Verhofstadt. De visie: toen Verhofstadt vanwege zijn ideologische, maar zwak onderbouwde Burgermanifesten op een zijspoor belandde bij de VLD schakelde hij zonder gène over op een extreme catch-all strategie, voortdurend inspelend op frustraties onder de bevolking en politieke en modieuze trends. Pleidooien werden zo breed en visionair mogelijk en concrete beweringen maakten plaats voor niet waar te maken beloftes. Verhofstadt wil nu ook als Europees visionair de geschiedenis ingaan maar vergeet hierbij zijn discours te vertalen in concrete voorstellen en zich te schikken naar de Europese geplogendheden. Ook vreemd dat hij als enige liberaal in Europa en nu opeens zo hevig de Europese kar wil trekken. Maar op welk gebied? De kracht: via het triumviraat met Dewael en Degucht wordt de VLD in zijn macht gehouden. Voorzittersverkiezingen worden gemanipuleerd en beslecht in strijd met de statuten om JM Dedecker af te houden en het geld van Leo Govaerts wordt ingepikt. De hoop: het konijn hoopt de geschiedenis in te gaan als redder vaderlands, maar vergeet dat hij de huidige problematiek van de staatshervorming voor een groot deel zelf heeft gecreëerd met zijn financieringswet (ook Louis Michel past deze tactiek toe). Een staatshervorming kan er enkel komen onder impuls van CVP en PS (die er van uit gaan dat België over 25 jaar niet meer bestaat en nog zoveel mogelijk uit de brand wil slepen).
Naast afkeer en voorkeur voor bepaalde personen is er nog een factor die jammer genoeg tamelijk belangrijk is in het stemgedrag van vele burgers. Velen willen niet op een kleine partij stemmen omdat die toch niet aan de macht kan komen en het dus een weggegooide stem lijkt. Hierdoor krijgen deze partijen weer minder stemmen en krijgen we een self-fulfilling prophecy aan het werk. In ons representatief systeem is het echter van belang dat iedere partij partijdig blijft en dus zijn segment van de maatschappij verdedigt. Probeer dus zoveel mogelijk op uw favoriete partij te stemmen, ongeacht de peilingen. Partijen kunnen ook wegen op het beleid vanuit de oppositie; hun stemmenpercentage bepaalt mede hun politieke gewicht. Ik geef echter toe dat het verleidelijk is om op Dehaene te stemmen, enkel en alleen om Verhofstadt te kloten.
Tenslotte en wel degelijk belangrijk dient de kiezer ook het beleid van voorgaande regeringen en oppositiepartijen te belonen of af te straffen. Deze laatste factor is voor mij een reden om voor lange tijd niet op de SPA te stemmen en dan zeker niet voor federale verkiezingen. Ook Yves Leterme en natuurlijk Didier Reynders hebben afgedaan. Vreemd genoeg kan ik als Belg op geen enkele manier deze laatste electoraal afstraffen. Wat mij betreft absoluut niet democratisch, wat wel het argument is voor Didier om te pleiten voor een herziening van de positie van Vlamingen in Brussel en de Franstalige burgemeesters in de Brusselse rand Denk daar maar eens over na.
Wat is dat toch met die djs? Hebben ze een succesvolle schijf geproduceerd die gedraaid wordt op radio en tv en een veelgeprezen plaat gebrouwen die zelfs leken van het genre kunnen appreciëren. Zoiets vettig als Fuck that shit is tamelijk uniek medunkt, Kiss my trance werd grijsgedraaid op Stubru en ook het vadsige Music is the new religion stond in de afrekening. Wat gebeurt er dan wanneer men live gaat spelen, buiten de geijkte clubs? Men houdt vast aan zijn eigen programma, mixt alle songs van de plaat tot een ontoegankelijke noise die alleen echte techno-heads kunnen appreciëren (en men draait er bij gelegenheid nog een Mr. Oizoke door). Onbegrijpelijk dat Dave Pricks zich zolang onder het publiek wist te handhaven, da mut wel ne maat zijn. Zelfs muzikant caponis was het alreets vroegtijdig afgebold om nen toet te gaan smoren, al is dit zeker geen absoluut teken aan de wand wat betreft muzikale smaak gezien de voorliefde van dit personage voor het meest platvloerse van het platvloerse, Milk Inc. Neen, echte elektronische muziek kan ik bij uitzondering wel eens appreciëren en ik was dan ook zeer benieuwd naar het optreden van The Subs in ons eigenste Olen, gezien de zeer sterke plaat Subculture (genrematig elektropunk genoemd ). Het begin was tamelijk indrukwekkend onder impuls van de energieke frontman met Deadwood-snor, het videoscherm en vakkundig gebruik van de beamers. Maar bij het eerste nr werd al meteen duidelijk dat The Subs, zoals andere echte djs geen compromissen zouden sluiten om hun show toegankelijker te maken voor niet techno-heads zoals mezelf. Zeer lange noise-opbouw naar remix-ontploffingen en al te weinig bekend werk uit de plaat; From dusk till dawn had bijvoorbeeld een mooie variatie kunnen bieden. Laten we maar aannemen dat deze werkwijze typisch is voor de mensen uit die wereld, echt wel een subcultuur. Ik blijf weliswaar fan. Van de cd.
Zojuist een campagne filmpje van Lijst Dedecker ontdekt. En ik die dacht dat er op deze moment een discussie aan de gang was over meer sérieux in de politiek... Ook al is dit filmpje van LDD ironisch bedoeld, dan nog draagt het absoluut niet bij tot een beter imago voor de politiek. Uiteindelijk is het gewoon een belachelijk filmpje van een belachelijk personage dat zijn eigen partijtje heeft opgericht om zijn ego te satureren en gelijkgestemde gefrustreerde ego's een uitvalsbasis te bieden om hun wekelijkse cafépraat te gaan toepassen op de Belgische politiek. Toegegeven, DD heeft dat goed gezien, de markt van gefrustreerde ego's is groot, zeer groot. Wie zich een uurtje in het verkeer begeeft ziet deze stelling meteen bewezen. http://www.youtube.com/watch?v=GhOa2DeFTLA
Wie denkt dat dit filmpje absoluut belachelijk is en Dedeckers personencultus onhoudbaar of ridicuul is, kijkt best eens naar onderstaand filmpje. U ziet een campagne filmpje voor Silvio Berlusconi, een van de grootste blazers en pseudo-maffiosi ter wereld. Enkel en alleen in de politiek gestapt om zijn eigen illegale media-imperium dat dreigde in te storten na 'Operatie Schone Handen' van de jaren 1990 te vrijwaren. Politiek in België een grap? Verre van. Politiek in Italië dat is pas een grap én huilen met de pet op tegelijkertijd (getuige de recente criminalisering van illegalen door Silvio's regering...). http://www.youtube.com/watch?v=AdPAG784EhY
Als toemaatje nog even de partijlogo's van de partijen van beide heren blazers. Trek zelf uw conclusies.
Zaterdag start de Giro dItalia, de mooiste rittenkoers van het jaar. Kwalitatief gezien moet het deelnemersveld nog steeds onderdoen voor dit van de Tour de France maar de toeschouwer hoeft dit niet te merken, integendeel. In de Giro dItalia zien we mooiere en spannendere koersontwikkelingen met uitzondering van het jaar waarin men het parcours zo had uitgetekend om Pettachi zoveel mogelijk ritten te laten winnen en zien we veel meer pocketklimmertjes en parcours op hun maat. Zo is er de rit naar Blockhaus die niet langer is dan 100 km en in feite bestaat uit één lange aankomst bergop en de aanloop ernaar. Zoiets zou in de Tour gewoonweg onmogelijk zijn en de meeste klimmers worden er gewoon pleuris gereden voor de laatste beklimming. Dit jaar verwacht ik vooral vuurwerk van de klimmertjes uit de ploeg van Gilberto Simoni en enkele andere mindere bekende namen. Hierbij ook Belgen. Indien er geen Riccos en Sellas meerijden dit jaar Pfannenkoek is dan toch betrapt met een jaar vertraging moeten er zelfs enkele Belgen kunnen meedoen op het voorste plan. In de pers verwacht men vooral Dries Devenyns en Kevin Seeldraeyers. Kevin Seeldraeyers moet inderdaad in enkele bergritten mooie dingen kunnen laten zien. Eigenlijk verwacht ik meer van de troepen van Silence-Lotto. Francis Degreef zal waarschijnlijk doorbreken in de Giro, ofwel dit jaar ofwel volgend jaar. Ik verwacht een top twintig plaats. Jelle Vanendert moet nu eindelijk maar eens gespaard blijven van pech en met de uitstekende vorm van Luik-Bastenaken-Luik zit er zelfs een zeer dichte ereplaats in een bergrit in. En dan is er natuurlijk ook Philippe Gilbert die ongetwijfeld de eerste week voor spektakel zal zorgen.
