VDB est mort. Frankie Boy maakte hoogstwaarschijnlijk in een schemerzone tussen bewust en onbewust gedrag zelf een einde aan zijn leven. Naast zijn bed, in een hotel in Senegal, werden slaappillen, angstremmers en insuline gevonden. Insuline is een levensgevaarlijk product voor iedereen die geen suikerziekte heeft. Voor labiele mensen als VDB zijn zogenaamde vakanties naar verre landen altijd gevaarlijk en een teken aan de wand van een extreem zoeken naar isolement. De woorden van Nico Mattan vandaag spraken in dit opzicht boekdelen.
Het Belgische wielerpubliek verliest hiermee zijn grootste idool. VDB was ondanks het uitblijven van prestaties nog altijd even populair als Tom Boonen. Doch, tekenend voor zijn sportieve toestand is dat de man uit Ploegsteert zijn palmares heeft afgesloten met een overwinning in een kermiskoers in Olen, of all places. Vandenbroucke is echter altijd de man van de hoop geweest. Een inspiratiebron. God. De nieuwe Merckx? Qua talent had hij het misschien wel in zich. Iedereen is het erover eens dat VDB zelfs in zijn topperiode nog veel meer uit zijn carrière had kunnen en moeten halen. Maar het was vooral de manier waarop die tot de verbeelding sprak. We worden weer om de oren geslagen met de filmpjes van VDB in actie in 1999, zijn topjaar. Frank en Bartoli op La Redoute op een monsterachtige versnelling (buitenplaat?), Frank en Boogerd op St. Nicolas, Frank die Zarabeitia degradeert in Avila Wie kon die man stoppen in Verona? Enkel een onnozele valpartij zo bleek.
Het blijven prachtige beelden, zonder meer. Maar jaren later kan ik een gevoel van onbehagen niet onderdrukken bij het bekijken van deze machtsexploten. Ze zijn namelijk onlosmakelijk verbonden met de manier waarop VDB nu aan zijn eind is gekomen. Frankie Boy was dermate geprepareerd tijdens zijn topjaren dat hij voor alles, niet alleen voor de koers, naar medicijnen ging grijpen. De medicijnen leverden de brandstof voor de bovenmenselijke ups en downs en demmarages in onder andere Luik en Spanje. De medicijnen namen echter zijn lichaam en stilaan zijn geest over. Een tendens die onlosmakelijk samenhangt met praktisch gedoogd dopinggebruik, zoals dit tijdens EPO-tijdperk I het geval was toen het toenmalige hoofd van de UCI, Hein Verbruggen, liever een arbitraire hematocrietgrens opstelde om het collectieve geweten te sussen dan het dopingprobleem publiek te maken en aan te pakken. Zo werd de gezondheid van alle profrenners ter wereld op het spel gezet en de deur opengezet voor verdere excessen. Voor het publiek was er voorlopig geen vuiltje aan de lucht. Zij zagen spektakel. En de Belgische fans bejubelden Museeuw en VDB.
De renners van EPO-tijdperk I waren niet de slimsten en dachten dat het niet anders kon. Brood en spelen ten top. VDB over dopinggebruik ten tijde van zijn overwinning in Luik: Ja, maar ik streed met gelijke wapens. Hij zat er niet ver naast. Bartoli en co lepelden uit dezelfde potjes en waren eveneens clowns in een cirkus. Frank Vandenbroucke was simpelweg de beste aller gladiatoren. Maar een gladiator blijft een geketend man, ongeacht zijn onbegrensd succes in de arena.
Toen Vandenbroucke in een van zijn minder heldere momenten zelf de vergelijking tussen zichzelf en Marco Pantani maakte, maakte hij eigenlijk al duidelijk dat hij liever als een mythe afscheid zou nemen van het publiek dan als een oude grijsaard. Een laatste wanhopig, nostaligisch streven naar erkenning.
Virtuozen als José Maria Jimenez en Marco Pantani gingen eerder al tenonder aan de combinatie van een labiel streven naar erkenning en genialiteit in de arena en het gemedicaliseerde bestaan waartoe de wielerwereld hen veroordeelde. Verschillen in palmares en persoonlijkheid tussen Jimenez, Pantani en VDB zijn hier niet van belang. Wat er toe doet is de vraag die de wielerfans, -pers en beleidsvoerders zich moeten stellen: willen we terug brood en spelen of kiezen we voor de moreel hoogstaander versie van het wielrennen zoals we die nu proberen te verkrijgen?
Laten we de banale discussies over whereabouts er toch maar bijnemen
Opel Antwerpen. Het lijkt een staatszaak geworden. Iedere dag in het nieuws, iedere dag een paar emotionele arbeiders die hun zegje mogen doen voor de camera of in de krant. Niemand weet nog hoeveel banen er eigenlijk op het spel staan. Niemand weet nog hoeveel geld er echt op het spel staat of virtueel verschoven wordt tussen de verschillende spelers. De Vlaamse regering beloofde naar verluid alreeds 500 miljoen euro aan Magna-Sberbank. Een peulschil in vergelijking met de bedragen die door Merkel en co beloofd worden. Met alle respect voor de arbeiders van Opel Antwerpen, maar geen enkele vestiging van een multinationial in België is volgens mij zoveel geld waard. Geld dat afgegeven wordt zonder garanties op lange termijn! Economisch gezien lijkt het mij ook eerder geld wegsmijten. Volgens mij kan het geld, de tijd en de energie die in Opel Antwerpen gepompt wordt duizend maal beter gebruikt worden. De economische crisis laat overal zn sporen na. Voor België is het nu vooral belangrijk om op tijd de omschakeling te maken en op economisch gebied niet in het verleden te blijven leven. Zeggen alle experts niet dat de auto-industrie in België geen toekomst meer heeft? En als Kris Peeters werkelijk denkt dat Vlaanderen een rol kan spelen in de bouw van de auto van de toekomst, neem dan concrete maatregelen hieromtrent en doe dit los van Magna-Sberbank. Een budget voor een project een begeleide opvang van Opel-werklozen lijkt economisch veel rendabeler en veel meer opportuun.
Politici mogen het grote plaatje niet uit het oog verliezen. Het risico hierop is in Vlaanderen natuurlijk wel erg groot met de zeer snelle opeenvolgingen van verkiezingen in de tijd. Misschien even aandacht voor de nieuwe wegen die de Belgische overheid moet inslaan volgens denktank Itinera. 1. Een herziening en rationalisering van de financiering van de regios. De regios moeten vooral meer verantwoordelijkheid dragen voor hun uitgaven. 2. Om een kenniseconomie te zijn, moet de kwaliteit van ons onderwijs naar boven worden gehaald. 3. Rationalisering en kwaliteitsverbetering van de verschillende ambtenarenkorpsen. 4. Arbeidsmarktbeleid moet geregionaliseerd worden en op de sociale zekerheid moet niet bespaard worden. Aanpassingen zijn wel nodig: werkwilligen openstaande vacatures moeten bij elkaar gebracht worden.
Itinera biedt voor ieder punt een zeer logisch klinkende argumentatie. Het is echter duidelijk dat het vooral om zeer moeilijke dossiers gaat die bij politici niet populair zijn. Een blinde ziet vanuit zijn bed dat België in de toekomst des te meer op kennis en transport zal moeten spelen wil het niet verworden tot kneusje van West-Europa. In dit opzicht is de Antwerpse haven om het over de kwestie transport te hebben - dus vele malen belangrijker dan Opel Antwerpen, hoeveel mensen hier ook mogen werken. En hier knelt het schoentje. Alle overheden gaan al jaren lang veel te laks om met de verdieping van de Westerschelde (enkele heuvels in de rivierbedding aftoppen). Vooral federale ministers van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht en Yves Leterme mogen met de vinger gewezen worden. De feiten liegen niet. Ik citeer de altijd gevatte en realistische Rik van Cauwelaert van Knack: De uitdieping van de Westerschelde, die nog geruime tijd in beslag zal nemen, kan eigenlijk niet langer worden uitgesteld. De Italiaanse rederij MSC, die goed is voor 60 procent van de Antwerpse containertrafiek, bouwt momenteel een dertigtal schepen met een grote diepgang. Zonder de voorziene uitdieping van de Schelde worden die zeekastelen gedwongen uit te wijken naar Rotterdam, naar Maasvlakte 2, de gigantische containerhaven in aanbouw. De rol van Nederland, en vooral Balkenende, is dus wel erg dubieus in deze zaak. Dit riekt naar protectionisme. Kan dit nog in een eengemaakt Europa? De megaregio Amsterdam-Antwerpen-Brussel is na Groot-Tokio, Boston-Washington en Chicago-Pittsburgh de meest productieve ter wereld en volgens Van Cauwelaert de economische motor van de Europese Unie Jammer genoeg wordt het potentiële rendement van onze megaregio drastisch verlaagd door onnozele nationale grenzen. Heel België lijdt economisch gezien onder de huidige gebeurtenissen. Kosten noch moeite mogen in geen geval bespaard worden om ervoor te zorgen dat Nederland zijn kant van het verdrag naleeft. Volgens experts kan België zelfs Zeeuws-Vlaanderen terug opeisen als onze noorderburen moeilijk blijven doen. Aan onze politici om veel meer lawaai te maken en te laten zien dat ze echte vertegenwoordigers van het volk zijn.
Er is nood aan meer kennis, rede en eerlijkheid in onze politiek, blijkt eens te meer. Ego-politici, stemmentellers en onverantwoordelijke beheerders (de kracht, de hoop, de visie) kunnen we missen als kiespijn. Uit het nog steeds actuele dossier van de Oosterweelverbinding lijkt de belangrijkste les wel dat dossiers die in een te grote mate gepolitiseerd worden haast automatisch tot onverantwoorde keuzes op lange termijn leiden. Het dossier van de Lange Wapper uit handen van politici halen en toewijzen aan experts lijkt nog de enige oplossing. Maar dit natuurlijk klinkt vooral als theorie. En waar vinden we nog experts zonder politieke of professionele binding? Misschien moet het maar echt tot een politieke crisis komen omtrent de wapper, waarna een crisisberaad snel duidelijkheid kan brengen en de rede terug primeert op emotie en politieke spelletjes.
Vandaag ook een voorzitter van een parlement gezien die zelf ijverde voor een verlaging van zijn salaris omdat het onverantwoord hoog was. Dergelijke ethische bezwaren zijn aan de andere kant van de taalgrens nog altijd tamelijk zeldzaam. Di Rupo had het onlangs dan wel over het laten meebetalen van de banken voor de crisis, maar ondertussen legde José Happart wederom zeer hautaine verklaringen af, ditmaal over de (hoge) vergoedingen die de voorzitter van het Waals parlement toegeschoven krijgt. En ik dacht dat diegenen die de crisis veroorzaakt hebben mee moesten betalen voor het herstel? Ik ben dan ook prompt aanhanger geworden van de Vlaamse parlementsvoorzitter. Op Facebook natuurlijk men kan op dit medium zelfs fan worden van de scheiding der machten, waarbij je eigenlijk verklaart tegenstander te zijn van Yves Leterme.. Hilarisch land, dit Belgenland.
Gelukkig is er nog Berlusconi om te bewijzen dat onze politici goed bezig zijn
Liggend op de imaginaire snede tussen vrijheid en gelijkheid is de liberale staat een onstabiel concept gebleken.
Filosoof-drankorgel Lars Weckhuysen
Mogen mosselen schelpen dragen?
Radio 1-luisteraar naar aanleiding van discussies
over hoofddoekverbod en verse mosselen.
Het hoofddoekendebat is volledig losgebarsten. De etterbuil van conflictueuze meningen waarbij het niemand aan goede bedoelingen ontbreekt, is ontploft en kreeg zelfs een gezicht: de imam van Antwerpen. De hetze die nu ontstaan is over de oprechtheid en extremistische aspiraties van imam Nordine Taouil is tekenend voor het opvallend grote ludieke karakter van wat in de grond een essentiële discussie over de beginselen van de zelfpretenderende liberaledemocratische staat zou moeten zijn. Debby en Nancy en Los Zand, dat is geen goede televisie. Neen, debatten met imam Taouil en Bart Dewever, dat is echt genieten, al is het gezwets van Steven van Herreweghe soms ook niet te versmaden natuurlijk.
Vrijheid- van religie en meningsuiting - of gelijkheid- van alle burgers en dan met name in de publieke sfeer? Deze twee fundamenten van de westerse wereld komen in het hoofddoekendebat in botsing met elkaar. Wat primeert? Of is een verzoening mogelijk? Ieder kamp onderbouwt de eigen redenering telkens met de term algemeen belang. Blijkbaar is de inzet van het debat vooral het redden van één generatie moslimmeisjes uit de sociale marginaliteit
Naar mijn mening zouden beleidsmakers en analisten zich eens wat meer moeten bezinnen over het zijn van onze liberale staat. Nu men de grondwet bij de discussie heeft gesleurd zal dit waarschijnlijk ook wel gebeuren. Het gedachtegoed van de humanisten, politieke denkers, philosophesuit de Nieuwe Tijd en de Franse Revolutie ligt weliswaar aan de basis van vele westerse staten die gebouwd zijn op een liberale grondwet, maar doet nog altijd, ja nog altijd, deels haar werk als façade. Is het niet aan grondwettelijke hoven en dergelijke om inspiratie te putten uit de Europese maatschappelijk-filosofische geschiedenis en tradities? Of is vooruitgangsgeloof echt iets voor negentiende-eeuwse dromers? En waarom worden de teksten van Moore, Erasmus, Rousseau, Mill, Montesquieu, Kant en co en Darwin! - niet uitvoerig op school onder de loep genomen en bediscussieerd? Dát zou pas tot de vorming van kritische burgers leiden (men heeft er nu toch het debat over identiteitsontwikkelend onderwijs bijgehaald, al is dit in feite een andere discussie).
