Het rommelt in Georgië. Het is ondertussen misschien een vertrouwd beeld; de straten van hoofdstad Tbilisi die vollopen vol met actievoerders. Deze keer wordt er geprotesteerd tegen president Saakasjvili zelf. De Georgiërs zijn gefrustreerd over het verlies van controle over Abchazië en Zuid-Ossetië, de gebrekkige overheid en de economische malaise. De oppositie verwijt de president wanbeleid in de relaties met de Russische vijand, gebiedsverlies en corruptie. Saakasjvili die in de relaties met bemiddelende partijen in de Russisch-Georgische oorlog van augustus vorig jaar maarliefst drie verschillende versies van de feiten opdiste, lijkt politiek nu helemaal dood.
Wie zal erom malen dat deze politieke opportunist die zelf aan de macht kwam na een volksopstand tegen voormalig Soviet topman en eerste Georgisch president Sjevardnadze van het toneel verdwijnt? De betogers zijn vastbesloten om het been stijf te houden tot Saakasjvili opstapt. Geweld is niet uitgesloten want de koppige president lijkt niet zinnens zijn ambt neer te leggen, de armoede is hoog en Georgië heeft geen al te sterke democratische traditie.
Ook in de regering rommelt het met een nieuwe premier die een half jaar na de oorlog de minister van buitenlandse zaken en defensie ontslaat. In ieder geval lijktzo goed als iedereen nu door te hebben dat Saakasjvilli de oorlog in Zuid-Ossetië zelf startte en meteen buitenproportioneel en inhumaan te werk ging door de Ossetische hoofdstad simpelweg te bombarderen. De Russische VN-troepen in Ossetië en Abchazië werden beschoten en konden niet anders dan reageren. De tandem Putin-Medvedev was bijgevolg aan zichzelf verplicht militair te reageren en de afvallige Georgische provincies binnen te vallen om de pas herwonnen grootmachtstatus bij de eigen bevolking te vrijwaren. De motivering van Russische burgers is natuurlijk bijzaak daar Osseten geen Russen zijn en zelf een eigen deelrepubliek in de Russische federatie bezitten. Wél is het een opportunistische zet van het Kremlin om iedereen die dat wil lees welgestelden het Russisch paspoort te verlenen in ex-Soviet staten. Abchaziërs en Osseten grijpen deze kans gretig aan, daar zij in Georgië sowieso als tweederangsburgers beschouwd worden. En in werkelijkheid wordt er al jarenlang gevochten en gemoord in Abchazië in Ossetië. De grootste slachtoffers zijn de burgers en dan vooral de Georgische minderheden in Abchazië en Ossetië en de Abchaziërs en Ossetiërs in Georgië.
De hele problematiek van Abchazië en Zuid-Ossetië vind zijn oorsprong in de pijnlijk geschiedenis van de noordelijke en zuidelijke Kaukasus. Van oudsher was dit woest maar mooi gebied een stammengebied met een onvoorstelbare hoeveelheid verschillende talen en culturen. Ook alle soorten religies zijn in Kaukasië te vinden: van Russisch orthodox, over verschillende andere orthodoxe en christelijke kerken tot de islam . Vaak in conflict met elkaar, maar nog veel meer het slachtoffer van rondtrekkende of veroverende volkeren. Imperialistisch Rusland van de tsaren roeide al enkele Kaukasische volkeren uit en de bolsjevieken hielden er later ook lelijk huis. Seltsjoeken konden zich uitleven tegen de ongelovigen en het verhaal van de Armeense genocide is ondertussen gekend.
Het meest wordt de huidige situatie echter getekend door Stalins volkerenpolitiek. Kozakken, Mongoolse, Siberische en Kaukasische volkeren werden onderverdeeld in zogenaamde eigen deelstaten van de Soviet-Unie. Bewust lieten Stalin en kompanen de grenzen van deze gebieden niet samenvallen met de logische grenzen van etnieën of naties zoals Tsjetsjenen, Kalmykken, Ingoesjen, Abchaziërs en co. Zodoende werden in elke deelstaat minderheden gecreëerd waardoor het voor de etnisch Russische communisten veel makkelijker was om het laken naar zich toe te trekken. Divide et impera. Armenië en Azerbeidzjan zijn bijgevolg nog altijd in oorlog omwille van de betwiste gebieden Nachychevan en Nagorny-Karabach. Ook in verschillende Kaukasische de deelstaten van de Russische federatie is het kommer en kwel. Extreme armoede, discriminatie en overheidsrepressie leidden in Tsjetsjenië al tot een uiterst gewelddadige oorlog. Dagestan en Ingoesjetië hebben tegenwoordig ook zwaar te kampen met nationalistisch en islamitisch verzet en aanslagen. De situatie lijkt enige parallellen te vertonen met de Balkan in de jaren 90, maar er zijn ook verschillen. Ten eerste spelen meerdere grotere staten die verschillende naties bevatten hierin een rol. In de meeste deelstaten, zowel in Georgië als Rusland is de haat tegen de moederstaat veel groter dan tegen andere naties. Discriminatie van minderheidsgroepen is schering en inslag. Op sommige plaatsen kan een verder balkanisering echter wel verder uit de hand lopen en conflicten tussen natiestaten als Georgië en Rusland veroorzaken. Georgiërs vluchten massaal uit Zuid-Ossetië en zijn doodsbang van Ossetische bendes. De manier waarop deze vluchtelingen door de Georgische regering aan hun lot worden overgelaten is op zich al reden genoeg om Saakasjvili als incompetent te bestempelen. De Internationale Gemeenschap speelt weer eens een dubieuze rol.
De vraag is wat de EU en de VN nu gaan doen en hoe de binnenlandse politiek in Georgië zich ontwikkelt. Hopelijk laat Europa de situatie niet ontsporen en wordt er tijdig ingegrepen. En voor de Georgiërs moet er toch een andere weg mogelijk zijn dan de keuze tussen Amerika of Rusland. Partijpolitieke spelletjes spelen hun rol in ieder land, maar wanneer het leven van zoveel mensen op het spel staat en de toekomst van een heel volk, land en regio gehypothykeerd lijkt door geopolitiek schaakspel, is gezond verstand des te meer nodig. Rusland erkende de onafhankelijkheid van Abchazië en Zuid-Ossetië alreeds. Deels is dit een reactie op de controversiële door het Westen gesteunde onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo die door verschillende landen onder andere Rusland niet erkend wordt. Deels is het een streven naar de uitbreiding van de Russische invloedssfeer en het vrijwaren van economische belangen. De Obama administratie heeft al getoond dat het bereid is tot praten met de vroegere vijand in Moskou en een verdere toenadering tussen Rusland en de VS met bemiddeling van de EU kan een enorm verschil maken voor het welzijn van miljoenen mensen in het hele Kaukasische gebied. Een beetje goede wil, water bij de wijn en een oplossing voor het probleem Saakasjvili en het Georgische politieke bestel kunnen een wereld van verschil maken. De EU mag dan weer doen wat ze het best kan: schade opmeten, bemiddelen en peace-building activiteiten financieren.
STRIP: Achtdelige reeks Boeddha van Tezuka volledig uitgegeven in het Nederlands
Ongetwijfeld onder invloed van het succes van simpele tekenfilms als Pokémon en Dragonball heeft de Japanse manga eindelijk zijn weg gevonden naar Europa en ons Vlaamsche land. Niet enkel populaire reeksen zoals Dragonball en Death Note zijn hier te verkijgen, maar ook enkele van de vele klassiekers van dit striphistorisch en geografisch afgebakend genre vinden stilaan Nederlandstalige uitgevers. Want vergis u niet: onder de schijnbaar simplishtische tekeningen van de manga gaat soms een zeer beklijvend en diepgaand verhaal schuil, ook al zijn de meeste reeksen eerder gericht op een snelle en ontspannende lezing. De reeks Boeddha van de hand van Osamu Tezuka die algemeen als de meester van het genre beschouwd wordt, is een van de meest befaamde mangareeksen uit de geschiedenis. Naast het meer populaire Astro-boy schreef Tezuka ook enkele literaire reeksen. In Boeddha waagt hij zich aan een gigantisch verhaal over de menselijke zwakheden en de zoektocht naar zekerheden in dit leven aan de hand van de geboorte van het historisch-religieuze verhaal rond prins Siddharta, de boeddha Het moet gezegd: het is wat vreemd om te beginnen lezen in een reeks van zon omvang. Na lezing van het eerste deel, Kapilavastoe, merk je toch al enkele van de sterke kanten van deze manga op. Het duurde bij mij evenwel tot deel 3 en 4 voordat ik echt mee was in de reeks. Onlangs verscheen uiteindelijk deel 8 van de mooi vormgegeven reeks (harde kaft) en werd een punt geplaatst achter de ontdekkingsreis van de Belgische stripliefhebber. Niet geheel toevallig liep de periode waarin deel 1 tot deel 8 van Boeddha liep gelijk met een periode waarin de manga boomde in België.