Ondanks de overweldigende aandacht voor de cleane Armstrong start de Giro dit jaar wederom in een dopingsfeertje. Dit is onder andere te wijten aan de schorsing van Christian Pfannberger. Iedereen vermoedde dat deze Oostenrijker aan het spul zat. Met enkel resultaten in de Ronde van Oostenrijk en een voorafgaande dopingschorsing van twee jaar opeens in de top tien rijden van de drie Ardennenklassiekers deed menig wielerfanaat de wenkbrauwen fronsen vorig jaar. Dit jaar waren de resultaten en vooral de benen minder en dus ging ik er van uit dat Pfannberger zijn CERA-pot opzij had geschoven nu dit product algemeen bekend en opspoorbaar geworden was. Belangrijker voor het dopingklimaat in Italië was de val van veteraan Davide Rebellin. Door Belgische wielercommentators en dus ook door mij werd ervan uitgegaan dat de lange staat van dienst van de ex-Gerolsteiner renner en zijn constante presteren een soort van garantie waren van zijn zuiverheid. Nu Rebellin betrapt is laat men echter opeens uitschijnen in de pers dat men al veel langer vermoedde dat Rebellin aan het spul zat. Dikke zever natuurlijk. Over de Saunier-Duval prestaties in de Tour van vorig jaar schreef men bijna letterlijk dat het om onmenselijke prestaties ging. Over Rebellin heeft men zoiets nooit gezegd, ook al reed Rebellin vooraan mee in de Ardense klassiekers, de Olympische wegrit, de Classica San Sebastian én het WK, kortom heel het jaar door Nu komen de journalisten opeens op de proppen met feiten van zovele jaren geleden toen Rebellin betrapt was in een EPO-zaak, maar enkel vrijuit ging door procedurefouten. Waarom deze informatie achterhouden voor het wielerminnend publiek?
Ondertussen is meer dan duidelijk dat er bij Gerolsteiner net zoals bij Team Telekom wel degelijk sprake was van georganiseerd dopinggebruik, ook na de zaak Fuentes. Waarschijnlijk niet via de officiële teamartsen en met betrekking op alle renners, maar vooral de Italiaanse cel en de toprenners van het team zijn allen extreem verdacht of ondertussen geklist. Het verhaal van Bernard Kohl en Stefan Schumacher (de nieuwe Dario Frigo) is ondertussen welbekend. Maar er was ook de schorsing van Moletta en het dopingregime van kopman Rebellin. Reken hierbij ook de zeer verdachte lange termijn vormcurve van rondetalent Markus Fothen. De Duitser werd in 2006 vijftiende in de Tour de France op zeer jonge leeftijd. In plaats van beter te worden de volgende jaren werd Fothen alleen maar slechter en moest hij zich omscholen van ronderenner tot occasioneel tijdrijder en rouleur. Een andere pakker is achteraf gezien een mooie indicatie geweest van de vergrijpen van Rebellin. Twee jaar geleden reed de nobele onbekende en poulain van Davide Rebellin, Francesco de Bonis, opeens de pannen van het dak in de Ronde van Romandië. In een zware bergrit voerde hij een nummer op zoals alleen Emmanuele Sella dat nadien nog laten zien heeft. Na als enige overlever van een lange vlucht aan te klampen bij klimmers pur sang als John Gadret en Manuel Beltran vloerde de fors gebouwde De Bonis deze mannen zelfs nog in de sprint en bleef het groepje der favorieten zelfs nog voor. Wie deze koers zag kan beamen dat het om waar huzarenstukje ging waaraan Kapsis trouwens zijn bijnaam Caponis de Bonis dankt. Ook opvallend was dat de Bonis na deze mooie prestatie praktisch nergens meer aan de start kwam. Toen hij geprogrammeerd stond in de Vueltaploeg van vorig jaar verdween hij op de dag voor de start opeens uit het team. Meestal een indicator van verdachte bloedwaarden. Toen eind 2008 een einde kwam aan het verhaal van het Gerolsteiner Team en Rebellin verkaste naar het Italiaans Diquigiovanni van de flamboyante Gianni Savio wist Rebellin zijn copain uiteindelijk ook binnen te loodsen in het team. Ondertussen zien we De Bonis op de startlijst van de Giro dItalia 2009 staan.
Of Heinrich Haussler ook ex-Gerolsteiner ook tot het clubje behoorde, zoals velen vermoeden, zal misschien dit jaar en zoniet volgend jaar blijken
Het rommelt in Georgië. Het is ondertussen misschien een vertrouwd beeld; de straten van hoofdstad Tbilisi die vollopen vol met actievoerders. Deze keer wordt er geprotesteerd tegen president Saakasjvili zelf. De Georgiërs zijn gefrustreerd over het verlies van controle over Abchazië en Zuid-Ossetië, de gebrekkige overheid en de economische malaise. De oppositie verwijt de president wanbeleid in de relaties met de Russische vijand, gebiedsverlies en corruptie. Saakasjvili die in de relaties met bemiddelende partijen in de Russisch-Georgische oorlog van augustus vorig jaar maarliefst drie verschillende versies van de feiten opdiste, lijkt politiek nu helemaal dood.
Wie zal erom malen dat deze politieke opportunist die zelf aan de macht kwam na een volksopstand tegen voormalig Soviet topman en eerste Georgisch president Sjevardnadze van het toneel verdwijnt? De betogers zijn vastbesloten om het been stijf te houden tot Saakasjvili opstapt. Geweld is niet uitgesloten want de koppige president lijkt niet zinnens zijn ambt neer te leggen, de armoede is hoog en Georgië heeft geen al te sterke democratische traditie.
Ook in de regering rommelt het met een nieuwe premier die een half jaar na de oorlog de minister van buitenlandse zaken en defensie ontslaat. In ieder geval lijktzo goed als iedereen nu door te hebben dat Saakasjvilli de oorlog in Zuid-Ossetië zelf startte en meteen buitenproportioneel en inhumaan te werk ging door de Ossetische hoofdstad simpelweg te bombarderen. De Russische VN-troepen in Ossetië en Abchazië werden beschoten en konden niet anders dan reageren. De tandem Putin-Medvedev was bijgevolg aan zichzelf verplicht militair te reageren en de afvallige Georgische provincies binnen te vallen om de pas herwonnen grootmachtstatus bij de eigen bevolking te vrijwaren. De motivering van Russische burgers is natuurlijk bijzaak daar Osseten geen Russen zijn en zelf een eigen deelrepubliek in de Russische federatie bezitten. Wél is het een opportunistische zet van het Kremlin om iedereen die dat wil lees welgestelden het Russisch paspoort te verlenen in ex-Soviet staten. Abchaziërs en Osseten grijpen deze kans gretig aan, daar zij in Georgië sowieso als tweederangsburgers beschouwd worden. En in werkelijkheid wordt er al jarenlang gevochten en gemoord in Abchazië in Ossetië. De grootste slachtoffers zijn de burgers en dan vooral de Georgische minderheden in Abchazië en Ossetië en de Abchaziërs en Ossetiërs in Georgië.
De hele problematiek van Abchazië en Zuid-Ossetië vind zijn oorsprong in de pijnlijk geschiedenis van de noordelijke en zuidelijke Kaukasus. Van oudsher was dit woest maar mooi gebied een stammengebied met een onvoorstelbare hoeveelheid verschillende talen en culturen. Ook alle soorten religies zijn in Kaukasië te vinden: van Russisch orthodox, over verschillende andere orthodoxe en christelijke kerken tot de islam . Vaak in conflict met elkaar, maar nog veel meer het slachtoffer van rondtrekkende of veroverende volkeren. Imperialistisch Rusland van de tsaren roeide al enkele Kaukasische volkeren uit en de bolsjevieken hielden er later ook lelijk huis. Seltsjoeken konden zich uitleven tegen de ongelovigen en het verhaal van de Armeense genocide is ondertussen gekend.