Gelijkheid heeft voorlopig het pleit gewonnen in België. Geen hoofddoeken dus (in het gemeenschapsonderwijs). Onder het mom van vrijheid van onderwijs zullen er misschien dra nieuwe islamitische scholen uit de grond gestampt worden. De islamofobie die dit gegeven bij velen doet rijzen, is hier van weinig belang, grotendeels misplaatst én net één van de redenen van de ontsporing van de situatie. Inderdaad, vooroordelen en discriminatie spelen waarschijnlijker sterker dan we denken in België. Het is natuurlijk ook rampzalig voor de perceptie dat clowns als Taouil zich uitroepen als spreekbuis van de moslimgemeenschap. De stelling die uit onderzoek aan de K.U.L. naar voren kwam dat er in België absoluut niet gesproken kan worden van een moslimgemeenschap wordt nu alleen maar bevestigd. Organen die door de overheden worden opgericht om de moslimstem te versterken, worden door de vertegenwoordigers van de verschillende groeperingen genegeerd. Moslims zijn uitermate verdeeld over etnische, nationale en levensbeschouwelijke breuklijnen.
Kunnen we nog wel spreken van een liberale staat als we gelijkheid laten primeren op vrijheid? Volgens mij niet. Het concept van de liberale staat gaat er van uit dat de hele gemeenschap uiteindelijk beter wordt van tolerantie. Iedereen is dan gelijk, juist door die tolerantie. En het gaat hier niet alleen om een strijd van opvattingen, maar ook om de praktische gevolgen voor een maatschappij. Inderdaad, uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat staten waar men zich niet bedient van mechanismen als een verbod op opzichtige religieuze symbolen en andere beperkingen op lange termijn veel meer integratie en minder polarisering kennen. En laten we wel wezen, religie is het niet waard om zo omzichtig behandeld te worden. Door religie en andere vormen van bijgeloof niet te gaan bestrijden, maar gewoon te negeren dit valt dus ook onder tolerantie creëer je veel minder problemen dan door met allerhande regeltjes en uitzonderingen op deze regeltjes te gaan goochelen. Hoe je het ook draait of keert: dit draagt altijd een element van polarisering in zich. En je verleent de religieuzen hiermee alleen maar een speciale status, terwijl de mening van een religieus iemand absoluut niet meer waard is dan die van iemand anders. Gelijkheid verdorie! De geschiedenis heeft bovendien meermaals uitgewezen dat het verlenen van zon speciale status aan religie, vaak dramatische gevolgen heeft voor een gehele maatschappij. Denken we bijvoorbeeld maar aan het evangelisch-christelijke apocalyptische denken datingreep op de buitenlandse politiek van George W. Bush. Religie is bijgeloof als een ander en moet genegeerd worden, ontdaan worden van zijn absurde en gevaarlijke kanten en meer naar de private, persoonlijke sfeer verbannen worden. Dát is ook een taak van goed onderwijs: nadenken over, interpreteren en bediscussiëren van verschillende religieuze stromingen. Volgens mij gaat dit ook veel beter in een onderwijsnet dat niet bestaat uit gescheiden werelden.
Jammer dat men zich in België laat leiden door details, emoties en kettingreacties in het hoofddoekendebat. Even afstand nemen en dan rationeel nadenken wat op lange termijn de meest gezonde oplossing is voor een staat die graag goochelt met termen als democratie, liberalisme en multiculturalisme is aangewezen en zou onze beleidsvoerders tot een andere conclusie moeten leiden. Wordt hopelijk vervolgd
De Vuelta dEspagna staat voor de deur en de laatste grote ronde belooft net zoals de Giro en de Tour weer een groot spektakel te worden met spanning tot op het einde. De doorgezette professionalisering van de wielersport en de voorlopige dopingban hebben geleid tot spannende koersen met renners die geen EPO-vleugeltjes meer aangeplakt hebben en dus op hun tellen moeten letten. Het gemiddelde ligt echter meestal even hoog of zelfs hoger dan tijdens EPO-tijdperk I en II. Dit is vooral te wijten aan de toegenomen kwaliteit van het gehele peloton. Renners rijden echter geen drie dagen achter elkaar meer in turbo drie cols over. Of de relatieve nivellering aan de top hiervan een gevolg is, is natuurlijk de vraag. Feit is dat vele supporters liever gedopeerde immer demmarerende coureurs zagen dan de zogenaamde angsthazen van nu. Persoonlijk prefereer ik een propere koers, een eerlijke afvallingskoers en een natuurlijke strijd van iedere renner tegen de andere renners, maar ook tegen zijn eigen limieten. Genoeg echter over doping ik kan het niet laten. Wat ik vooral wil zeggen: het staat vast dat we dit jaar weer een mooie en spannende ronde te zien zullen krijgen. Een blik op het deelnemersveld spreekt boekdelen.
Door de pers worden vooral Samuel Sanchez, die zijn seizoen volledig afstemde op de ronde van zijn land, en Alejandro Valverde Belmonte naar voren geschoven als favorieten op de eindzege. Inderdaad, met vijf aankomsten bergop en een gering aantal tijdritkilometers lijkt deze ronde gemaakt voor deze toprenners die ongetwijfeld via de Vuelta eveneens hoge ogen zullen gooien op het WK. Op papier zijn de grootste uitdagers van de twee Spanjaarden de broers Schleck. Andy Schleck is zonder twijfel de sterkste ronderenner van het moment, op Alberto Contador na. Maar wat kunnen de Schlecks nog na een slopende Tour de France en in welke mate zitten zij met het WK in Mendrisio, dat op hun maat gesneden lijkt, in hun hoofd? Voor mij zijn Cadel Evans en Christian Vandevelde misschien wel de grootste kandidaten op de eindzege. De eerste wil met Vuelta en WK zijn reputatie redden na een mislukte Tour en de tweede moet dit seizoen eigenlijk nog op stoom komen. Weinig terrein prijsgeven in het gebergte en op regelmaat en tijdritcapaciteiten toeslaan is voor deze heren de boodschap. Het lijkt er op dat Andreas Klöden uiteindelijk dan toch zal starten. Het is zoals steeds weer gissen naar de conditie en motivatie voor deze ronde bij de stijlvolle Duitser die altijd kandidaat is voor een podium. Kijken we bovendien naar de top vijf van vorig jaar dan zien we dat de volledige top drie met Alberto Contador, Levi Leipheimer en Carlos Sastre afwezig blijft. Ook tweevoudig ex-winnaar Denis Menchov is afwezig. Op basis van de uitslag van vorig jaar zou de berggeit Ezequiel Mosquera tot favoriet uitgeroepen moeten worden En dan is er nog een overvloed aan kandidaten voor een topklassering in het eindklassement. Ik noem enkele bekende namen: Robert Gesink, Ivan Basso, Joaquim Rodriguez, Igor Anton, Kim Kirchen, Vladimir Efimkin, Tadej Valjavec, Damiano Cunego en last but not least José Angel Gomez Marchante Jammer evenwel dat Mauricio Soler niet kan deelnemen omdat zijn ploeg Barloworld niet uitgenodigd is.
De startlijst oogt indrukwekkend, maar de opvallendste naam op de startlijst is toch die van Alexandre Vinokourov. De leugenachtige Kazach is terug in het peloton na zijn dopingschorsing van twee jaar. Het heeft echter bloed zweet en tranen gekost voor Vinok en zijn Kazachse kompanen om hem in de Astana-selectie te krijgen. Men zou denken dat problemen met de UCI hiervan de oorzaak waren, maar dit was niet het geval. Het was de tirannieke in tegenstelling tot Michel Wuyts kan ik dit zeggen want ik werk niet voor Sporza - Johan Bruyneel die er weer voor veel tussen zat. Wees er maar zeker van dat er een serieuze koehandel heeft plaatsgevonden om Vinok aan de start te krijgen van de Vuelta, die overigens in Nederland start. Bruyneel heeft weer enorm veel uit de brand gesleept. Het was al zo goed als zeker dat bijna alle niet Kazachse renners Bruyneel en Armstrong zouden volgen naar de nieuwe Radioshack-ploeg. Let op de namen en u weet dat Astana volgend jaar volledig gedevalueerd aan het seizoen zal beginnen: Leipheimer, Horner, Brajkovic, Popovich, Paulinho, Rast, Muravyev, Zubeldia, Rubiera, Rond Andreas Klöden blijft het voorlopig stil, maar de sterkste Kazach Maxim Iglinskiy lijkt dan weer op weg naar Katjoesja.. In ieder geval liggen vele van de door Bruyneel gegeerde renners nog onder contract.bij Astana en moet hierover dus een akkoord bereikt worden. De toetrede van Vinokourov tot Astana is hier ongetwijfeld de pasmunt geworden. Dit zal echter gigantische gevolgen hebben voor Astana volgend jaar en voor de Tourwinnaar.
Lance Armstrong heeft al laten horen volgend jaar Alberto Contador te willen verslaan met behulp van een sterkere ploeg. Je moet het maar durven zeggen natuurlijk als je net de halve ploeg hebt gestolen van je vorige kopman. Het belooft nu al een ongemeen interessante Tour 2010 te worden met een duel naast de fiets tussen Armstrong en Contador. Of het ook een duel op de fiets zal worden hangt volgens mij vooral af van de Tourorganisatoren: willen zij Armstrong net zoals dit jaar bevoordelen door een ploegentijdrit op te nemen in het parcours? Alberto Contador ziet de bui al een tijd hangen. Hij kan natuurlijk motivatie putten uit de underdog-rol waarin zijn ploeg volgend jaar gedompeld zal worden, maar misschien zet hij in de winter nog wel alles op alles om onder zijn contract bij de Kazachen uit te komen. Want al bij al zijn er daar toch wel te veel vraagtekens opgekomen: het geld van de ploeg is op, het management lijkt niet al te betrouwbaar, de helft van de ploeg vertrekt (niet-renners incluis) en misschien wordt het probleem Armstrong wel vervangen door het probleem Vinokourov volgend jaar. En heeft Astana nog wel een toekomst als Contador vertrekt? Zit de Tourdirectie wel te wachten op Vinokourov?
Contador heeft naar verluid al een voorkeur laten blijken voor Caisse dEpargne en in de pers lekten contacten tussen Contador en Garmin uit. Caisse dEpargne lijkt als opvolger van Banesto met zijn Spaanse cultuur en sterke rondeploeg in de breedte inderdaad zeer geschikt om Contador te ondersteunen in de Tour (Valverde, LL Sanchez, Uran, Soler, ). Maar misschien is Garmin wel de interessantste keuze voor de strijd Armstrong-Contador. Met Contador erbij moet Garmin zeker op gelijke voet kunnen staan van Armstrongs ploeg in een eventuele ploegentijdrit en met onder andere Vandevelde, Wiggins en Martin staat deze ploeg ook bijzonder sterk in de breedte. Belangrijker echter, Bertje Contador zal van Garmin de volledige steun krijgen in de strijd tegen Armstrong en zijn kompanen. Zoals in de Tour van dit jaar nog maar eens bleek is het kamp van Garmin bevolkt met mensen die omwille van dopingperikelen uit het US-Postal verleden in conflict liggen met The Boss en Bruyneel en het liefst van al hun Amerikaanse vrienden een poepje zouden laten ruiken
Facebook, er zijn blijkbaar alleen maar voor- en tegenstanders. Net zoals bij elke nieuwigheid is er altijd een deel van de samenleving die onbewust of bewust niet op de trein springt en is er verzet. Het lijkt er echter op dat vooral degenen die bewust kiezen om niet gebruik te maken van de netwerksite Facebook zich zeer actief verzetten, hoewel men vaak niet eens weet wat Facebook juist inhoudt en men enkel afgaat op verhalen die men hier en daar opving. Grappig is ook de manier waarop gefulmineerd wordt tegen Facebook. Velen storen zich blijkbaar veel sterker aan een onschuldige internettoepassing dan aan bijvoorbeeld het maffiose gedrag van D. Reynders of de malaise in onze magistratuur. Soms lijkt het wel of je een prostituee bent als je lid bent van de netwerksite, als je het discours van sommige analisten moet geloven althans. Wat is het nut van Facebook? Deze vraag wordt dan vaak op een agressieve manier gesteld, alsof men zich op de een of andere manier bedreigd voelt omdat men zelf nog niet actief is in de wereld van Facebook. Alsof zon internettoepassing waarvan men vrijwillig lid kan worden een nut moet hebben. Facebook is vooral gericht op ontspanning, punt uit. Natuurlijk speelt er voor sommige leden ook een element van creatie van een bepaald imago of het strelen van het eigen ego.