Boeddha blijft ondanks zijn ouderdom een mijlpaal in de stripgeschiedenis en een unieke reeks. Tezuka slaagt er bijvoorbeeld in op een subtiele wijze anachronismen in het verhaal te droppen als een soort van humorelement en spanningsafleider voor de epische verhaallijn. Een andere opmerkelijke techniek is de mengeling van realistische achtergronden en comic-achtige personages en actie-taferelen. Voor wie de Westerse strip gewend is, kan Boeddha zelfs een cultuurschok opleveren. Tezuka is echter een meester in blad- en pagina-indeling en zijn 'klare lijn-manga stijl' is werkelijk schitterend. Onthoudt bovendien dat u met Boeddha iets leest zoals u nooit eerder las vergelijk het met een stripversie van het Oude Testament - en waarschijnlijk nooit meer zult lezen. Je zou kunnen stellen dat Boeddha een soort van Japanse graphic novel is. Zoals steeds meer mensen inzien, is het niet meer nodig om smalend te doen over de Japanse strip.
Dit jaar onderzoek ik voor de tweede maal op rij het medium van het beeldverhaal in het kader van mijn universitaire studies. Vorig jaar was dat in mijn Masterproef Geschiedenis, dit jaar in de Masterproef Internationale en Vergelijkende Politiek. Onlangs had ik een vruchtbare discussie met de vöss over deze papers. Zijn stelling was dat onderzoek naar strips niet aanvaard zou mogen worden wegens niet serieus genoeg. Mijn stelling is dat indien dit het geval zou zijn, geen enkele thesis van Communicatiewetenschappen aanvaard zou mogen worden. Bij Sociale Wetenschappen en Letteren draait het er juist om dat we het exact meetbare, het nuttige en puur wetenschappelijke aanvullen met de wereld van de geest, de cultuur en de menselijke praktijken. Ook de stelling dat strips kinderachtig zijn, wens ik te ontkrachten. Deze wijst alleen maar op een totaal gebrek aan kennis van het medium. Tevens klinkt zo'n uitspraak zeer banaal uit de mond van iemand die regelmatig animatiefilms ("kinderfilms") praktiseert. En dan nog: laten we hypothetisch stellen dat strips enkel gelezen worden door kinderen en inhoud bevatten geschikt voor kinderen. Mag dit dan niet meer onderzocht worden? Dan kunnen we meteen de cultuurgeschiedenis en de sociologie afschaffen.
Bij deze wil ik echter ook toegeven dat ik vorig jaar te tam was om een "serieus" onderwerp te kiezen.
Vöss beloofde mij ondertussen alreeds om mijn thesis van vorig jaar te lezen. Bij deze de inleiding van dit werk.
"In dit werk wordt onderzocht hoe diverse striptekenaars vanaf het begin van de twintigste eeuw het gegeven van oorlog en de slachtoffers van oorlog en geweld hebben gerepresenteerd in hun verhalen. Door mijn interesse voor het beeldverhaal in het algemeen en de diepe indruk die werken als Maus van Art Spiegelman en Hiroshima van Keiji Nakazawa op mij maakten koos ik zelf voor dit onderwerp, wat voor een deel toch een stap in het onbekende was. Zonder enige pretentie kunnen we stellen dat dit een origineel onderzoek is. Tijdens mijn zoektocht naar literatuur vond ik slechts één artikel dat ongeveer hetzelfde onderwerp bestudeert: een essayistisch artikel van een geëngageerd medewerker van de Verenigde Naties. Wetenschappelijk werk over strips lijkt erg dun gezaaid. Zo pretendeerde het werk Strips anders lezen van Jan Baetens en Pascal Lefèvre in 1993 de eerste Nederlandstalige stripstudie te zijn. Dit werk kreegevenwel weinig navolging van hetzelfde niveau. Op de Engelstalige markt vinden we meer stripstudies, met als bekendste auteur de Amerikaan Scott McCloud. Een waardevol en uitgebreid werk is Comics, comix & graphic novels. A history of comic art van Roger Sabin uit 1996. Hierin toont de auteur de evolutie van de Angelsaksische stripmarkt gekaderd in de evolutie van de maatschappij in zijn geheel. Dit zijn voorbeelden van een brede benadering van strips. Detailstudies zijn moeilijker te vinden: vaak kennen ze een kleine oplage of worden ze weinig bewaard en is opsporing bijgevolg moeilijk. Het meest verspreide en markante voorbeeld van literatuur over strips is de biografische benadering van de allergrootste stripauteurs. Kijken we bijvoorbeeld maar naar de stroom publicaties over Hergé de laatste jaren. De belangrijkste pijler van de literatuur over strips lijkt nog steeds de kritiek te zijn: de recensies van beeldverhalen. Vrijwel alle auteurs van stripstudies behoren echter sterk tot de inner world van de comics, de beeldverhalen. Zij produceren zelf ook strips of schrijven in hun vrije tijd over wat waarschijnlijk hun grootste passie is. Benaderingen vanuit andere, professionele werelden zijn er veel minder, al moet deze bewering ook weer genuanceerd worden voor de V.S. Nochtans kunnen bijvoorbeeld sociologen enkunstcritici bijdragen aan een betere studie van de wereld van het beeldverhaal, zowel voor de massacultuur als voor de graphic novels. Een belangrijke bron voor de stripstudie is het internet: het is opvallend hoeveel kritieken van goede kwaliteit er te vinden zijn op het world wide web.
Hier wordt zeker geen exhaustief onderzoek gepresenteerd. Een blik op de bronnenlijst in de bibliografie bevestigt dit. Het ligt niet in de bedoeling en mogelijkheid van deze thesis om ieder beeldverhaal dat oorlogsslachtoffers ernstig behandelt te analyseren. Het gaat hier om een interpretatie van de historische stripmarkt zoals ze zich hier in Europa, België, Vlaanderen aandient. Het is dus een westers getinte, Euro-Amerikaanse interpretatie. Alle werken die in Vlaamse stripspeciaalzaken te verkrijgen zijn, kunnen aan bod komen net zoals werken die men zonder al te veel problemen kan importeren en die dus de interactie tussen de Europese en Amerikaanse markt weerspiegelen. Deze interactie wordt grotendeels geruggensteund door het Engels als wereldtaal. Andere Europese markten zoals de Italiaanse of de Spaanse, zijn in Vlaanderen zo goed als onbereikbaar, deels door een taalbarrière. Wél heerst er hier een traditie van Engelse uitgaven en de vertaling van de meest populaire anderstalige tekenaars. Zo bereikt ons bijvoorbeeld het werk van Italianen als Gipi en Hugo Pratt. Het laatste decennium staat de Belgische markt eveneens zeer open voor vertalingen (Engels, Frans, Nederlands) van de Japanse manga, met een ware boom de laatste twee jaar. Doch, hier moeten we ons blijven afvragen of dit aanbod wel representatief is. Het gaat immers maar om een zeer klein fragment van de Japanse productie. Het is dus noodzakelijk te benadrukken dat het hier om een interpretatie gaat, om een impressie van de markt in België, gekaderd in wat we grof genomen Noord-West-Europa kunnen noemen, met aandacht voor de interactie met de V.S. Bovendien is het eerder het doel van dit onderzoek om tendensen en hoogtepunten op te sporen dan om een wijdlopig overzicht te geven van strips over oorlogsslachtoffers.
Het doel van deze Masterproef bestaat er onder andere uit om het onderwerp op een historische wijze te benaderen. De band tussen maatschappij en strips zal onderzocht worden. Is deze geëvolueerd? Hoe groot was de invloed van algemeen heersende opvattingen op politiek, levensbeschouwelijk en artistiek vlak op beeldverhalen op een bepaald moment in onze geschiedenis? Hoe en in welke mate wordt er aandacht besteed aan oorlogsslachtoffers? Deze onderzoeksvragen kaderen daarenboven in de grotere vraag naar de autonomie van de kunstenaar ten opzichte van de maatschappij. Of hebben strips een maatschappelijke functie, een nut? Deze laatste vraag is tamelijk controversieel omdat strips nog altijd het etiket van nutteloos tijdverdrijf voor kinderen met zich meedragen. Mede om dit nog steeds bestaande cliché te bestrijden wordt het laatste decennium veel gepubliceerd over de waarde van het beeldverhaal. Opvallende is dat vele leerkrachten actief zijn op dit vlak: strips krijgen een educatieve waarde toegedicht. We moeten ons natuurlijk afvragen of deze pretenties terecht zijn. Meestal hangt deze discussie samen met de discussie rond het nut van geschiedenis en de vraag of we iets kunnen leren uit het verleden, uit onze geschiedenis. Een delicate kwestie.