Het meest wordt de huidige situatie echter getekend door Stalins volkerenpolitiek. Kozakken, Mongoolse, Siberische en Kaukasische volkeren werden onderverdeeld in zogenaamde eigen deelstaten van de Soviet-Unie. Bewust lieten Stalin en kompanen de grenzen van deze gebieden niet samenvallen met de logische grenzen van etnieën of naties zoals Tsjetsjenen, Kalmykken, Ingoesjen, Abchaziërs en co. Zodoende werden in elke deelstaat minderheden gecreëerd waardoor het voor de etnisch Russische communisten veel makkelijker was om het laken naar zich toe te trekken. Divide et impera. Armenië en Azerbeidzjan zijn bijgevolg nog altijd in oorlog omwille van de betwiste gebieden Nachychevan en Nagorny-Karabach. Ook in verschillende Kaukasische de deelstaten van de Russische federatie is het kommer en kwel. Extreme armoede, discriminatie en overheidsrepressie leidden in Tsjetsjenië al tot een uiterst gewelddadige oorlog. Dagestan en Ingoesjetië hebben tegenwoordig ook zwaar te kampen met nationalistisch en islamitisch verzet en aanslagen. De situatie lijkt enige parallellen te vertonen met de Balkan in de jaren 90, maar er zijn ook verschillen. Ten eerste spelen meerdere grotere staten die verschillende naties bevatten hierin een rol. In de meeste deelstaten, zowel in Georgië als Rusland is de haat tegen de moederstaat veel groter dan tegen andere naties. Discriminatie van minderheidsgroepen is schering en inslag. Op sommige plaatsen kan een verder balkanisering echter wel verder uit de hand lopen en conflicten tussen natiestaten als Georgië en Rusland veroorzaken. Georgiërs vluchten massaal uit Zuid-Ossetië en zijn doodsbang van Ossetische bendes. De manier waarop deze vluchtelingen door de Georgische regering aan hun lot worden overgelaten is op zich al reden genoeg om Saakasjvili als incompetent te bestempelen. De Internationale Gemeenschap speelt weer eens een dubieuze rol.
De vraag is wat de EU en de VN nu gaan doen en hoe de binnenlandse politiek in Georgië zich ontwikkelt. Hopelijk laat Europa de situatie niet ontsporen en wordt er tijdig ingegrepen. En voor de Georgiërs moet er toch een andere weg mogelijk zijn dan de keuze tussen Amerika of Rusland. Partijpolitieke spelletjes spelen hun rol in ieder land, maar wanneer het leven van zoveel mensen op het spel staat en de toekomst van een heel volk, land en regio gehypothykeerd lijkt door geopolitiek schaakspel, is gezond verstand des te meer nodig. Rusland erkende de onafhankelijkheid van Abchazië en Zuid-Ossetië alreeds. Deels is dit een reactie op de controversiële door het Westen gesteunde onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo die door verschillende landen onder andere Rusland niet erkend wordt. Deels is het een streven naar de uitbreiding van de Russische invloedssfeer en het vrijwaren van economische belangen. De Obama administratie heeft al getoond dat het bereid is tot praten met de vroegere vijand in Moskou en een verdere toenadering tussen Rusland en de VS met bemiddeling van de EU kan een enorm verschil maken voor het welzijn van miljoenen mensen in het hele Kaukasische gebied. Een beetje goede wil, water bij de wijn en een oplossing voor het probleem Saakasjvili en het Georgische politieke bestel kunnen een wereld van verschil maken. De EU mag dan weer doen wat ze het best kan: schade opmeten, bemiddelen en peace-building activiteiten financieren.
STRIP: Achtdelige reeks Boeddha van Tezuka volledig uitgegeven in het Nederlands
Ongetwijfeld onder invloed van het succes van simpele tekenfilms als Pokémon en Dragonball heeft de Japanse manga eindelijk zijn weg gevonden naar Europa en ons Vlaamsche land. Niet enkel populaire reeksen zoals Dragonball en Death Note zijn hier te verkijgen, maar ook enkele van de vele klassiekers van dit striphistorisch en geografisch afgebakend genre vinden stilaan Nederlandstalige uitgevers. Want vergis u niet: onder de schijnbaar simplishtische tekeningen van de manga gaat soms een zeer beklijvend en diepgaand verhaal schuil, ook al zijn de meeste reeksen eerder gericht op een snelle en ontspannende lezing. De reeks Boeddha van de hand van Osamu Tezuka die algemeen als de meester van het genre beschouwd wordt, is een van de meest befaamde mangareeksen uit de geschiedenis. Naast het meer populaire Astro-boy schreef Tezuka ook enkele literaire reeksen. In Boeddha waagt hij zich aan een gigantisch verhaal over de menselijke zwakheden en de zoektocht naar zekerheden in dit leven aan de hand van de geboorte van het historisch-religieuze verhaal rond prins Siddharta, de boeddha Het moet gezegd: het is wat vreemd om te beginnen lezen in een reeks van zon omvang. Na lezing van het eerste deel, Kapilavastoe, merk je toch al enkele van de sterke kanten van deze manga op. Het duurde bij mij evenwel tot deel 3 en 4 voordat ik echt mee was in de reeks. Onlangs verscheen uiteindelijk deel 8 van de mooi vormgegeven reeks (harde kaft) en werd een punt geplaatst achter de ontdekkingsreis van de Belgische stripliefhebber. Niet geheel toevallig liep de periode waarin deel 1 tot deel 8 van Boeddha liep gelijk met een periode waarin de manga boomde in België.
Boeddha blijft ondanks zijn ouderdom een mijlpaal in de stripgeschiedenis en een unieke reeks. Tezuka slaagt er bijvoorbeeld in op een subtiele wijze anachronismen in het verhaal te droppen als een soort van humorelement en spanningsafleider voor de epische verhaallijn. Een andere opmerkelijke techniek is de mengeling van realistische achtergronden en comic-achtige personages en actie-taferelen. Voor wie de Westerse strip gewend is, kan Boeddha zelfs een cultuurschok opleveren. Tezuka is echter een meester in blad- en pagina-indeling en zijn 'klare lijn-manga stijl' is werkelijk schitterend. Onthoudt bovendien dat u met Boeddha iets leest zoals u nooit eerder las vergelijk het met een stripversie van het Oude Testament - en waarschijnlijk nooit meer zult lezen. Je zou kunnen stellen dat Boeddha een soort van Japanse graphic novel is. Zoals steeds meer mensen inzien, is het niet meer nodig om smalend te doen over de Japanse strip.
Dit jaar onderzoek ik voor de tweede maal op rij het medium van het beeldverhaal in het kader van mijn universitaire studies. Vorig jaar was dat in mijn Masterproef Geschiedenis, dit jaar in de Masterproef Internationale en Vergelijkende Politiek. Onlangs had ik een vruchtbare discussie met de vöss over deze papers. Zijn stelling was dat onderzoek naar strips niet aanvaard zou mogen worden wegens niet serieus genoeg. Mijn stelling is dat indien dit het geval zou zijn, geen enkele thesis van Communicatiewetenschappen aanvaard zou mogen worden. Bij Sociale Wetenschappen en Letteren draait het er juist om dat we het exact meetbare, het nuttige en puur wetenschappelijke aanvullen met de wereld van de geest, de cultuur en de menselijke praktijken. Ook de stelling dat strips kinderachtig zijn, wens ik te ontkrachten. Deze wijst alleen maar op een totaal gebrek aan kennis van het medium. Tevens klinkt zo'n uitspraak zeer banaal uit de mond van iemand die regelmatig animatiefilms ("kinderfilms") praktiseert. En dan nog: laten we hypothetisch stellen dat strips enkel gelezen worden door kinderen en inhoud bevatten geschikt voor kinderen. Mag dit dan niet meer onderzocht worden? Dan kunnen we meteen de cultuurgeschiedenis en de sociologie afschaffen.
Bij deze wil ik echter ook toegeven dat ik vorig jaar te tam was om een "serieus" onderwerp te kiezen.
Vöss beloofde mij ondertussen alreeds om mijn thesis van vorig jaar te lezen. Bij deze de inleiding van dit werk.
