Telkens de laatste dag van de maand...
Elke maand speurt kunstkenner Marc Van Hoye naar de meest treffende illustratie bij het mythologisch "Druivelaarverhaal" van de voorbije maand. Ditmaal liep de zoektocht niet helemaal op wieltjes en hij komt uit bij... Oinos' zoon Meleager.
Olie op doek, 152 x 120 CM. Antwerpen, KMSKA.
Na enig vruchteloos zoeken naar een mooi picturaal werk gewijd aan Oeneus heb ik het opgegeven. Meer dan een paar beschilderde vazen vond ik niet. Zijn zoon Meleager daarentegen en diens geliefde Atalanta bij de jacht op het grote everzwijn vielen erg in de smaak van o. a. Rubens en Jordaens.
Jacob Jordaens (Antwerpen 1593 - 1678) hoort thuis in de Vlaamse barok. Hij schilderde dit onderwerp op zevenentwintigjarige leeftijd.
Hij was zeker geïnspireerd door een werk van Rubens. Hetzelfde verhaal was trouwens niet enkel een dankbaar onderwerp voor menig schilder, het was ook een geliefde keuze voor het toneel.
We zien hier Atalanta, vrij mollig voor een athlete, kijkend naar Meleager, die naar zijn zwaard grijpt op het ogenblik dat de twee ooms de kop van het everzwijn willen bemachtigen. Jordaens verkoos dit dramatisch moment boven de uitvoering van de dubbele moord op de twee ooms. Alle figuren zijn half torso uitgebeeld met de twee hoofdrolspelers in heldere tinten contrasterend tegen de overigens donkere achtergrond en de andere figuren. Een clair-obscur, typerend voor het Caravaggisme waar o. a. ook Rembrandt schatplichtig aan is. (Zie ook de blog waar de Medusa beschreven wordt).
Jordaens werd katholiek opgevoed maar bekeerde zich later tot het Calvinisme, waarvoor hij als ketter veroordeeld werd. Hij moest als straf enkel een boete betalen. Gezien zijn status als schilder werd zijn geloofsovertuiging echter verder gedoogd. Zo kreeg hij ook opdrachten van katholieken en kerken. Naast portretten, mythologische en religieuze werken schilderde hij veel doeken met een volks karakter waarin hij graag zelf figureert
Eén van zijn beroemdste werken 'De koning drinkt, is een schilderij met een volkse uitbundigheid vol vrolijkheid en een spel van kleuren en schaduwen. Het succes dat het werk destijds genoot was zó groot dat er meerdere uitvoeringen van bestaan, hetzij van het atelier van Jordaens, hetzij copieën.
Na de dood van Rubens en Van Dyck, beiden hofschilders van hoog aanzien en in wiens schaduw hij altijd stond, werd hij als de belangrijkste Vlaamse schilder beschouwd. Hij schilderde tot op hoge leeftijd alhoewel de kwaliteit van zijn werken afnam.
Hij werd begraven op de begraafplaats aan de Nederlandse kant van het grensdorpje Putte waar vroeger een protestantse kerk stond.
|