De gebeurtenissen in Gaza slaan de wereld wederom met verstomming en wekken massale reacties van afkeuring, woede en pessimisme op. Om het met de woorden van Caroline Gennez te zeggen: Dit is werkelijk hallucinant. Voor degenen die er nog aan wilden twijfelen: Israel is geen democratisch land en is een van de grootste schenders van mensenrechten ter wereld (samen met China ongetwijfeld). En dan heb ik het heus niet alleen over het geweld in Gaza dat dit moment het nieuws haalt. Het structurele geweld dat Israël de Palestijnen al meerdere decennia aandoet, maakt jaarlijks honderden malen meer doden dan terroristische aanslagen of militaire acties aan beide kanten. Systematisch wordt toegang tot voedsel, water, gezondheidszorg, arbeid en gezondheidszorg afgeremd en geblokkeerd. Levenskwaliteit wordt aangetast door pesterijen en schendingen van de mensenrechten die gecamoufleerd worden als veiligheidsmaatregelen. Marteling is schering en inslag in de Israelische concentratie-gevangenissen waar Palestijnen zonder enige vorm van wettelijke aanklacht worden heengesleurd. De Palestijnse staat bezit officieel gezien geen territorium en dus komt hun soevereiniteit in het gedrang. De Palestijnen hebben wel een regering, maar deze heeft niet de soevereine rechten die een regering zou moeten hebben.
Dat Israël zijn gat afkuist met de mensenrechten is niet alleen een kaakslag voor de westerse liberale denkers en de VN, maar voor iedere andere mens ter wereld. De internationale legitimiteit van Israel wordt door unilaterale acties zoals in Gaza alleen maar verder aangetast. De VS bevestigt door haar lakse houding nogmaals dat het werkelijk gegijzeld wordt door Israël - over de hele dynamiek die hier de oorzaak van is, zijn interessante werken verschenen en ziet haar eigen legitimiteit in de wereld op zijn beurt nog verder aangetast. We kunnen ons natuurlijk afvragen of de legitimiteit en geloofwaardigheid van de VS nog slechter kan na acht jaar van rampzalig Bush beleid waarin deze de wereld duidelijk maakte dat de VS als hegemoon enkel geïnteresseerd is in zero-sum reasoning en het beschermen van het eigen overwicht.
Het moet zijn dat in de VS en in Israel irrationele denkers aan de macht zijn. Men kon toch op voorhand voorspellen dat een grootscheepse anti-terrorisme campagne over heel de wereld zonder de goedkeuring van de internationale gemeenschap alleen maar meer haat en terrorisme zou opwekken en de wereld in een vicieuze cirkel van pessimisme en polarisering zou storten. Mensen zonder empathie, die iedere capaciteit tot onderhandelen en het bouwen van vrede ontberen, met zon pessimistische, revisionistische en kortzichtige wereldvisie zouden gewoon nooit aan de macht mogen kunnen komen. En dan hebben we het nog niet over de factor religie (Uitverkoren volk) Gelukkig mogen we er zeker van zijn dat Barrack Obama op dit vlak dubbel zoveel capaciteit bezit als Bush, Cheney en Rumsfeld samen (The horror). Laten we hopen dat Obama zich niet al te hard laat gijzelen en zich wil engageren in lange en verhelderende vredesgesprekken waarbij de Israëlis voluit geconfronteerd worden met het standpunt van anderen en hun eigen misdaden. De wereld heeft een signaal nodig, een signaal dat er toch nog enige wil aanwezig is bij de westerse hegemone machten om de grote onrechtvaardigheden in de wereld aan te pakken. Een hegemoon die zich inlaat met pessimisme en eigenbelang stort de wereld alleen maar meer in een situatie van ellende, wanhoop, strijd en onrechtvaardigheid.
'Een ongezonde geest in een ongezond lichaam'. oftewel 'Dikke Giekes'
Het meest irritante aan geblesseerd zijn, is dat men opeens de eetgewoontes moet aanpassen. De eerste weken van inactiviteit leek het mij nog onschadelijk om mijn boefgedrag niet aan te passen aan de weggevallen fysieke activiteiten. Dit wil zeggen: vier maaltijden per dag, zes boterhammen bij het ontbijt, acht boterhammen des middags, volboeffen bij het avondeten en des avonds nog wat boterhammen. Tot het begin van de examens ça va, maar na de schranspartijen (inclusief wijn) van de feestdagen is de conclusie duidelijk. Den dolf is niet meer den enigste zelfverklaarde sportman met ne pens. De voorbije dagen probeerde ik wat te milderen door "op de voeding te letten" zoals men dat noemt. Nu lees ik ook in het VWB magazine welk verschil er is in het benodigd voedsel van een tamzak en een sportmens. Volgens mij is de zaak hopeloos en kan ik beter proberen om zo dik mogelijk te worden vooraleer ik terug kan keren in de wereld van de sport.
Barack Obama werd zoals verwacht Amerikaans president gekozen. Normaal gezien zou het een veel spannender race geworden zijn, waarin McCain evenveel kans had het laken naar zich toe te trekken door Obama als socialist af te schilderen bij het publiek. Door de domheid en blunders van Sarah Paling en, belangrijker, door de verergering van de financiële crisis kreeg Obama het politieke debat in de richting gestuurd waar hij het sterkst stond. Naast de oorlog in Irak is de ontevredenheid na acht jaar Bush en Republikeinen bij de Amerikaanse burger vooral te situeren op het niveau van de nationale economische neergang. Politieke groentjes en niet ingewijden in het Amerikaanse systeem verwachten nu bijna wonderen van de semi-zwarte (en niet gebruinde zoals oetlul Berlusconi liet noteren) Democraat die qua redenaarstalent niet moet onderdoen voor Martin Luther King. Verwacht wordt dat Obama zich eerst en vooral zal concentreren op het herorganiseren en saneren van de economie. Ook al zal men dit wel wat toedekken door af en toe wat informatie te lekken over andere onderwerpen zoals Irak. Waarschijnlijk is dit ook de beste oplossing. Zonder een stabiele economie is het veel moeilijker om andere interne problemen aan te pakken. En wanneer intern alles wat beter loopt, of deze perceptie begint te overheersen, heeft de Obama administration een veel beter uitgangspunt om een actieve rol te spelen op het internationale toneel. De V.S. is nog altijd het enige land dat een leidende en inspirerende rol kan spelen op internationaal gebied en de wereld naar relatieve vooruitgang kan stuwen. En dit rechtvaardigt meteen ook de enorme aandacht die in de rest van de wereld, niet alleen in Europa, naar de Amerikaanse elections gaat.
Eerst de economie dus en dan Obamas eigen strijdpunten: onderwijs, gezondheidszorg en alles wat daarmee samenhangt. Laten we hopen dat de eerste ambtstermijn van Obama verlengd wordt met een tweede zodat een geleidelijke en serieuze hervorming plaats kan vindenin de laagste regionen van de Amerikaanse maatschappij. Indien dit niet gebeurd zie ik niet in hoe de V.S. de eerste eeuw nog uit de negatieve spiraal geraakt. Het is nu of nooit. Beter onderwijs, gezondheidszorg, belastingsysteem en rechtssysteem kunnen een rechtkrabbelende economie sowieso een extra duwtje in de rug geven.