"In dit werk wordt onderzocht hoe diverse striptekenaars vanaf het begin van de twintigste eeuw het gegeven van oorlog en de slachtoffers van oorlog en geweld hebben gerepresenteerd in hun verhalen. Door mijn interesse voor het beeldverhaal in het algemeen en de diepe indruk die werken als Maus van Art Spiegelman en Hiroshima van Keiji Nakazawa op mij maakten koos ik zelf voor dit onderwerp, wat voor een deel toch een stap in het onbekende was. Zonder enige pretentie kunnen we stellen dat dit een origineel onderzoek is. Tijdens mijn zoektocht naar literatuur vond ik slechts één artikel dat ongeveer hetzelfde onderwerp bestudeert: een essayistisch artikel van een geëngageerd medewerker van de Verenigde Naties. Wetenschappelijk werk over strips lijkt erg dun gezaaid. Zo pretendeerde het werk Strips anders lezen van Jan Baetens en Pascal Lefèvre in 1993 de eerste Nederlandstalige stripstudie te zijn. Dit werk kreegevenwel weinig navolging van hetzelfde niveau. Op de Engelstalige markt vinden we meer stripstudies, met als bekendste auteur de Amerikaan Scott McCloud. Een waardevol en uitgebreid werk is Comics, comix & graphic novels. A history of comic art van Roger Sabin uit 1996. Hierin toont de auteur de evolutie van de Angelsaksische stripmarkt gekaderd in de evolutie van de maatschappij in zijn geheel. Dit zijn voorbeelden van een brede benadering van strips. Detailstudies zijn moeilijker te vinden: vaak kennen ze een kleine oplage of worden ze weinig bewaard en is opsporing bijgevolg moeilijk. Het meest verspreide en markante voorbeeld van literatuur over strips is de biografische benadering van de allergrootste stripauteurs. Kijken we bijvoorbeeld maar naar de stroom publicaties over Hergé de laatste jaren. De belangrijkste pijler van de literatuur over strips lijkt nog steeds de kritiek te zijn: de recensies van beeldverhalen. Vrijwel alle auteurs van stripstudies behoren echter sterk tot de inner world van de comics, de beeldverhalen. Zij produceren zelf ook strips of schrijven in hun vrije tijd over wat waarschijnlijk hun grootste passie is. Benaderingen vanuit andere, professionele werelden zijn er veel minder, al moet deze bewering ook weer genuanceerd worden voor de V.S. Nochtans kunnen bijvoorbeeld sociologen enkunstcritici bijdragen aan een betere studie van de wereld van het beeldverhaal, zowel voor de massacultuur als voor de graphic novels. Een belangrijke bron voor de stripstudie is het internet: het is opvallend hoeveel kritieken van goede kwaliteit er te vinden zijn op het world wide web.
Hier wordt zeker geen exhaustief onderzoek gepresenteerd. Een blik op de bronnenlijst in de bibliografie bevestigt dit. Het ligt niet in de bedoeling en mogelijkheid van deze thesis om ieder beeldverhaal dat oorlogsslachtoffers ernstig behandelt te analyseren. Het gaat hier om een interpretatie van de historische stripmarkt zoals ze zich hier in Europa, België, Vlaanderen aandient. Het is dus een westers getinte, Euro-Amerikaanse interpretatie. Alle werken die in Vlaamse stripspeciaalzaken te verkrijgen zijn, kunnen aan bod komen net zoals werken die men zonder al te veel problemen kan importeren en die dus de interactie tussen de Europese en Amerikaanse markt weerspiegelen. Deze interactie wordt grotendeels geruggensteund door het Engels als wereldtaal. Andere Europese markten zoals de Italiaanse of de Spaanse, zijn in Vlaanderen zo goed als onbereikbaar, deels door een taalbarrière. Wél heerst er hier een traditie van Engelse uitgaven en de vertaling van de meest populaire anderstalige tekenaars. Zo bereikt ons bijvoorbeeld het werk van Italianen als Gipi en Hugo Pratt. Het laatste decennium staat de Belgische markt eveneens zeer open voor vertalingen (Engels, Frans, Nederlands) van de Japanse manga, met een ware boom de laatste twee jaar. Doch, hier moeten we ons blijven afvragen of dit aanbod wel representatief is. Het gaat immers maar om een zeer klein fragment van de Japanse productie. Het is dus noodzakelijk te benadrukken dat het hier om een interpretatie gaat, om een impressie van de markt in België, gekaderd in wat we grof genomen Noord-West-Europa kunnen noemen, met aandacht voor de interactie met de V.S. Bovendien is het eerder het doel van dit onderzoek om tendensen en hoogtepunten op te sporen dan om een wijdlopig overzicht te geven van strips over oorlogsslachtoffers.
Het doel van deze Masterproef bestaat er onder andere uit om het onderwerp op een historische wijze te benaderen. De band tussen maatschappij en strips zal onderzocht worden. Is deze geëvolueerd? Hoe groot was de invloed van algemeen heersende opvattingen op politiek, levensbeschouwelijk en artistiek vlak op beeldverhalen op een bepaald moment in onze geschiedenis? Hoe en in welke mate wordt er aandacht besteed aan oorlogsslachtoffers? Deze onderzoeksvragen kaderen daarenboven in de grotere vraag naar de autonomie van de kunstenaar ten opzichte van de maatschappij. Of hebben strips een maatschappelijke functie, een nut? Deze laatste vraag is tamelijk controversieel omdat strips nog altijd het etiket van nutteloos tijdverdrijf voor kinderen met zich meedragen. Mede om dit nog steeds bestaande cliché te bestrijden wordt het laatste decennium veel gepubliceerd over de waarde van het beeldverhaal. Opvallende is dat vele leerkrachten actief zijn op dit vlak: strips krijgen een educatieve waarde toegedicht. We moeten ons natuurlijk afvragen of deze pretenties terecht zijn. Meestal hangt deze discussie samen met de discussie rond het nut van geschiedenis en de vraag of we iets kunnen leren uit het verleden, uit onze geschiedenis. Een delicate kwestie.
Een andere doelstelling in dit onderzoek is het zoeken naar verklaringen voor het succes van bepaalde graphic novels, verklaringen voor het toeschrijven van een hoge kwaliteit. Waarom zeggen we over een beeldverhaal dat het beter omgaat met het leed van oorlogsslachtoffers dan een ander? Waarom won Maus de Pulitzer prize en rijgt Joe Sacco de stripprijzen aan elkaar? Aan de hand van de analyse van inhoud, boodschap en vorm wordt een conclusie getrokken. Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen de verschillende verhalen? Het spreekt voor zich dat deze onderzoeksvraag een subjectief element met zich meedraagt, maar dit lijkt me noodzakelijk en het zou het onderzoek zeker geen goed doen geen rekening te houden met verschillende vormen van appreciatie of mogelijke verklaringen niet te poneren omdat ze een persoonlijke indruk zijn. Hierbij aansluitend zal onderzocht worden hoe verschillende stripauteurs omgaan met hun medium in vergelijking met andere media. Maken zij bewuste keuzes om hun verhaal beter te vertellen die in andere media, bijvoorbeeld film, niet mogelijk zijn? Wat zijn de voor- en nadelen van het beeldverhaal voor auteurs die zware onderwerpen als oorlog en traumas tot hun onderwerp maken?
Vervolgens dient nog vermeld te worden dat de titel van deze studie niet te eng opgevat moet worden. Ten eerste wordt er gesproken over graphic novels als drager. Naast de verschillende betekenisniveaus van deze term moeten we ook rekening houden met de lange traditie van het beeldverhaal waarin de term graphic novel ontstaan is. Hoewel er in deze paper vaak over beeldverhalen of strips op een algemeen niveau gesproken wordt zal uiteindelijk blijken dat de literaire strip wel degelijk centraal staat. Het verwerken van de term graphic novel in de titel van deze studie impliceert ook een afbakening in de tijd. De grafische roman is immers vooral maar niet uitsluitend - een fenomeen van de laatste dertig jaar. Ten tweede vermeldt de titel oorlogsslachtoffers als thema. Zoals in de paper zelf uitgelegd zal worden is het niet de bedoeling om het enkel over oorlog te hebben. Alle vormen van lichamelijk en psychologisch geweld, alle vormen van traumatisering kunnen ook aan bod komen.
Tot slot wil ik aan de hand van het hieronder afgebeelde fragment uit Joe Saccos Onder Palestijnen (2005) de doelstellingen van dit onderzoek nog eens samenvatten. Uit het fragment blijkt een omgang met het onderwerp die gekenmerkt is door empathie, kritische kijk, nuancering en interesse. We kunnen ons afvragen of een dergelijke houding, een dergelijke benadering van oorlog en conflict met aandacht voor het slachtoffer altijd heeft bestaan in de wereld van het beeldverhaal en zo nee, wanneer deze dan is ontstaan. We benaderen oorlog en oorlogsslachtoffers in strips eerst op een historische manier en peilen naar de band met de maatschappij en de mogelijkheden van het medium. We kijken welk type beeldverhaal geschikt is voor deze kritische benadering van het thema oorlog. Daarna analyseren we een selectie vande werken die het best, op de meest waardige en effectieve manier omgaan met het onderwerp op motivatie van de auteur, inhoudelijke keuzes, vormelijke keuzes en technisch arsenaal. Deze selectie bestaat uit vier auteurs die als vaandeldragers van het genre beschouwd kunnen worden, elk op hun eigen manier. De bekendste van de vier is Art spiegelman, die amper nog voorstelling behoeft na de grote weerklank die zijn Maus kreeg. Alleen al de bekendheid die Keiji Nakazawa (Barefoot Gen in Hiroshima) ondertussen in stripminnend Europa en Amerika verworven heeft, rechtvaardigt zijn aanwezigheid in dit corpus.Vervolgens is er de eigenzinnige Fransman Jacques Tardi (Cétait la guerre des tranchées) die eveneens wist door te breken in het buitenland. Rijzende ster Joe Sacco (Palestine, Safe Area Gorazde, ) die momenteel in vele landen een grote populariteit geniet sluit de rij. Deze vier auteurs zullen de meeste aandacht opslorpen, maar we mogen belangrijke bijdragen van de ondertussen erg bekende Marjane Satrapi (Persepolis) en de minder bekende Guy Delisle (Shenzhen, Pyongyang) zeker niet over het hoofd zijn in deze paper. Het gaat dus om een persoonlijke selectie van de graphic novels die het meest succesvol lijken om te gaan met het thema oorlogsslachtoffers op basis van kritieken, literatuur, bekendheid en eigen keuze. We willen onderzoeken waarom dit de meest geslaagde benaderingen zouden zijn en op welke basis in de stripwereld en in de maatschappij zij hebben verder gebouwd."
