57. De stier van Kreta (W7).
De eerste zes werken van Herakles zijn dus alle te situeren op de Peloponnesos. Voor de laatste zes diende onze held veel grotere verplaatsingen te maken, tot ver buiten de grenzen van het schiereiland. Voor het eerstvolgende werk moest hij zich naar Kreta begeven.
In Kreta was Minos koning (zie verhaal nummer 13). Minos had de gewoonte ieder jaar een stier te offeren aan Poseidon: de mooiste van zijn hele kudde. Dat offer was de god zeer welgevallig. Nochtans, toen Minos het op een keer in zijn hoofd haalde om niet de mooiste, maar wel een mindere stier te offeren, voelde Poseidon zich ten zeerste vernederd. Om Minos te straffen vervulde de god het hart van ÿs konings vrouw Pasiphaë met ziekelijke liefdesgevoelens voor de prachtige stier die hem was onthouden. Teneinde haar onnatuurlijke drift te bevredigen ging Pasiphaë te rade bij de vindingrijke ingenieur Daidalos, die in die dagen aan het koninklijk hof van Kreta leefde. Daidalos vervaardigde voor haar een grote levensechte koe, waarin zij kon plaatsnemen en op die wijze betrekking hebben met het geliefde dier. Het resultaat hiervan was dat ÿs konings echtgenote later het leven schonk aan een monsterlijk wezen, Minotauros, met het lichaam van een mens en de kop van een stier. Minos gaf opdracht aan Daidalos tot het bouwen van een reusachtige doolhof – het Labyrint – om dáár het wanstaltig lid van de koninklijke familie in onder te brengen, opdat niemand het ooit zou kunnen aanschouwen. Later zou Minotauros gedood worden door de Atheense prins Theseus (zie verhaal nummer 66), met de hulp van Daidalos en Minosÿ dochter Ariadne.
Maar nóg was de woede van Poseidon ondertussen niet ten einde. Hij sloeg Pasiphaëÿs geliefde stier met wilde razernij. Als bezeten draafde het dolle dier door Kreta, dood en vernieling zaaiend alom. Die stier bedwingen en hem levend naar Mykene brengen, was Heraklesÿ zevende opdracht. Een kolfje naar zijn hand. Hij slaagde erin het dier bij de horens te grijpen en het, met zijn buitengewone kracht, op de knieën te krijgen. Hij bracht de stier, zwaar gekneveld en levend naar Eurystheus. Deze was eens te meer verbluft over zoveel atletische gaven en hij beval Herakles de stier weer los te laten lopen, niet in Argos, maar wel voorbij de landengte van Korinthe in Attika, de streek waar Athene gelegen is. Daar zette de stier de vlakte van Marathon in rep en roer en hij zette er zijn verwoestend werk verder tot hij definitief onschadelijk werd gemaakt door Theseus – dat was nog vóór deze naar Kreta voer om de confrontatie met Minotauros aan te gaan.
|