Nu ga ik even dieper in op de hervorming in het rechtssysteem. Zowel de regering Clinton als de regering Bush gaven de voorkeur aan repressie boven preventie. Dit had natuurlijk een omgekeerd effect en stortte een aanzienlijk deel van de Amerikanen in de miserie. Slechte gezondheidszorg, slecht rechtssysteem, slecht onderwijs (wie geld heeft kan alles, wie geen geld heeft kan verrekken) leidden enkel tot een verdere stijging van het aantal gedetineerden. Het wordt dringend tijd om de fundamenten van de Amerikaanse maatschappij te herorganiseren en het Amerikaans credo van creating opportunities terug alle eer aan te doen. Wie niet begrijpt wat ik hier bedoel moet snel de serie Oz bekijken, die ik sowieso aan iedereen aanraad. Deze reeks over een Amerikaanse gevangenis was destijds baanbrekend (de eerste van HBO) en is nog steeds brandend actueel. Veel beter dan Lost en Prison Break en zelfs beter danThe Sopranos.. Tot nu toe zag ik alleen het eerste seizoen waarbij je vooral in de laatste aflevering van je stoel geblazen wordt.
Wanneer de V.S. intern alles op orde heeft gesteld kan men proberen om de enorme schade die clown Bush het imago van de V.S. in de internationale relaties heeft toegebracht te herstellen. Francis Fukuyama voorspelde in de jaren 1990 het einde van de geschiedenis, het liberaal-democratische model zou de hele wereld gaan overheersen. Onlangs moest Fukuyama zijn stelling bijschaven en achtte hij George W. Bush hiervoor verantwoordelijk. Door de wil van de Internationale Gemeenschap te negeren en op eigen houtje een oorlog in Irak te beginnen met een coalitie of the willing en het feit dat deze oorlog achteraf op drogredenen gebaseerd was bracht Bush junior het imago van de V.S. als hegemoon in de internationale gemeenschap enorme schade toe. We kunnen ons afvragen of die Internationale Gemeenschap nu nog wel bestaat, nu Rusland zich openlijk tegen dit systeem keert. Terug louter een systeem van staten? Toch is het ontstaan van een internationale gemeenschap met gedeelde normen en waarden, die door alle leden gerespecteerd worden, de enige oplossing voor een betere wereld waarin belangrijke problemen zoals oorlog, humanitaire rampen en milieuproblemen adequaat aangepakt worden. De schade die de Amerikaanse neo-conservatieven via Bush II in dit opzicht hebben aangericht is onvoorstelbaar groot.Deze internationale gemeenschap heeft echter een keerzijde voor het rijke westen: het wordt verwacht dat Obama Europa om meer steun zal vragen om de oorlog in Afghanistan tot een goed einde te brengen. Hoewel dit in Europa minder in goede aarde zal vallen, is het te hopen dat de EU hierin zal meegaan, eventueel met een duwtje in de rug van de energieke Sarkozy. En dan mogen die sossen zeggen wat ze willen als België ook eens wat moeite doet (ik spreek me hier niet uit over andere beslissingen van Crembo die minder goed uitvallen). Het gaat niet langer op om steeds maar op de V.S. te kappen (geen lid van International Criminal Court, Kyoto-akkoorden), maar wel al het vuile werk door de States te laten opknappen. Een kleine inspanning als teken van goodwill heeft al enorme gevolgen voor de perceptie en kan wonderen doen op globaal vlak.In dit opzicht is het zeer belangrijk wie de kersverse president Obama zal gaan omringen: gematigde politieke figuren of overwegend neo-cons die ook onder Clinton al te veel invloed hadden
Beschouw dit schrijven als een reactie op de blog van den dikke Fuss. Blijkbaar heeft deze skater het idee opgevat om mij te viseren,hierin bijgestaan door Hans de mof. Het lijkt er zelfs op dat beide triestige figuren in deze queeste om mij te pesten hun onderlinge disputen (het al dan niet betalen van verworven prijzen van weddenschappen) even terzijde schuiven. Zo zou ik ondertussen vermoord zijn door den Dave omdat ik dit sujet teveel zou gepest hebben. Het tegendeel is waar, tenzij ik me mijn eigen verrijzenis niet meer kan herinneren natuurlijk. Bovendien weet iedereen dat Dave, den corrupten baffer, de ware pester in de groep is. Herinner u sms-stalking ( Kereltje ik hem wer serieus gusting om a te whacke, Dees is een boodschap aan elle allemaal gelle zijt stuk voor stuk zeikerds en gaybere Ga mut eraan) en verraderlijke tikken in de maagstreek. Blijkbaar hebben Fuss en Dave gewoonweg niks beters te doen dan zich bezig te houden met zulke onzin. Tijd teveel? Probeer dan eens na te denken over mijn vorige blog (iets dat tot dusver Lars als enige heeft gedaan, met verve).
Soit, genoeg van deze onzin. Graag ging ik even dieper in op de blog van den dikke Fuss over het al dan niet goedkeuren van fitness-activiteiten. Aan Fuss rechtvaardiging van zijn fitness bezoek was blijkbaar een discussie met conservatieve Caponis voorafgegaan. Fuss argumentatie was volstrekt aanvaardbaar. Graag bekijk ik de zaak even vanuit een andere invalshoek en probeer ik hierbij aan te sluiten bij mijn normatieve blog over Roger Moens. U begrijpt dat ik hier weer de maatschappijkritische toer op zal gaan.
An sich is er natuurlijk niets mis met fitness. Wat mij vooral stoort aan dit gehele fenomeen is dat de mens tegenwoordig voor alles moet betalen. Vroeger kocht men bijvoorbeeld loopschoenen en ging men zelf lopen. Om deel te nemen aan een joggings, marathon en dergelijke betaalt men ook inschrijvingsgeld, maar hier betaalt men eerder voor de sociale dimensie. Bovendien haalt men het inschrijvingsgeld vaak makkelijk terug uit drank en cadeaus achteraf. Bij fitness en andere maatschappelijke fenomenen betaalt men echter niet voor de sociale dimensie. Iedereen heeft muziek in zijn oren, kijkt naar zingende negers op MTV, loopt op zijn eigen bandje en rukt aan zijn eigen toestellen. Men betaalt om iets te kunnen doen, gewoon omdat het nergens anders meer kan zonder te betalen. Zo vroeg ik me enkele jaren geleden nog verbouwereerd af waar de jeugd nog kan voetballen zonder dat men zich moet aansluiten bij een voetbalploeg.