Wat de creatie van het imago betreft: de laatste tijd lijkt het de tendens om Facebook in te schakelen om zich te begeven op de arbeidsmarkt. Een eerste manier hiervoor is om het lidmaatschap van de netwerksite op te zeggen omdat werkgevers op zoek gaan naar uw profiel en zo dingen te weten kunnen komen. Belachelijke redenering natuurlijk. Facebook maakt deel uit van de privésfeer en werkgevers moeten niet de dedective gaan uithangen. Ik ben zeker dat hier wetgeving over bestaat. De werknemer en dus ook de potentiële werknemer heeft zijn rechten. Een zwangere vrouw hoeft bij een sollicitatie ook niet te melden dat ze zwanger is op die moment. Het enige wat werkgevers trouwens kunnen bekijken is zon standaardpagina waarop te zien is dat je lid bent van Facebook en een kleine selectie uit je vrienden, interesses en groepen waar je lid van bent. Dus zolang je vrienden niet allen een Hitlermoustache hebben gecultiveerd en je niet enkel lid bent van Blood and Honour-groepen is er dus geen gevaar. Wat kan een werkgever nu in godsnaam concluderen op basis van deze summiere informatie? Iemand die de Palestijnse zaak steunt op Facebook wordt niet aangenomen omdat hij een oproerkraaier is of zoiets? Ik kan me natuurlijk wel voorstellen dat wie fan is van Tom Boonen op Facebook meteen verdacht wordt van cocaïnegebruik door de werkgever, en dat kunnen we natuurlijk missen op de werkvloer
Het is duidelijk: zolang je werk en privé een beetje gescheiden houdt, is er geen enkel probleem. Je moet natuurlijk niet je bazen en al je collegas gaan toevoegen op Facebook, dat is zowat het domste dat je kan doen. Een tweede manier waarop Facebook ingeschakeld wordt in het arbeidsleven is het creëren van een bepaald neutraal profiel zonder gevaarlijke meningen waarbij positieve eigenschappen in de verf gezet worden of gecreëerd worden. Mensen die dit doen zullen ook niet alleen vrienden toevoegen als vriend op de netwerksite. Persoonlijk vind ik dit een triestige manier van doen, maar dit terzijde.
Vandaag ving ik het nieuwsbericht op dat twee studenten gestraft zijn voor examenfraude op basis van de conversaties die zij op Facebook voerden over hun fraude. Vreemd genoeg wordt niet vermeld op welke manier de school aan deze informatie geraakt is. Ofwel heeft één van de vrienden van de fraudeurs hen verlinkt bij de school ofwel hebben de studenten werknemers van de school/leerkrachten als vriend toegevoegd op de netwerksite. Ofwel is er iets anders aan de hand dat volgens mij niet door de beugel kan.
Sport is gezond en zorgt voor een stevige mentale buffer. Topsport is extreme lichamelijke inspanning en verwijst naar het ontstaan van de mens. De hormonen die vrijkomen door te bewegen, zijn al eeuwenlang overgeërfd vanuit de tijd dat lichamelijke kracht, snelheid en behendigheid nog van groot belang waren voor het overleven van de menselijke soort en het menselijke individu.Muziek is cultuur en werkt vooral ontspannend. Muziek is één van die dingen die ons onderscheiden van de rest van de dierenwereld. Muziek en sport zijn allebei uiterst populair, zowel actief als passief.
Toch zijn er grote verschillen in de benadering van de sportwereld en de muziekwereld. Het gaat dan ook om twee totaal verschillende dingen. Maar er is iets waar ik mij enorm aan stoor en waarvoor we beide zaken gerust kunnen gelijkstellen. Topsporters en muzikanten zijn allemaal burgers. Waarom worden sporters die betrapt worden op doping als misdadigers naar de slachtbank geleid en uitgespuwd door media en publiek terwijl muzikanten ongestoord drugs mogen consumeren, soms wel publiek? Iedereen weet het en er wordt niets aan gedaan. Het wordt simpelweg getolereerd. Waarom doet de politie nooit een razzia in de backstages van grote festivals zoals dit wel gebeurt in de Zillion?
Zijn muzikanten dan meer waard dan de gewone burger? Natuurlijk niet. Zij hebben gewoon bepaalde talenten en buiten die uit. Terecht, maar dit wil niet zeggen dat zij zich buiten de wet moeten plaatsen. Drugs en doping zijn verboden en algemeen gezien schadelijk voor het individu, meestal nog meer voor de omgeving van het slikkende en spuitende individu. Bij sporters worden drugs en doping niet getolereerd. Terecht. Bij muzikanten dus wel. Waarom, omdat het de sportieve competitie vervalst? Dit argument wordt inderdaad vaak aangehaald als de reden waarom de zuiverheid van sporters veel belangrijker is dan die van muzikanten, maar het is naast de kwestie. Vaak heeft men het ook over een voorbeeldfunctie van bekende sporters. Hebben muzikanten dan geen voorbeeldfunctie? Toch wel, medunkt en waarschijnlijk veel meer dan sporters. Belangrijker, zijn muzikanten geen burgers meer zoals u en ik? Het argument dat zoveel geniale platen gemaakt zijn door de consumptie van verboden middelen, is een loos argument. Andere muzikanten kunnen het wel zonder spul. Sporters die doping nemen spreken vaak ook meer tot de verbeelding dan de zuiveren. Drugs en doping zijn gewoonweg schadelijk en dus illegaal. Maar allemaal goed en wel, wat ik hier vooral wil aantonen is dat het hier fundamenteel om een ethische kwestie gaat. Een kwestie van onverantwoordelijkheid, voorkeursbehandeling en ongelijkheid. Muzikanten mogen niet buiten de wet staan, net zoals ook ministers, magistraten, joden, moslims en andere bijgelovigen dit niet mogen.
Het is misschien een taak voor de burgemeester van Rotselaar om eens een kleine steekproef te organiseren op Rock Werchter. De Schuur mag dan kankeren zoveel hij wil zijn reacties zijn zeer voorspelbaar hij behoort toch tot een andere partij (hehehe). Of zou de burgemeester het te druk hebben met het combineren van zijn ambten van sherrif, senator én zakenman?
De Tour is een week ver. Tijd voor enkele bemerkingen.
1. Wat de organisatie van de Giro ook moge beweren, de beste renners rijden nog altijd mee in de Tour, al zal het verschil in kwaliteit tussen Giro en Tour dit jaar niet al te groot geweest zijn. We vragen ons echter af wat dit Tour-peloton de kijkers had voorgeschoteld op een attractiever parcours als dit van de Giro. We merken wel op dat Danilo Di Luca en anderen (Garzelli) wel zeer sterk gediend waren met het parcours van de meest recente Giro. Geen echt hooggebergte zoals de jaren ervoor met moordenaars als Zoncolan, Stelvio, Gau, Gavia of Trecime di Lavaredo, wel veel aankomsten bergop en Luik-Bastenaken-Luik-ritten. In de Giro krijgen we in ieder geval ieder jaar veel attractievere koersen te zien. De Tourrit van gisteren die bestempeld werd als een bergrit was tekenend. In feite ging het om een overgangsrit waarin de top van de laatste beklimming veel te ver van de aankomst ligt. Zulke parcours maken de favorieten monddood en geven een vrijgeleide aan lange ontsnappingen. Bij de passage in de Vogezen krijgen we zelfs drie dagen achter elkaar ongeveer hetzelfde rittenprofiel te zien Het parcours determineert nog altijd voor een tamelijk groot deel de uitslag. Zo is het ook wel zeer opvallend dat net het jaar dat Astana terug deelneemt aan de Tour, met de sterkste ploeg ooit, er terug een ploegentijdrit geprogrammeerd staat. En dit in de eerste week na de start met een leuke (maar zware) tijdrit. Het is dan wel zeer vreemd om te horen dat de Tour-directie niets liever wil dan een spannende koers met een beslissing die pas valt op de Ventoux (voorlaatste rit). Favorieten als Mensjov en Evans zijn alreeds uitgeschakeld en enkel een miraculeuze verrijzing, iets wat enkel Jezus Christus en Floyd Landis konnen, kan deze mannen nog helpen
2. Sinds kort hoor ik meer en meer liefhebbers van de koers beweren dat de Tour vroeger leuker was. Deze misplaatste nostalgie verwijst zelfs vaak expliciet naar doping. Toen kon men tenminste verschillende malen per dag en verschillende dagen achter elkaar démmareren, nu hebben ze teveel schrik wordt gezegd. Laten we vooral niet vergeten dat de Tours onder Lance Armstrong zowat de saaiste ooit waren, terwijl deze toch overeenkwamen met Epo-tijdperk II. Het is duidelijk dat mensen die deze mening zijn toegedaan zelf nog nooit in het gebergte gaan fietsen zijn. Het is duidelijk dat deze mensen liever hadden dat Sella, Ricco, Schumachter, Kohl, Rebellin en co niet betrapt waren op CERA. Doctore Ryckaert en Fuentes zullen het graag horen. Neen, nu de dopingstrijd eindelijk op het goede spoor zit niet zoals na de Festina Tour is het tijd dat het publiek zich ook eens aanpast aan nieuwe tijden en hierbij wat meer respect toont voor nieuwe generaties renners. Maar voor jan met de pet zal de koers evenwel altijd brood en spelen blijven. Om deze reflectie te besluiten nog even de link leggen met mijn eerste bemerking: de attractiviteit van de koers hangt inderdaad ook voor een deel af van de inventiviteit van de parcoursbouwer, iets wat ze in Frankrijk waar men zich nog altijd graag door economische, gastronomische en toeristische motieven laten leiden nog niet helemaal begrepen hebben
3. De laatste tijd erger ik mij mateloos aan de manier waarop bepaalde ploegleiders opgehemeld worden. Meester-tacticus Bruyneel, Tactisch genie Riis , De rol en het genie van ploegleiders, maar vooral deze twee, wordt zwaar overschat en ik vind het dan ook zeer vreemd dat kenners als Wuyts en Vannieuwkerke deze mythe blijven bestendigen. Ten eerste zijn tactische plannen in de koers nog altijd voor 98% afhankelijk van de benen van de renners die men ter beschikking heeft (en natuurlijk ook van het hoofd van de renners, maar laten we hier hypothetisch uitgaan van een peloton met enkel slimme coureurs). Ten tweede is het makkelijk om meester-tacticus te worden als men de prestaties van de renners kan opkrikken met ongeoorloofde middelen (Armstrong, Basso, Ullrich, Beloki, Heras, Vinokourov). Achteraf zijn het dan ook altijd toevallig de genieën Godefroot, Saiz, Bruyneel en Riis die geen flauw benul hadden van ongeoorloofde middelen. Waarschijnlijk zijn bepaalde hersenhelften aangetast door de preparaten die de heren zelf toegediend kregen tijdens hun carrière Ten derde zien we van vele zogenaamde genieën ook wel eens onbegrijpelijke beslissingen waarbij de eigen ploeg vaak onnodig afgebeuld wordt. Het is waar dat Bruyneel er als eerste in geslaagd is om rationeel om te gaan met het afwentelen van de verantwoordelijkheid om op kop van het peloton te rijden en hij deze logica ingang heeft doen vinden bij de andere ploegen. Vooral bij Franse ploegen die vaak voor niet meer dan een peulschil en veel publiciteit rijden.Laat één ding duidelijk zijn: ploegleiders zijn geen genieën en zijn ook niet almachtig of alwetend. Het was Carlos Sastre zelf en niet Riis die vorig jaar de tactiek bepaalde die de Spanjaard de Tourzege zou bezorgen. Het zijn Contador en Armstrong die de beslissingen nemen als puntje bij paaltje komt en de eigen kansen te sterk in het gedrang komen. Bruyneel mag de rest van de ploeg in het gareel houden, de psycholoog spelen, bemiddelen en de andere ploegleiders bespelen. De bijnaam van Lance Armstrong is en blijft echter The Boss
Tom Boonen blijft een held in Vlaanderen. Sinds vandaag is Beans zelfs zo goed als volledig witgewassen van zijn derde en meest recente betrapping op cocaïne en dus normaal gezien verzekerd van een Tourdeelname. Iedereen en vooral de Dedecker van de koers, Patrick Lefevre, opgetogen dus. De heldenstatus van Boonen kan volledig in ere hersteld worden en de eerdere cocaïnevergrijpen en het zelfverklaarde drankprobleem kunnen voor het gemak vergeten worden. Voor de meerderheid van de fans was de zaak triple-coke echter sowieso van weinig belang, getuige de massale belangstelling voor Boonen in de eerste kermiskoersen na de zaak. Brood en spelen, Tom Boonen ziet er goed uit, is een vlotte prater en heeft charisma. En het belangrijkste: hij wint topkoersen (voor het gemak wordt dan ook de beste Belgische renner van het moment over het hoofd gezien want het is een Waal).