Literatuur ofte het betere geschreven werk wordt doorgaans beschouwd als een van de hoogste, zo niet de hoogste, kunstvormen. Daar valt natuurlijk iets voor te zeggen. Het vergt een hele hoop talent én zweet om een boek te schrijven dat de moeite van het lezen waard is. En dan is natuurlijk ook nog de factor geluk en toeval die mede bepaalt of een werk die absolute klassieker zal worden waarover de heer StEngels het in zijn lessen Nederlands zal hebben. Wie in Kirgizië een meesterwerk schrijft lijkt weinig kans te maken in deze milde vorm van ratrace.
Zelf heb ik tot nu toe zeer weinig gelezen en al zeker geen zogenaamde klassiekers. Eigenlijk lees ik veel meer non-fictie. Sta mij toe hier nogmaals een pluim op de hoed te steken van het prachtige De dood van Marco Pantani van Matt Rendell. Verder zijn er natuurlijk nog de vele strips (pulp en de meer literaire strip) die ik verslind. Niets ontspannender dan een strip voor het slapengaan. Bovendien heeft De negende kunst intussen ook al een reeks absolute klassiekers afgeleverd. Alle genres komen aan bod. Bert (en Bobje) van Kamagurka voor de beste existentiële filosofie, Maus voor de meerwaardezoeker, Kuifje en co voor de ontspannende avonturenstrip, het grafisch en intellectuele hoogstaande werk van Andreas en de betere manga voor het spannende page-turner werk. Opvallend is dat de meningen over strips zeer sterk kunnen uiteenlopen naargelang persoonlijke voorkeuren. Zo vind ik het bijvoorbeeld zeer sterk overdreven om het ietwat saaie Kuifje als ambassadeur van België te promoten. Ik heb het bijvoorbeeld meer voor het volkse van de vroege Vandersteen, de ongeëvenaarde expressiviteit van Franquin of de briljante en hilarische verhalen van Morris. En dan kan ik het natuurlijk niet laten om hier te verwijzen naar het geniale The Dark Knight Returns van Frank Miller (samen met Watchmen de eerste graphic novel).
Literatuur dan. Onlangs las ik dat Dimitri Verhulst als enige Belg/Vlaming genomineerd is voor de Libris literatuurprijs, naast vijf Nederlanders. En zowaar met het boek Godverdomse dagen op een godverdomse bol. Als het dat is, het beste van de Vlaamse literatuur Zijn er werkelijk geen betere boeken geschreven in Vlaanderen het voorbije jaar? Godverdomse dagen op een godverdomse bol is naar mijn mening een te lang uitgevallen stijloefening van een schrijver die zich in een genre waagt waarin hij niet thuishoort. Schoenmaker blijf bij je leest en schrijf liever een tweede en even beklijvende De helaasheid der dingen.
En wat dan te zeggen over Herman Brusselmans? De man heeft al vijftig (!) boeken op de markt gebracht. Waarschijnlijk veel te veel om nog veel in aanmerking te komen voor bepaalde bekroningen. Het zal een life-time-achievement award worden zekers? Het talent van Brusselmans staat voor mij echter buiten kijf. Tegen een veel hoger tempo dan vele collegas wekelijks een schitterende column afleveren; je moet het maar doen. Voor mij is de beste Brusselmans de Brusselmans van de column. Het wordt tijd dat de lumbago (ook gekend als de filosoof) eens wat lessen gaat volgen om zijn schrijverstalent volledig op punt te stellen om dan een boek te schrijven dat inslaat als een bom in de Vlaamse literatuurwereld. Potentiële titels zijn: Eer en seks, Lang haar is belangrijk,Niet lullen maar lallen en Godverdomse gays op een godverdomse trein.
Ik heb mezelf altijd voorgenomen dat ik na mijn studies definitief zou beginnen aan de literatuur. Via het lichtere genre waarom niet Brusselmans zal ik na verloop van tijd overstappen naar de meer maatschappijkritische en existentiële werken waarover men zoveel hoort praten. Na de studies zal ik voorwaar overschakelen van bier op wijn en van Acco-cursussen op Albert Camussen.
Laten we ook niet vergeten dat Ex-drummer een goede film is.
Zaterdag begint het nieuwe wielerseizoen dan echt. Meer dan ooit iets om naar uit te kijken. Niet alleen is de wielersport dit jaar zuiverder dan ooit, het professionalisme neemt ook ieder jaar toe wat leidt tot enorm spannende wedstrijden waarin steeds meer renners kans maken op de overwinning, verschillen miniem blijven en details meer en meer beslissend worden. Eén waarheid blijft echter steeds overeind in koers: de winnaar wint nooit onverdiend. Wie wint is gewonnen. Elkeen wie zich op liefhebbers niveau wielrenner noemt, zal nog meer kunnen genieten van solo aankomsten die vergezeld worden door een unieke adrenaline explosie. Typisch voor de wielersport. Meer en meer nationaliteiten komen aan bod in het internationale wielerpeloton en koersen worden niet langer meer alleen georganiseerd in de lage landen, Frankrijk, Spanje en Italië. Toch mogen we niet vergeten dat landen als België, Nederland, Italië en Spanje nog steeds de belangrijkste landen op wielergebied zijn in 2009, simpelweg een gevolg van traditie, infrastructuur en aantrekkingskracht bij de jeugd. Dat Franse en Belgische wielrenners terug een acceptabel niveau hebben bereikt in het peloton is volgens mij een bewijs van de zuivere tijden. Niet voor niets moesten deze winter noodgedwongen tientallen Spaanse profs een andere bezigheid zoeken. Voor de Fransen bijvoorbeeld is het enkel nog wachten op een nieuw supertalent dat opstaat, maar zoiets gebeurt nu eenmaal niet ieder jaar. Het evenwicht lijkt hersteld en dit gaat hand in hand met een vergroting van de spankracht van de wedstrijden, ondersteund door een toegenomen professionalisering en mondialisering.
Concap
We moeten echter niet naïef zijn. Doping zal blijven bestaan. Zeker in niet pro-tour ploegen en amateur-circuits. Het zal nog wel even duren voor de tolerantie jegens doping in de Zuiderse landen op eenzelfde niveau gekomen is als in het noorden van Europa. Het klimaat in de hoogste regionen van de wielersport is echter grondig veranderd. Controles zijn enorm verbeterd en toegenomen en gendoping is nog veraf (wat sommigen ook mogen beweren). Ploegleiders van de oude stempel hebben zich willens nillens moeten aanpassen en renners hebben enorm veel te verliezen, daar zij als enigen met de gebakken peren zitten bij een positieve plas. Dit werd nog eens pijnlijk bewezen door de zaak Leukemans. Het lijkt er zelfs op dat de balans een beetje teveel naar de andere richting is overgeslagen onder impuls van populistische en onkundige leiders, opportunistische pers en cafépraat allerhande. Vitaminen, herstellende dranken en zelfs baxters zijn meestal geen doping. Het hoort nu eenmaal bij topsport. Renners mogen nu enkel nog supplementen en herstellende stoffen nemen in pilvorm, maar dat voetbalploegen Lierse en GBA CONCAP pakken, wordt enkel als een grappige anekdote gezien. Als Tom Boonen hetzelfde product neemt, wordt dit als dopage gezien Er is duidelijk nog altijd een groot probleem van perceptie dat gerechtvaardigd optimisme in de weg staat.