Een andere doelstelling in dit onderzoek is het zoeken naar verklaringen voor het succes van bepaalde graphic novels, verklaringen voor het toeschrijven van een hoge kwaliteit. Waarom zeggen we over een beeldverhaal dat het beter omgaat met het leed van oorlogsslachtoffers dan een ander? Waarom won Maus de Pulitzer prize en rijgt Joe Sacco de stripprijzen aan elkaar? Aan de hand van de analyse van inhoud, boodschap en vorm wordt een conclusie getrokken. Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen de verschillende verhalen? Het spreekt voor zich dat deze onderzoeksvraag een subjectief element met zich meedraagt, maar dit lijkt me noodzakelijk en het zou het onderzoek zeker geen goed doen geen rekening te houden met verschillende vormen van appreciatie of mogelijke verklaringen niet te poneren omdat ze een persoonlijke indruk zijn. Hierbij aansluitend zal onderzocht worden hoe verschillende stripauteurs omgaan met hun medium in vergelijking met andere media. Maken zij bewuste keuzes om hun verhaal beter te vertellen die in andere media, bijvoorbeeld film, niet mogelijk zijn? Wat zijn de voor- en nadelen van het beeldverhaal voor auteurs die zware onderwerpen als oorlog en traumas tot hun onderwerp maken?
Vervolgens dient nog vermeld te worden dat de titel van deze studie niet te eng opgevat moet worden. Ten eerste wordt er gesproken over graphic novels als drager. Naast de verschillende betekenisniveaus van deze term moeten we ook rekening houden met de lange traditie van het beeldverhaal waarin de term graphic novel ontstaan is. Hoewel er in deze paper vaak over beeldverhalen of strips op een algemeen niveau gesproken wordt zal uiteindelijk blijken dat de literaire strip wel degelijk centraal staat. Het verwerken van de term graphic novel in de titel van deze studie impliceert ook een afbakening in de tijd. De grafische roman is immers vooral maar niet uitsluitend - een fenomeen van de laatste dertig jaar. Ten tweede vermeldt de titel oorlogsslachtoffers als thema. Zoals in de paper zelf uitgelegd zal worden is het niet de bedoeling om het enkel over oorlog te hebben. Alle vormen van lichamelijk en psychologisch geweld, alle vormen van traumatisering kunnen ook aan bod komen.
Tot slot wil ik aan de hand van het hieronder afgebeelde fragment uit Joe Saccos Onder Palestijnen (2005) de doelstellingen van dit onderzoek nog eens samenvatten. Uit het fragment blijkt een omgang met het onderwerp die gekenmerkt is door empathie, kritische kijk, nuancering en interesse. We kunnen ons afvragen of een dergelijke houding, een dergelijke benadering van oorlog en conflict met aandacht voor het slachtoffer altijd heeft bestaan in de wereld van het beeldverhaal en zo nee, wanneer deze dan is ontstaan. We benaderen oorlog en oorlogsslachtoffers in strips eerst op een historische manier en peilen naar de band met de maatschappij en de mogelijkheden van het medium. We kijken welk type beeldverhaal geschikt is voor deze kritische benadering van het thema oorlog. Daarna analyseren we een selectie vande werken die het best, op de meest waardige en effectieve manier omgaan met het onderwerp op motivatie van de auteur, inhoudelijke keuzes, vormelijke keuzes en technisch arsenaal. Deze selectie bestaat uit vier auteurs die als vaandeldragers van het genre beschouwd kunnen worden, elk op hun eigen manier. De bekendste van de vier is Art spiegelman, die amper nog voorstelling behoeft na de grote weerklank die zijn Maus kreeg. Alleen al de bekendheid die Keiji Nakazawa (Barefoot Gen in Hiroshima) ondertussen in stripminnend Europa en Amerika verworven heeft, rechtvaardigt zijn aanwezigheid in dit corpus.Vervolgens is er de eigenzinnige Fransman Jacques Tardi (Cétait la guerre des tranchées) die eveneens wist door te breken in het buitenland. Rijzende ster Joe Sacco (Palestine, Safe Area Gorazde, ) die momenteel in vele landen een grote populariteit geniet sluit de rij. Deze vier auteurs zullen de meeste aandacht opslorpen, maar we mogen belangrijke bijdragen van de ondertussen erg bekende Marjane Satrapi (Persepolis) en de minder bekende Guy Delisle (Shenzhen, Pyongyang) zeker niet over het hoofd zijn in deze paper. Het gaat dus om een persoonlijke selectie van de graphic novels die het meest succesvol lijken om te gaan met het thema oorlogsslachtoffers op basis van kritieken, literatuur, bekendheid en eigen keuze. We willen onderzoeken waarom dit de meest geslaagde benaderingen zouden zijn en op welke basis in de stripwereld en in de maatschappij zij hebben verder gebouwd."
Literatuur ofte het betere geschreven werk wordt doorgaans beschouwd als een van de hoogste, zo niet de hoogste, kunstvormen. Daar valt natuurlijk iets voor te zeggen. Het vergt een hele hoop talent én zweet om een boek te schrijven dat de moeite van het lezen waard is. En dan is natuurlijk ook nog de factor geluk en toeval die mede bepaalt of een werk die absolute klassieker zal worden waarover de heer StEngels het in zijn lessen Nederlands zal hebben. Wie in Kirgizië een meesterwerk schrijft lijkt weinig kans te maken in deze milde vorm van ratrace.
Zelf heb ik tot nu toe zeer weinig gelezen en al zeker geen zogenaamde klassiekers. Eigenlijk lees ik veel meer non-fictie. Sta mij toe hier nogmaals een pluim op de hoed te steken van het prachtige De dood van Marco Pantani van Matt Rendell. Verder zijn er natuurlijk nog de vele strips (pulp en de meer literaire strip) die ik verslind. Niets ontspannender dan een strip voor het slapengaan. Bovendien heeft De negende kunst intussen ook al een reeks absolute klassiekers afgeleverd. Alle genres komen aan bod. Bert (en Bobje) van Kamagurka voor de beste existentiële filosofie, Maus voor de meerwaardezoeker, Kuifje en co voor de ontspannende avonturenstrip, het grafisch en intellectuele hoogstaande werk van Andreas en de betere manga voor het spannende page-turner werk. Opvallend is dat de meningen over strips zeer sterk kunnen uiteenlopen naargelang persoonlijke voorkeuren. Zo vind ik het bijvoorbeeld zeer sterk overdreven om het ietwat saaie Kuifje als ambassadeur van België te promoten. Ik heb het bijvoorbeeld meer voor het volkse van de vroege Vandersteen, de ongeëvenaarde expressiviteit van Franquin of de briljante en hilarische verhalen van Morris. En dan kan ik het natuurlijk niet laten om hier te verwijzen naar het geniale The Dark Knight Returns van Frank Miller (samen met Watchmen de eerste graphic novel).
Literatuur dan. Onlangs las ik dat Dimitri Verhulst als enige Belg/Vlaming genomineerd is voor de Libris literatuurprijs, naast vijf Nederlanders. En zowaar met het boek Godverdomse dagen op een godverdomse bol. Als het dat is, het beste van de Vlaamse literatuur Zijn er werkelijk geen betere boeken geschreven in Vlaanderen het voorbije jaar? Godverdomse dagen op een godverdomse bol is naar mijn mening een te lang uitgevallen stijloefening van een schrijver die zich in een genre waagt waarin hij niet thuishoort. Schoenmaker blijf bij je leest en schrijf liever een tweede en even beklijvende De helaasheid der dingen.
En wat dan te zeggen over Herman Brusselmans? De man heeft al vijftig (!) boeken op de markt gebracht. Waarschijnlijk veel te veel om nog veel in aanmerking te komen voor bepaalde bekroningen. Het zal een life-time-achievement award worden zekers? Het talent van Brusselmans staat voor mij echter buiten kijf. Tegen een veel hoger tempo dan vele collegas wekelijks een schitterende column afleveren; je moet het maar doen. Voor mij is de beste Brusselmans de Brusselmans van de column. Het wordt tijd dat de lumbago (ook gekend als de filosoof) eens wat lessen gaat volgen om zijn schrijverstalent volledig op punt te stellen om dan een boek te schrijven dat inslaat als een bom in de Vlaamse literatuurwereld. Potentiële titels zijn: Eer en seks, Lang haar is belangrijk,Niet lullen maar lallen en Godverdomse gays op een godverdomse trein.
Ik heb mezelf altijd voorgenomen dat ik na mijn studies definitief zou beginnen aan de literatuur. Via het lichtere genre waarom niet Brusselmans zal ik na verloop van tijd overstappen naar de meer maatschappijkritische en existentiële werken waarover men zoveel hoort praten. Na de studies zal ik voorwaar overschakelen van bier op wijn en van Acco-cursussen op Albert Camussen.
Laten we ook niet vergeten dat Ex-drummer een goede film is.
