120. Weerzien van vrouw en kind, de oude voedster en de hond.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
< het eilandje Pontikonisi (het versteende schip van de Faiaken) < klik op de foto om te vergroten
Ondertussen bevond Telemachos zich, samen met zijn gezel Peisistratos, aan het hof van koning Menelaos van Sparta. Ze waren er hartelijk ontvangen door de koning en zijn gemalin Helena. Menelaos was vereerd en ontroerd door het bezoek van de zonen van zijn oude strijdmakkers en hij vroeg niet beter dan dat zij lange tijd van zijn gastvrijheid zouden willen genieten. Hij vertelde dat zijn eigen thuisreis na de Trojaanse oorlog lang en moeilijk was geweest. Zo had hij, samen met Helena, lange tijd verbleven op een eiland in de buurt van Egypte. Daar hadden ze vernomen van de oude zeegod Proteus dat Odysseus zich op het eiland Ogygia bevond, waar hij werd vastgehouden door de nimf Kalypso. Of Odysseus op t ogenblik nog in leven was, kon Menelaos echter niet met zekerheid zeggen
Telemachos en Peisistratos waren reeds verscheidene dagen te gast in Sparta, toen Athena Telemachos in t geheim beval zo snel mogelijk naar huis terug te keren. Zeer tot verdiet van Menelaos begaven de twee jongemannen zich te vierklauw naar Pylos, alwaar het schip wachtte om Odysseus zoon weer naar Ithaka te brengen.
We maken van de terugreis van Telemachos gebruik om te vertellen wat er gebeurd is met de Faiaken, die Odysseus naar Ithaka hadden gebracht. De god Poseidon was verbolgen toen hij de thuiskomst van Odysseus vernam. Even overwoog hij om zich op de Faiaken te wreken door hun land te verwoesten, doch Zeus maande zijn broeder aan milder te wezen. Toen beperkte Poseidon zich er toe hun schip te laten verstenen op t ogenblik dat ze bijna de kust van hun thuisland hadden bereikt. Het schip veranderde in een reusachtig rotsblok dat vastliep op de zeebodem aan de oostkust van het Faiakenland (Kerkyra, ook Korfu genaamd): de toeristen kunnen het heden ten dage bewonderen als het lieflijk eilandje Pontikonisi (het Muizeneilandje) in de baai van Kanoni, ten zuiden van Korfu stad.
Toen Telemachos zijn land weer had bereikt, begaf hij zich, zoals Athena hem had ingegeven, naar de woning van Eumaios. Hij werd er door de varkenshoeder voorgesteld aan de oude zwerver, van wie hij op dat ogenblik nog niet wist dat het zijn vader was. Hij gaf Eumaios opdracht het goede nieuws van zijn thuiskomst te melden aan zijn moeder en ook aan zijn grootvader Laërtes. Nu waren vader en zoon alleen in de hut van de varkenshoeder. Het ogenblik was gekomen voor Odysseus om zich bekend te maken aan zijn zoon en tegelijkertijd gaf Athena de vader zijn ware edele gedaante terug. Er volgde een ontroerend herkenningstafereel. Ze spraken af dat Odysseus voorlopig nog incognito zou blijven voor Eumaios en ook voor Penelope. Meteen veranderde Odysseus weer in een haveloze grijsaard. Hij drong erop aan dat men hem naar de eetzaal zou brengen, waar de vrijers weer rond rijke tafels verzameld waren en zich door de dienstmaagden lieten verwennen. Op weg daarheen zag hij op het binnenplein, gelegen op een mesthoop, de oude hond Argos. Hij had het dier gekend vóór hij naar Troje vertrok. Toen was Argos jong en krachtig, nu was hij oud en ten einde krachten. Na al die jaren erkende hij zijn oude meester nog, want zwakjes kwispelde hij met zijn staart. Toen gaf hij de geest. Dat ontroerde Odysseus zeer.
Teneinde de vrijers op de proef te stellen, ging hij van de ene tafel naar de andere bedelen om wat etensresten. Maar allen weigerden hem iets te geven en ze dreven de spot met hem. Eén was er zelfs die hem bekogelde met een zitbankje en hem verwondde aan de schouder. Toen dit voorval Penelope ter ore kwam, nodigde zij de bedelaar uit bij haar op de kamer, teneinde hem te troosten en in de hoop van hem misschien iets te vernemen over haar echtgenoot. En de bedelaar vertelde haar dat hij kort te voren nog Odysseus had ontmoet, en dat deze nu wel gauw zou thuiskomen, maar dat hij eerst nog het orakel was gaan raadplegen. En alhoewel ze er weinig geloof kon aan hechten, verheugden die woorden haar zeer en ze gaf opdracht aan de oude voedster Euryklea, de voeten van de oude man te wassen. Wie beschrijft de verbazing van de oude vrouw toen ze, neergeknield voor de grijsaard, het litteken zag op zijn dij, het litteken van Odysseus dat hij eens tijdens de jacht op een everzwijn had opgelopen. Hoe goed kende ze die man, die ze nog gevoed had aan haar eigen borst! Ze zou een luide gil geslaakt hebben, indien Odysseus haar niet tijdig de mond had gesnoerd. En gelukkig had Athena Penelopes aandacht afgeleid zodat het hele incident onopgemerkt aan haar voorbijging
|