Zoals ik in mijn Roger Moens blog al bepleitte vind ik het een taak van de overheden om zoveel mogelijk sport- en andere infrastructuur te voorzien, tegen zo laag mogelijke prijzen. Een groot deel van de infrastructuur zou gewoon gratis moeten zijn. Tegenwoordig worden alle diensten meer en meer beschouwd als handelswaar. En dan gaat het niet alleen om materiële dingen. Vriendelijkheid is ook al lang een commercieel product geworden. U bent zelf toch ook verontwaardigt als u op café onvriendelijk bediend wordt? Alles moet dus verhandelbaar worden en geld opbrengen. Dit noemt men commodificatie. Dit gaat enorm ver. Wij staan er niet bij stil, maar ook basisbehoeften van de mens zijn ondertussen gecomoddificeerd. In sommige derdewereldlanden is de verspreiding van water volledig in handen van multinationals. Wie wil drinken, wie wil leven, moet betalen. Deze exuberante gevolgen van het kapitalistisch systeem gaan te ver voor mij. Kapitalisme is het enige aanvaardbare systeem op lange termijn en op globaal niveau, maar dit kapitalisme moet gereguleerden vermenselijkt worden. Zo simpel is dat. Jammer genoeg toont de toenemende commodificatie dat er eerder een omgekeerde tendens van humanisering aan het werk is in sommige terreinen van de maatschappij en economie. Wij, in Vlaanderen, merken hier allemaal echter weinig van omdat we rijk zijn. Doch, fundamenteel is dit fout.
Graag stel ik u deze dwingende vragen. Denk er eens over na en post uw intiütieve mening in een reactie. Er zijn geen foute antwoorden!
Het gaat hier over de menselijke natuur. Is de mens fundamenteel goed of kwaad? Of is er een tussenweg? Of moeten we dit anders bekijken? Waardoor wordt de menselijke aard bepaald? Door genen of cultuur? Waarom denkt u dit?
Graag doe ik u één van mijn toekomstplannen uit de doeken. Het betreft hier de aankoop van een nieuwe koersfiets. Dit zal nog wel enkele jaren duren, maar toch ook geen decennium. Door intensief gebruik van Fausto Coppi dringt een aankoop van een nieuwe fiets zich sowieso op over een vijftiental jaren. Maar doe er gerust een dikke tien jaar af in mijn toekomstvisie.
Ik hou ervan om af en toe wat te sleutelen aan de fiets: remmen bijstellen, versnellingen regelen, zadel verplaatsen, stuur kantelen, Ik beweer hier niet dat ik er veel van ken, maar het proberen regelen van de ideale positie op de fiets is een leuk neveneffect van het wielertoerisme. Eveneens is men veel beter voorbereid op eventuele brokken onderweg, wanneer men zijn fiets wat kent. Bovendien zie ik het niet zitten om mijn vlo om de haverklap naar de vlomaker te doen en er dan twee weken op te moeten wachten voor kleine mankementjes aan de versnellingen die je mits enige kennis van zake zelf kan verhelpen. Hiervoor doe ik meestal een beroep op nonkel-mecanicien Herman, die er veel meer van kent dan ik. Dat ik de sigaar moet smoren als ik mijn fiets niet gekuist heb moet ik er dan maar bijnemen.
Onder impuls van de kennis vanHerr Mann heb ik het plan opgevat om over enkele jaren van mijn zuurverdiende centen - als ik dan tenminste niet aan den dop zit of getroffen ben door de vinanziële crisis een kader aan te kopen aan een lagere prijs, waarschijnlijk via een gespecialiseerde zaak eventueel via het net. Mits men alle onderdelen voor koersfietsen, vaak goedkoper, kan bestellen en/of aankopen via internet en in fietswinkels is er dus de mogelijkheid om een fiets volledig zelf in een te steken. Naar wens dus. Of dit nu een jaar duurt of langer, dit maakt niet uit. Het proces van aandelen aankopen en toevoegen aan de fiets zal ongetwijfeld leuk en leerrijk zijn. Omdat ik ondertussen doorheb dat de fiets toch wel een van mijn favoriete attributen in dit tranendal is zal ik iets minder besparen op onderdelen en/of kader. Maar op zotte kosten zult ge mij niet kunnen betrappen. Het design van de kader is natuurlijk van belang. De fase van de keuze voor een stalen ros dat bolt en meer moet dat niet zijn ben ik voorbij. Sporadisch raadpleeg ik wat literatuur terzake in tijdschriften als Grinta, Vlaamse Wielrijder en Biker en internet.
Bij wijze van voorbeeld hier de Willier Izoard. Een mooi stukje techniek. U had het misschien al door, ik heb een voorkeur van wit en blauw.
Andere klootzakken, zoals Fuss, kopen natuurlijk meteen een prachtige witte Bianchi. Tja.
Het IOC gaat alle stalen van de Olympische Atleten van Peking terug testen. Men hoopt zo te achterhalen of Peg-Epo (EPO van de derde generatie) ook onder de atleten verspreid was, en niet enkel onder de CERA-wielrenners Schumacher, Sella, Piepoli, Ricco en ongetwijfeld nog meer dan een tiental anderen. Ik voorspel een gigantische ravage na de bekendmaking van deze resultaten. Als ze al bekendgemaakt worden natuurlijk. Ik geloof eerder dat het IOC onder druk van enkele vooraanstaande leden en andere instituten de resultaten in de doofpot zal steken als zal blijken dat 60% (of meer) van de atleten en zwemmers aan de CERA zit. Durft men de zo fel bejubelde Phelps van zijn troon stoten en hiermee ineens Amerika blameren en zijn eigen financiën in gevaar brengen?
Wielrennen is de best gecontroleerde sport ter wereld en het doet er goed aan zich hierin wat meer te profileren en de laatste restantjes van de omerta te laten voor wat ze zijn. Sommige renners, zoals Sebastian Lang en Philippe Gilbert, hebben dit begrepen, maar worden zelf vaak moedeloos door de macht van oude en nieuwe dopingzondaars en de berichtgeving door de pers die duidelijk twee maten en gewichten hanteert.
Vorig jaar werden alle F1-piloten voor het eerst aan zware dopingtests onderworpen. Vooraf was al bekend dat de resultaten niet officieel gemaakt zouden worden, omdat iedereen in het milieu wist dat alle piloten aan het spul zaten. De testen waren dus meer een vorm van interne controle om te zien of er niemand te extreem bezig was. Vergelijkbaar met de jaren negentig in het wielrennen, onder leiding van UCI-clown Hein Verbruggen, dus. Zinedine Zidane, jarenlang de beste voetballer ter wereld, was een tijdlang gedopeerd. Dit wordt echter al jarenlang met de mantel der liefde bedekt. Zonder doping was hij nog de beste. Iedereen moet wel beseffen dat het een enorm verschil maakt op topniveau als je op het einde van een match nog 10% meer reserve in de tank hebt en daardoor veel frisser voor de dag kan komen.