Zaterdag begint het nieuwe wielerseizoen dan echt. Meer dan ooit iets om naar uit te kijken. Niet alleen is de wielersport dit jaar zuiverder dan ooit, het professionalisme neemt ook ieder jaar toe wat leidt tot enorm spannende wedstrijden waarin steeds meer renners kans maken op de overwinning, verschillen miniem blijven en details meer en meer beslissend worden. Eén waarheid blijft echter steeds overeind in koers: de winnaar wint nooit onverdiend. Wie wint is gewonnen. Elkeen wie zich op liefhebbers niveau wielrenner noemt, zal nog meer kunnen genieten van solo aankomsten die vergezeld worden door een unieke adrenaline explosie. Typisch voor de wielersport. Meer en meer nationaliteiten komen aan bod in het internationale wielerpeloton en koersen worden niet langer meer alleen georganiseerd in de lage landen, Frankrijk, Spanje en Italië. Toch mogen we niet vergeten dat landen als België, Nederland, Italië en Spanje nog steeds de belangrijkste landen op wielergebied zijn in 2009, simpelweg een gevolg van traditie, infrastructuur en aantrekkingskracht bij de jeugd. Dat Franse en Belgische wielrenners terug een acceptabel niveau hebben bereikt in het peloton is volgens mij een bewijs van de zuivere tijden. Niet voor niets moesten deze winter noodgedwongen tientallen Spaanse profs een andere bezigheid zoeken. Voor de Fransen bijvoorbeeld is het enkel nog wachten op een nieuw supertalent dat opstaat, maar zoiets gebeurt nu eenmaal niet ieder jaar. Het evenwicht lijkt hersteld en dit gaat hand in hand met een vergroting van de spankracht van de wedstrijden, ondersteund door een toegenomen professionalisering en mondialisering.
Concap
We moeten echter niet naïef zijn. Doping zal blijven bestaan. Zeker in niet pro-tour ploegen en amateur-circuits. Het zal nog wel even duren voor de tolerantie jegens doping in de Zuiderse landen op eenzelfde niveau gekomen is als in het noorden van Europa. Het klimaat in de hoogste regionen van de wielersport is echter grondig veranderd. Controles zijn enorm verbeterd en toegenomen en gendoping is nog veraf (wat sommigen ook mogen beweren). Ploegleiders van de oude stempel hebben zich willens nillens moeten aanpassen en renners hebben enorm veel te verliezen, daar zij als enigen met de gebakken peren zitten bij een positieve plas. Dit werd nog eens pijnlijk bewezen door de zaak Leukemans. Het lijkt er zelfs op dat de balans een beetje teveel naar de andere richting is overgeslagen onder impuls van populistische en onkundige leiders, opportunistische pers en cafépraat allerhande. Vitaminen, herstellende dranken en zelfs baxters zijn meestal geen doping. Het hoort nu eenmaal bij topsport. Renners mogen nu enkel nog supplementen en herstellende stoffen nemen in pilvorm, maar dat voetbalploegen Lierse en GBA CONCAP pakken, wordt enkel als een grappige anekdote gezien. Als Tom Boonen hetzelfde product neemt, wordt dit als dopage gezien Er is duidelijk nog altijd een groot probleem van perceptie dat gerechtvaardigd optimisme in de weg staat.
Belgen
Een van de belangrijkste redenen waarom het voor ons een zeer interessant wielerjaar is, is het feit dat we weer veel hebben om naar uit te kijken. Tom Boonen zal waarschijnlijk nog beter zijn dan vorig jaar en Devolder zal het veel beter doen in de Tour de France mits niet dezelfde pech als vorig jaar. Voor Philippe Gilbert, onze derde topper, wordt het waarschijnlijk een overgangsjaar waarin winst in de Waalse klassiekers tamelijk onmogelijk lijkt. Maar met de klasse van Gilbert zijn zeges of ereplaatsen hier of elders niet ondenkbaar. Ook wordt het uitkijken naar de grote doorbraak van Greg van Avermaet. Waarschijnlijk wordt er teveel druk op de schouders gelegd van de opvolger van Boonen, maar met wat geluk is een klassieke zege al mogelijk. Dit nu al veronderstellen zou echter een grote onderschatting van alle andere binnen- en buitenlandse toppers zijn. Gert Steegmans en Nick Nuyens zullen ongetwijfeld weer hun ding doen en zelfs beter en de comeback van Björn Leukemans wordt met argusogen gevolgd. Het interessantste om volgen is misschien wel de gestage vooruitgang die de Belgische jeugd dit jaar waarschijnlijk zal maken. Kevin Seeldraeyers, Francis Degreef, Kenny Dehaes, Jurgen Roelandts, Tom Stubbe zijn de bekendste. Uitkijken wordt het ook naar de lichting neo-profs van Topsport Vlaanderen met Bakelants, Degendt en co.
Comebacks
Een ander interessant punt is de aanwezigheid van de vele comeback-kids. Tot nu toe is het al fenomenaal wat Armstrong doet. Maar om in de Giro (en de Tour?) mee te kunnen doen voor de prijzen zal de Boss nog moeten overschakelen op het zwaardere werk. Eenzaam en spartaans duurtrainingen van 7 uur en meer met meerdere cols afwerken zoals hij dat vroeger deed met de gekende gevolgen. Vorig jaar voorspelde ik al dat Armstrong de Giro zou winnen; benieuwd of deze voorspelling zal uitkomen. De Ronde van Italië word in ieder geval weer een prachtig kijkstuk met een parcours dat waarschijnlijk nog mooier is dan normaal en een van de beste deelnemersvelden van de laatste jaren. Benieuwd ook wat die andere comeback-man Ivan Birillo Basso kan. Indien het waar is dat hij geen klant van Fuentes was, moet hij sowieso op het podium staan: bij zijn Giro overwinning had Basso een voorsprong van ongeveer zeven minuten op de tweede in de stand Een andere taaie klant wordt Denis Menchov. Italianen Cunego, Simoni en vooral Di Luca rijden vooral mee om de spankracht er zo lang mogelijk in te houden. Eigenlijk mogen we dan meer verwachten van jongelingen als Nibali en Kreuziger (als die meerijden). Die andere comebacks zijn meer tragisch (Landis) en hilarisch (VDB) dan iets anders. En wat met Michele Bartoli, Alexandre Vinokourov, Michael Rasmussen en Jörg Jaksche? Misschien kan Bjarne Riis ook een comeback maken of zou hij teveel last hebben van de reuma in zijn handen?
Tour de France
De Tour de France wordt waarschijnlijk weer een mooi kijkstuk dat hopelijk even spannend verloopt als de prachtige koers van vorig jaar. We hebben geen dominante renners (Armstrong) of ploegen (Discovery Channel) nodig om een mooie koers te zien. Algemeen wordt ervan uitgegaan dat Alberto Contador de Tour zal winnen. Dit zit er dik in maar men moet niet overdrijven. Indien Leipheimer geen ploegmaat was van Contador zie ik deze de Vuelta van vorig jaar winnen. Zo groot is de dominantie van Contador nog lang niet. En: hoe sterk zal Armstrong zijn? Andy Schleck moet in staat zijn om Contador het vuur aan de schenen te leggen mits een verbetering in het tijdrijden en het vermijden van een slechte dag zoals vorig jaar. Menchov, Sastre en Evans moeten zolang mogelijk de druk op de ketel houden en misschien wordt dit eindelijk het jaar waarin Valverde een Tourpodium kan rijden (lichtere voorbereiding en geen slechte dag). Uitkijken wordt het ook naar Robert Gesink, Stijn Devolder en Maxim Montfort in de Tour van dit jaar. Of wie weet: Thomas Dekker en Jurgen Vandenbrouck.
Tot slot nog wat wishful thinking: Jan Bakelants Belgisch kampioen en Philippe Gilbert wereldkampioen. Vive le vélo!
De gebeurtenissen in Gaza slaan de wereld wederom met verstomming en wekken massale reacties van afkeuring, woede en pessimisme op. Om het met de woorden van Caroline Gennez te zeggen: Dit is werkelijk hallucinant. Voor degenen die er nog aan wilden twijfelen: Israel is geen democratisch land en is een van de grootste schenders van mensenrechten ter wereld (samen met China ongetwijfeld). En dan heb ik het heus niet alleen over het geweld in Gaza dat dit moment het nieuws haalt. Het structurele geweld dat Israël de Palestijnen al meerdere decennia aandoet, maakt jaarlijks honderden malen meer doden dan terroristische aanslagen of militaire acties aan beide kanten. Systematisch wordt toegang tot voedsel, water, gezondheidszorg, arbeid en gezondheidszorg afgeremd en geblokkeerd. Levenskwaliteit wordt aangetast door pesterijen en schendingen van de mensenrechten die gecamoufleerd worden als veiligheidsmaatregelen. Marteling is schering en inslag in de Israelische concentratie-gevangenissen waar Palestijnen zonder enige vorm van wettelijke aanklacht worden heengesleurd. De Palestijnse staat bezit officieel gezien geen territorium en dus komt hun soevereiniteit in het gedrang. De Palestijnen hebben wel een regering, maar deze heeft niet de soevereine rechten die een regering zou moeten hebben.
Dat Israël zijn gat afkuist met de mensenrechten is niet alleen een kaakslag voor de westerse liberale denkers en de VN, maar voor iedere andere mens ter wereld. De internationale legitimiteit van Israel wordt door unilaterale acties zoals in Gaza alleen maar verder aangetast. De VS bevestigt door haar lakse houding nogmaals dat het werkelijk gegijzeld wordt door Israël - over de hele dynamiek die hier de oorzaak van is, zijn interessante werken verschenen en ziet haar eigen legitimiteit in de wereld op zijn beurt nog verder aangetast. We kunnen ons natuurlijk afvragen of de legitimiteit en geloofwaardigheid van de VS nog slechter kan na acht jaar van rampzalig Bush beleid waarin deze de wereld duidelijk maakte dat de VS als hegemoon enkel geïnteresseerd is in zero-sum reasoning en het beschermen van het eigen overwicht.
