IK ZEUS
Goedenavond stervelingen. Ik weet wat u denkt. U denkt dat ik Jan Decleir ben, die zich voordoet als Zeus. Niets is minder waar, want de werkelijkheid is helemaal anders, precies het tegenovergestelde van wat u denkt: ik ben Zeus, de Griekse oppergod van weleer, die zich voordoet als Jan Decleir. Van alle Griekse goden was er geen een die meer bedreven was in de kunst van de metamorfose. De gedaanteverandering. Na enkele duizenden jaren heb ik die kunst nog niet verleerd. Ontelbaar zijn de keren dat ik een andere gedaante heb moeten aannemen om een vrouw te veroveren. Neem nu de mooie trouwe Alkmene, die gehuwd was met Amphytrion, de koning van Thebe. Toen de koning een tijdje van huis weg was, vanwege een of andere veldslag, zag ik mijn kans schoon. In de gedaante van Amphytrion benaderde ik Alkmene en ik verwekte bij haar Herakles, de sterkste onder alle stervelingen. Soms was het opportuun om mij in een dier te veranderen. Ook dat was voor mij een koud kunstje. Zo ben ik erin geslaagd, in de gedaante van een zwaan, betrekking te hebben met Leda, de koningin van Sparta.

Uit deze vereniging is Helena voortgekomen, de mooie Helena, die de inzet zou worden van de oorlog van Troje.
Menig keer ook heb ik stervelingen een andere gedaante bezorgd. Neem nu de nimf Io. We waren de liefde aan t bedrijven toen ik vernam dat mijn dierbare echtgenote mij op het spoor was. Ik heb Io toen snel in een koe veranderd.
Een van mijn strafste metamorfoses was die keer toen ik de gedaante aannam van een gouden regen en aldus tussen vensterspijlen doordrong tot de prinses Danaë die door haar vader opgesloten was in een hoge toren.

Ook daar is een van de grootste Griekse helden uit voortgekomen: Perseus.
Ach, we waren een clubje van twaalf goden. 
Wij heersten over hemel en aarde. We woonden op de Olympos, de hoogste berg van Griekenland.
Ieder had zijn eigen specialiteit ( de wetenschap, de kunst, de liefde, de geneeskunst, de landbouw
). Ik was de baas, alhoewel
Alle uitingsvormen van de Westerse beschaving vinden hun oorsprong in de tijd van de Oude Grieken. Ach, als ik 25 eeuwen terugga in de geschiedenis, naar de eeuw van Perikles: grotere geleerden, grotere kunstenaars dan in die eeuw heeft de wereld nooit gekend. De grondslagen van de Westerse geneeskunde en van uw democratische regeringsvormen werden toen gelegd en de Olympische Spelen, te mijner ere, kenden een ongeziene bloei.
|