128. En hoe het allemaal verder verliep
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
< Sophokles. Tekening van Jan Bauwens, Vlaams filosoof en auteur van talloze filosofische teksten en verhalen, all-round kunstenaar en uiterst begaafd portrettekenaar. Honderden van zijn portretten zijn te bewonderen op www.bloggen.be/portretten . De tekening onderaan dit verhaal De apotheose van Homeros is eveneens van zijn hand.
Hoe het verder verlopen is? Precies zoals het door de goden beschikt was. De thuisvaart was voorspoedig. Alles wees erop dat de vloek die over het huis der Atriden hing tot een einde was gekomen. Orestes beklom de troon van Mykene. Hij trouwde met zijn nicht Harmonia, de dochter van Menelaos en Helena, waardoor hij weldra ook mocht heersen over Sparta. Pylades trouwde met Orestes zuster Elektra en hij volgde zijn vader Strophios op als koning in Phokis. Het beeld van de Taurische Artemis kreeg een plaats in een tempel in een heiligdom dat te harer ere werd opgericht in Brauron (nu Vravrona) aan de oostkust van Attica. Iphigineia bleef er tot het einde van haar dagen als priesteres. Haar graf bevindt zich in de buurt van de tempel.
En verder? Niets meer. Wilt u weten hoe het verder ging met de nakomelingen van Orestes of met die van andere beroemde koningshuizen zoals Athene of Delphi, dan moet ik u helaas teleurstellen. Hier houdt het dus op. Zoals elk verhaal ooit eens ten einde loopt? Want deze verhalen zijn toch pure fantasie, zonder enig verband met de werkelijkheid? Niet helemaal! Akkoord, de verhalen over de goden behoren tot het rijk der mythen, tot het rijk der sprookjes als u wilt. Maar de verhalen over de helden Herakles, Achilles, Theseus, Oedipous, Perseus, Odysseus, Jason, Agamemnon en zovele anderen zijn goed gedefinieerd qua plaats en tijd. Het zijn sagen, verhalen dus met een historische achtergrond. De verhalen spelen zich af in de 14e en de 13e eeuw v.C., toen de Mykeense cultuur zijn hoogtepunt had bereikt. Dat was de cultuur van de Achaeërs, zijnde de nomadenvolkeren die rond 2000 v.C. centraal Griekenland waren binnengetrokken en er zich blijvend hadden gevestigd in stedelijke nederzettingen, die uitgroeiden tot machtige stadstaten. De Achaeërs waren een zeevarend en handeldrijvend volk. Ze breidden hun handelsactiviteiten uit naar het Oosten (de eilanden van de Egeïsche Zee, de kusten van Klein-Azië), het Zuiden (Kreta) en het Westen (o.a. Sicilië). Economisch en cultureel ging het de Achaeërs voor de wind. Omdat de Achaeërs van Mykene in de 14e en de 13e eeuw v.C. het voortouw namen, spreekt men van de Mykeense cultuur, die o.a. gekenmerkt is door kolossale burchten met zeer dikke versterkte muren de zogenaamde Mykeense burchten. De muren werden cyclopische muren genoemd omdat men zich niet kon voorstellen dat ze door mensenhanden gebouwd waren.
Na de Trojaanse oorlog evenwel raakte die Mykeense cultuur zeer snel in verval. De oorzaak was de inval van vreemde volkeren van overzee, maar vooral vanuit de noordelijk gelegen Balkanstreken, de Doriërs. De Achaeïsche bevolking werd gedeeltelijk uitgemoord, hun steden werden verwoest, de economie en de politieke en sociale structuren kenden een catastrofale achteruitgang. Het was het begin van drie donkere eeuwen. Op het einde van de 10e eeuw v.C. waren er weer tekenen van heropleving. Allerlei nieuwe stedelijke nederzettingen, die zich hadden gevestigd in de buurt van de oude steden uit de Mykeense periode, werden sterker door toename van de bevolking en door economische groei: Argos, Thebe, Sparta, Korinthe en vooral Athene. De herinnering aan de roemrijke Mykeense tijd was gebleven, via mondelinge overlevering. Het lijdt geen twijfel dat de heldendaden uit die tijd ondertussen fel waren aangedikt. Door de ontwikkeling van het schrift begonnen dichters de verhalen neer te schrijven: de oudsten zijn Homeros (Ilias en Odyssee) en Hesiodos (Theogonie). In een latere tijd, toen Athene voorgoed het voortouw had genomen, en voornamelijk tijdens de gouden eeuw van Perikles (5e en begin 4e eeuw v.C) zijn die verhalen eveneens tot ons gekomen door o.a. een trio van tragedieschrijvers Aeschylos, Sophokles, Euripides en een trio van wijsgeren Socrates, Plato, Aristoteles. Onder de vele anderen vermeld ik er nog slechts één, uit een veel latere periode, nl. uit de 2e eeuw n.C. Het is Pausanias, een aardrijkskundige en schrijver van reisverhalen. Door zijn lijvige reisgids van het antieke Griekenland heb ik mij laten leiden bij de voorbereiding van de mythologische reis door Griekenland die wij met de Loopclub Grijsloke hebben ondernomen in 1994 en waaraan ik u laat deelnemen na de grote vakantie
Maar eerst wil ik u nog vergasten op twee verhaaltjes, sprookjes eigenlijk, die ik niet heb kunnen inpassen in mijn systematische reeks verhalen: Philemon en Baukis(nr. 129) en Keyx en Alkyone (nr. 130).

|