Belgen
Een van de belangrijkste redenen waarom het voor ons een zeer interessant wielerjaar is, is het feit dat we weer veel hebben om naar uit te kijken. Tom Boonen zal waarschijnlijk nog beter zijn dan vorig jaar en Devolder zal het veel beter doen in de Tour de France mits niet dezelfde pech als vorig jaar. Voor Philippe Gilbert, onze derde topper, wordt het waarschijnlijk een overgangsjaar waarin winst in de Waalse klassiekers tamelijk onmogelijk lijkt. Maar met de klasse van Gilbert zijn zeges of ereplaatsen hier of elders niet ondenkbaar. Ook wordt het uitkijken naar de grote doorbraak van Greg van Avermaet. Waarschijnlijk wordt er teveel druk op de schouders gelegd van de opvolger van Boonen, maar met wat geluk is een klassieke zege al mogelijk. Dit nu al veronderstellen zou echter een grote onderschatting van alle andere binnen- en buitenlandse toppers zijn. Gert Steegmans en Nick Nuyens zullen ongetwijfeld weer hun ding doen en zelfs beter en de comeback van Björn Leukemans wordt met argusogen gevolgd. Het interessantste om volgen is misschien wel de gestage vooruitgang die de Belgische jeugd dit jaar waarschijnlijk zal maken. Kevin Seeldraeyers, Francis Degreef, Kenny Dehaes, Jurgen Roelandts, Tom Stubbe zijn de bekendste. Uitkijken wordt het ook naar de lichting neo-profs van Topsport Vlaanderen met Bakelants, Degendt en co.
Comebacks
Een ander interessant punt is de aanwezigheid van de vele comeback-kids. Tot nu toe is het al fenomenaal wat Armstrong doet. Maar om in de Giro (en de Tour?) mee te kunnen doen voor de prijzen zal de Boss nog moeten overschakelen op het zwaardere werk. Eenzaam en spartaans duurtrainingen van 7 uur en meer met meerdere cols afwerken zoals hij dat vroeger deed met de gekende gevolgen. Vorig jaar voorspelde ik al dat Armstrong de Giro zou winnen; benieuwd of deze voorspelling zal uitkomen. De Ronde van Italië word in ieder geval weer een prachtig kijkstuk met een parcours dat waarschijnlijk nog mooier is dan normaal en een van de beste deelnemersvelden van de laatste jaren. Benieuwd ook wat die andere comeback-man Ivan Birillo Basso kan. Indien het waar is dat hij geen klant van Fuentes was, moet hij sowieso op het podium staan: bij zijn Giro overwinning had Basso een voorsprong van ongeveer zeven minuten op de tweede in de stand Een andere taaie klant wordt Denis Menchov. Italianen Cunego, Simoni en vooral Di Luca rijden vooral mee om de spankracht er zo lang mogelijk in te houden. Eigenlijk mogen we dan meer verwachten van jongelingen als Nibali en Kreuziger (als die meerijden). Die andere comebacks zijn meer tragisch (Landis) en hilarisch (VDB) dan iets anders. En wat met Michele Bartoli, Alexandre Vinokourov, Michael Rasmussen en Jörg Jaksche? Misschien kan Bjarne Riis ook een comeback maken of zou hij teveel last hebben van de reuma in zijn handen?
Tour de France
De Tour de France wordt waarschijnlijk weer een mooi kijkstuk dat hopelijk even spannend verloopt als de prachtige koers van vorig jaar. We hebben geen dominante renners (Armstrong) of ploegen (Discovery Channel) nodig om een mooie koers te zien. Algemeen wordt ervan uitgegaan dat Alberto Contador de Tour zal winnen. Dit zit er dik in maar men moet niet overdrijven. Indien Leipheimer geen ploegmaat was van Contador zie ik deze de Vuelta van vorig jaar winnen. Zo groot is de dominantie van Contador nog lang niet. En: hoe sterk zal Armstrong zijn? Andy Schleck moet in staat zijn om Contador het vuur aan de schenen te leggen mits een verbetering in het tijdrijden en het vermijden van een slechte dag zoals vorig jaar. Menchov, Sastre en Evans moeten zolang mogelijk de druk op de ketel houden en misschien wordt dit eindelijk het jaar waarin Valverde een Tourpodium kan rijden (lichtere voorbereiding en geen slechte dag). Uitkijken wordt het ook naar Robert Gesink, Stijn Devolder en Maxim Montfort in de Tour van dit jaar. Of wie weet: Thomas Dekker en Jurgen Vandenbrouck.
Tot slot nog wat wishful thinking: Jan Bakelants Belgisch kampioen en Philippe Gilbert wereldkampioen. Vive le vélo!
De gebeurtenissen in Gaza slaan de wereld wederom met verstomming en wekken massale reacties van afkeuring, woede en pessimisme op. Om het met de woorden van Caroline Gennez te zeggen: Dit is werkelijk hallucinant. Voor degenen die er nog aan wilden twijfelen: Israel is geen democratisch land en is een van de grootste schenders van mensenrechten ter wereld (samen met China ongetwijfeld). En dan heb ik het heus niet alleen over het geweld in Gaza dat dit moment het nieuws haalt. Het structurele geweld dat Israël de Palestijnen al meerdere decennia aandoet, maakt jaarlijks honderden malen meer doden dan terroristische aanslagen of militaire acties aan beide kanten. Systematisch wordt toegang tot voedsel, water, gezondheidszorg, arbeid en gezondheidszorg afgeremd en geblokkeerd. Levenskwaliteit wordt aangetast door pesterijen en schendingen van de mensenrechten die gecamoufleerd worden als veiligheidsmaatregelen. Marteling is schering en inslag in de Israelische concentratie-gevangenissen waar Palestijnen zonder enige vorm van wettelijke aanklacht worden heengesleurd. De Palestijnse staat bezit officieel gezien geen territorium en dus komt hun soevereiniteit in het gedrang. De Palestijnen hebben wel een regering, maar deze heeft niet de soevereine rechten die een regering zou moeten hebben.
Dat Israël zijn gat afkuist met de mensenrechten is niet alleen een kaakslag voor de westerse liberale denkers en de VN, maar voor iedere andere mens ter wereld. De internationale legitimiteit van Israel wordt door unilaterale acties zoals in Gaza alleen maar verder aangetast. De VS bevestigt door haar lakse houding nogmaals dat het werkelijk gegijzeld wordt door Israël - over de hele dynamiek die hier de oorzaak van is, zijn interessante werken verschenen en ziet haar eigen legitimiteit in de wereld op zijn beurt nog verder aangetast. We kunnen ons natuurlijk afvragen of de legitimiteit en geloofwaardigheid van de VS nog slechter kan na acht jaar van rampzalig Bush beleid waarin deze de wereld duidelijk maakte dat de VS als hegemoon enkel geïnteresseerd is in zero-sum reasoning en het beschermen van het eigen overwicht.
Het moet zijn dat in de VS en in Israel irrationele denkers aan de macht zijn. Men kon toch op voorhand voorspellen dat een grootscheepse anti-terrorisme campagne over heel de wereld zonder de goedkeuring van de internationale gemeenschap alleen maar meer haat en terrorisme zou opwekken en de wereld in een vicieuze cirkel van pessimisme en polarisering zou storten. Mensen zonder empathie, die iedere capaciteit tot onderhandelen en het bouwen van vrede ontberen, met zon pessimistische, revisionistische en kortzichtige wereldvisie zouden gewoon nooit aan de macht mogen kunnen komen. En dan hebben we het nog niet over de factor religie (Uitverkoren volk) Gelukkig mogen we er zeker van zijn dat Barrack Obama op dit vlak dubbel zoveel capaciteit bezit als Bush, Cheney en Rumsfeld samen (The horror). Laten we hopen dat Obama zich niet al te hard laat gijzelen en zich wil engageren in lange en verhelderende vredesgesprekken waarbij de Israëlis voluit geconfronteerd worden met het standpunt van anderen en hun eigen misdaden. De wereld heeft een signaal nodig, een signaal dat er toch nog enige wil aanwezig is bij de westerse hegemone machten om de grote onrechtvaardigheden in de wereld aan te pakken. Een hegemoon die zich inlaat met pessimisme en eigenbelang stort de wereld alleen maar meer in een situatie van ellende, wanhoop, strijd en onrechtvaardigheid.
'Een ongezonde geest in een ongezond lichaam'. oftewel 'Dikke Giekes'
Het meest irritante aan geblesseerd zijn, is dat men opeens de eetgewoontes moet aanpassen. De eerste weken van inactiviteit leek het mij nog onschadelijk om mijn boefgedrag niet aan te passen aan de weggevallen fysieke activiteiten. Dit wil zeggen: vier maaltijden per dag, zes boterhammen bij het ontbijt, acht boterhammen des middags, volboeffen bij het avondeten en des avonds nog wat boterhammen. Tot het begin van de examens ça va, maar na de schranspartijen (inclusief wijn) van de feestdagen is de conclusie duidelijk. Den dolf is niet meer den enigste zelfverklaarde sportman met ne pens. De voorbije dagen probeerde ik wat te milderen door "op de voeding te letten" zoals men dat noemt. Nu lees ik ook in het VWB magazine welk verschil er is in het benodigd voedsel van een tamzak en een sportmens. Volgens mij is de zaak hopeloos en kan ik beter proberen om zo dik mogelijk te worden vooraleer ik terug kan keren in de wereld van de sport.
