74. Geliefden van Apollo.
Zelden of nooit kenden ze een rimpelloos verloop, de liefdesverhalen van Apollo, de god van de schoonheid en het licht, de wetenschap en de voorspelling, de orde en de regelmaat. Tot zijn geliefkoosd jachtterrein behoorden de nimfen. Zoals we in het vorig verhaal reeds gezien hebben werden zijn avances niet steeds in gunstige zin beantwoord. Zo verging het hem ook bij Dryope. Teneinde haar te verschalken gebruikte hij een truc waartoe ook Zeus vaak zijn toevlucht nam: hij veranderde zich in een dier, in dit geval een schildpad. Toen Dryope de schildpad op haar schoot nam veranderde hij zich in een slang en zo nam hij bezit van haar. Hij verwekte bij de nimf een kind, Amfissos. Op een dag zag Dryope een lotusbloem. Ze plukte die bloem voor haar zoontje. Hoe kon zij vermoeden dat deze bloem zelf een nimf was, Lotis, die vluchtend voor de god Priapos, door de goden in deze plant was omgetoverd. Ze schrok niet weinig toen ze zag dat er uit de stengel van de plant overvloedig bloed stroomde. Daarop veranderden de goden ook haar in een lotusbloem
Ook op de mooie Trojaanse prinses Kassandra werd de god verliefd. Hij bood haar een mooi geschenk in de hoop dat ze met hem het bed zou willen delen. Dat geschenk was de gave van de profetie. Tot Apollos grote ontgoocheling weigerde Kassandra echter met hem gemeenschap te hebben. Hij was weliswaar niet in staat haar die gave te ontnemen doch hij zorgde ervoor dat niemand haar voorspellingen ooit zou geloven. Dat heeft haar later, zoals we nog zullen zien, lelijke parten gespeeld
Nog menig keer werd Apollo verliefd op sterfelijke of onsterfelijke vrouwen. Er zijn ook twee zeer bekende verhalen waarin Apollo verliefd werd op een mooie jongeling: de ene was Kyparissos, een jonge jager, de andere was de jonge prins Hyakinthos, zoon van koning Oibalos van Lakedaimonië.
Niet alleen Apollo was verliefd op Kyparissos, ook de zanger Thamyris. Thamyris had ooit eens verklaard dat hijzelf mooier kon zingen dan alle negen muzen tesamen. Teneinde zijn rivaal uit te schakelen ging Apollo dat overbrieven aan de Muzen. Dezen voelden zich zwaar beledigd en ze wreekten zich op Thamyris door hem te beroven van zijn stem, zijn gezicht en zijn geheugen. Maar meer dan tot Apollo voelde Kyparissos zich aangetrokken tot een hert. Toen de jonge jager op een kwade dag tijdens de jacht, geheel per ongeluk, zelf zijn lievelingsdier gedood had, overviel hem een onbeschrijflijke smart. Uit medelijden veranderde Apollo hem in een boom, een cypres. Dit is waarschijnlijk gebeurd aan de westkust van de Peloponnesos, waar nu het dorp Kyparissia ligt.
Ook in zijn verliefdheid op Hyakinthos had Apollo een rivaal: Zephyros, de Westenwind. Toen Apollo en Hyakinthos zich eens verlustigden in het spel met de discus, deed de jaloerse Zephyros een door Apollo geworpen discus van zijn koers afwijken en met kracht terecht komen tegen het hoofd van de geliefde prins. Deze viel dood ter aarde neer en wat Apollo ook beproefde, hij slaagde er niet in Hyakinthos levensgeesten weer op te wekken. Uit het bloed van de dode jongeling liet Apollo, door verdriet overmand, een bloem spruiten, de hyacinth, op wier bladeren hij schreef AI-AI, de weeklacht van de treurende god.
|