Ik ben echt eens benieuwd wat er gaat terecht komen van die CERA-tests van Peking, wetende dat de atleten enkele maanden geleden ervan uitgingen dat de producten die ze namen onopspoorbaar waren. Wie weet hoeveel medailles er nog uit de kast kunnen vallen voor de Belgen
Tot slot nog even melden dat ik me enorm stoor aan het populaire schrijven dat men tegenwoordig in zo goed als alle kranten vindt. Wanneer er over doping en wielrennen geschreven wordt, wil men de alwetende nuancerende journalist uithangen in grotere achtergrondartikels. Ondertussen verkondigt men wel cafépraat (gazettepraat?) in de kleine opvulartikels in de marge. Men probeert uit te leggen wat CERA is en eindigt het stuk droogweg: Er is ook al een vierde generatie op komst: de genetische epo. Die zou nog niet detecteerbaar zijn. Dit is zo goed als zeggen: over een jaar wordt deze nieuwe epo gepakt en een half jaar later kunnen wij onze krant weer vullen met dopinggevallen. Sinds wanneer mogen journalisten de krant vullen met op komst en zou zonder verdere uitleg? Na enig kritisch onderzoek weet men dat gen-epo in de medische wereld nog in zijn kinderschoenen staat en dat het nog minstens tien jaar zal duren voor deze de overstap zal kunnen maken naar de sportwereld. Een beetje professionalisme graag.
De laatste maanden ontwikkelde ik werkelijk een zintuig tot opsporing van dopinggevallen in het wielrennen. In de veronderstelling dat meer dan 90 % van de renners van de pro-tour ploegen tegenwoordig zuiver rijdt of slechts minimaal geprepareerd is met minidoses en met enige voorkennis van doping en de normale evolutie van renners is het tegenwoordig simpel om bedriegers in het vizier te halen. Op de preparatie van Emmanuele Sella wilde ik grof geld verwedden en ik kreeg gelijk. Ook Stefan Schumacher was een overduidelijk geval. Men kan niet zomaar de wetten van de fysieke begrensdheid tarten. Hier gaat het om zeer goede renners, denk ook aan Piepoli en Ricco, die door middel van CERA en/of andere verboden middelen hun prestaties naar ongekende hoogten weten te stuwen.
Een tweede categorie van pakkers situeert zich niet in de hoogste regionen van het wielrennen maar er net onder. Renners die zich willen doperen kiezen niet meer voor een Pro-tour ploeg omdat ze weten dat men daar vele malen meer gecontroleerd wordt dan bij een continentale ploeg. Als er nog systematisch dopinggebruik bestaat, dan is het in de tweederangsploegen in Italië, Spanje en Portugal. Denken we maar aan de Portugese Benfica-ploeg waar in het voorjaar nog EPO-centrifuges in beslag werden genomen. In deze ploegen leeft de EPO-cultuur die in deze landen leefde tot aan de zaak Fuentes vaak nog verder, maar nog meer binnen gesloten kring.
Dit alles wil echter niet zeggen dat iedere renner uit een continentale ploeg die goed presteert meteen bestempeld moet worden als pakker. Denken we bijvoorbeeld aan Ezequiel Mosquera. Volgens velen verdacht omdat men nog nooit hoorde van deze Spanjaard van 33-34 jaar die vorig jaar vijfde werd in de Vuelta, dit jaar vierde. Men kan het ook anders stellen. De enkelingen in Spanje die zich niet dopeerden in de Fuentes-periode krijgen eindelijk de kans om hun ware kunnen te tonen nu de topsnelheid in de finale van wedstrijden 2 km/u lager ligt dan jaren geleden.
Toen ik onlangs kanttekeningen plaatste bij de overigens schitterende overwinning van een Colombiaans renner bij de beloften op het WK in Varese kreeg ik de kritiek: zijt ge daar weer met uwen doping. Doch, weinigen delen mijn mening dat de wielersport nooit zo zuiver was als nu en vorige week berichtten de kranten dat de renner in kwestie alreeds betrapt werd op het gebruik van testosteron. Deze colombiaan rijdt voor een Italiaanse tweederangsploeg en koerst vooral in zijn geboorteland. Dit zijn feiten waarop ik mijn oordeel baseerde. Tercht blijkbaar.
Conclusie: biologisch paspoort dringend uitbreiden naar continentale ploegen. Anders dreigt een parallell circuit te ontstaan met een hyper gecontroleerd pro-tour peloton en een peloton van continentale ploegen waarvan de zuiverheid altijd onduidelijk zal blijven. En dit laatste zal dan weer meer en meer minder slimme renners die balanceren op het randje van een profcontract en werkloosheid aanzetten tot het gebruik van verboden middelen. Een laatste middel om hun grote droom profrenner worden- te realiseren. De UCI moet zijn speurneus bijstellen.
Ik vraag dus duidelijkheid en gelijkheid (van controle) voor alle renners overal ter wereld. Zolang de UCI dit niet kan garanderen, blijft ze wederom in gebreke en blijven hun eisen tot een zuiver wielrennen ongerechtvaardigd uit de mond van hun vertegenwoordigers.
Graag zou ik iedereen willen bedanken die mij de voorbije weken op de een of andere manier complimenteerde met (sommige van ) de teksten op deze blog. Ik moet toegeven, vaak kwamen de reacties van mensen waarvan ik het niet meteen had verwacht. In ieder geval doet het deugd om af en toe eens een complimentje te krijgen en dit is zeker een motivatie om af en toe nog eens een tekstje te schrijven.
Ik grijp hier ook de kans aan om bezoekers van deze blog aan te moedigen te reageren op mijn teksten. Vaak probeer ik een discussie op te starten. Zeker degenen die beweerden "dat ik af en toe de bal missla" (dopingproblematiek) nodig ik uit om mij te melden waar zij dan wel van mening verschillen, zodat we een vruchtbare discussie met wederzijdse argumenten kunnen starten.
Nu ga ik wat lezen in het HUMO-boek van Dimitri Verhulst alvorens mij voor de zetel te planten om te supporteren voor Jan Bakelants (uit Olen) en de andere Belgen in Varese.
Ik was al tamelijk zeker van mijn zaak. Jarenlang. Maar nu ik de kwestie zelf empirisch heb onderzocht, is de conclusie ontontkomelijk: den dolf was ( is ? ) nen dikken blazer. Jaren geleden beweerde Ruud Vanderveken dat de trainingen bij den Ijshockey zo zwaar waren dat hij er een ijzeren conditie aan had overgehouden. Ruud beweerde dat hij "met de manne van den ijshockey" een uur lang tegen 16 km/u kon lopen. Ik beweerde dat dit onmogelijk was. Voor alle duidelijkheid: wij waren toen rond de dertien, veertien jaar oud. Ruud hield koppig vol en bracht me zelfs licht aan het twijfelen. Ruud drong aan op een weddenschap en uiteindelijk stemde ik toe. Er zou een uur lang tegen 16 km/u gelopen worden. Ik stelde één trainingsweek voor maar Rudi stond op een directe afhandeling van de kwestie. Ook het vlakke Heike werd afgewezen als parcours. De test moest en zou gebeuren in het heuvelachtige bos tussen Herentals en Lichtaart. Als Ruud won zou hij van mij twee spiksplinternieuwe wielen voor zijn koersfiets krijgen. Als ik won zou hij mij een Nintendo 64 spel betalen... De looptest kon niet anders dan faliekant aflopen en zo komt het dat het spel Super Smash Bros uit mijn collectie deels betaald is door de heer Vanderveken. Gelukkig hield Vanderveken zich destijds ook vele tientallen uren zoet met dit spel. De boemerang van grootspraak durft wel eens meer terugkeren in het gezicht van onze maat Rudi. Een uur lang 16 km/u lopen... het zal eerder 6 km tegen 10 km/u geweest zijn. Wanneer Ruud ooit in zijn leven deze prestatie weet neer te zetten krijgt hij van mij stande pede nen bak Duvel.