Barack Obama werd zoals verwacht Amerikaans president gekozen. Normaal gezien zou het een veel spannender race geworden zijn, waarin McCain evenveel kans had het laken naar zich toe te trekken door Obama als socialist af te schilderen bij het publiek. Door de domheid en blunders van Sarah Paling en, belangrijker, door de verergering van de financiële crisis kreeg Obama het politieke debat in de richting gestuurd waar hij het sterkst stond. Naast de oorlog in Irak is de ontevredenheid na acht jaar Bush en Republikeinen bij de Amerikaanse burger vooral te situeren op het niveau van de nationale economische neergang. Politieke groentjes en niet ingewijden in het Amerikaanse systeem verwachten nu bijna wonderen van de semi-zwarte (en niet gebruinde zoals oetlul Berlusconi liet noteren) Democraat die qua redenaarstalent niet moet onderdoen voor Martin Luther King. Verwacht wordt dat Obama zich eerst en vooral zal concentreren op het herorganiseren en saneren van de economie. Ook al zal men dit wel wat toedekken door af en toe wat informatie te lekken over andere onderwerpen zoals Irak. Waarschijnlijk is dit ook de beste oplossing. Zonder een stabiele economie is het veel moeilijker om andere interne problemen aan te pakken. En wanneer intern alles wat beter loopt, of deze perceptie begint te overheersen, heeft de Obama administration een veel beter uitgangspunt om een actieve rol te spelen op het internationale toneel. De V.S. is nog altijd het enige land dat een leidende en inspirerende rol kan spelen op internationaal gebied en de wereld naar relatieve vooruitgang kan stuwen. En dit rechtvaardigt meteen ook de enorme aandacht die in de rest van de wereld, niet alleen in Europa, naar de Amerikaanse elections gaat.
Eerst de economie dus en dan Obamas eigen strijdpunten: onderwijs, gezondheidszorg en alles wat daarmee samenhangt. Laten we hopen dat de eerste ambtstermijn van Obama verlengd wordt met een tweede zodat een geleidelijke en serieuze hervorming plaats kan vindenin de laagste regionen van de Amerikaanse maatschappij. Indien dit niet gebeurd zie ik niet in hoe de V.S. de eerste eeuw nog uit de negatieve spiraal geraakt. Het is nu of nooit. Beter onderwijs, gezondheidszorg, belastingsysteem en rechtssysteem kunnen een rechtkrabbelende economie sowieso een extra duwtje in de rug geven.
Nu ga ik even dieper in op de hervorming in het rechtssysteem. Zowel de regering Clinton als de regering Bush gaven de voorkeur aan repressie boven preventie. Dit had natuurlijk een omgekeerd effect en stortte een aanzienlijk deel van de Amerikanen in de miserie. Slechte gezondheidszorg, slecht rechtssysteem, slecht onderwijs (wie geld heeft kan alles, wie geen geld heeft kan verrekken) leidden enkel tot een verdere stijging van het aantal gedetineerden. Het wordt dringend tijd om de fundamenten van de Amerikaanse maatschappij te herorganiseren en het Amerikaans credo van creating opportunities terug alle eer aan te doen. Wie niet begrijpt wat ik hier bedoel moet snel de serie Oz bekijken, die ik sowieso aan iedereen aanraad. Deze reeks over een Amerikaanse gevangenis was destijds baanbrekend (de eerste van HBO) en is nog steeds brandend actueel. Veel beter dan Lost en Prison Break en zelfs beter danThe Sopranos.. Tot nu toe zag ik alleen het eerste seizoen waarbij je vooral in de laatste aflevering van je stoel geblazen wordt.
Wanneer de V.S. intern alles op orde heeft gesteld kan men proberen om de enorme schade die clown Bush het imago van de V.S. in de internationale relaties heeft toegebracht te herstellen. Francis Fukuyama voorspelde in de jaren 1990 het einde van de geschiedenis, het liberaal-democratische model zou de hele wereld gaan overheersen. Onlangs moest Fukuyama zijn stelling bijschaven en achtte hij George W. Bush hiervoor verantwoordelijk. Door de wil van de Internationale Gemeenschap te negeren en op eigen houtje een oorlog in Irak te beginnen met een coalitie of the willing en het feit dat deze oorlog achteraf op drogredenen gebaseerd was bracht Bush junior het imago van de V.S. als hegemoon in de internationale gemeenschap enorme schade toe. We kunnen ons afvragen of die Internationale Gemeenschap nu nog wel bestaat, nu Rusland zich openlijk tegen dit systeem keert. Terug louter een systeem van staten? Toch is het ontstaan van een internationale gemeenschap met gedeelde normen en waarden, die door alle leden gerespecteerd worden, de enige oplossing voor een betere wereld waarin belangrijke problemen zoals oorlog, humanitaire rampen en milieuproblemen adequaat aangepakt worden. De schade die de Amerikaanse neo-conservatieven via Bush II in dit opzicht hebben aangericht is onvoorstelbaar groot.Deze internationale gemeenschap heeft echter een keerzijde voor het rijke westen: het wordt verwacht dat Obama Europa om meer steun zal vragen om de oorlog in Afghanistan tot een goed einde te brengen. Hoewel dit in Europa minder in goede aarde zal vallen, is het te hopen dat de EU hierin zal meegaan, eventueel met een duwtje in de rug van de energieke Sarkozy. En dan mogen die sossen zeggen wat ze willen als België ook eens wat moeite doet (ik spreek me hier niet uit over andere beslissingen van Crembo die minder goed uitvallen). Het gaat niet langer op om steeds maar op de V.S. te kappen (geen lid van International Criminal Court, Kyoto-akkoorden), maar wel al het vuile werk door de States te laten opknappen. Een kleine inspanning als teken van goodwill heeft al enorme gevolgen voor de perceptie en kan wonderen doen op globaal vlak.In dit opzicht is het zeer belangrijk wie de kersverse president Obama zal gaan omringen: gematigde politieke figuren of overwegend neo-cons die ook onder Clinton al te veel invloed hadden
Beschouw dit schrijven als een reactie op de blog van den dikke Fuss. Blijkbaar heeft deze skater het idee opgevat om mij te viseren,hierin bijgestaan door Hans de mof. Het lijkt er zelfs op dat beide triestige figuren in deze queeste om mij te pesten hun onderlinge disputen (het al dan niet betalen van verworven prijzen van weddenschappen) even terzijde schuiven. Zo zou ik ondertussen vermoord zijn door den Dave omdat ik dit sujet teveel zou gepest hebben. Het tegendeel is waar, tenzij ik me mijn eigen verrijzenis niet meer kan herinneren natuurlijk. Bovendien weet iedereen dat Dave, den corrupten baffer, de ware pester in de groep is. Herinner u sms-stalking ( Kereltje ik hem wer serieus gusting om a te whacke, Dees is een boodschap aan elle allemaal gelle zijt stuk voor stuk zeikerds en gaybere Ga mut eraan) en verraderlijke tikken in de maagstreek. Blijkbaar hebben Fuss en Dave gewoonweg niks beters te doen dan zich bezig te houden met zulke onzin. Tijd teveel? Probeer dan eens na te denken over mijn vorige blog (iets dat tot dusver Lars als enige heeft gedaan, met verve).
Soit, genoeg van deze onzin. Graag ging ik even dieper in op de blog van den dikke Fuss over het al dan niet goedkeuren van fitness-activiteiten. Aan Fuss rechtvaardiging van zijn fitness bezoek was blijkbaar een discussie met conservatieve Caponis voorafgegaan. Fuss argumentatie was volstrekt aanvaardbaar. Graag bekijk ik de zaak even vanuit een andere invalshoek en probeer ik hierbij aan te sluiten bij mijn normatieve blog over Roger Moens. U begrijpt dat ik hier weer de maatschappijkritische toer op zal gaan.
An sich is er natuurlijk niets mis met fitness. Wat mij vooral stoort aan dit gehele fenomeen is dat de mens tegenwoordig voor alles moet betalen. Vroeger kocht men bijvoorbeeld loopschoenen en ging men zelf lopen. Om deel te nemen aan een joggings, marathon en dergelijke betaalt men ook inschrijvingsgeld, maar hier betaalt men eerder voor de sociale dimensie. Bovendien haalt men het inschrijvingsgeld vaak makkelijk terug uit drank en cadeaus achteraf. Bij fitness en andere maatschappelijke fenomenen betaalt men echter niet voor de sociale dimensie. Iedereen heeft muziek in zijn oren, kijkt naar zingende negers op MTV, loopt op zijn eigen bandje en rukt aan zijn eigen toestellen. Men betaalt om iets te kunnen doen, gewoon omdat het nergens anders meer kan zonder te betalen. Zo vroeg ik me enkele jaren geleden nog verbouwereerd af waar de jeugd nog kan voetballen zonder dat men zich moet aansluiten bij een voetbalploeg.
