Op de achterkant van het kalenderblaadje van 29 juli (scheurkalender De Druivelaar) prijkt het verhaal van Daidalos en Ikaros. De tekening is van mijn oude studiemakker en collega Marc Van Hoye, ortopedisch chirurg "op rust". De schilderij die de val van Ikaros voorstelt is van de Vlaamse barokschilder Jacob Peter Gowy (1615-1661).
Daidalos was afkomstig van
Athene. Hij was er alom geprezen als een knap wetenschapsman: ingenieur,
architect, kunstenaar. Daidalos had een neef die bij hem in de leer ging en zo
snel vorderingen maakte dat de meester vreesde dat hijzelf weldra door zijn
leerling zou overtroffen worden. Door afgunst gedreven nam hij de jongen mee op
het dak van de tempel van Athena, zogezegd om hem een panorama van de stad te
laten zien. Maar boven op de tempel gaf hij de jongen een duw zodat hij naar
beneden stortte en zijn nek brak. In Athene vermoedde men al dat er kwaad opzet
in het spel was en Daidalos werd uit de stad verbannen. Hij vond asiel bij
koning Minos, die wat blij was zon knappe bouwmeester in zijn koninkrijk te
kunnen binnenhalen. Daidalos kennis zou later goed van pas komen bij de bouw
van het labyrint. Toen Minos achteraf echter vernam dat de bouwmeester Theseus
had geholpen bij zijn strijd tegen Minotauros, sloot hij Daidalos op in zijn
eigen labyrint, samen met zijn zoon Ikaros. Maar Daidalos bleek niet voor één
gat te vangen. Voor zichzelf en voor zijn zoon maakte hij vleugels van
vogelveren, door ze met was aan elkaar te kleven. Hij maakte de vleugels stevig
vast aan hun beider schouders. Hiermee zouden ze opstijgen in het luchtruim.
Daidalos gaf zijn zoon de raad zeer goed op te letten om niet te laag te
vliegen, dat is niet te dicht bij het zeeoppervlak, opdat de vleugels niet nat
zouden worden. En ook niet te dicht bij de zon, waardoor de was zou smelten en
de vleugels uiteenvallen.
De ontsnapping uit het
labyrint lukte wonderwel. Vader en zoon vlogen hoog boven de eilanden van de
Egeïsche Zee. Maar Ikaros werd overmoedig. De wijze raad van zijn vader in de
wind slaand, steeg hij altijd maar hoger en hoger tot hij uiteindelijk veel te
dicht bij de zon kwam. De was tussen de veren smolt en Ikaros stortte te
pletter in de zee, dicht bij een eilandje. Daidalos daalde neder op het eiland,
hij vond daar het lichaam van zijn zoon en hij begroef het ter plekke. Het
eiland werd Ikaria genoemd en het gedeelte van de Egeïsche Zee ten zuiden van
het eiland, de Ikarische Zee. De diep bedroefde vader zette nu zijn tocht
verder en hij belandde in Sicilië, waar hij nog vele jaren zijn beroep bleef
uitoefenen en nog talrijke mooie bouwwerken op zijn actief bracht.
(Uit:"Uit het schuim van de zee", hoofdstuk 58)

|