Onlangs beloofde ik ook aan onze pa 3 bakken Duvel. Dit in het geval dat Lance Armstrong in 2009 de Tour de France zou winnen. Deze belofte deed ik in mijn frustratie over de grootspraak die in de kranten te lezen was waarmee de geruchten en aankondigingen van de comeback omringd werden. Deze grootspraak herinnerde mij aan de onzalige Armstrong-figuur uit de jaren waarin hij de Tour de France in een ijzeren greep hield. Nu, enkele weken later is de storm al ietwat gaan liggen en heeft Armstrong zijn verhaal zelf kunnen doel. Nu krijgen we een mildere en menselijkere versie van de feiten te horen. Voor het eerst in mijn leven krijg ik zelfs sympathie voor The Boss. Armstrong stelt zich een heel pak realistischer op en wil zijn bekendheid aangrijpen om zijn Livestrong kankerbestrijdingorganisatie overal ter wereld te promoten. Een combinatie van persoonlijke noden en ambities en een nobel doel. Hier kan ik alleen maar respect voor opbrengen.
Toch hoop ik dat dat Armstrong zich niet zoals vroeger gaat gedragen als de dictatoriale Boss van het peloton. Ik had het al eerder over sportethiek. Toen Philippe Gilbert in de laatste Tour van Lance Armstrong te vroeg demmareerde naar de zin van King Lance en zijn ploegmaats erop uitstuurde om Gilbert uit te kafferen werden grenzen overschreden, net zoals toen Armstrong een persoonlijke oorlog uitvocht met Fillipo Simeoni. Contador moet starten als kopman, zo simpel is dat. Al moet ik er wel bijzeggen dat ik er ook problemen mee heb dat Leipheimer zich heel de Vuelta 2008 ten dienste moest stellen van Contador terwijl hij zijn kopman in een open strijd had kunnen kloppen...
Wat mijn aversie voor de terugkeer van Armstrong volledig doet verdwijnen is zijn nieuwe houding tegenover doping. Armstrong beseft dat geheimdoenerij geen optie meer is in een veranderd klimaat ten opzichte van verboden middelen en gaat er van uit dat de top tien in de Tour het komende jaar zuiver zal rijden - en dit in tegenstelling tot Armstrongs succesjaren. Hij stelt voor zijn bloedwaarden heel het seizoen op internet te plaatsen en laat zich door twee onafhankelijke dopingjagers, waaronder Rasmus Damsgaard die dit voor de hele Astana en CSC ploeg doet, controleren. Ik ben een enorme voorstander van de vrijgave van bloedwaardes en juich dit initiatief toe. Doch, Armstrong zal nooit meer kunnen ontkomen aan dopinginsinuaties. Als hij wint beweert men dat hij "iets nieuw gevonden heeft ", als hij niet wint "pakt hij niet meer." Laten we wel wezen: Armstrong nam indertijd EPO en wie weet wat nog allemaal, dus voor een deel heeft hij de beschuldigingen aan zichzelf en zijn vroegere grootspraak te danken. Persoonlijk geloof ik niet dat Armstrong de Tour 2009 wint. Dit omdat hij ondertussen al 3 jaar geen topcompetitie uitvocht en zeker niet gedurende een ronde van drie weken. Armstrong kan wel rekenen op een enorme dosis talent en wilskracht en kent op rondegebied geen zwakke punten. Zeker in de tijdritten kan hij nog het verschil maken. Armstrong kan dus eventueel de Tour winnen op dezelfde manier als die waarop Alberto Contador de Giro van dit jaar won... Winnen of niet, als Armstrong in 2009 in de Tour in de top vijf eindigt heeft hij een formidabele prestatie geleverd.
Sport en ethiek. Twee zaken die los staan van elkaar? Volgens mij niet. Sport impliceert competitie en competitie impliceert regelgeving. Deze regelgeving is hopelijk gebaseerd op ethiek. Een sportethiek. In de meeste sporten is de regelgeving echter ondergeschikt aan de sportethiek. Dit omdat de sporters een groter eergevoel hebben dan de bonobo's van de sportbonden. Sporters voelen aan wanneer ze de regels van de pure competitiviteit overtreden. Toch is een sportethiek niet bij iedereen aanwezig of in dezelfde mate aanwezig, wat natuurlijk te verklaren is door het feit dat het streven naar roem en geld de overhand neemt op de natuurlijke competitiviteit. Een typevoorbeeld is doping. Hierbij moet opgemerkt worden dat de mens van in de Oudheid op zoek is naar de grens tussen zuivere sportvoorbereiding en ongeoorloofde middelen. Onze sportethiek is deels arbitrair en sociaal en cultureel geconstrueerd.
Graag neem ik de stelling aan dat voetbal een sport is die nog weinig ethisch in elkaar zit. Op vele gebieden. Vele voetballers zien het niet zitten de inspanningen te leveren die van hen verwacht worden als ze er niet voor (over)betaald worden. Fair-play is vaak ver te zoeken en scheidsrechters zijn wel goed gek dat ze een hele match lang op hun kop laten kakken. Wat me echter nog het meest stoort is de immorele kortzichtigheid van vele voetballers, graag beschouw ik ze als dandy's die in niets meer gelijken op de dwangarbeiders van de arena uit het oude Rome of de balspelslaven in pre-columbiaanse culturen. Voetbal blijft echter wel een functie van brood en spelen vervullen in onze samenleving. Neem nu de uitspraken van Vincent Kompany, volgens velen het grootste Belgische talent (hiermee ben ik het niet eens in de invulling van de definitie van talent van Roger Moens). Kompany klaagde heel de zomer lang over een gebrek aan respect van zijn ex-club Hamburg voor zijn wensen om deel te nemen aan de Olympische Spelen. Kompany stond op zijn persoonlijke rechten en nam enkele vakbondstermen in de mond. Ergens had hij misschien wel een beetje gelijk, maar de stelling dat een voetbalclub zijn profvoetballers als werknemers kan en mag beschouwen is ook correct.
Terwijl Kompany sportethische argumenten gebruikt in zijn dispuut met de Belgische Voetbalbond en Hamburg is hij er als de kippen bij om een contract te tekenen bij Manchester City, een club in het bezit van een of andere Arabische sjeik met een veelvoud van het persoonlijk kapitaal van Roman Abramovitsj (Chelsea) en de Amerikaanse eigenaars van Liverpool bij elkaar. Je hoort Kompany natuurlijk niet klagen dat hij daar makkelijk zijn zakken kan vullen met oliedollars. Dit is geld dat misschien beter in de Verenigde Arabische Emiraten was gebleven om ten goede te komen aan de vele (buitenlandse) arbeiders die daar dagelijks hun leven riskeren op de megalomane bouwwerven van de sjeiks.