Het moet zijn dat in de VS en in Israel irrationele denkers aan de macht zijn. Men kon toch op voorhand voorspellen dat een grootscheepse anti-terrorisme campagne over heel de wereld zonder de goedkeuring van de internationale gemeenschap alleen maar meer haat en terrorisme zou opwekken en de wereld in een vicieuze cirkel van pessimisme en polarisering zou storten. Mensen zonder empathie, die iedere capaciteit tot onderhandelen en het bouwen van vrede ontberen, met zon pessimistische, revisionistische en kortzichtige wereldvisie zouden gewoon nooit aan de macht mogen kunnen komen. En dan hebben we het nog niet over de factor religie (Uitverkoren volk) Gelukkig mogen we er zeker van zijn dat Barrack Obama op dit vlak dubbel zoveel capaciteit bezit als Bush, Cheney en Rumsfeld samen (The horror). Laten we hopen dat Obama zich niet al te hard laat gijzelen en zich wil engageren in lange en verhelderende vredesgesprekken waarbij de Israëlis voluit geconfronteerd worden met het standpunt van anderen en hun eigen misdaden. De wereld heeft een signaal nodig, een signaal dat er toch nog enige wil aanwezig is bij de westerse hegemone machten om de grote onrechtvaardigheden in de wereld aan te pakken. Een hegemoon die zich inlaat met pessimisme en eigenbelang stort de wereld alleen maar meer in een situatie van ellende, wanhoop, strijd en onrechtvaardigheid.
'Een ongezonde geest in een ongezond lichaam'. oftewel 'Dikke Giekes'
Het meest irritante aan geblesseerd zijn, is dat men opeens de eetgewoontes moet aanpassen. De eerste weken van inactiviteit leek het mij nog onschadelijk om mijn boefgedrag niet aan te passen aan de weggevallen fysieke activiteiten. Dit wil zeggen: vier maaltijden per dag, zes boterhammen bij het ontbijt, acht boterhammen des middags, volboeffen bij het avondeten en des avonds nog wat boterhammen. Tot het begin van de examens ça va, maar na de schranspartijen (inclusief wijn) van de feestdagen is de conclusie duidelijk. Den dolf is niet meer den enigste zelfverklaarde sportman met ne pens. De voorbije dagen probeerde ik wat te milderen door "op de voeding te letten" zoals men dat noemt. Nu lees ik ook in het VWB magazine welk verschil er is in het benodigd voedsel van een tamzak en een sportmens. Volgens mij is de zaak hopeloos en kan ik beter proberen om zo dik mogelijk te worden vooraleer ik terug kan keren in de wereld van de sport.
Barack Obama werd zoals verwacht Amerikaans president gekozen. Normaal gezien zou het een veel spannender race geworden zijn, waarin McCain evenveel kans had het laken naar zich toe te trekken door Obama als socialist af te schilderen bij het publiek. Door de domheid en blunders van Sarah Paling en, belangrijker, door de verergering van de financiële crisis kreeg Obama het politieke debat in de richting gestuurd waar hij het sterkst stond. Naast de oorlog in Irak is de ontevredenheid na acht jaar Bush en Republikeinen bij de Amerikaanse burger vooral te situeren op het niveau van de nationale economische neergang. Politieke groentjes en niet ingewijden in het Amerikaanse systeem verwachten nu bijna wonderen van de semi-zwarte (en niet gebruinde zoals oetlul Berlusconi liet noteren) Democraat die qua redenaarstalent niet moet onderdoen voor Martin Luther King. Verwacht wordt dat Obama zich eerst en vooral zal concentreren op het herorganiseren en saneren van de economie. Ook al zal men dit wel wat toedekken door af en toe wat informatie te lekken over andere onderwerpen zoals Irak. Waarschijnlijk is dit ook de beste oplossing. Zonder een stabiele economie is het veel moeilijker om andere interne problemen aan te pakken. En wanneer intern alles wat beter loopt, of deze perceptie begint te overheersen, heeft de Obama administration een veel beter uitgangspunt om een actieve rol te spelen op het internationale toneel. De V.S. is nog altijd het enige land dat een leidende en inspirerende rol kan spelen op internationaal gebied en de wereld naar relatieve vooruitgang kan stuwen. En dit rechtvaardigt meteen ook de enorme aandacht die in de rest van de wereld, niet alleen in Europa, naar de Amerikaanse elections gaat.
Eerst de economie dus en dan Obamas eigen strijdpunten: onderwijs, gezondheidszorg en alles wat daarmee samenhangt. Laten we hopen dat de eerste ambtstermijn van Obama verlengd wordt met een tweede zodat een geleidelijke en serieuze hervorming plaats kan vindenin de laagste regionen van de Amerikaanse maatschappij. Indien dit niet gebeurd zie ik niet in hoe de V.S. de eerste eeuw nog uit de negatieve spiraal geraakt. Het is nu of nooit. Beter onderwijs, gezondheidszorg, belastingsysteem en rechtssysteem kunnen een rechtkrabbelende economie sowieso een extra duwtje in de rug geven.
Nu ga ik even dieper in op de hervorming in het rechtssysteem. Zowel de regering Clinton als de regering Bush gaven de voorkeur aan repressie boven preventie. Dit had natuurlijk een omgekeerd effect en stortte een aanzienlijk deel van de Amerikanen in de miserie. Slechte gezondheidszorg, slecht rechtssysteem, slecht onderwijs (wie geld heeft kan alles, wie geen geld heeft kan verrekken) leidden enkel tot een verdere stijging van het aantal gedetineerden. Het wordt dringend tijd om de fundamenten van de Amerikaanse maatschappij te herorganiseren en het Amerikaans credo van creating opportunities terug alle eer aan te doen. Wie niet begrijpt wat ik hier bedoel moet snel de serie Oz bekijken, die ik sowieso aan iedereen aanraad. Deze reeks over een Amerikaanse gevangenis was destijds baanbrekend (de eerste van HBO) en is nog steeds brandend actueel. Veel beter dan Lost en Prison Break en zelfs beter danThe Sopranos.. Tot nu toe zag ik alleen het eerste seizoen waarbij je vooral in de laatste aflevering van je stoel geblazen wordt.
Wanneer de V.S. intern alles op orde heeft gesteld kan men proberen om de enorme schade die clown Bush het imago van de V.S. in de internationale relaties heeft toegebracht te herstellen. Francis Fukuyama voorspelde in de jaren 1990 het einde van de geschiedenis, het liberaal-democratische model zou de hele wereld gaan overheersen. Onlangs moest Fukuyama zijn stelling bijschaven en achtte hij George W. Bush hiervoor verantwoordelijk. Door de wil van de Internationale Gemeenschap te negeren en op eigen houtje een oorlog in Irak te beginnen met een coalitie of the willing en het feit dat deze oorlog achteraf op drogredenen gebaseerd was bracht Bush junior het imago van de V.S. als hegemoon in de internationale gemeenschap enorme schade toe. We kunnen ons afvragen of die Internationale Gemeenschap nu nog wel bestaat, nu Rusland zich openlijk tegen dit systeem keert. Terug louter een systeem van staten? Toch is het ontstaan van een internationale gemeenschap met gedeelde normen en waarden, die door alle leden gerespecteerd worden, de enige oplossing voor een betere wereld waarin belangrijke problemen zoals oorlog, humanitaire rampen en milieuproblemen adequaat aangepakt worden. De schade die de Amerikaanse neo-conservatieven via Bush II in dit opzicht hebben aangericht is onvoorstelbaar groot.Deze internationale gemeenschap heeft echter een keerzijde voor het rijke westen: het wordt verwacht dat Obama Europa om meer steun zal vragen om de oorlog in Afghanistan tot een goed einde te brengen. Hoewel dit in Europa minder in goede aarde zal vallen, is het te hopen dat de EU hierin zal meegaan, eventueel met een duwtje in de rug van de energieke Sarkozy. En dan mogen die sossen zeggen wat ze willen als België ook eens wat moeite doet (ik spreek me hier niet uit over andere beslissingen van Crembo die minder goed uitvallen). Het gaat niet langer op om steeds maar op de V.S. te kappen (geen lid van International Criminal Court, Kyoto-akkoorden), maar wel al het vuile werk door de States te laten opknappen. Een kleine inspanning als teken van goodwill heeft al enorme gevolgen voor de perceptie en kan wonderen doen op globaal vlak.In dit opzicht is het zeer belangrijk wie de kersverse president Obama zal gaan omringen: gematigde politieke figuren of overwegend neo-cons die ook onder Clinton al te veel invloed hadden
Beschouw dit schrijven als een reactie op de blog van den dikke Fuss. Blijkbaar heeft deze skater het idee opgevat om mij te viseren,hierin bijgestaan door Hans de mof. Het lijkt er zelfs op dat beide triestige figuren in deze queeste om mij te pesten hun onderlinge disputen (het al dan niet betalen van verworven prijzen van weddenschappen) even terzijde schuiven. Zo zou ik ondertussen vermoord zijn door den Dave omdat ik dit sujet teveel zou gepest hebben. Het tegendeel is waar, tenzij ik me mijn eigen verrijzenis niet meer kan herinneren natuurlijk. Bovendien weet iedereen dat Dave, den corrupten baffer, de ware pester in de groep is. Herinner u sms-stalking ( Kereltje ik hem wer serieus gusting om a te whacke, Dees is een boodschap aan elle allemaal gelle zijt stuk voor stuk zeikerds en gaybere Ga mut eraan) en verraderlijke tikken in de maagstreek. Blijkbaar hebben Fuss en Dave gewoonweg niks beters te doen dan zich bezig te houden met zulke onzin. Tijd teveel? Probeer dan eens na te denken over mijn vorige blog (iets dat tot dusver Lars als enige heeft gedaan, met verve).
