32. Prokne en Philomela.
(de vorige drie verhaaltjes hebben betrekking op Kalydon; voor deze stad geldt de regel – die vrijwel voor alle Griekse steden geldt – dat haar stichter en eerste koning een inwijkeling was, een allochtoon, iemand uit een andere streek; een uitzondering op deze regel maakt alvast de stad Athene, waar we het reeds over gehad hebben in het verhaal nummer 7; koning Erichthonios was ontsproten uit de eigen grond en dat dank zij twee van Athenes meest geliefde goden, Athena en Hephaistos; laten we nu weer een kijkje nemen in Athene)
Pandion, de zoon van Erichthonios, volgde zijn vader op als koning van Athene. Pandion had twee dochters, Prokne en Philomela, en twee zonen, een tweeling. Prokne werd door haar vader uitgehuwelijkt aan Tereus, die een zoon was van de god Ares en koning was in Thracië. Toen Prokne in het kraambed lag zocht Tereus toenadering tot haar zuster Philomela en verkrachtte haar. Tereus die bang was dat zijn ontrouw aan het licht zou komen, sneed zijn schoonzuster de tong uit. Maar Philomela, aldus van de spraak beroofd, borduurde het verhaal van Tereusÿ ontrouw op haar zusters kleed. Prokne was daardoor dermate geschokt dat ze haar pasgeboren kind, Itys, onthoofde. Ze sneed het lichaam in stukken, kookte het vlees en zette het de vader voor. Tereus, niets vermoedend, verorberde alzo zijn eigen kind. Toen hij gegeten had, liet Prokne hem het afgehouwen hoofdje aanschouwen. De met woede en afgrijzen vervulde Tereus wilde daarop zijn vrouw en diens zuster vermoorden met een bijl. Zij vluchtten en hij achtervolgde hen, tot in Daulis, een stadje in Beotië. Daar zou hij de vrouwen ongetwijfeld bij de lurven gevat en gedood hebben… Maar de goden, door medelijden bewogen en afkerig van nog meer bloedvergieten, ontfermden zich over Prokne en Philomela door hen beiden in vogels te veranderen, waardoor zij buiten het bereik bleven van de uitzinnige woesteling. Prokne werd veranderd in een nachtegaal, Philomela in een zwaluw. De goden hadden er blijkbaar zin in gekregen en nu ze toch aan het omtoveren waren veranderden ze de kleine Itys in een distelvink, nadat ze hem eerst weer tot leven hadden gewekt. En Tereus? Die werd omgevormd tot een sperwer. De goden zorgden er wel voor dat de nachtegaal en de zwaluw hem te vlug af bleven.
De tweelingszonen van Pandion waren Boutes en Erechtheus. Boutes werd priester en hij trad in dienst zowel van Poseidon als van Athena. Erechtheus volgde zijn vader op als koning van Athene. Hij eerde alleen Athena. Hierdoor was Poseidon ten zeerste beledigd en dat zou Erechtheus uiteindelijk met zijn leven moeten bekopen. Daarover zullen we vertellen in een van de volgende verhaaltjes waar we het zullen hebben over de dochters van Erechtheus.
|