Ik zit al een tijdje te wachten op een voetballer die weigert voor een club te tekenen uit ethische overwegingen. Wie wil monsterlonen verdienen op de kap van slavenarbeid en criminaliteit? De Thaise Premier Thaksin werd zijn land uitgejaagd wegens massale corruptie.Nu resideert hij in Engeland en financiert hij zijn voetbalploeg in de Premier Leauge (ik twijfel of het Everton of Manchester City was). Roman Abramovitsj bouwde zijn kapitaal op in de schimmige periode vlak na de ineenstorting van de Soviet-Unie. In zijn mijnen en fabrieken worden Centraal-Aziatische migranten tewerkgesteld tegen hongerlonen en is de arbeidsveiligheid ondermaats. Ik herhaal: wanneer weigert een voetbalspeler eens voor een club te tekenen waarvan geweten is dat het zijn spelers betaald met geld van kapitalisten en ego's zonder scrupules ? Dát zou pas een statement zijn.
Vorige zaterdag nam ik deel aan de Holle Wegen jogging in Hoegaarden. Een lastige loop over een zwaargolvend parcours met fraaie uitzichten. Ik had me voorgenomen om me hier eens te testen. Een beetje als vergelijking met de Ekiden in Brussel van vorig jaar waar ik toen zeer diep ging. Deze keer had ik de voorbereiding iets professioneler aangevat en had ik zelfs een middeltje op de kop kunnen tikken tegen overactieve darmen. Uiteindelijk leverde dit een mooie 10de plaats op in de 8 km in een mooie tijd van 32.00 min. Volgend jaar ga ik voor een top vijf plaats in deze jogging waarvan het parcours op mijn maat geschreven is. Dit zal niet simpel zijn, wetende dat ik echt alles uit de kas haalde, maar pieken doet presteren...
Ander heuglijk nieuws uit Olen: Jan Bakelants bekroont zijn voordien al meer dan geslaagde seizoen met een overwinning in de Ronde van de Toekomst. ( http://www.sporza.be/cm/sporza.be/wielrennen/1.380321# )Laat dit een stimulans zijn voor mijn neef Raf die al vanaf zijn eerste beloftenjaar tamelijk sterk gericht is op prestaties. Bakelants bewijst dat het laatste jaar absoluut het belangrijkste is voor belofte wielrenners. Pieken doet presteren en op den bond discussieert men niet met renners die geen uitslagen rijden...
Bakelants rijdt volgend jaar voor Topsport Vlaanderen, na mislukte onderhandelingen met imperialist Lefevre en Lotto. We zijn eens benieuwd. In ieder geval: toen ik gisterenavond een kababke ging afhalen (in de zaak alwaar men 'wietwijn' verkoopt) lag daar de sensatiekrant Het Laatste Nieuws op een tafeltje. Ergens ten midden van de sport trof ik een artikel aan over Tom Boonen's voorbereiding op het WK, in de Ardennen. Boonen, Gilbert, Aerts én Bakelants waren een stevige training gaan afwerken in het Ardense. Ik citeer: " Die Bakelants maakte indruk ". ça va.
Kent u Roger Moens? Sommigen onder u kennen deze energieke grijzaard (78) waarschijnlijk beter dan ik. Anderen hebben er nooit van gehoord. Moens won zilver op de Spelen van 1960 in Rome en was zeven jaar lang wereldrecordhouder op de 800m, de lastigste afstand mogelijk op een atletiekpiste.
Onlangs nodigde Roger Moens enkele journalisten bij hem thuis uit want er lag iets op zijn lever. Zo gaat dat: Moens reflecteert, nodigt de pers uit (U moet komen) en steekt van wal. Ha! Kom binnen, neem een stoel, zwijg en luister. Moens leidt het gesprek en de journalist probeert de voormalige atleet en commentator wat te sturen waarop deze zich weer op gang trekt en een antwoord poneert dat een heel blad kan vullen. Roger Moens stapelt de oneliners en uitspraken waarvoor anderen beschimpt zouden worden op. De winnaars van de atletieknummers: Afstammelingen van Afrikaanse slaven die indertijd van Afrika naar Amerika werden gesleept, Oost- en Noord Afrikanen, De Australiërs, simpel, de eerste blanken die er werden gedropt waren criminelen. Kortom: Zet dat alles op een rijtje en ik zeg u: het is gewoon genetisch bepaald. En verder: Ik beweer dat de Chinezen in Peking zijn weggeveegd, bijna al hun gouden medailles komen uit secundaire sporten. België zal nooit veel medailles halen, simpelweg omdat we historisch gezien te weinig zwarten en slaven hebben ingevoerd en te weinig criminelen hadden. Verder zijn we te klein en veel gezapiger dan Nederlanders.
Het verschil met andere ex-topatleten op leeftijd is echter dat Moens straffe uitspraken niet dienen om het ego te strelen of om de eigen tijd op te hemelen. Moens kadert al zijn beweringen perfect, steekt een consistent betoog af en slaat iedereen tilt. Hij heeft gewoonweg groot gelijk. Moens ergerde zich aan het gedrag van Bert Anciaux op het einde van de Spelen. Terecht. Emo-Bert (En al die criticasters ze kunnen de pot op huhuhu) zou beter eens goed luisteren naar Roger. Nooit ging zo veel geld naar zo weinig talent. We missen een echte sportcultuur, zowel op school als in familieverband. Boer zoekt Vrouw en de zoveelste herhaling van FC De Kampioenen halen gemiddeld meer kijkers dan de Olympische Spelen, tenzij op eer uitzonderlijke momenten, zoals de finale van Tia Hellebaut. Weer juist. We moeten er ons bij neerleggen dat meer dan de helft van de bevolking sport louter bekijkt als brood en spelen en er in feite niets van kent. Maar we mogen toch wel verwachten dat de Minister van Sport niet tot deze groep van de bevolking behoort. Alle Belgische atleten op de Olympische Spelen hebben goed tot zeer goed gepresteerd voor hun mogelijkheden. Enkel de beachvolleyballsters hadden wat meer op de weegschaal mogen gaan staan, maar dit terzijde. Toch worden velen van onze Olympiërs pispaal van de ganse natie. We moeten beseffen dat zij slechts de top van de piramide zijn en zolang de basis van de piramide zwak is kan de top niet hoger gebouwd worden. Een sportcultuur dus. En dit past perfect in hedendaagse populaire campagnes het is zo ver gekomen dat we het moeten hebben van campagnes- zoals Start to Run, Start to Swim, Sport vermindert stress, Sport is gezond, Lichaamsbeweging is belangrijk voor uw welbevinden etc. Weer het woord aan Moens: Topsporters zijn het product van pa en ma, gekruid met de genen van de voorouders, nadien beïnvloedt door omgeving, opvoeding, voedingsgewoonten en training. Wetenschap en technologie kunnen dat alleen bijschaven en in goede banen leiden, meer niet.