Laten we eerlijk zijn, de mensen en de media kunnen soms onvoorstelbaar hard zijn voor Boonen, vooral bij het zogezegde uitblijven van prestaties. Doch, wat Jan met de pet betreft, zien we eerder een omgekeerde dynamiek. Arrogant en weinig verantwoord gedrag wordt foutief aanvaard als kattekwaad. Kattekwaad dat bijvoorbeeld ook Niels Albert en Bart Wellens zo populair maakt bij de modale supporter. Zo groef Niels Albert naar eigen zeggen reusachtige valkuilen op het veld, met dennenmasten overdekt om tractors in te laten crashen. Bart en Geert Wellens reden koers rond het huis en bekogelden elkaar hierbij met bakstenen en de riek
Bij de held Boonen kunnen we echter niet meer van kattekwaad spreken, of zijn we al zijn strapatsen al vergeten?. Het wordt hem allemaal vergeven. Liever zit men op de kap van zogenaamd loempe coureurs als Gert Steegmans. Omdat Steegmans wat meer te kampen heeft met blessures, het verhaal van de mentale problemen een eigen leven gaan leiden is en hij wat meer dan andere renners de risicos schuwt in massasprints. Welke rationele mens kan hem dit laatste kwalijk nemen? Om een massasprint te rijden moet men ofwel half of volledig gaar zijn ofwel coke gesnoven hebben. Recentelijk ligt Steggels ook weer onder vuur in verband met zijn juridisch dispuut met zijn Russisch team Katjoesja. Weer geen reden tot vitten op Steegmans: eindelijk een renner met verstand die tegen de willekeur van ploegen en UCI ingaat- en wie weet renners wat meer juridische zekerheid verzekert in de toekomst door een precedent te creëren. Maar goed, voor het publiek zal Steegmans wel altijd de clown en de domme renner blijven en Tom Boonen de held, hij was namelijk wereldkampioen en is altijd zeer vriendelijk voor de camera en op zijn fandagen
Men zou beter moeten weten. Was het niet Boonen die morteldronken gespot werd in een bar de dag dat hij zijn extravagante Lamborghini in de prak zou rijden tegen een paal. Uitgeweken voor een kat natuurlijk. Vandaar dat Boonen in geen velden of wegen meer te bespeuren was en de volgende dag last van zijn maag had. Was het niet Boonen die volgens Tom Vannoppen coke aan hem gedeald had? Waarschijnlijk in een louche bar in het Chicago van de Kempen, Mol, waar Boonen zo graag toeft. Wat gebeurt er zoal in Mol? In het weekend worden hier des nachts wekelijks burgers in elkaar en halfdood getrapt door krapuul en dit onder het oog van de wakende politie. In Mol kan zoiets want daar worden geen verklaringen afgelegd. De rechtgeaarde inwoner van Mol die zich over deze wantoestanden beklaagt bij politie en pers wordt simpelweg wandelen gestuurd en de politiechef die zulke zaken tolereert wordt beloond met een promotie. Het is nu net in deze habitat dat onze held Tom Boonen zich echt thuis voelt en zijn sportwagens komt showen, al brallend rondjes draaien op de markt. O ja, Boonen is ook nog twee keer betrapt op het snuiven van cocaïne, iets zwaarder spul dan Postel, het bier afkomstig van de abdij uit de gemeente waar Boonen al eens vergeet op zijn kilometerteller te letten.
Wie is hier dan de clown en domme renner? In het onbekende en landelijke Houtvenne, eveneens in de Kempen, kent men een traditie van spreekwoorden die zowel de waarheid perfect omschrijven als uitblinken in expressieve gevatheid. Een klein en corpulent mannetje, bijvoorbeeld Patrick Lefevre, omschrijft men zo treffend als kop en kloten ineengestoten. Het is hier, in deze rustieke gemeente, dat men het heeft over den Boonen als ne prutser...
De auteur doceert o.m. nationalisme aan de George Washington University in Washington, DC. De zeer scherpe pen en energieke stijl van Van Cleemput zijn te wijten aan zijn overtuigde Vlaams-nationalisme. Hij was zelfs lid van het Vlaams Belang tot 2003 (studiedienst). Van Cleemput zegt dat echte Vlaams-nationalisten niet thuishoren in het VB. Bovendien is de clan-Dewinter - Dewinter zegt zelf apolitiek en geen vlaams-nationlist te zijn, we weten allen wat hij dan wel is - oppermachtig. Door het racistische discours geeft VB zijn vijand, de belgische staat, een prachtig wapen in handen om alle Vlaams-nationalisten zwart te maken. Of ik zelf een Vlaams-nationalist ben weet ik niet. Ik weet alleen dat van Cleemput hier duidelijk de vinger op de Belgische wonde legt: twee culturen die naast elkaar leven, twee democratieën die op een ondemocratische en kunstmatige manier samengevoegd worden en de mythe van een mooi Belgisch gezamelijk verleden waardoor het Belgische politieke niveau compleet verlamd is, wat de burger ongelooflijk veel geld kost.
"De oproep van enkele academici om belgië te redden ( België heeft toekomst , DS 13 mei) heeft me verbaasd en verheugd.
Verbaasd omdat de argumentering (door intellectuelen!) onbestaande of zeer slecht is. Verheugd om net dezelfde reden. Holle slogans, verdraaide feiten, en al te doorzichtige sofismen, dat is de essentie van de oproep. Dat is ook wat deze staat in leven houdt. Desondanks sleept deze fundamenteel ondemocratische staat zich naar zijn einde. Wereldvreemde (hun belgië komt niet overeen met de werkelijkheid) intellectuelen zullen dat niet kunen beletten.
De schrijvers vinden belgië "een zeer waardevol samenlevingsmodel", maar geven geen enkel voorbeeld daarvan. Hier enkele suggesties uit heden en verleden.
Hebben zij het misschien over het misprijzen dat de oorspronkelijke bevolking van Brussel ontvangt van (veel leden van) het herenvolk dat hen tot een minderheid in eigen hoofdstad heeft herleid? Of hebben zij het over de weigering van de Franstaligen om de splitsing van BHV (niet dat die nodig is in een democratie omdat de meerderheid die wel wil) en de taalintegriteit van Vlaanderen (iets wat zij als vanzelfsprekend vinden voor Wallonië) te aanvaarden? Of hebben zij het over de zo geslaagde verfransing van Wallonië dat de Walen met een enorm identiteitsprobleem zitten en over de (gelukkig) deels mislukte pogingen om ook Vlaanderen te verfransen? Of hebben ze het over de haatcampagne van de RTBF (waar we nooit een woord Nederlands horen) en Le Soir tegen Vlaanderen? Leuk samenlevingmodel dat belgische!
Waar halen zij het dat twee onafhankelijke staten betekent dat die elk op zichzelf zullen terugplooien? En waarom kan men enkel solidair zijn als de staat belgië heet en niet Vlaanderen, dat jaarlijks 10 miljard euro naar het nabije zuiden stuurt, terwijl het verre zuiden het veel meer nodig heeft? Zijn Zweden en Noorwegen minder solidair na hun vreedzame scheiding in 1905? Waarom zou een belgisch overlegmodel meer solidair zijn dan een Vlaams en voor meer politieke stabiliteit zorgen dan een Vlaams model? Hebben de schrijvers wetenschappelijke gegevens daarover? Blijkt niet uit de feiten dat belgië elke politieke werking verlamt? Steeds opnieuw moet er gezocht worden naar compromissen waar de meerderheid van dit land zich niet in vindt. Democracy, anyone?
Ik ga wel akkoord met "de politieke crisis van de voorbije jaren is de uiting van het falen van de huidige politieke elite en haar communautaire aanpak." Maar wat is die aanpak? De doelstelling is volledig verkeerd. Men wil belgië "redden" ten koste van werkelijk alles (incompetente ministers mogen blijven zitten om het etnische evenwicht niet in gevaar te brengen) in plaats van de belangen van beide volkeren te behartigen. Men wil "onderhandelen" terwijl de Franstaligen hun belgische privileges nooit goedschiks zullen afstaan, zoals opnieuw werd bewezen de voorbije twee jaar.
"Als we er in België niet in slagen om samen te leven over de taal- en culturele grenzen heen, wat moet er dan van het Europese project worden?" De EU is een samenwerking van onafhankelijke staten, een confederatie, die enkel kan overleven als men de verschillende volkeren hun zelfbeschikking laat behouden. Te gek om belgië als voorbeeld voor de EU te zien. De pogingen van sommigen om het tot een federatie om te vormen, zijn het begin van het einde van de EU. De EU zal niet-belgisch zijn of ze zal niet zijn. België is niet in staat recht te doen aan het "verschil", zo dierbaar voor de schrijvers. België zal dus niet zijn.
Niet enkel de ondertekenaars maar ook de Belgavox-deelnemers zijn niet te beroerd om leugens of onzin te spuien. Belgavox-voorzitter Stijn Kolacny bestaat het het concert niet politiek te noemen (en VRT en RTBF schenden hun politieke neutraliteitsplicht door het te sponsoren) en hofnar Bart Peeters vindt dat er geen reden is om van belgië een ex-Joegoslavië te maken. Bart hoeft geen schrik te hebben. De Vlamingen hebben geen gewelddadige traditie. Beseft Bart dat in zijn analogie de Franstaligen de Serviërs zijn, die Joegoslavië kapot hebben gemaakt met hun imperialisme?
Mijn collega's noemen zich "onverneden progressief." Maar wat is er progressief aan het behoud van een constructie die opgezet werd om de etnische verschillen van de beide volkeren te verdrinken in een gezamenlijke verfransing en zich daar nog steeds niet voor heeft verontschuldigd? Wat is er progressief aan het bestendigen van instellingen die de democratische zelfbeschikking fnuiken? Wat is er progressief aan retoriek over mensenrechten wanneer men negeert dat die pas kunnen uitgeoefend worden als men zich politiek in zijn taal en eigenheid beschermd weet. Wat is er progressief aan het collaboreren met een regime wiens symbool de monarchie is, die enkel de dictatuur als meest ondemocratische staatsvorm moet laten voorafgaan? Het achterhoedegevecht dat de ondertekenaars leveren, het zich terugplooien op vermolmde structuren, zal de vooruitgang niet tegenhouden. Het is een laatste sputtering van belgisch conservatisme. Het is belgisch-reactionair."
Bij gebrek aan tijd en brakke kladversie een zeer korte blog naar aanleiding van de Vlaamse en Europese verkiezingen 2009 waarin een algemene visie op mijn keuze wordt uitgewerkt zonder ergens diep op in te gaan.
Wat laten doorwegen in de stemkeuze? Het uitgangspunt van stemgedrag moet volgens mij altijd het persoonlijke wereldbeeld zijn. Een wereldbeeld ligt aan de basis van al uw opvattingen, waardes en politieke beargumenteerde keuzes. Mijn wereldbeeld en visie op de huidige maatschappij steunt bijvoorbeeld op de these dat onrechtvaardigheid en (materiële) ongelijkheid en niet nationaal belang, veiligheid of klassenstrijd de essentie is van de algemene menselijke interacties. Van belang voor verkiezingen: een wereldbeeld zegt altijd iets over het belang dat men hecht aan de natiestaat en aan de menselijke vrijheid. In deze zin ben ik veel eerder een fan van Kants visie op het democratische republicanisme dan van het klassieke realisme dat uitgaat van een pessimistische visie op de mens en een machiavellistische visie op internationale politiek. Ten eerste kijk ik dus naar de algemene programmas van alle partijen en de overeenstemming die deze programmas bieden met mijn eigen algemene overtuigingen. De tijd van de ideologische massapartijen is voorbij, maar volledige catch-all strategieën vinden we bij geen enkele partij terug (en indien dit wel zo zou zijn zou ik er zeker niet op stemmen). Door deze simpele denkoefening worden voor mij al vele partijen definitief geschrapt uit de keuzelijst: de VLD vanwege zijn absolute stokpaardje van het economisch-liberalisme; Vlaams Belang vanwege zijn geconstrueerd racistisch en polariserend discours dat de mensen alleen maar angst aanjaagt en verzuurt; LDD vanwege een combinatie van vorige. Bovendien zijn er voor deze drie partijen nog tal van andere argumenten te geven waarom men niet op hun lijsten zou moeten stemmen, waarvan incompetentie het belangrijkste is.
Natuurlijk spelen iedere verkiezingen bepaalde themas meer dan andere. Deze themas komen naar voren omdat ze leven onder de bevolking, maar ook omdat de media er op hamert en vooral omdat de partijen elk hun eigen themas waarvan men weet dat ze er sterk op scoren naar voor schuiven. Vaak wordt er in debatten niet met elkaar maar naast elkaar gepraat. Het is dan van belang een berekening te maken welke themas voor de komende verkiezingen voor uzelf en voor de politici belangrijk zijn. Ik schat dat de belangrijkste themas voormij voor enkele decennia dezelfde zullen blijven: 1. een drastische groene ecologische wending op alle vlakken die op een rationele manier en op grote schaal (Europa en de wereld) wordt aangepakt. 2. Een grondige hervorming en rationalisering van het politieke systeem in België (staatshervorming) én democratisering van ons ridicule kiesstelsel en de manier waarop burgers in dit land vertegenwoordigd worden. 3. Aandacht voor burgerrechten en vrijheid, vooral op levensbeschouwelijk en cultureel vlak en bestrijding van anti-sociale, discriminerend, racistische en polariserende maatregelen. Het groene thema lijkt vooral op de proppen te komen voor de Europese verkiezingen omdat daar het grootste signaal gegeven kan worden. Voor de Vlaamse verkiezingen lijken de drie themas mij even belangrijk en wat betreft de federale verkiezingen, daar zal het thema van het kiesstelsel, staatshervorming en wanbeleid het sterkst doorwegen.