Soit, genoeg van deze onzin. Graag ging ik even dieper in op de blog van den dikke Fuss over het al dan niet goedkeuren van fitness-activiteiten. Aan Fuss rechtvaardiging van zijn fitness bezoek was blijkbaar een discussie met conservatieve Caponis voorafgegaan. Fuss argumentatie was volstrekt aanvaardbaar. Graag bekijk ik de zaak even vanuit een andere invalshoek en probeer ik hierbij aan te sluiten bij mijn normatieve blog over Roger Moens. U begrijpt dat ik hier weer de maatschappijkritische toer op zal gaan.
An sich is er natuurlijk niets mis met fitness. Wat mij vooral stoort aan dit gehele fenomeen is dat de mens tegenwoordig voor alles moet betalen. Vroeger kocht men bijvoorbeeld loopschoenen en ging men zelf lopen. Om deel te nemen aan een joggings, marathon en dergelijke betaalt men ook inschrijvingsgeld, maar hier betaalt men eerder voor de sociale dimensie. Bovendien haalt men het inschrijvingsgeld vaak makkelijk terug uit drank en cadeaus achteraf. Bij fitness en andere maatschappelijke fenomenen betaalt men echter niet voor de sociale dimensie. Iedereen heeft muziek in zijn oren, kijkt naar zingende negers op MTV, loopt op zijn eigen bandje en rukt aan zijn eigen toestellen. Men betaalt om iets te kunnen doen, gewoon omdat het nergens anders meer kan zonder te betalen. Zo vroeg ik me enkele jaren geleden nog verbouwereerd af waar de jeugd nog kan voetballen zonder dat men zich moet aansluiten bij een voetbalploeg.
Zoals ik in mijn Roger Moens blog al bepleitte vind ik het een taak van de overheden om zoveel mogelijk sport- en andere infrastructuur te voorzien, tegen zo laag mogelijke prijzen. Een groot deel van de infrastructuur zou gewoon gratis moeten zijn. Tegenwoordig worden alle diensten meer en meer beschouwd als handelswaar. En dan gaat het niet alleen om materiële dingen. Vriendelijkheid is ook al lang een commercieel product geworden. U bent zelf toch ook verontwaardigt als u op café onvriendelijk bediend wordt? Alles moet dus verhandelbaar worden en geld opbrengen. Dit noemt men commodificatie. Dit gaat enorm ver. Wij staan er niet bij stil, maar ook basisbehoeften van de mens zijn ondertussen gecomoddificeerd. In sommige derdewereldlanden is de verspreiding van water volledig in handen van multinationals. Wie wil drinken, wie wil leven, moet betalen. Deze exuberante gevolgen van het kapitalistisch systeem gaan te ver voor mij. Kapitalisme is het enige aanvaardbare systeem op lange termijn en op globaal niveau, maar dit kapitalisme moet gereguleerden vermenselijkt worden. Zo simpel is dat. Jammer genoeg toont de toenemende commodificatie dat er eerder een omgekeerde tendens van humanisering aan het werk is in sommige terreinen van de maatschappij en economie. Wij, in Vlaanderen, merken hier allemaal echter weinig van omdat we rijk zijn. Doch, fundamenteel is dit fout.
Graag stel ik u deze dwingende vragen. Denk er eens over na en post uw intiütieve mening in een reactie. Er zijn geen foute antwoorden!
Het gaat hier over de menselijke natuur. Is de mens fundamenteel goed of kwaad? Of is er een tussenweg? Of moeten we dit anders bekijken? Waardoor wordt de menselijke aard bepaald? Door genen of cultuur? Waarom denkt u dit?
Graag doe ik u één van mijn toekomstplannen uit de doeken. Het betreft hier de aankoop van een nieuwe koersfiets. Dit zal nog wel enkele jaren duren, maar toch ook geen decennium. Door intensief gebruik van Fausto Coppi dringt een aankoop van een nieuwe fiets zich sowieso op over een vijftiental jaren. Maar doe er gerust een dikke tien jaar af in mijn toekomstvisie.
Ik hou ervan om af en toe wat te sleutelen aan de fiets: remmen bijstellen, versnellingen regelen, zadel verplaatsen, stuur kantelen, Ik beweer hier niet dat ik er veel van ken, maar het proberen regelen van de ideale positie op de fiets is een leuk neveneffect van het wielertoerisme. Eveneens is men veel beter voorbereid op eventuele brokken onderweg, wanneer men zijn fiets wat kent. Bovendien zie ik het niet zitten om mijn vlo om de haverklap naar de vlomaker te doen en er dan twee weken op te moeten wachten voor kleine mankementjes aan de versnellingen die je mits enige kennis van zake zelf kan verhelpen. Hiervoor doe ik meestal een beroep op nonkel-mecanicien Herman, die er veel meer van kent dan ik. Dat ik de sigaar moet smoren als ik mijn fiets niet gekuist heb moet ik er dan maar bijnemen.
Onder impuls van de kennis vanHerr Mann heb ik het plan opgevat om over enkele jaren van mijn zuurverdiende centen - als ik dan tenminste niet aan den dop zit of getroffen ben door de vinanziële crisis een kader aan te kopen aan een lagere prijs, waarschijnlijk via een gespecialiseerde zaak eventueel via het net. Mits men alle onderdelen voor koersfietsen, vaak goedkoper, kan bestellen en/of aankopen via internet en in fietswinkels is er dus de mogelijkheid om een fiets volledig zelf in een te steken. Naar wens dus. Of dit nu een jaar duurt of langer, dit maakt niet uit. Het proces van aandelen aankopen en toevoegen aan de fiets zal ongetwijfeld leuk en leerrijk zijn. Omdat ik ondertussen doorheb dat de fiets toch wel een van mijn favoriete attributen in dit tranendal is zal ik iets minder besparen op onderdelen en/of kader. Maar op zotte kosten zult ge mij niet kunnen betrappen. Het design van de kader is natuurlijk van belang. De fase van de keuze voor een stalen ros dat bolt en meer moet dat niet zijn ben ik voorbij. Sporadisch raadpleeg ik wat literatuur terzake in tijdschriften als Grinta, Vlaamse Wielrijder en Biker en internet.
Bij wijze van voorbeeld hier de Willier Izoard. Een mooi stukje techniek. U had het misschien al door, ik heb een voorkeur van wit en blauw.
Andere klootzakken, zoals Fuss, kopen natuurlijk meteen een prachtige witte Bianchi. Tja.
Het IOC gaat alle stalen van de Olympische Atleten van Peking terug testen. Men hoopt zo te achterhalen of Peg-Epo (EPO van de derde generatie) ook onder de atleten verspreid was, en niet enkel onder de CERA-wielrenners Schumacher, Sella, Piepoli, Ricco en ongetwijfeld nog meer dan een tiental anderen. Ik voorspel een gigantische ravage na de bekendmaking van deze resultaten. Als ze al bekendgemaakt worden natuurlijk. Ik geloof eerder dat het IOC onder druk van enkele vooraanstaande leden en andere instituten de resultaten in de doofpot zal steken als zal blijken dat 60% (of meer) van de atleten en zwemmers aan de CERA zit. Durft men de zo fel bejubelde Phelps van zijn troon stoten en hiermee ineens Amerika blameren en zijn eigen financiën in gevaar brengen?
Wielrennen is de best gecontroleerde sport ter wereld en het doet er goed aan zich hierin wat meer te profileren en de laatste restantjes van de omerta te laten voor wat ze zijn. Sommige renners, zoals Sebastian Lang en Philippe Gilbert, hebben dit begrepen, maar worden zelf vaak moedeloos door de macht van oude en nieuwe dopingzondaars en de berichtgeving door de pers die duidelijk twee maten en gewichten hanteert.
