60. De runderen van Geryones (W10).
Geryones was een ontzaglijk grote reus, met drie hoofden, zes armen en drie bovenlichamen, die rond het bekken met elkaar vergroeid waren. Hij was de zoon van één van Okeanosÿ dochters, Kallirrhoë, en van de reus Chrysaor die, zoals verteld in verhaal nummer 27, ontsproten was uit de hals van de onthoofde Medusa. Deze Geryones was koning van Tartessos, een stad in het zuidoosten van Spanje, waar de Guadalquivir-rivier uitmondt in de Atlantische Oceaan. Tegenover de stad Tartessos lag het eiland Erytheia, waar zich nu de stad Cadiz bevindt. Geryones bezat een grote kudde prachtige roodkleurige runderen die graasden op de rijke weilanden van het eiland. Het vee werd bewaakt door de herder Eurytion, een zoon van de god Ares. Eurytion werd hierin bijgestaan door de reusachtige hond Orthros. De tiende opdracht die Herakles te verwerken kreeg bestond erin de runderen van Geryones te stelen en ze naar Mykene te brengen.
Per schip begaf Herakles zich naar het uiterste westen van de Middellandse Zee. Deze was toen nog niet verbonden met de Oceaan: Afrika en Europa zaten nog aan elkander vast met een smalle landengte. Men zegt dat Herakles toen de beide werelddelen van elkaar gescheiden heeft door de Straat van Gibraltar uit te graven. Aan beide zijden van deze zeestraat plaatste hij een berg: de berg Abyle in Afrika, de berg Kalpe in Spanje. We noemen die bergen ook ´zuilen van Herakles¡. Eens hier voorbij bereikte Herakles al gauw het eiland Erytheia en de kudde prachtige roodpurperen runderen. De herder Eurytion en de hond Orthros waren geen onoverkomelijke hinderpaal voor onze held: beiden sloeg hij dood met zijn geweldige knots. Hierna dreef hij het vee voor zich uit in de richting van de kust. De zeegod Poseidon kwam nu Herakles ter hulp: hij liet het peil van de zee dermate zakken dat de dieren zonder te moeten zwemmen het Spaanse vasteland konden bereiken. Nu kwam echter Geryones zelf aangestormd. Koelbloedig en met drie welgemikte pijlen doorboorde Herakles de drie harten van Geryones. Door sommigen wordt beweerd dat Herakles slechts één pijl nodig had: met die ene pijl zou hij de drie harten van Geryones tegelijk doorboord hebben. De reus stuikte dood ter aarde en uit zijn bloed sproot een boom, een kerselaar die vruchtjes droeg zonder pit…
De hele veestapel van Geryones voor zich uit drijvend, begon Herakles aan een slopende tocht doorheen Europa. Van Spanje trok hij alover de Pyreneeën en het Zuiden van Gallië naar Italië. Daar raakte hij de weg een beetje kwijt en een lange tijd doolde hij er rond. Hij verwekte in dat land vele nakomelingen en stichtte er verscheidene steden. Zo zouden de historische steden Pompeï en Herculaneum door Herakles gesticht zijn. Uiteindelijk bereikte hij Istrië en via de westkust van het Balkanschiereiland kwam hij in Griekenlands noordwestelijke provincie Epiros terecht. Er dient gezegd dat zijn kudde op dat ogenblik al met vele eenheden was uitgedund. In zuidoostelijke richting begaf hij zich naar de andere kant van het Grieks vasteland, hij stak de isthmos van Korinthe over en met wat er nog overbleef van de kudde runderen bood hij zich aan in Mykene. Eurystheus, die zeer onder de indruk was, offerde de dieren aan de goden.
|