Een derde en de minst belangrijke invloed op het stemgedrag is volgens mij de sympathie voor en het geloof in bepaalde politici (eventueel ongeacht de partij die ze vertegenwoordigen). Jammer genoeg wordt de keuze van vele mensen vooral hierdoor beïnvloedt en draagt het media-klimaat in Vlaanderen zeer sterk bij tot een banalisering en emo-personalisering van de polititiek. Men zou ook beter het onderscheid moeten kunnen maken tussen persoonlijke sympathie en respect voor politiek gedrag. Zo ben ik een absolute fan van de debatkunsten en de manier van politiek bedrijven van Bart Dewever. Ook Kris Peeters maakt een goede indruk op mij, al toont die subjectief gezien nogal afgeborsteld. Dit laatste is echter in feite niet van belang, zoals gezegd. Ik zou in ieder geval nooit stemmen op politici die hun eigen partij enkel als vehikel gebruiken om hun eigen ego te strelen en om op welke manier dan ook aan de macht te komen. Koploper in deze categorie is natuurlijk de visie, de kracht, de hoop Verhofstadt. De visie: toen Verhofstadt vanwege zijn ideologische, maar zwak onderbouwde Burgermanifesten op een zijspoor belandde bij de VLD schakelde hij zonder gène over op een extreme catch-all strategie, voortdurend inspelend op frustraties onder de bevolking en politieke en modieuze trends. Pleidooien werden zo breed en visionair mogelijk en concrete beweringen maakten plaats voor niet waar te maken beloftes. Verhofstadt wil nu ook als Europees visionair de geschiedenis ingaan maar vergeet hierbij zijn discours te vertalen in concrete voorstellen en zich te schikken naar de Europese geplogendheden. Ook vreemd dat hij als enige liberaal in Europa en nu opeens zo hevig de Europese kar wil trekken. Maar op welk gebied? De kracht: via het triumviraat met Dewael en Degucht wordt de VLD in zijn macht gehouden. Voorzittersverkiezingen worden gemanipuleerd en beslecht in strijd met de statuten om JM Dedecker af te houden en het geld van Leo Govaerts wordt ingepikt. De hoop: het konijn hoopt de geschiedenis in te gaan als redder vaderlands, maar vergeet dat hij de huidige problematiek van de staatshervorming voor een groot deel zelf heeft gecreëerd met zijn financieringswet (ook Louis Michel past deze tactiek toe). Een staatshervorming kan er enkel komen onder impuls van CVP en PS (die er van uit gaan dat België over 25 jaar niet meer bestaat en nog zoveel mogelijk uit de brand wil slepen).
Naast afkeer en voorkeur voor bepaalde personen is er nog een factor die jammer genoeg tamelijk belangrijk is in het stemgedrag van vele burgers. Velen willen niet op een kleine partij stemmen omdat die toch niet aan de macht kan komen en het dus een weggegooide stem lijkt. Hierdoor krijgen deze partijen weer minder stemmen en krijgen we een self-fulfilling prophecy aan het werk. In ons representatief systeem is het echter van belang dat iedere partij partijdig blijft en dus zijn segment van de maatschappij verdedigt. Probeer dus zoveel mogelijk op uw favoriete partij te stemmen, ongeacht de peilingen. Partijen kunnen ook wegen op het beleid vanuit de oppositie; hun stemmenpercentage bepaalt mede hun politieke gewicht. Ik geef echter toe dat het verleidelijk is om op Dehaene te stemmen, enkel en alleen om Verhofstadt te kloten.
Tenslotte en wel degelijk belangrijk dient de kiezer ook het beleid van voorgaande regeringen en oppositiepartijen te belonen of af te straffen. Deze laatste factor is voor mij een reden om voor lange tijd niet op de SPA te stemmen en dan zeker niet voor federale verkiezingen. Ook Yves Leterme en natuurlijk Didier Reynders hebben afgedaan. Vreemd genoeg kan ik als Belg op geen enkele manier deze laatste electoraal afstraffen. Wat mij betreft absoluut niet democratisch, wat wel het argument is voor Didier om te pleiten voor een herziening van de positie van Vlamingen in Brussel en de Franstalige burgemeesters in de Brusselse rand Denk daar maar eens over na.
Wat is dat toch met die djs? Hebben ze een succesvolle schijf geproduceerd die gedraaid wordt op radio en tv en een veelgeprezen plaat gebrouwen die zelfs leken van het genre kunnen appreciëren. Zoiets vettig als Fuck that shit is tamelijk uniek medunkt, Kiss my trance werd grijsgedraaid op Stubru en ook het vadsige Music is the new religion stond in de afrekening. Wat gebeurt er dan wanneer men live gaat spelen, buiten de geijkte clubs? Men houdt vast aan zijn eigen programma, mixt alle songs van de plaat tot een ontoegankelijke noise die alleen echte techno-heads kunnen appreciëren (en men draait er bij gelegenheid nog een Mr. Oizoke door). Onbegrijpelijk dat Dave Pricks zich zolang onder het publiek wist te handhaven, da mut wel ne maat zijn. Zelfs muzikant caponis was het alreets vroegtijdig afgebold om nen toet te gaan smoren, al is dit zeker geen absoluut teken aan de wand wat betreft muzikale smaak gezien de voorliefde van dit personage voor het meest platvloerse van het platvloerse, Milk Inc. Neen, echte elektronische muziek kan ik bij uitzondering wel eens appreciëren en ik was dan ook zeer benieuwd naar het optreden van The Subs in ons eigenste Olen, gezien de zeer sterke plaat Subculture (genrematig elektropunk genoemd ). Het begin was tamelijk indrukwekkend onder impuls van de energieke frontman met Deadwood-snor, het videoscherm en vakkundig gebruik van de beamers. Maar bij het eerste nr werd al meteen duidelijk dat The Subs, zoals andere echte djs geen compromissen zouden sluiten om hun show toegankelijker te maken voor niet techno-heads zoals mezelf. Zeer lange noise-opbouw naar remix-ontploffingen en al te weinig bekend werk uit de plaat; From dusk till dawn had bijvoorbeeld een mooie variatie kunnen bieden. Laten we maar aannemen dat deze werkwijze typisch is voor de mensen uit die wereld, echt wel een subcultuur. Ik blijf weliswaar fan. Van de cd.
Zojuist een campagne filmpje van Lijst Dedecker ontdekt. En ik die dacht dat er op deze moment een discussie aan de gang was over meer sérieux in de politiek... Ook al is dit filmpje van LDD ironisch bedoeld, dan nog draagt het absoluut niet bij tot een beter imago voor de politiek. Uiteindelijk is het gewoon een belachelijk filmpje van een belachelijk personage dat zijn eigen partijtje heeft opgericht om zijn ego te satureren en gelijkgestemde gefrustreerde ego's een uitvalsbasis te bieden om hun wekelijkse cafépraat te gaan toepassen op de Belgische politiek. Toegegeven, DD heeft dat goed gezien, de markt van gefrustreerde ego's is groot, zeer groot. Wie zich een uurtje in het verkeer begeeft ziet deze stelling meteen bewezen. http://www.youtube.com/watch?v=GhOa2DeFTLA
Wie denkt dat dit filmpje absoluut belachelijk is en Dedeckers personencultus onhoudbaar of ridicuul is, kijkt best eens naar onderstaand filmpje. U ziet een campagne filmpje voor Silvio Berlusconi, een van de grootste blazers en pseudo-maffiosi ter wereld. Enkel en alleen in de politiek gestapt om zijn eigen illegale media-imperium dat dreigde in te storten na 'Operatie Schone Handen' van de jaren 1990 te vrijwaren. Politiek in België een grap? Verre van. Politiek in Italië dat is pas een grap én huilen met de pet op tegelijkertijd (getuige de recente criminalisering van illegalen door Silvio's regering...). http://www.youtube.com/watch?v=AdPAG784EhY
Als toemaatje nog even de partijlogo's van de partijen van beide heren blazers. Trek zelf uw conclusies.
Zaterdag start de Giro dItalia, de mooiste rittenkoers van het jaar. Kwalitatief gezien moet het deelnemersveld nog steeds onderdoen voor dit van de Tour de France maar de toeschouwer hoeft dit niet te merken, integendeel. In de Giro dItalia zien we mooiere en spannendere koersontwikkelingen met uitzondering van het jaar waarin men het parcours zo had uitgetekend om Pettachi zoveel mogelijk ritten te laten winnen en zien we veel meer pocketklimmertjes en parcours op hun maat. Zo is er de rit naar Blockhaus die niet langer is dan 100 km en in feite bestaat uit één lange aankomst bergop en de aanloop ernaar. Zoiets zou in de Tour gewoonweg onmogelijk zijn en de meeste klimmers worden er gewoon pleuris gereden voor de laatste beklimming. Dit jaar verwacht ik vooral vuurwerk van de klimmertjes uit de ploeg van Gilberto Simoni en enkele andere mindere bekende namen. Hierbij ook Belgen. Indien er geen Riccos en Sellas meerijden dit jaar Pfannenkoek is dan toch betrapt met een jaar vertraging moeten er zelfs enkele Belgen kunnen meedoen op het voorste plan. In de pers verwacht men vooral Dries Devenyns en Kevin Seeldraeyers. Kevin Seeldraeyers moet inderdaad in enkele bergritten mooie dingen kunnen laten zien. Eigenlijk verwacht ik meer van de troepen van Silence-Lotto. Francis Degreef zal waarschijnlijk doorbreken in de Giro, ofwel dit jaar ofwel volgend jaar. Ik verwacht een top twintig plaats. Jelle Vanendert moet nu eindelijk maar eens gespaard blijven van pech en met de uitstekende vorm van Luik-Bastenaken-Luik zit er zelfs een zeer dichte ereplaats in een bergrit in. En dan is er natuurlijk ook Philippe Gilbert die ongetwijfeld de eerste week voor spektakel zal zorgen.
Ondanks de overweldigende aandacht voor de cleane Armstrong start de Giro dit jaar wederom in een dopingsfeertje. Dit is onder andere te wijten aan de schorsing van Christian Pfannberger. Iedereen vermoedde dat deze Oostenrijker aan het spul zat. Met enkel resultaten in de Ronde van Oostenrijk en een voorafgaande dopingschorsing van twee jaar opeens in de top tien rijden van de drie Ardennenklassiekers deed menig wielerfanaat de wenkbrauwen fronsen vorig jaar. Dit jaar waren de resultaten en vooral de benen minder en dus ging ik er van uit dat Pfannberger zijn CERA-pot opzij had geschoven nu dit product algemeen bekend en opspoorbaar geworden was. Belangrijker voor het dopingklimaat in Italië was de val van veteraan Davide Rebellin. Door Belgische wielercommentators en dus ook door mij werd ervan uitgegaan dat de lange staat van dienst van de ex-Gerolsteiner renner en zijn constante presteren een soort van garantie waren van zijn zuiverheid. Nu Rebellin betrapt is laat men echter opeens uitschijnen in de pers dat men al veel langer vermoedde dat Rebellin aan het spul zat. Dikke zever natuurlijk. Over de Saunier-Duval prestaties in de Tour van vorig jaar schreef men bijna letterlijk dat het om onmenselijke prestaties ging. Over Rebellin heeft men zoiets nooit gezegd, ook al reed Rebellin vooraan mee in de Ardense klassiekers, de Olympische wegrit, de Classica San Sebastian én het WK, kortom heel het jaar door Nu komen de journalisten opeens op de proppen met feiten van zovele jaren geleden toen Rebellin betrapt was in een EPO-zaak, maar enkel vrijuit ging door procedurefouten. Waarom deze informatie achterhouden voor het wielerminnend publiek?
