130. Keyx en Alkyone.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Keyx was de zoon van Hesperos, de Avondster, die een zoon was van Eos, de Dageraad. Hij was getrouwd met Alkyone, een dochter van Aiolos, de god van de Winden. Liefde en trouw was voor de beide echtelieden het hoogste gebod. Alkyone was dan ook zeer bedroefd toen Keyx haar vertelde dat hij dringend een lange reis moest ondernemen. Zij was doodsbang dat haar echtgenoot iets zou overkomen op zee, dat hij zou omkomen in een storm. Zij smeekte hem af te zien van de reis of haar mee te nemen, opdat zij niet gedurende lange tijd zijn aanwezigheid zou hoeven te missen en in angst te leven. Tevergeefs. De opdracht was te belangrijk en Keyx wilde zijn geliefde vrouw niet blootstellen aan de gevaren van de zee. Hij verzekerde haar dat hij spoedig behouden zou thuiskomen.
Ziek van verdriet bad Alkyone die nacht, alleen in haar kille bed, tot de godin Hera, dat ze haar man zou beschermen en hem veilig zou laten thuiskomen. Had zij een voorgevoel? Had het Noodlot dit zo beschikt? Het schip van Keyx kwam in een storm terecht, die aanzwol tot een orkaan: de hele bemanning werd overboord geslingerd en allen kwamen om in de woeste zee. Voor Keyx de geest gaf, gingen zijn gedachten naar zijn geliefde Alkyone. Hij was blij dat zij nu tenminste veilig zat in hun huis aan de kust. Hij smeekte de goden dat ze zijn dode lichaam zouden laten aanspoelen op die kust opdat zij het nog eens liefdevol zou kunnen omarmen alvorens het te begraven
Hera, de beschermster van het echtelijk geluk, voelde dat zij tekort geschoten was. Ze begaf zich naar Hypnos, de god van de slaap, met het verzoek Alkyones leed te verzachten. Hypnos speelde deze opdracht door naar zijn zoon Morpheus. Deze bezocht Alkyone tijdens haar slaap. Hij had de gedaante van haar echtgenoot aangenomen: een drenkeling, lijkbleek, met doorweekte en gescheurde klederen, het lichaam met wonden overdekt. Alkyone begreep wat er gebeurd was. Woorden waren overbodig. Ze sprong op van haar bed en ze wilde de geliefde dode vastgrijpen en omhelzen, maar hij was niet meer van vlees en bloed, hij was nog slechts een schim, waar haar handen geen vat op hadden.
Uitzinnig van verdriet rende Alkyone nu in de richting van de zee. Wezenloos staarde ze voor zich uit naar de wrede donkere zee, die haar het levensgeluk had ontnomen. Toen het dag begon te worden zag zij in de verte een lichaam komen aandrijven. Smachtend stak ze haar armen uit: Keyx, mijn teergeliefde Keyx! En ziet, er geschiedde een wonder: als door vleugels gedragen zweefde haar lichaam naar de drenkeling toe. De goden hadden haar veranderd in een prachtige vogel, een ijsvogel die in t Engels kingfisher wordt genoemd. Ze streek neer op de borst van de geliefde. Op t ogenblik dat ze hem met haar vleugels wilde omarmen steeg deze op uit het water: door zoveel liefde bewogen, hadden de goden ook hém veranderd in een ijsvogel!
Keyx en Alkyone beminden elkander nu verder zoals vogels dat doen. Ze paarden als vogels, en zoals de ijsvogels ook nu nog doen, broedde Alkyone haar eieren uit in de winterperiode. En haar vader Aiolos houdt in die periode alle winden in toom, zodat zij in alle rust kan verder broeden.
|