Dus, om verder te gaan in het spoor van meester Moens, pleit ik voor een grondige hervorming van het onderwijs: ofwel schaf je Lichamelijke Opvoeding af, ofwel organiseer je het deftig. Met meerdere leerkrachten tegelijk, initiatielessen in verschillende sporten in samenwerking met alle Sportbonden, halve dagen sport en cultuur met keuze en een wetenschappelijke ondersteuning op een speels niveau. En een verbod op brommerkes voor de jeugd. We hebben alles zelf in de hand. Alles behalve de genen van de voorouders. Daar moeten we ons gewoon bij neerleggen. Die Bourgondische genen hoeven echter geen obstakel te zijn voor occasioneel een goede topsporter hier en daar. Want zeg nu zelf: wie is hier niet komen slaven-drijven en vogelen in de geschiedenis? In de eerste plaats de moffen, al konden zij de West-Vlamingen niet temmen (jammer genoeg, want nu moeten wij het zelf doen). Fransen, Oostenrijkers, Spanjaarden, Romeinen, Germanen (oermoffen). Uit deze mengelmoes van genen moet af en toe wel eens een goed brouwseltje kunnen voortkomen, of niet?
En: niet blindstaren op het aantal medailles, zoals de Chinezen dat wel doen, is ook raadzaam. De Olympische gedachte is daar ver te zoeken, bij die hondeneters. Roger Moens: Wat de Chinezen doen met hun turners is pure kindermishandeling. Daarvoor wens ik niet te applaudisseren. Het gaat niet alleen om de prestaties op topniveau, maar deze zijn wel afhankelijk van een brede basis. Kijk ook naar de voordelen voor de ganse maatschappij. Doch, een grondige mentaliteitswijziging is nodig. Waar kan de jeugd nog sporten? Overal moet men (tamelijk hoge) bedragen ophoesten en/of zich schikken naar de wil van incompetente trainers en kortzichtige bestuursleden. Voetbal is het typevoorbeeld: tegenwoordig kan men alleen maar voetballen als men bij een club gaat en dat hele wereldje is enorm verziekt door het kapitalistisch geldsysteem. De oplossing: het hele land moest bezaaid zijn met voetbalveldjes, basketveldjes, bmx-parcoursen, openbare sportvijvers, finse pistes en dergelijke. Dit alles gesponsord en niet te vergeten door plaatselijke besturen. Sport en zijn infrastructuur moet opnieuw openbaar worden. Het geld hiervoor mag komen van afgeschafte subsidies voor promotie van Eurosonginzendingen en een rationele herverdeling van de subsidies van de Minister van Sport. Ook de plaatselijke clubs kunnen betrokken worden in dergelijke projecten.
Tot slot, want ik ben hier al even aan het doorbomen, een interview afsluiten doet Moens ook in stijl. Op de vraag wat hij van de atletiekverslaggevers op de VRT vond: Ik zal één ding zeggen, over de sportverslaggevers van vandaag in het algemeen: zodra er een Belg wint, krijgen ze blijkbaar allemaal een slag van de molen. Heerlijk.
Deze week donderde er een foto naar beneden die onhandig aan mijn klerenkast te Leuven bevestigd was. Toen ik de foto opraapte werd ik herinnerd aan een fietstocht enkele jaren geleden richting Postel. Naast het feit dat het een mooie opname betreft, viel mij vooral de aanwezigheid van Caponis op. Met een kinderlijk babyface dat hij nu, geruime tijd later, achter zich heeft gelaten. Eén gevoel overheerste bij deze reflectie: treurige melancholie.
Ik gok dat de rit naar Postel al minstens drie jaar geleden te situeren valt. Ondertussen fietste Caponis nog enkele malen mee met onze zondagse bende. Soms met succes, soms minder. Zo herinner ik mij de eerste maal dat Caponis met zijn nieuwe GIANT reed en iedereen uit het wiel vlamde op de eerste steile bergskes in Aarschot. Gewoon omdat hij er eens zin in had. Zo herinner ik mij ook onze fietsvakantie van twee jaar geleden in Vaujany. In die periode hadden wij beiden ongeveer evenveel getraind, met als hoogtepunt een driedaagse richting Chartreuse en consoorten samen met Dr. Dave. Beiden waren wij nog te jeugdig en ontbeerden we een basisconditie om dag na dag met de sterke diesels als Ivo en Krislat mee te kunnen op lange beklimmingen zoals Croix de Fer en Alpe dHuez. Jeugdig enthousiasme en lichtgewicht maakten echter veel goed. De eerste dag reed Caponis in feite al alles aan flarden op de Col dOrnon waarna hij mij als volgt aansprak Waar zat gij?. Ik, klein pierken, opteerde voor een zeer rustig tempo tijdens de eerste kennismaking met de cols met de komende dagen in het achterhoofd. En inderdaad,tijdens dag drie en vier was duidelijk dat het beste er af was bij Caponis, het duidelijkst merkbaar op Alpe dHuez. Zelf forceerde ik mij dan weer door te proberen als enige eens met Ivo mee naar boven te fietsen op de magistrale slotbeklimming van Vaujany en er nog een slotsprint uit te persen. Wat krijgt men dan: op de laatste dag drijft de olie boven en komt Caponis mij als een colibri voorbijgefladderd op de laatste meters van Les deux Alpes. Dit nadat ik heel de klim een heel stuk voor Caponis en Dr. Dave fietste. Vermoeidheid in de benen en het ganse corpus belette mij om finaal mee te schuiven in het wiel van jongere broer
Andere momenten zijn deelnames aan de Sean Kelly rit in de Ardennen en een zondagse rit in het Hageland, afgesloten met een enorme klop van de hamer na negentig kilometer.
Om de een of andere reden blijft fietsen met de broeder iets speciaal. Althans dit was het toch. Samen sterk en dezelfde kwaliteiten. Trots zijn op de gezamelijke prestaties. Zo blijft mijn mooiste herinnering een duo-demmarage van kop af onder mijn impuls doorheen de Langestraat in Houtvenne waarbij we door middel van snelle aflossingen snelheden haalden die we niet voor mogelijk achtten na zon lange en zware rit. Althans, dat vond ik ervan. Caponis vond het maar normaal (gewoon). Voor mij is dit evenwel het leukste aan fietsen en sport in het algemeen: voelen dat men beter wordt. De verwondering. En dan is het natuurlijk leuker om die verwondering te delen met uw broer.
Jammer genoeg behoort dit alles tot het verleden. De fietstochtjes van Caponis zijn tot een uiterst minimum teruggebracht en zijn uithouding is abominabel. Dit kan niet verhuld worden door zijn duidelijke opstoten van talent die in korte ritjes rond Herentals gedemonstreerd werden. Probeert u zelf maar eens 40 km/u te rijden zonder getraind te zijn.
Ik weet dat mijn broer in de knoop ligt met zichzelf en te dwangmatig bezig is met van alles en nog wat waardoor er in feite niet veel gebeurt. Dat onze Jakke gestopt is met fietsen is natuurlijk slechts een banaal fragment van wat ik bedoel, maar zeer tekenend. Ik zou een boek kunnen schrijven over de voordelen van het sociale fietsen tegenover het materiële leven, maar dit zou ons te ver leiden.