Ondertussen is meer dan duidelijk dat er bij Gerolsteiner net zoals bij Team Telekom wel degelijk sprake was van georganiseerd dopinggebruik, ook na de zaak Fuentes. Waarschijnlijk niet via de officiële teamartsen en met betrekking op alle renners, maar vooral de Italiaanse cel en de toprenners van het team zijn allen extreem verdacht of ondertussen geklist. Het verhaal van Bernard Kohl en Stefan Schumacher (de nieuwe Dario Frigo) is ondertussen welbekend. Maar er was ook de schorsing van Moletta en het dopingregime van kopman Rebellin. Reken hierbij ook de zeer verdachte lange termijn vormcurve van rondetalent Markus Fothen. De Duitser werd in 2006 vijftiende in de Tour de France op zeer jonge leeftijd. In plaats van beter te worden de volgende jaren werd Fothen alleen maar slechter en moest hij zich omscholen van ronderenner tot occasioneel tijdrijder en rouleur. Een andere pakker is achteraf gezien een mooie indicatie geweest van de vergrijpen van Rebellin. Twee jaar geleden reed de nobele onbekende en poulain van Davide Rebellin, Francesco de Bonis, opeens de pannen van het dak in de Ronde van Romandië. In een zware bergrit voerde hij een nummer op zoals alleen Emmanuele Sella dat nadien nog laten zien heeft. Na als enige overlever van een lange vlucht aan te klampen bij klimmers pur sang als John Gadret en Manuel Beltran vloerde de fors gebouwde De Bonis deze mannen zelfs nog in de sprint en bleef het groepje der favorieten zelfs nog voor. Wie deze koers zag kan beamen dat het om waar huzarenstukje ging waaraan Kapsis trouwens zijn bijnaam Caponis de Bonis dankt. Ook opvallend was dat de Bonis na deze mooie prestatie praktisch nergens meer aan de start kwam. Toen hij geprogrammeerd stond in de Vueltaploeg van vorig jaar verdween hij op de dag voor de start opeens uit het team. Meestal een indicator van verdachte bloedwaarden. Toen eind 2008 een einde kwam aan het verhaal van het Gerolsteiner Team en Rebellin verkaste naar het Italiaans Diquigiovanni van de flamboyante Gianni Savio wist Rebellin zijn copain uiteindelijk ook binnen te loodsen in het team. Ondertussen zien we De Bonis op de startlijst van de Giro dItalia 2009 staan.
Of Heinrich Haussler ook ex-Gerolsteiner ook tot het clubje behoorde, zoals velen vermoeden, zal misschien dit jaar en zoniet volgend jaar blijken
Het rommelt in Georgië. Het is ondertussen misschien een vertrouwd beeld; de straten van hoofdstad Tbilisi die vollopen vol met actievoerders. Deze keer wordt er geprotesteerd tegen president Saakasjvili zelf. De Georgiërs zijn gefrustreerd over het verlies van controle over Abchazië en Zuid-Ossetië, de gebrekkige overheid en de economische malaise. De oppositie verwijt de president wanbeleid in de relaties met de Russische vijand, gebiedsverlies en corruptie. Saakasjvili die in de relaties met bemiddelende partijen in de Russisch-Georgische oorlog van augustus vorig jaar maarliefst drie verschillende versies van de feiten opdiste, lijkt politiek nu helemaal dood.
Wie zal erom malen dat deze politieke opportunist die zelf aan de macht kwam na een volksopstand tegen voormalig Soviet topman en eerste Georgisch president Sjevardnadze van het toneel verdwijnt? De betogers zijn vastbesloten om het been stijf te houden tot Saakasjvili opstapt. Geweld is niet uitgesloten want de koppige president lijkt niet zinnens zijn ambt neer te leggen, de armoede is hoog en Georgië heeft geen al te sterke democratische traditie.
Ook in de regering rommelt het met een nieuwe premier die een half jaar na de oorlog de minister van buitenlandse zaken en defensie ontslaat. In ieder geval lijktzo goed als iedereen nu door te hebben dat Saakasjvilli de oorlog in Zuid-Ossetië zelf startte en meteen buitenproportioneel en inhumaan te werk ging door de Ossetische hoofdstad simpelweg te bombarderen. De Russische VN-troepen in Ossetië en Abchazië werden beschoten en konden niet anders dan reageren. De tandem Putin-Medvedev was bijgevolg aan zichzelf verplicht militair te reageren en de afvallige Georgische provincies binnen te vallen om de pas herwonnen grootmachtstatus bij de eigen bevolking te vrijwaren. De motivering van Russische burgers is natuurlijk bijzaak daar Osseten geen Russen zijn en zelf een eigen deelrepubliek in de Russische federatie bezitten. Wél is het een opportunistische zet van het Kremlin om iedereen die dat wil lees welgestelden het Russisch paspoort te verlenen in ex-Soviet staten. Abchaziërs en Osseten grijpen deze kans gretig aan, daar zij in Georgië sowieso als tweederangsburgers beschouwd worden. En in werkelijkheid wordt er al jarenlang gevochten en gemoord in Abchazië in Ossetië. De grootste slachtoffers zijn de burgers en dan vooral de Georgische minderheden in Abchazië en Ossetië en de Abchaziërs en Ossetiërs in Georgië.
De hele problematiek van Abchazië en Zuid-Ossetië vind zijn oorsprong in de pijnlijk geschiedenis van de noordelijke en zuidelijke Kaukasus. Van oudsher was dit woest maar mooi gebied een stammengebied met een onvoorstelbare hoeveelheid verschillende talen en culturen. Ook alle soorten religies zijn in Kaukasië te vinden: van Russisch orthodox, over verschillende andere orthodoxe en christelijke kerken tot de islam . Vaak in conflict met elkaar, maar nog veel meer het slachtoffer van rondtrekkende of veroverende volkeren. Imperialistisch Rusland van de tsaren roeide al enkele Kaukasische volkeren uit en de bolsjevieken hielden er later ook lelijk huis. Seltsjoeken konden zich uitleven tegen de ongelovigen en het verhaal van de Armeense genocide is ondertussen gekend.
Het meest wordt de huidige situatie echter getekend door Stalins volkerenpolitiek. Kozakken, Mongoolse, Siberische en Kaukasische volkeren werden onderverdeeld in zogenaamde eigen deelstaten van de Soviet-Unie. Bewust lieten Stalin en kompanen de grenzen van deze gebieden niet samenvallen met de logische grenzen van etnieën of naties zoals Tsjetsjenen, Kalmykken, Ingoesjen, Abchaziërs en co. Zodoende werden in elke deelstaat minderheden gecreëerd waardoor het voor de etnisch Russische communisten veel makkelijker was om het laken naar zich toe te trekken. Divide et impera. Armenië en Azerbeidzjan zijn bijgevolg nog altijd in oorlog omwille van de betwiste gebieden Nachychevan en Nagorny-Karabach. Ook in verschillende Kaukasische de deelstaten van de Russische federatie is het kommer en kwel. Extreme armoede, discriminatie en overheidsrepressie leidden in Tsjetsjenië al tot een uiterst gewelddadige oorlog. Dagestan en Ingoesjetië hebben tegenwoordig ook zwaar te kampen met nationalistisch en islamitisch verzet en aanslagen. De situatie lijkt enige parallellen te vertonen met de Balkan in de jaren 90, maar er zijn ook verschillen. Ten eerste spelen meerdere grotere staten die verschillende naties bevatten hierin een rol. In de meeste deelstaten, zowel in Georgië als Rusland is de haat tegen de moederstaat veel groter dan tegen andere naties. Discriminatie van minderheidsgroepen is schering en inslag. Op sommige plaatsen kan een verder balkanisering echter wel verder uit de hand lopen en conflicten tussen natiestaten als Georgië en Rusland veroorzaken. Georgiërs vluchten massaal uit Zuid-Ossetië en zijn doodsbang van Ossetische bendes. De manier waarop deze vluchtelingen door de Georgische regering aan hun lot worden overgelaten is op zich al reden genoeg om Saakasjvili als incompetent te bestempelen. De Internationale Gemeenschap speelt weer eens een dubieuze rol.
De vraag is wat de EU en de VN nu gaan doen en hoe de binnenlandse politiek in Georgië zich ontwikkelt. Hopelijk laat Europa de situatie niet ontsporen en wordt er tijdig ingegrepen. En voor de Georgiërs moet er toch een andere weg mogelijk zijn dan de keuze tussen Amerika of Rusland. Partijpolitieke spelletjes spelen hun rol in ieder land, maar wanneer het leven van zoveel mensen op het spel staat en de toekomst van een heel volk, land en regio gehypothykeerd lijkt door geopolitiek schaakspel, is gezond verstand des te meer nodig. Rusland erkende de onafhankelijkheid van Abchazië en Zuid-Ossetië alreeds. Deels is dit een reactie op de controversiële door het Westen gesteunde onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo die door verschillende landen onder andere Rusland niet erkend wordt. Deels is het een streven naar de uitbreiding van de Russische invloedssfeer en het vrijwaren van economische belangen. De Obama administratie heeft al getoond dat het bereid is tot praten met de vroegere vijand in Moskou en een verdere toenadering tussen Rusland en de VS met bemiddeling van de EU kan een enorm verschil maken voor het welzijn van miljoenen mensen in het hele Kaukasische gebied. Een beetje goede wil, water bij de wijn en een oplossing voor het probleem Saakasjvili en het Georgische politieke bestel kunnen een wereld van verschil maken. De EU mag dan weer doen wat ze het best kan: schade opmeten, bemiddelen en peace-building activiteiten financieren.
STRIP: Achtdelige reeks Boeddha van Tezuka volledig uitgegeven in het Nederlands
Ongetwijfeld onder invloed van het succes van simpele tekenfilms als Pokémon en Dragonball heeft de Japanse manga eindelijk zijn weg gevonden naar Europa en ons Vlaamsche land. Niet enkel populaire reeksen zoals Dragonball en Death Note zijn hier te verkijgen, maar ook enkele van de vele klassiekers van dit striphistorisch en geografisch afgebakend genre vinden stilaan Nederlandstalige uitgevers. Want vergis u niet: onder de schijnbaar simplishtische tekeningen van de manga gaat soms een zeer beklijvend en diepgaand verhaal schuil, ook al zijn de meeste reeksen eerder gericht op een snelle en ontspannende lezing. De reeks Boeddha van de hand van Osamu Tezuka die algemeen als de meester van het genre beschouwd wordt, is een van de meest befaamde mangareeksen uit de geschiedenis. Naast het meer populaire Astro-boy schreef Tezuka ook enkele literaire reeksen. In Boeddha waagt hij zich aan een gigantisch verhaal over de menselijke zwakheden en de zoektocht naar zekerheden in dit leven aan de hand van de geboorte van het historisch-religieuze verhaal rond prins Siddharta, de boeddha Het moet gezegd: het is wat vreemd om te beginnen lezen in een reeks van zon omvang. Na lezing van het eerste deel, Kapilavastoe, merk je toch al enkele van de sterke kanten van deze manga op. Het duurde bij mij evenwel tot deel 3 en 4 voordat ik echt mee was in de reeks. Onlangs verscheen uiteindelijk deel 8 van de mooi vormgegeven reeks (harde kaft) en werd een punt geplaatst achter de ontdekkingsreis van de Belgische stripliefhebber. Niet geheel toevallig liep de periode waarin deel 1 tot deel 8 van Boeddha liep gelijk met een periode waarin de manga boomde in België.
Boeddha blijft ondanks zijn ouderdom een mijlpaal in de stripgeschiedenis en een unieke reeks. Tezuka slaagt er bijvoorbeeld in op een subtiele wijze anachronismen in het verhaal te droppen als een soort van humorelement en spanningsafleider voor de epische verhaallijn. Een andere opmerkelijke techniek is de mengeling van realistische achtergronden en comic-achtige personages en actie-taferelen. Voor wie de Westerse strip gewend is, kan Boeddha zelfs een cultuurschok opleveren. Tezuka is echter een meester in blad- en pagina-indeling en zijn 'klare lijn-manga stijl' is werkelijk schitterend. Onthoudt bovendien dat u met Boeddha iets leest zoals u nooit eerder las vergelijk het met een stripversie van het Oude Testament - en waarschijnlijk nooit meer zult lezen. Je zou kunnen stellen dat Boeddha een soort van Japanse graphic novel is. Zoals steeds meer mensen inzien, is het niet meer nodig om smalend te doen over de Japanse strip.
Dit jaar onderzoek ik voor de tweede maal op rij het medium van het beeldverhaal in het kader van mijn universitaire studies. Vorig jaar was dat in mijn Masterproef Geschiedenis, dit jaar in de Masterproef Internationale en Vergelijkende Politiek. Onlangs had ik een vruchtbare discussie met de vöss over deze papers. Zijn stelling was dat onderzoek naar strips niet aanvaard zou mogen worden wegens niet serieus genoeg. Mijn stelling is dat indien dit het geval zou zijn, geen enkele thesis van Communicatiewetenschappen aanvaard zou mogen worden. Bij Sociale Wetenschappen en Letteren draait het er juist om dat we het exact meetbare, het nuttige en puur wetenschappelijke aanvullen met de wereld van de geest, de cultuur en de menselijke praktijken. Ook de stelling dat strips kinderachtig zijn, wens ik te ontkrachten. Deze wijst alleen maar op een totaal gebrek aan kennis van het medium. Tevens klinkt zo'n uitspraak zeer banaal uit de mond van iemand die regelmatig animatiefilms ("kinderfilms") praktiseert. En dan nog: laten we hypothetisch stellen dat strips enkel gelezen worden door kinderen en inhoud bevatten geschikt voor kinderen. Mag dit dan niet meer onderzocht worden? Dan kunnen we meteen de cultuurgeschiedenis en de sociologie afschaffen.
Bij deze wil ik echter ook toegeven dat ik vorig jaar te tam was om een "serieus" onderwerp te kiezen.
Vöss beloofde mij ondertussen alreeds om mijn thesis van vorig jaar te lezen. Bij deze de inleiding van dit werk.
