In de Odyssea van Homeros worden de Sirenen beschreven als verleidelijk zingende maagdelijke wezens met een vogellichaam, zoals te zien op een GRIEKSE VAAS van ± 480 vóór Chr. waar Odysseus en zijn bemanning door Sirenen worden overrompeld. De vaas werd gevonden op een diepte van 2km in een uitzonderlijk goed bewaard wrak van een oud Grieks schip dat er al zeker 2400 jaar ligt. Deze diepte en het lage zuurstofgehalte van de Zwarte zee vormen de ideale conditie voor de goede bewaring van houten schepen. Archeologen stonden versteld van de treffende overeenkomst tussen het wrak en de voorstelling op de vaas.
De Preraphaëliet John William WATERHOUSE (1849-1917) maakte van de confrontatie van Odysseus met de Sirenen een schitterende dramatische voorstelling. Preraphaëliten hadden een voorliefde voor mythologische en historische thema's. Waterhouse blijft in zijn versie van het gebeuren bij de oorspronkelijke voorstelling van de Sirenen, nl. als een meisjeshoofd op een vogellichaam, wat ondanks hun verleidelijke zang, een allerminst flatterend beeld van deze wezens biedt. (Varianten met vogellichaam vanaf het middel vormen overigens evenmin een attractieve mix).

Zijn tijdgenoot Herbert James DRAPER (1863-1920), een Victoriaanse classicist ging nog een stapje verder en volgde de trend om de Sirenen aantrekkelijker voor te stellen door er eentje, nog in het water, als een mooie zeemeermin voor te stellen, maar eenmaal aan boord ze het uiterlijk van een volmaakt menselijke verleidster te bezorgen.De meermin van de Lorelei is trouwens een 'allumeuse' van hetzelfde slag: mannen gek maken om ze aansluitend onbevredigd in hun ongeluk te storten
.
Mark Van Hoye
|