Ik ben ervan overtuigd dat Caponis zelf gelukkiger zou zijn als hij zijn eigen zelfbeklag eens zou doorzien en slogans als Het vuur zal weldra ontbranden en Ik rij mee als ik zo goed ben als ik wil zijn zou vervangen door ritjes met mij en anderen. En dan zal ik me erbij neerleggen dat ik er nog eens grandioos wordt afgereden op de heuveltjes van Kessel-Lo en Holsbeek zoals twee jaar geleden in februari tijdens een ritje waaraan Jan Vanlommel nog altijd graag refereert.
Vandaag deelgenomen aan de parochiejogging hier in O.L.V. Olen, een stratenloop die door onze straat passeerde. Bij wijze van training opteerde ik voor de 12 km. Dit viel toch wel even tegen: grotendeels te wijten aan het weer (27 graden was voorspeld). Te warm voor mijn aders. Ook het parcours ligt me niet. Constant op beton lopen geeft me altijd een enorme stramheid tijdens en na het lopen. Een matige prestatie geleverd (12,6 km//u gemiddeld op een afstand van 12,31 km.. Dat moet beter, bij betere omstandigheden. Volgend jaar start ik in ieder geval in de 6 km want mijn besluit staat vast:: geen lange afstanden meer op stratenlopen. Geef mij maar heuveltjes, boswegeltjes en fris lenteweer. Hopelijk treffen we dit in Hoegaarden over enkele weken.
De filosoof mag beweren wat hij wil: afzien op de fiets is veel leuker dan afzien tijdens het lopen. Lopen is voor mij een hoogstaande sport omdat het weinig of geen geheimen kent. Het toont de pure conditie. Fietsen heeft echter een hogere graad van genot, je komt nog eens ergens en het competitiegevoel is ook niet te versmaden. Van 5 km vlammen of een sprintje op het Heike winnen kan je genieten, net zoals van de sierlijke snelheid of het windklieven. Een gevoel dat het zwoegende lopen niet kent in mijn geval.
Tot slot moet ik hier Monster Ivo nog feliciteren met zijn prestatie op de 21 km die hij aflegde met een gemiddelde snelheid die zelfs net iets hoger lag dan de mijne...
Voor de Fuss: deze overdreven negatieve column van 1-10-2007
Twijfel
Op dagen zoals deze wanneer het zo goed als de hele dag regent raak ik meer uit mijn humeur door dat belachelijke tuig dat men een paraplu noemt dan door de regen zelf. Straten gevuld met mensen die blijkbaar snel ergens moeten zijn. De meesten van hen met zon belachelijk stokje met een kronkel erin in hun handen en dat stuk paddestoel boven hun hoofd. Een paddestoel heeft echter geen ijzeren pinnen. Een paraplu wel. Resultaat is dat een normale mens zoals mij, die zich kleedt met een regenjas of de druppels niet aan zn kouwe kleren laat raken, constant van zijn route moet afwijken om geen oog uitgestoken te worden door de massa. Als men dan toch met dat belachelijk ding wil rondlopen, heb dan tenminste het fatsoen om andere mensen er niet mee te hinderen. Die paraplu lijkt wel een middel om andere mensen op een veilige afstand te houden. Ze zouden maar eens in uw tetten kunnen knijpen. Ik haat paraplus.
Vorige zaterdag was ook zon regendag, maar dan zonder de paraplus. Ik bevond me namelijk in het olijke Olen. Weliswaar tamelijk laat opgestaan wegens verkenning van de kroeg De Ton, waar Wouter Pils achter de toog van jetje stond te geven (enkel de bretellen ontbraken nog). Even vermelden dat Caponis nog veel later uit zijn nest kroop om een gehele dag rond te lopen als een illustratie van de song Kgon nor huis met de zombie van Leuvense Legende Big Bill. Des avonds trok ons gezin naar een kwis. Uiteindelijk had ik dan ook toegegeven na immense druk van de andere leden van ons team (met de fletse naam Hallogeenantwoord). Ik zou deelnemen. Natuurlijk een slecht idee na de nachtelijke escapades van de dag voordien en de ING Brussels Ekiden in het vizier voor de dag erna. Vandaar dat ik nu weer met keelpijn zit.
Ja, zon kwiske is soms wel eens leuk. Omdat we een goed team hebben waarin iedereen iets weet van andere onderwerpen en ik hier de meest onnozele van de bende ben. Even vermelden dat ik voor aanvang van de kwis Caponis alreeds drie maal verslagen had met armworstelen. Ook is het altijd leuk om de reacties van de familieleden te zien wanneer men een vulgaire opmerking maakt zoals bij de vraag over dikke-truien-dag : Een dikke tetten-dag zou beter zijn!
Bij het begin van de kwis had ik een knappe deerne opgemerkt aan de tafel naast ons. Ik schonk echter verder geen aandacht aan dit moment, zoals er vele momenten zijn. Doch, wat later verstoorde Capornis mijn kwisritme door er mij op attent te maken dat ik de dame in kwestie wel degelijk van ergens kende.
Het heeft weinig nut om over zon zaken te schrijven en soms kan men ook wel eens gigantisch in de shit terechtkomen door over andere mensen te schrijven, maar af en toe heeft men ook wel eens schijt aan dat soort dingen. Net zoals mensen soms wel eens schijt hebben aan Hugo Broos. Nu zag ik daar dus weer het meisje zitten waarbij ik me voor het eerst in mijn leven afvroeg of ik verliefd was. Het was een tijd dat men over twijfels nog praatte op msn met vrienden. Eigenlijk was ik in een bepaald opzicht wel een loser. Steeds weer op plaatsen terechtkomen waar je niet hoort te zijn. Anderzijds is de jeugd bij iedereen wel een tijd waaruit je evenveel, misschien wel meer, leert uit negatieve ervaringen dan uit positieve of neutrale ervaringen. Het was de tijd dat den Hurk nog maar pas zijn lijst potentiële lieven had afgezworen, den tijd dat de Lars nog weigerde bier te drinken en den tijd dat ik nog niet eens assertief genoeg was om te stoppen met zaalvoetballen of minder op gang te gaan om mijn spataders te sparen.
Of ik toen verliefd was weet ik nu nog altijd niet. Al snelde groeide destijds het besef dat het allemaal niks ging worden. Natuurlijk grotendeels mijn fout, als we moeten spreken in termen van fout. Maar zeker niet alleen mijn fout. Men durft zich dan wel eens afvragen of het in andere omstandigheden wel iets had kunnen worden. De sterken overleven, de zwakkeren sterven. Ik kan alleen maar concluderen dat ik de voorbije jaren veel geleerd heb, zoals iedereen in zijn jeugd ongetwijfeld en dat ik nu veel beter in mijn vel zit. En ik mag hopen dat het nog beter kan. Ik besef nu echter meer dan ooit wat voor mij belangrijk is in het leven, wat belangrijk is om het verblijf in dit trieste tranendal draaglijk te maken. Het enige wat ik van u vraag is respect voor mijn zijn. En indien u ze op overschot hebt: tetten!