"In dit werk wordt onderzocht hoe diverse striptekenaars vanaf het begin van de twintigste eeuw het gegeven van oorlog en de slachtoffers van oorlog en geweld hebben gerepresenteerd in hun verhalen. Door mijn interesse voor het beeldverhaal in het algemeen en de diepe indruk die werken als Maus van Art Spiegelman en Hiroshima van Keiji Nakazawa op mij maakten koos ik zelf voor dit onderwerp, wat voor een deel toch een stap in het onbekende was. Zonder enige pretentie kunnen we stellen dat dit een origineel onderzoek is. Tijdens mijn zoektocht naar literatuur vond ik slechts één artikel dat ongeveer hetzelfde onderwerp bestudeert: een essayistisch artikel van een geëngageerd medewerker van de Verenigde Naties. Wetenschappelijk werk over strips lijkt erg dun gezaaid. Zo pretendeerde het werk Strips anders lezen van Jan Baetens en Pascal Lefèvre in 1993 de eerste Nederlandstalige stripstudie te zijn. Dit werk kreegevenwel weinig navolging van hetzelfde niveau. Op de Engelstalige markt vinden we meer stripstudies, met als bekendste auteur de Amerikaan Scott McCloud. Een waardevol en uitgebreid werk is Comics, comix & graphic novels. A history of comic art van Roger Sabin uit 1996. Hierin toont de auteur de evolutie van de Angelsaksische stripmarkt gekaderd in de evolutie van de maatschappij in zijn geheel. Dit zijn voorbeelden van een brede benadering van strips. Detailstudies zijn moeilijker te vinden: vaak kennen ze een kleine oplage of worden ze weinig bewaard en is opsporing bijgevolg moeilijk. Het meest verspreide en markante voorbeeld van literatuur over strips is de biografische benadering van de allergrootste stripauteurs. Kijken we bijvoorbeeld maar naar de stroom publicaties over Hergé de laatste jaren. De belangrijkste pijler van de literatuur over strips lijkt nog steeds de kritiek te zijn: de recensies van beeldverhalen. Vrijwel alle auteurs van stripstudies behoren echter sterk tot de inner world van de comics, de beeldverhalen. Zij produceren zelf ook strips of schrijven in hun vrije tijd over wat waarschijnlijk hun grootste passie is. Benaderingen vanuit andere, professionele werelden zijn er veel minder, al moet deze bewering ook weer genuanceerd worden voor de V.S. Nochtans kunnen bijvoorbeeld sociologen enkunstcritici bijdragen aan een betere studie van de wereld van het beeldverhaal, zowel voor de massacultuur als voor de graphic novels. Een belangrijke bron voor de stripstudie is het internet: het is opvallend hoeveel kritieken van goede kwaliteit er te vinden zijn op het world wide web.
Hier wordt zeker geen exhaustief onderzoek gepresenteerd. Een blik op de bronnenlijst in de bibliografie bevestigt dit. Het ligt niet in de bedoeling en mogelijkheid van deze thesis om ieder beeldverhaal dat oorlogsslachtoffers ernstig behandelt te analyseren. Het gaat hier om een interpretatie van de historische stripmarkt zoals ze zich hier in Europa, België, Vlaanderen aandient. Het is dus een westers getinte, Euro-Amerikaanse interpretatie. Alle werken die in Vlaamse stripspeciaalzaken te verkrijgen zijn, kunnen aan bod komen net zoals werken die men zonder al te veel problemen kan importeren en die dus de interactie tussen de Europese en Amerikaanse markt weerspiegelen. Deze interactie wordt grotendeels geruggensteund door het Engels als wereldtaal. Andere Europese markten zoals de Italiaanse of de Spaanse, zijn in Vlaanderen zo goed als onbereikbaar, deels door een taalbarrière. Wél heerst er hier een traditie van Engelse uitgaven en de vertaling van de meest populaire anderstalige tekenaars. Zo bereikt ons bijvoorbeeld het werk van Italianen als Gipi en Hugo Pratt. Het laatste decennium staat de Belgische markt eveneens zeer open voor vertalingen (Engels, Frans, Nederlands) van de Japanse manga, met een ware boom de laatste twee jaar. Doch, hier moeten we ons blijven afvragen of dit aanbod wel representatief is. Het gaat immers maar om een zeer klein fragment van de Japanse productie. Het is dus noodzakelijk te benadrukken dat het hier om een interpretatie gaat, om een impressie van de markt in België, gekaderd in wat we grof genomen Noord-West-Europa kunnen noemen, met aandacht voor de interactie met de V.S. Bovendien is het eerder het doel van dit onderzoek om tendensen en hoogtepunten op te sporen dan om een wijdlopig overzicht te geven van strips over oorlogsslachtoffers.
Het doel van deze Masterproef bestaat er onder andere uit om het onderwerp op een historische wijze te benaderen. De band tussen maatschappij en strips zal onderzocht worden. Is deze geëvolueerd? Hoe groot was de invloed van algemeen heersende opvattingen op politiek, levensbeschouwelijk en artistiek vlak op beeldverhalen op een bepaald moment in onze geschiedenis? Hoe en in welke mate wordt er aandacht besteed aan oorlogsslachtoffers? Deze onderzoeksvragen kaderen daarenboven in de grotere vraag naar de autonomie van de kunstenaar ten opzichte van de maatschappij. Of hebben strips een maatschappelijke functie, een nut? Deze laatste vraag is tamelijk controversieel omdat strips nog altijd het etiket van nutteloos tijdverdrijf voor kinderen met zich meedragen. Mede om dit nog steeds bestaande cliché te bestrijden wordt het laatste decennium veel gepubliceerd over de waarde van het beeldverhaal. Opvallende is dat vele leerkrachten actief zijn op dit vlak: strips krijgen een educatieve waarde toegedicht. We moeten ons natuurlijk afvragen of deze pretenties terecht zijn. Meestal hangt deze discussie samen met de discussie rond het nut van geschiedenis en de vraag of we iets kunnen leren uit het verleden, uit onze geschiedenis. Een delicate kwestie.
Een andere doelstelling in dit onderzoek is het zoeken naar verklaringen voor het succes van bepaalde graphic novels, verklaringen voor het toeschrijven van een hoge kwaliteit. Waarom zeggen we over een beeldverhaal dat het beter omgaat met het leed van oorlogsslachtoffers dan een ander? Waarom won Maus de Pulitzer prize en rijgt Joe Sacco de stripprijzen aan elkaar? Aan de hand van de analyse van inhoud, boodschap en vorm wordt een conclusie getrokken. Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen de verschillende verhalen? Het spreekt voor zich dat deze onderzoeksvraag een subjectief element met zich meedraagt, maar dit lijkt me noodzakelijk en het zou het onderzoek zeker geen goed doen geen rekening te houden met verschillende vormen van appreciatie of mogelijke verklaringen niet te poneren omdat ze een persoonlijke indruk zijn. Hierbij aansluitend zal onderzocht worden hoe verschillende stripauteurs omgaan met hun medium in vergelijking met andere media. Maken zij bewuste keuzes om hun verhaal beter te vertellen die in andere media, bijvoorbeeld film, niet mogelijk zijn? Wat zijn de voor- en nadelen van het beeldverhaal voor auteurs die zware onderwerpen als oorlog en traumas tot hun onderwerp maken?
Vervolgens dient nog vermeld te worden dat de titel van deze studie niet te eng opgevat moet worden. Ten eerste wordt er gesproken over graphic novels als drager. Naast de verschillende betekenisniveaus van deze term moeten we ook rekening houden met de lange traditie van het beeldverhaal waarin de term graphic novel ontstaan is. Hoewel er in deze paper vaak over beeldverhalen of strips op een algemeen niveau gesproken wordt zal uiteindelijk blijken dat de literaire strip wel degelijk centraal staat. Het verwerken van de term graphic novel in de titel van deze studie impliceert ook een afbakening in de tijd. De grafische roman is immers vooral maar niet uitsluitend - een fenomeen van de laatste dertig jaar. Ten tweede vermeldt de titel oorlogsslachtoffers als thema. Zoals in de paper zelf uitgelegd zal worden is het niet de bedoeling om het enkel over oorlog te hebben. Alle vormen van lichamelijk en psychologisch geweld, alle vormen van traumatisering kunnen ook aan bod komen.
Tot slot wil ik aan de hand van het hieronder afgebeelde fragment uit Joe Saccos Onder Palestijnen (2005) de doelstellingen van dit onderzoek nog eens samenvatten. Uit het fragment blijkt een omgang met het onderwerp die gekenmerkt is door empathie, kritische kijk, nuancering en interesse. We kunnen ons afvragen of een dergelijke houding, een dergelijke benadering van oorlog en conflict met aandacht voor het slachtoffer altijd heeft bestaan in de wereld van het beeldverhaal en zo nee, wanneer deze dan is ontstaan. We benaderen oorlog en oorlogsslachtoffers in strips eerst op een historische manier en peilen naar de band met de maatschappij en de mogelijkheden van het medium. We kijken welk type beeldverhaal geschikt is voor deze kritische benadering van het thema oorlog. Daarna analyseren we een selectie vande werken die het best, op de meest waardige en effectieve manier omgaan met het onderwerp op motivatie van de auteur, inhoudelijke keuzes, vormelijke keuzes en technisch arsenaal. Deze selectie bestaat uit vier auteurs die als vaandeldragers van het genre beschouwd kunnen worden, elk op hun eigen manier. De bekendste van de vier is Art spiegelman, die amper nog voorstelling behoeft na de grote weerklank die zijn Maus kreeg. Alleen al de bekendheid die Keiji Nakazawa (Barefoot Gen in Hiroshima) ondertussen in stripminnend Europa en Amerika verworven heeft, rechtvaardigt zijn aanwezigheid in dit corpus.Vervolgens is er de eigenzinnige Fransman Jacques Tardi (Cétait la guerre des tranchées) die eveneens wist door te breken in het buitenland. Rijzende ster Joe Sacco (Palestine, Safe Area Gorazde, ) die momenteel in vele landen een grote populariteit geniet sluit de rij. Deze vier auteurs zullen de meeste aandacht opslorpen, maar we mogen belangrijke bijdragen van de ondertussen erg bekende Marjane Satrapi (Persepolis) en de minder bekende Guy Delisle (Shenzhen, Pyongyang) zeker niet over het hoofd zijn in deze paper. Het gaat dus om een persoonlijke selectie van de graphic novels die het meest succesvol lijken om te gaan met het thema oorlogsslachtoffers op basis van kritieken, literatuur, bekendheid en eigen keuze. We willen onderzoeken waarom dit de meest geslaagde benaderingen zouden zijn en op welke basis in de stripwereld en in de maatschappij zij hebben verder gebouwd."
Literatuur ofte het betere geschreven werk wordt doorgaans beschouwd als een van de hoogste, zo niet de hoogste, kunstvormen. Daar valt natuurlijk iets voor te zeggen. Het vergt een hele hoop talent én zweet om een boek te schrijven dat de moeite van het lezen waard is. En dan is natuurlijk ook nog de factor geluk en toeval die mede bepaalt of een werk die absolute klassieker zal worden waarover de heer StEngels het in zijn lessen Nederlands zal hebben. Wie in Kirgizië een meesterwerk schrijft lijkt weinig kans te maken in deze milde vorm van ratrace.
Zelf heb ik tot nu toe zeer weinig gelezen en al zeker geen zogenaamde klassiekers. Eigenlijk lees ik veel meer non-fictie. Sta mij toe hier nogmaals een pluim op de hoed te steken van het prachtige De dood van Marco Pantani van Matt Rendell. Verder zijn er natuurlijk nog de vele strips (pulp en de meer literaire strip) die ik verslind. Niets ontspannender dan een strip voor het slapengaan. Bovendien heeft De negende kunst intussen ook al een reeks absolute klassiekers afgeleverd. Alle genres komen aan bod. Bert (en Bobje) van Kamagurka voor de beste existentiële filosofie, Maus voor de meerwaardezoeker, Kuifje en co voor de ontspannende avonturenstrip, het grafisch en intellectuele hoogstaande werk van Andreas en de betere manga voor het spannende page-turner werk. Opvallend is dat de meningen over strips zeer sterk kunnen uiteenlopen naargelang persoonlijke voorkeuren. Zo vind ik het bijvoorbeeld zeer sterk overdreven om het ietwat saaie Kuifje als ambassadeur van België te promoten. Ik heb het bijvoorbeeld meer voor het volkse van de vroege Vandersteen, de ongeëvenaarde expressiviteit van Franquin of de briljante en hilarische verhalen van Morris. En dan kan ik het natuurlijk niet laten om hier te verwijzen naar het geniale The Dark Knight Returns van Frank Miller (samen met Watchmen de eerste graphic novel).
Literatuur dan. Onlangs las ik dat Dimitri Verhulst als enige Belg/Vlaming genomineerd is voor de Libris literatuurprijs, naast vijf Nederlanders. En zowaar met het boek Godverdomse dagen op een godverdomse bol. Als het dat is, het beste van de Vlaamse literatuur Zijn er werkelijk geen betere boeken geschreven in Vlaanderen het voorbije jaar? Godverdomse dagen op een godverdomse bol is naar mijn mening een te lang uitgevallen stijloefening van een schrijver die zich in een genre waagt waarin hij niet thuishoort. Schoenmaker blijf bij je leest en schrijf liever een tweede en even beklijvende De helaasheid der dingen.