Zoals ik in mijn Roger Moens blog al bepleitte vind ik het een taak van de overheden om zoveel mogelijk sport- en andere infrastructuur te voorzien, tegen zo laag mogelijke prijzen. Een groot deel van de infrastructuur zou gewoon gratis moeten zijn. Tegenwoordig worden alle diensten meer en meer beschouwd als handelswaar. En dan gaat het niet alleen om materiële dingen. Vriendelijkheid is ook al lang een commercieel product geworden. U bent zelf toch ook verontwaardigt als u op café onvriendelijk bediend wordt? Alles moet dus verhandelbaar worden en geld opbrengen. Dit noemt men commodificatie. Dit gaat enorm ver. Wij staan er niet bij stil, maar ook basisbehoeften van de mens zijn ondertussen gecomoddificeerd. In sommige derdewereldlanden is de verspreiding van water volledig in handen van multinationals. Wie wil drinken, wie wil leven, moet betalen. Deze exuberante gevolgen van het kapitalistisch systeem gaan te ver voor mij. Kapitalisme is het enige aanvaardbare systeem op lange termijn en op globaal niveau, maar dit kapitalisme moet gereguleerden vermenselijkt worden. Zo simpel is dat. Jammer genoeg toont de toenemende commodificatie dat er eerder een omgekeerde tendens van humanisering aan het werk is in sommige terreinen van de maatschappij en economie. Wij, in Vlaanderen, merken hier allemaal echter weinig van omdat we rijk zijn. Doch, fundamenteel is dit fout.
Graag stel ik u deze dwingende vragen. Denk er eens over na en post uw intiütieve mening in een reactie. Er zijn geen foute antwoorden!
Het gaat hier over de menselijke natuur. Is de mens fundamenteel goed of kwaad? Of is er een tussenweg? Of moeten we dit anders bekijken? Waardoor wordt de menselijke aard bepaald? Door genen of cultuur? Waarom denkt u dit?
Graag doe ik u één van mijn toekomstplannen uit de doeken. Het betreft hier de aankoop van een nieuwe koersfiets. Dit zal nog wel enkele jaren duren, maar toch ook geen decennium. Door intensief gebruik van Fausto Coppi dringt een aankoop van een nieuwe fiets zich sowieso op over een vijftiental jaren. Maar doe er gerust een dikke tien jaar af in mijn toekomstvisie.
Ik hou ervan om af en toe wat te sleutelen aan de fiets: remmen bijstellen, versnellingen regelen, zadel verplaatsen, stuur kantelen, Ik beweer hier niet dat ik er veel van ken, maar het proberen regelen van de ideale positie op de fiets is een leuk neveneffect van het wielertoerisme. Eveneens is men veel beter voorbereid op eventuele brokken onderweg, wanneer men zijn fiets wat kent. Bovendien zie ik het niet zitten om mijn vlo om de haverklap naar de vlomaker te doen en er dan twee weken op te moeten wachten voor kleine mankementjes aan de versnellingen die je mits enige kennis van zake zelf kan verhelpen. Hiervoor doe ik meestal een beroep op nonkel-mecanicien Herman, die er veel meer van kent dan ik. Dat ik de sigaar moet smoren als ik mijn fiets niet gekuist heb moet ik er dan maar bijnemen.
Onder impuls van de kennis vanHerr Mann heb ik het plan opgevat om over enkele jaren van mijn zuurverdiende centen - als ik dan tenminste niet aan den dop zit of getroffen ben door de vinanziële crisis een kader aan te kopen aan een lagere prijs, waarschijnlijk via een gespecialiseerde zaak eventueel via het net. Mits men alle onderdelen voor koersfietsen, vaak goedkoper, kan bestellen en/of aankopen via internet en in fietswinkels is er dus de mogelijkheid om een fiets volledig zelf in een te steken. Naar wens dus. Of dit nu een jaar duurt of langer, dit maakt niet uit. Het proces van aandelen aankopen en toevoegen aan de fiets zal ongetwijfeld leuk en leerrijk zijn. Omdat ik ondertussen doorheb dat de fiets toch wel een van mijn favoriete attributen in dit tranendal is zal ik iets minder besparen op onderdelen en/of kader. Maar op zotte kosten zult ge mij niet kunnen betrappen. Het design van de kader is natuurlijk van belang. De fase van de keuze voor een stalen ros dat bolt en meer moet dat niet zijn ben ik voorbij. Sporadisch raadpleeg ik wat literatuur terzake in tijdschriften als Grinta, Vlaamse Wielrijder en Biker en internet.
Bij wijze van voorbeeld hier de Willier Izoard. Een mooi stukje techniek. U had het misschien al door, ik heb een voorkeur van wit en blauw.
Andere klootzakken, zoals Fuss, kopen natuurlijk meteen een prachtige witte Bianchi. Tja.
Het IOC gaat alle stalen van de Olympische Atleten van Peking terug testen. Men hoopt zo te achterhalen of Peg-Epo (EPO van de derde generatie) ook onder de atleten verspreid was, en niet enkel onder de CERA-wielrenners Schumacher, Sella, Piepoli, Ricco en ongetwijfeld nog meer dan een tiental anderen. Ik voorspel een gigantische ravage na de bekendmaking van deze resultaten. Als ze al bekendgemaakt worden natuurlijk. Ik geloof eerder dat het IOC onder druk van enkele vooraanstaande leden en andere instituten de resultaten in de doofpot zal steken als zal blijken dat 60% (of meer) van de atleten en zwemmers aan de CERA zit. Durft men de zo fel bejubelde Phelps van zijn troon stoten en hiermee ineens Amerika blameren en zijn eigen financiën in gevaar brengen?
Wielrennen is de best gecontroleerde sport ter wereld en het doet er goed aan zich hierin wat meer te profileren en de laatste restantjes van de omerta te laten voor wat ze zijn. Sommige renners, zoals Sebastian Lang en Philippe Gilbert, hebben dit begrepen, maar worden zelf vaak moedeloos door de macht van oude en nieuwe dopingzondaars en de berichtgeving door de pers die duidelijk twee maten en gewichten hanteert.
Vorig jaar werden alle F1-piloten voor het eerst aan zware dopingtests onderworpen. Vooraf was al bekend dat de resultaten niet officieel gemaakt zouden worden, omdat iedereen in het milieu wist dat alle piloten aan het spul zaten. De testen waren dus meer een vorm van interne controle om te zien of er niemand te extreem bezig was. Vergelijkbaar met de jaren negentig in het wielrennen, onder leiding van UCI-clown Hein Verbruggen, dus. Zinedine Zidane, jarenlang de beste voetballer ter wereld, was een tijdlang gedopeerd. Dit wordt echter al jarenlang met de mantel der liefde bedekt. Zonder doping was hij nog de beste. Iedereen moet wel beseffen dat het een enorm verschil maakt op topniveau als je op het einde van een match nog 10% meer reserve in de tank hebt en daardoor veel frisser voor de dag kan komen.
Ik ben echt eens benieuwd wat er gaat terecht komen van die CERA-tests van Peking, wetende dat de atleten enkele maanden geleden ervan uitgingen dat de producten die ze namen onopspoorbaar waren. Wie weet hoeveel medailles er nog uit de kast kunnen vallen voor de Belgen
Tot slot nog even melden dat ik me enorm stoor aan het populaire schrijven dat men tegenwoordig in zo goed als alle kranten vindt. Wanneer er over doping en wielrennen geschreven wordt, wil men de alwetende nuancerende journalist uithangen in grotere achtergrondartikels. Ondertussen verkondigt men wel cafépraat (gazettepraat?) in de kleine opvulartikels in de marge. Men probeert uit te leggen wat CERA is en eindigt het stuk droogweg: Er is ook al een vierde generatie op komst: de genetische epo. Die zou nog niet detecteerbaar zijn. Dit is zo goed als zeggen: over een jaar wordt deze nieuwe epo gepakt en een half jaar later kunnen wij onze krant weer vullen met dopinggevallen. Sinds wanneer mogen journalisten de krant vullen met op komst en zou zonder verdere uitleg? Na enig kritisch onderzoek weet men dat gen-epo in de medische wereld nog in zijn kinderschoenen staat en dat het nog minstens tien jaar zal duren voor deze de overstap zal kunnen maken naar de sportwereld. Een beetje professionalisme graag.