Vorig jaar werden alle F1-piloten voor het eerst aan zware dopingtests onderworpen. Vooraf was al bekend dat de resultaten niet officieel gemaakt zouden worden, omdat iedereen in het milieu wist dat alle piloten aan het spul zaten. De testen waren dus meer een vorm van interne controle om te zien of er niemand te extreem bezig was. Vergelijkbaar met de jaren negentig in het wielrennen, onder leiding van UCI-clown Hein Verbruggen, dus. Zinedine Zidane, jarenlang de beste voetballer ter wereld, was een tijdlang gedopeerd. Dit wordt echter al jarenlang met de mantel der liefde bedekt. Zonder doping was hij nog de beste. Iedereen moet wel beseffen dat het een enorm verschil maakt op topniveau als je op het einde van een match nog 10% meer reserve in de tank hebt en daardoor veel frisser voor de dag kan komen.
Ik ben echt eens benieuwd wat er gaat terecht komen van die CERA-tests van Peking, wetende dat de atleten enkele maanden geleden ervan uitgingen dat de producten die ze namen onopspoorbaar waren. Wie weet hoeveel medailles er nog uit de kast kunnen vallen voor de Belgen
Tot slot nog even melden dat ik me enorm stoor aan het populaire schrijven dat men tegenwoordig in zo goed als alle kranten vindt. Wanneer er over doping en wielrennen geschreven wordt, wil men de alwetende nuancerende journalist uithangen in grotere achtergrondartikels. Ondertussen verkondigt men wel cafépraat (gazettepraat?) in de kleine opvulartikels in de marge. Men probeert uit te leggen wat CERA is en eindigt het stuk droogweg: Er is ook al een vierde generatie op komst: de genetische epo. Die zou nog niet detecteerbaar zijn. Dit is zo goed als zeggen: over een jaar wordt deze nieuwe epo gepakt en een half jaar later kunnen wij onze krant weer vullen met dopinggevallen. Sinds wanneer mogen journalisten de krant vullen met op komst en zou zonder verdere uitleg? Na enig kritisch onderzoek weet men dat gen-epo in de medische wereld nog in zijn kinderschoenen staat en dat het nog minstens tien jaar zal duren voor deze de overstap zal kunnen maken naar de sportwereld. Een beetje professionalisme graag.
De laatste maanden ontwikkelde ik werkelijk een zintuig tot opsporing van dopinggevallen in het wielrennen. In de veronderstelling dat meer dan 90 % van de renners van de pro-tour ploegen tegenwoordig zuiver rijdt of slechts minimaal geprepareerd is met minidoses en met enige voorkennis van doping en de normale evolutie van renners is het tegenwoordig simpel om bedriegers in het vizier te halen. Op de preparatie van Emmanuele Sella wilde ik grof geld verwedden en ik kreeg gelijk. Ook Stefan Schumacher was een overduidelijk geval. Men kan niet zomaar de wetten van de fysieke begrensdheid tarten. Hier gaat het om zeer goede renners, denk ook aan Piepoli en Ricco, die door middel van CERA en/of andere verboden middelen hun prestaties naar ongekende hoogten weten te stuwen.
Een tweede categorie van pakkers situeert zich niet in de hoogste regionen van het wielrennen maar er net onder. Renners die zich willen doperen kiezen niet meer voor een Pro-tour ploeg omdat ze weten dat men daar vele malen meer gecontroleerd wordt dan bij een continentale ploeg. Als er nog systematisch dopinggebruik bestaat, dan is het in de tweederangsploegen in Italië, Spanje en Portugal. Denken we maar aan de Portugese Benfica-ploeg waar in het voorjaar nog EPO-centrifuges in beslag werden genomen. In deze ploegen leeft de EPO-cultuur die in deze landen leefde tot aan de zaak Fuentes vaak nog verder, maar nog meer binnen gesloten kring.
Dit alles wil echter niet zeggen dat iedere renner uit een continentale ploeg die goed presteert meteen bestempeld moet worden als pakker. Denken we bijvoorbeeld aan Ezequiel Mosquera. Volgens velen verdacht omdat men nog nooit hoorde van deze Spanjaard van 33-34 jaar die vorig jaar vijfde werd in de Vuelta, dit jaar vierde. Men kan het ook anders stellen. De enkelingen in Spanje die zich niet dopeerden in de Fuentes-periode krijgen eindelijk de kans om hun ware kunnen te tonen nu de topsnelheid in de finale van wedstrijden 2 km/u lager ligt dan jaren geleden.
Toen ik onlangs kanttekeningen plaatste bij de overigens schitterende overwinning van een Colombiaans renner bij de beloften op het WK in Varese kreeg ik de kritiek: zijt ge daar weer met uwen doping. Doch, weinigen delen mijn mening dat de wielersport nooit zo zuiver was als nu en vorige week berichtten de kranten dat de renner in kwestie alreeds betrapt werd op het gebruik van testosteron. Deze colombiaan rijdt voor een Italiaanse tweederangsploeg en koerst vooral in zijn geboorteland. Dit zijn feiten waarop ik mijn oordeel baseerde. Tercht blijkbaar.
Conclusie: biologisch paspoort dringend uitbreiden naar continentale ploegen. Anders dreigt een parallell circuit te ontstaan met een hyper gecontroleerd pro-tour peloton en een peloton van continentale ploegen waarvan de zuiverheid altijd onduidelijk zal blijven. En dit laatste zal dan weer meer en meer minder slimme renners die balanceren op het randje van een profcontract en werkloosheid aanzetten tot het gebruik van verboden middelen. Een laatste middel om hun grote droom profrenner worden- te realiseren. De UCI moet zijn speurneus bijstellen.
Ik vraag dus duidelijkheid en gelijkheid (van controle) voor alle renners overal ter wereld. Zolang de UCI dit niet kan garanderen, blijft ze wederom in gebreke en blijven hun eisen tot een zuiver wielrennen ongerechtvaardigd uit de mond van hun vertegenwoordigers.
Graag zou ik iedereen willen bedanken die mij de voorbije weken op de een of andere manier complimenteerde met (sommige van ) de teksten op deze blog. Ik moet toegeven, vaak kwamen de reacties van mensen waarvan ik het niet meteen had verwacht. In ieder geval doet het deugd om af en toe eens een complimentje te krijgen en dit is zeker een motivatie om af en toe nog eens een tekstje te schrijven.
Ik grijp hier ook de kans aan om bezoekers van deze blog aan te moedigen te reageren op mijn teksten. Vaak probeer ik een discussie op te starten. Zeker degenen die beweerden "dat ik af en toe de bal missla" (dopingproblematiek) nodig ik uit om mij te melden waar zij dan wel van mening verschillen, zodat we een vruchtbare discussie met wederzijdse argumenten kunnen starten.
Nu ga ik wat lezen in het HUMO-boek van Dimitri Verhulst alvorens mij voor de zetel te planten om te supporteren voor Jan Bakelants (uit Olen) en de andere Belgen in Varese.
Ik was al tamelijk zeker van mijn zaak. Jarenlang. Maar nu ik de kwestie zelf empirisch heb onderzocht, is de conclusie ontontkomelijk: den dolf was ( is ? ) nen dikken blazer. Jaren geleden beweerde Ruud Vanderveken dat de trainingen bij den Ijshockey zo zwaar waren dat hij er een ijzeren conditie aan had overgehouden. Ruud beweerde dat hij "met de manne van den ijshockey" een uur lang tegen 16 km/u kon lopen. Ik beweerde dat dit onmogelijk was. Voor alle duidelijkheid: wij waren toen rond de dertien, veertien jaar oud. Ruud hield koppig vol en bracht me zelfs licht aan het twijfelen. Ruud drong aan op een weddenschap en uiteindelijk stemde ik toe. Er zou een uur lang tegen 16 km/u gelopen worden. Ik stelde één trainingsweek voor maar Rudi stond op een directe afhandeling van de kwestie. Ook het vlakke Heike werd afgewezen als parcours. De test moest en zou gebeuren in het heuvelachtige bos tussen Herentals en Lichtaart. Als Ruud won zou hij van mij twee spiksplinternieuwe wielen voor zijn koersfiets krijgen. Als ik won zou hij mij een Nintendo 64 spel betalen... De looptest kon niet anders dan faliekant aflopen en zo komt het dat het spel Super Smash Bros uit mijn collectie deels betaald is door de heer Vanderveken. Gelukkig hield Vanderveken zich destijds ook vele tientallen uren zoet met dit spel. De boemerang van grootspraak durft wel eens meer terugkeren in het gezicht van onze maat Rudi. Een uur lang 16 km/u lopen... het zal eerder 6 km tegen 10 km/u geweest zijn. Wanneer Ruud ooit in zijn leven deze prestatie weet neer te zetten krijgt hij van mij stande pede nen bak Duvel.
Onlangs beloofde ik ook aan onze pa 3 bakken Duvel. Dit in het geval dat Lance Armstrong in 2009 de Tour de France zou winnen. Deze belofte deed ik in mijn frustratie over de grootspraak die in de kranten te lezen was waarmee de geruchten en aankondigingen van de comeback omringd werden. Deze grootspraak herinnerde mij aan de onzalige Armstrong-figuur uit de jaren waarin hij de Tour de France in een ijzeren greep hield. Nu, enkele weken later is de storm al ietwat gaan liggen en heeft Armstrong zijn verhaal zelf kunnen doel. Nu krijgen we een mildere en menselijkere versie van de feiten te horen. Voor het eerst in mijn leven krijg ik zelfs sympathie voor The Boss. Armstrong stelt zich een heel pak realistischer op en wil zijn bekendheid aangrijpen om zijn Livestrong kankerbestrijdingorganisatie overal ter wereld te promoten. Een combinatie van persoonlijke noden en ambities en een nobel doel. Hier kan ik alleen maar respect voor opbrengen.