En wat dan te zeggen over Herman Brusselmans? De man heeft al vijftig (!) boeken op de markt gebracht. Waarschijnlijk veel te veel om nog veel in aanmerking te komen voor bepaalde bekroningen. Het zal een life-time-achievement award worden zekers? Het talent van Brusselmans staat voor mij echter buiten kijf. Tegen een veel hoger tempo dan vele collegas wekelijks een schitterende column afleveren; je moet het maar doen. Voor mij is de beste Brusselmans de Brusselmans van de column. Het wordt tijd dat de lumbago (ook gekend als de filosoof) eens wat lessen gaat volgen om zijn schrijverstalent volledig op punt te stellen om dan een boek te schrijven dat inslaat als een bom in de Vlaamse literatuurwereld. Potentiële titels zijn: Eer en seks, Lang haar is belangrijk,Niet lullen maar lallen en Godverdomse gays op een godverdomse trein.
Ik heb mezelf altijd voorgenomen dat ik na mijn studies definitief zou beginnen aan de literatuur. Via het lichtere genre waarom niet Brusselmans zal ik na verloop van tijd overstappen naar de meer maatschappijkritische en existentiële werken waarover men zoveel hoort praten. Na de studies zal ik voorwaar overschakelen van bier op wijn en van Acco-cursussen op Albert Camussen.
Laten we ook niet vergeten dat Ex-drummer een goede film is.
Zaterdag begint het nieuwe wielerseizoen dan echt. Meer dan ooit iets om naar uit te kijken. Niet alleen is de wielersport dit jaar zuiverder dan ooit, het professionalisme neemt ook ieder jaar toe wat leidt tot enorm spannende wedstrijden waarin steeds meer renners kans maken op de overwinning, verschillen miniem blijven en details meer en meer beslissend worden. Eén waarheid blijft echter steeds overeind in koers: de winnaar wint nooit onverdiend. Wie wint is gewonnen. Elkeen wie zich op liefhebbers niveau wielrenner noemt, zal nog meer kunnen genieten van solo aankomsten die vergezeld worden door een unieke adrenaline explosie. Typisch voor de wielersport. Meer en meer nationaliteiten komen aan bod in het internationale wielerpeloton en koersen worden niet langer meer alleen georganiseerd in de lage landen, Frankrijk, Spanje en Italië. Toch mogen we niet vergeten dat landen als België, Nederland, Italië en Spanje nog steeds de belangrijkste landen op wielergebied zijn in 2009, simpelweg een gevolg van traditie, infrastructuur en aantrekkingskracht bij de jeugd. Dat Franse en Belgische wielrenners terug een acceptabel niveau hebben bereikt in het peloton is volgens mij een bewijs van de zuivere tijden. Niet voor niets moesten deze winter noodgedwongen tientallen Spaanse profs een andere bezigheid zoeken. Voor de Fransen bijvoorbeeld is het enkel nog wachten op een nieuw supertalent dat opstaat, maar zoiets gebeurt nu eenmaal niet ieder jaar. Het evenwicht lijkt hersteld en dit gaat hand in hand met een vergroting van de spankracht van de wedstrijden, ondersteund door een toegenomen professionalisering en mondialisering.
Concap
We moeten echter niet naïef zijn. Doping zal blijven bestaan. Zeker in niet pro-tour ploegen en amateur-circuits. Het zal nog wel even duren voor de tolerantie jegens doping in de Zuiderse landen op eenzelfde niveau gekomen is als in het noorden van Europa. Het klimaat in de hoogste regionen van de wielersport is echter grondig veranderd. Controles zijn enorm verbeterd en toegenomen en gendoping is nog veraf (wat sommigen ook mogen beweren). Ploegleiders van de oude stempel hebben zich willens nillens moeten aanpassen en renners hebben enorm veel te verliezen, daar zij als enigen met de gebakken peren zitten bij een positieve plas. Dit werd nog eens pijnlijk bewezen door de zaak Leukemans. Het lijkt er zelfs op dat de balans een beetje teveel naar de andere richting is overgeslagen onder impuls van populistische en onkundige leiders, opportunistische pers en cafépraat allerhande. Vitaminen, herstellende dranken en zelfs baxters zijn meestal geen doping. Het hoort nu eenmaal bij topsport. Renners mogen nu enkel nog supplementen en herstellende stoffen nemen in pilvorm, maar dat voetbalploegen Lierse en GBA CONCAP pakken, wordt enkel als een grappige anekdote gezien. Als Tom Boonen hetzelfde product neemt, wordt dit als dopage gezien Er is duidelijk nog altijd een groot probleem van perceptie dat gerechtvaardigd optimisme in de weg staat.
Belgen
Een van de belangrijkste redenen waarom het voor ons een zeer interessant wielerjaar is, is het feit dat we weer veel hebben om naar uit te kijken. Tom Boonen zal waarschijnlijk nog beter zijn dan vorig jaar en Devolder zal het veel beter doen in de Tour de France mits niet dezelfde pech als vorig jaar. Voor Philippe Gilbert, onze derde topper, wordt het waarschijnlijk een overgangsjaar waarin winst in de Waalse klassiekers tamelijk onmogelijk lijkt. Maar met de klasse van Gilbert zijn zeges of ereplaatsen hier of elders niet ondenkbaar. Ook wordt het uitkijken naar de grote doorbraak van Greg van Avermaet. Waarschijnlijk wordt er teveel druk op de schouders gelegd van de opvolger van Boonen, maar met wat geluk is een klassieke zege al mogelijk. Dit nu al veronderstellen zou echter een grote onderschatting van alle andere binnen- en buitenlandse toppers zijn. Gert Steegmans en Nick Nuyens zullen ongetwijfeld weer hun ding doen en zelfs beter en de comeback van Björn Leukemans wordt met argusogen gevolgd. Het interessantste om volgen is misschien wel de gestage vooruitgang die de Belgische jeugd dit jaar waarschijnlijk zal maken. Kevin Seeldraeyers, Francis Degreef, Kenny Dehaes, Jurgen Roelandts, Tom Stubbe zijn de bekendste. Uitkijken wordt het ook naar de lichting neo-profs van Topsport Vlaanderen met Bakelants, Degendt en co.
Comebacks
Een ander interessant punt is de aanwezigheid van de vele comeback-kids. Tot nu toe is het al fenomenaal wat Armstrong doet. Maar om in de Giro (en de Tour?) mee te kunnen doen voor de prijzen zal de Boss nog moeten overschakelen op het zwaardere werk. Eenzaam en spartaans duurtrainingen van 7 uur en meer met meerdere cols afwerken zoals hij dat vroeger deed met de gekende gevolgen. Vorig jaar voorspelde ik al dat Armstrong de Giro zou winnen; benieuwd of deze voorspelling zal uitkomen. De Ronde van Italië word in ieder geval weer een prachtig kijkstuk met een parcours dat waarschijnlijk nog mooier is dan normaal en een van de beste deelnemersvelden van de laatste jaren. Benieuwd ook wat die andere comeback-man Ivan Birillo Basso kan. Indien het waar is dat hij geen klant van Fuentes was, moet hij sowieso op het podium staan: bij zijn Giro overwinning had Basso een voorsprong van ongeveer zeven minuten op de tweede in de stand Een andere taaie klant wordt Denis Menchov. Italianen Cunego, Simoni en vooral Di Luca rijden vooral mee om de spankracht er zo lang mogelijk in te houden. Eigenlijk mogen we dan meer verwachten van jongelingen als Nibali en Kreuziger (als die meerijden). Die andere comebacks zijn meer tragisch (Landis) en hilarisch (VDB) dan iets anders. En wat met Michele Bartoli, Alexandre Vinokourov, Michael Rasmussen en Jörg Jaksche? Misschien kan Bjarne Riis ook een comeback maken of zou hij teveel last hebben van de reuma in zijn handen?
Tour de France
De Tour de France wordt waarschijnlijk weer een mooi kijkstuk dat hopelijk even spannend verloopt als de prachtige koers van vorig jaar. We hebben geen dominante renners (Armstrong) of ploegen (Discovery Channel) nodig om een mooie koers te zien. Algemeen wordt ervan uitgegaan dat Alberto Contador de Tour zal winnen. Dit zit er dik in maar men moet niet overdrijven. Indien Leipheimer geen ploegmaat was van Contador zie ik deze de Vuelta van vorig jaar winnen. Zo groot is de dominantie van Contador nog lang niet. En: hoe sterk zal Armstrong zijn? Andy Schleck moet in staat zijn om Contador het vuur aan de schenen te leggen mits een verbetering in het tijdrijden en het vermijden van een slechte dag zoals vorig jaar. Menchov, Sastre en Evans moeten zolang mogelijk de druk op de ketel houden en misschien wordt dit eindelijk het jaar waarin Valverde een Tourpodium kan rijden (lichtere voorbereiding en geen slechte dag). Uitkijken wordt het ook naar Robert Gesink, Stijn Devolder en Maxim Montfort in de Tour van dit jaar. Of wie weet: Thomas Dekker en Jurgen Vandenbrouck.
Tot slot nog wat wishful thinking: Jan Bakelants Belgisch kampioen en Philippe Gilbert wereldkampioen. Vive le vélo!
De gebeurtenissen in Gaza slaan de wereld wederom met verstomming en wekken massale reacties van afkeuring, woede en pessimisme op. Om het met de woorden van Caroline Gennez te zeggen: Dit is werkelijk hallucinant. Voor degenen die er nog aan wilden twijfelen: Israel is geen democratisch land en is een van de grootste schenders van mensenrechten ter wereld (samen met China ongetwijfeld). En dan heb ik het heus niet alleen over het geweld in Gaza dat dit moment het nieuws haalt. Het structurele geweld dat Israël de Palestijnen al meerdere decennia aandoet, maakt jaarlijks honderden malen meer doden dan terroristische aanslagen of militaire acties aan beide kanten. Systematisch wordt toegang tot voedsel, water, gezondheidszorg, arbeid en gezondheidszorg afgeremd en geblokkeerd. Levenskwaliteit wordt aangetast door pesterijen en schendingen van de mensenrechten die gecamoufleerd worden als veiligheidsmaatregelen. Marteling is schering en inslag in de Israelische concentratie-gevangenissen waar Palestijnen zonder enige vorm van wettelijke aanklacht worden heengesleurd. De Palestijnse staat bezit officieel gezien geen territorium en dus komt hun soevereiniteit in het gedrang. De Palestijnen hebben wel een regering, maar deze heeft niet de soevereine rechten die een regering zou moeten hebben.
Dat Israël zijn gat afkuist met de mensenrechten is niet alleen een kaakslag voor de westerse liberale denkers en de VN, maar voor iedere andere mens ter wereld. De internationale legitimiteit van Israel wordt door unilaterale acties zoals in Gaza alleen maar verder aangetast. De VS bevestigt door haar lakse houding nogmaals dat het werkelijk gegijzeld wordt door Israël - over de hele dynamiek die hier de oorzaak van is, zijn interessante werken verschenen en ziet haar eigen legitimiteit in de wereld op zijn beurt nog verder aangetast. We kunnen ons natuurlijk afvragen of de legitimiteit en geloofwaardigheid van de VS nog slechter kan na acht jaar van rampzalig Bush beleid waarin deze de wereld duidelijk maakte dat de VS als hegemoon enkel geïnteresseerd is in zero-sum reasoning en het beschermen van het eigen overwicht.
Het moet zijn dat in de VS en in Israel irrationele denkers aan de macht zijn. Men kon toch op voorhand voorspellen dat een grootscheepse anti-terrorisme campagne over heel de wereld zonder de goedkeuring van de internationale gemeenschap alleen maar meer haat en terrorisme zou opwekken en de wereld in een vicieuze cirkel van pessimisme en polarisering zou storten. Mensen zonder empathie, die iedere capaciteit tot onderhandelen en het bouwen van vrede ontberen, met zon pessimistische, revisionistische en kortzichtige wereldvisie zouden gewoon nooit aan de macht mogen kunnen komen. En dan hebben we het nog niet over de factor religie (Uitverkoren volk) Gelukkig mogen we er zeker van zijn dat Barrack Obama op dit vlak dubbel zoveel capaciteit bezit als Bush, Cheney en Rumsfeld samen (The horror). Laten we hopen dat Obama zich niet al te hard laat gijzelen en zich wil engageren in lange en verhelderende vredesgesprekken waarbij de Israëlis voluit geconfronteerd worden met het standpunt van anderen en hun eigen misdaden. De wereld heeft een signaal nodig, een signaal dat er toch nog enige wil aanwezig is bij de westerse hegemone machten om de grote onrechtvaardigheden in de wereld aan te pakken. Een hegemoon die zich inlaat met pessimisme en eigenbelang stort de wereld alleen maar meer in een situatie van ellende, wanhoop, strijd en onrechtvaardigheid.