Toch hoop ik dat dat Armstrong zich niet zoals vroeger gaat gedragen als de dictatoriale Boss van het peloton. Ik had het al eerder over sportethiek. Toen Philippe Gilbert in de laatste Tour van Lance Armstrong te vroeg demmareerde naar de zin van King Lance en zijn ploegmaats erop uitstuurde om Gilbert uit te kafferen werden grenzen overschreden, net zoals toen Armstrong een persoonlijke oorlog uitvocht met Fillipo Simeoni. Contador moet starten als kopman, zo simpel is dat. Al moet ik er wel bijzeggen dat ik er ook problemen mee heb dat Leipheimer zich heel de Vuelta 2008 ten dienste moest stellen van Contador terwijl hij zijn kopman in een open strijd had kunnen kloppen...
Wat mijn aversie voor de terugkeer van Armstrong volledig doet verdwijnen is zijn nieuwe houding tegenover doping. Armstrong beseft dat geheimdoenerij geen optie meer is in een veranderd klimaat ten opzichte van verboden middelen en gaat er van uit dat de top tien in de Tour het komende jaar zuiver zal rijden - en dit in tegenstelling tot Armstrongs succesjaren. Hij stelt voor zijn bloedwaarden heel het seizoen op internet te plaatsen en laat zich door twee onafhankelijke dopingjagers, waaronder Rasmus Damsgaard die dit voor de hele Astana en CSC ploeg doet, controleren. Ik ben een enorme voorstander van de vrijgave van bloedwaardes en juich dit initiatief toe. Doch, Armstrong zal nooit meer kunnen ontkomen aan dopinginsinuaties. Als hij wint beweert men dat hij "iets nieuw gevonden heeft ", als hij niet wint "pakt hij niet meer." Laten we wel wezen: Armstrong nam indertijd EPO en wie weet wat nog allemaal, dus voor een deel heeft hij de beschuldigingen aan zichzelf en zijn vroegere grootspraak te danken. Persoonlijk geloof ik niet dat Armstrong de Tour 2009 wint. Dit omdat hij ondertussen al 3 jaar geen topcompetitie uitvocht en zeker niet gedurende een ronde van drie weken. Armstrong kan wel rekenen op een enorme dosis talent en wilskracht en kent op rondegebied geen zwakke punten. Zeker in de tijdritten kan hij nog het verschil maken. Armstrong kan dus eventueel de Tour winnen op dezelfde manier als die waarop Alberto Contador de Giro van dit jaar won... Winnen of niet, als Armstrong in 2009 in de Tour in de top vijf eindigt heeft hij een formidabele prestatie geleverd.
Sport en ethiek. Twee zaken die los staan van elkaar? Volgens mij niet. Sport impliceert competitie en competitie impliceert regelgeving. Deze regelgeving is hopelijk gebaseerd op ethiek. Een sportethiek. In de meeste sporten is de regelgeving echter ondergeschikt aan de sportethiek. Dit omdat de sporters een groter eergevoel hebben dan de bonobo's van de sportbonden. Sporters voelen aan wanneer ze de regels van de pure competitiviteit overtreden. Toch is een sportethiek niet bij iedereen aanwezig of in dezelfde mate aanwezig, wat natuurlijk te verklaren is door het feit dat het streven naar roem en geld de overhand neemt op de natuurlijke competitiviteit. Een typevoorbeeld is doping. Hierbij moet opgemerkt worden dat de mens van in de Oudheid op zoek is naar de grens tussen zuivere sportvoorbereiding en ongeoorloofde middelen. Onze sportethiek is deels arbitrair en sociaal en cultureel geconstrueerd.
Graag neem ik de stelling aan dat voetbal een sport is die nog weinig ethisch in elkaar zit. Op vele gebieden. Vele voetballers zien het niet zitten de inspanningen te leveren die van hen verwacht worden als ze er niet voor (over)betaald worden. Fair-play is vaak ver te zoeken en scheidsrechters zijn wel goed gek dat ze een hele match lang op hun kop laten kakken. Wat me echter nog het meest stoort is de immorele kortzichtigheid van vele voetballers, graag beschouw ik ze als dandy's die in niets meer gelijken op de dwangarbeiders van de arena uit het oude Rome of de balspelslaven in pre-columbiaanse culturen. Voetbal blijft echter wel een functie van brood en spelen vervullen in onze samenleving. Neem nu de uitspraken van Vincent Kompany, volgens velen het grootste Belgische talent (hiermee ben ik het niet eens in de invulling van de definitie van talent van Roger Moens). Kompany klaagde heel de zomer lang over een gebrek aan respect van zijn ex-club Hamburg voor zijn wensen om deel te nemen aan de Olympische Spelen. Kompany stond op zijn persoonlijke rechten en nam enkele vakbondstermen in de mond. Ergens had hij misschien wel een beetje gelijk, maar de stelling dat een voetbalclub zijn profvoetballers als werknemers kan en mag beschouwen is ook correct.
Terwijl Kompany sportethische argumenten gebruikt in zijn dispuut met de Belgische Voetbalbond en Hamburg is hij er als de kippen bij om een contract te tekenen bij Manchester City, een club in het bezit van een of andere Arabische sjeik met een veelvoud van het persoonlijk kapitaal van Roman Abramovitsj (Chelsea) en de Amerikaanse eigenaars van Liverpool bij elkaar. Je hoort Kompany natuurlijk niet klagen dat hij daar makkelijk zijn zakken kan vullen met oliedollars. Dit is geld dat misschien beter in de Verenigde Arabische Emiraten was gebleven om ten goede te komen aan de vele (buitenlandse) arbeiders die daar dagelijks hun leven riskeren op de megalomane bouwwerven van de sjeiks.
Ik zit al een tijdje te wachten op een voetballer die weigert voor een club te tekenen uit ethische overwegingen. Wie wil monsterlonen verdienen op de kap van slavenarbeid en criminaliteit? De Thaise Premier Thaksin werd zijn land uitgejaagd wegens massale corruptie.Nu resideert hij in Engeland en financiert hij zijn voetbalploeg in de Premier Leauge (ik twijfel of het Everton of Manchester City was). Roman Abramovitsj bouwde zijn kapitaal op in de schimmige periode vlak na de ineenstorting van de Soviet-Unie. In zijn mijnen en fabrieken worden Centraal-Aziatische migranten tewerkgesteld tegen hongerlonen en is de arbeidsveiligheid ondermaats. Ik herhaal: wanneer weigert een voetbalspeler eens voor een club te tekenen waarvan geweten is dat het zijn spelers betaald met geld van kapitalisten en ego's zonder scrupules ? Dát zou pas een statement zijn.
Vorige zaterdag nam ik deel aan de Holle Wegen jogging in Hoegaarden. Een lastige loop over een zwaargolvend parcours met fraaie uitzichten. Ik had me voorgenomen om me hier eens te testen. Een beetje als vergelijking met de Ekiden in Brussel van vorig jaar waar ik toen zeer diep ging. Deze keer had ik de voorbereiding iets professioneler aangevat en had ik zelfs een middeltje op de kop kunnen tikken tegen overactieve darmen. Uiteindelijk leverde dit een mooie 10de plaats op in de 8 km in een mooie tijd van 32.00 min. Volgend jaar ga ik voor een top vijf plaats in deze jogging waarvan het parcours op mijn maat geschreven is. Dit zal niet simpel zijn, wetende dat ik echt alles uit de kas haalde, maar pieken doet presteren...
Ander heuglijk nieuws uit Olen: Jan Bakelants bekroont zijn voordien al meer dan geslaagde seizoen met een overwinning in de Ronde van de Toekomst. ( http://www.sporza.be/cm/sporza.be/wielrennen/1.380321# )Laat dit een stimulans zijn voor mijn neef Raf die al vanaf zijn eerste beloftenjaar tamelijk sterk gericht is op prestaties. Bakelants bewijst dat het laatste jaar absoluut het belangrijkste is voor belofte wielrenners. Pieken doet presteren en op den bond discussieert men niet met renners die geen uitslagen rijden...
Bakelants rijdt volgend jaar voor Topsport Vlaanderen, na mislukte onderhandelingen met imperialist Lefevre en Lotto. We zijn eens benieuwd. In ieder geval: toen ik gisterenavond een kababke ging afhalen (in de zaak alwaar men 'wietwijn' verkoopt) lag daar de sensatiekrant Het Laatste Nieuws op een tafeltje. Ergens ten midden van de sport trof ik een artikel aan over Tom Boonen's voorbereiding op het WK, in de Ardennen. Boonen, Gilbert, Aerts én Bakelants waren een stevige training gaan afwerken in het Ardense. Ik citeer: " Die Bakelants maakte indruk ". ça va.