18. Niobe.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
(de eerste paragraaf van dit verhaal is nogal saai door de opeenvolging van namen; het is bedoeld voor diegenen die een beetje klaarheid willen in de wirwar van koningen en regenten die elkaar opvolgen aan het koninklijk hof van Thebe; de anderen doen er goed aan direct over te schakelen naar paragraaf 2)
In Thebe werd koning Pentheus, die zoals u weet door zijn moeder werd verscheurd, opgevolgd door... zijn grootvader Kadmos, gedurende een korte tijd, want algauw trok Kadmos zich met zijn echtgenote Harmonia terug in Illyrië. Naar sommigen beweren werden beiden op het einde van hun leven door de goden in slangen veranderd. Toen kwam Polydoros op de troon, de enige zoon van Kadmos. Polydoros was gehuwd met Nykteïs, bij wie hij een zoon had, Labdakos. Polydoros was ziekelijk en stierf enkele jaren later. Labdakos was toen nog een kind. De heerschappij over de stad werd overgenomen door Polydoros schoonvader Nykteos, die een zoon was van de gezaaide man Chtonios. Nykteos sneuvelde echter in een oorlog en toen kwam zijn broer Lykos aan de macht. Toen de wettige troonopvolger in de rechte lijn, Labdakos, de meerderjarigheid had bereikt, nam hij het bewind over. Niet voor lang echter, want Labdakos die net als zijn vader een zwakke gezondheid had, stierf jong en... toen was het weer Lykos. Later werd Lykos van de troon verdreven door de tweelingszonen van Antiope, dochter van zijn overleden broer Nykteos. De vader van de tweeling was niet de eerste de beste: Zeus! Hoewel zij tweelingen waren, verschilden de broers heel erg van elkaar. De ene, Zethos, was sterk en handig, iemand met handen aan zijn lijf. De andere, Amphion, was eerder van het werkschuwe type, maar buitengewoon kunstzinnig. Samen bouwden zij de vestingsmuren rond hun stad. Zethos bracht met zijn brute kracht de grote stenen bij en stapelde ze op elkaar. Amphion daarentegen speelde een meeslepende melodie op zijn lier waardoor de stenen hem vanzelf volgden en zich ook vanzelf opstapelden, zodat hij met het werk vele malen vlugger was dan zijn broer. Amphion besteeg uiteindelijk de troon. Hij was getrouwd met Niobe, een dochter van Tantalos, een zuster dus van Pelops.
Amphion en Niobe hadden zeven flinke zonen en zeven knappe dochters. Dat schitterend kroost was voor de ouders een bron van fierheid, maar ook en dat gold vooral voor Niobe van hoogmoed. Jaarlijks was er in Thebe een grote optocht ter ere van de godin Leto en haar goddelijke kinderen, Apollo en Artemis. Bij Niobe wekte dat afgunst op. Waarom brengen de Thebanen meer eer aan die duistere Titanendochter Leto met haar pover kroost amper twee stuks dan aan mij, hun koningin, die moeder ben van zeven prachtige zonen en evenveel prachtige dochters, zeven keer zoveel als zij? Dat dacht Niobe, maar ze zei het ook luidop, en in t openbaar beschimpte ze haar rivale. Dat kwam de godin ter ore. Vernederd en geschokt door zoveel arrogantie, mobiliseerde ze haar kinderen Apollo en Artemis en ze gebood hen hun moeder bloedig te wreken op de kinderen van Niobe. Apollo nam de zeven zoons voor zijn rekening, Artemis de zeven dochters. In geen tijd lagen zij allen neergeveld, dodelijk getroffen door een pijl, recht in het hart. En Niobe? Dat zij een straf verdiende voor haar hoogmoed staat buiten kijf, maar dit!... Het onbeschrijflijk leed dat haar was aangedaan verkilde haar moederhart. Haar hart versteende en zo gebeurde ook met haar hele lichaam, tot er van haar niets anders overbleef dan een rotsblok, een ontzield stuk steen. Amphion vervloekte daarop de goden en dat moest ook híj met zijn leven bekopen: ook zíjn hart werd met een pijl doorboord.
Nu leefde er in Elis een rechtstreekse afstammeling van Kadmos, in de mannelijke lijn. Zijn naam was Laios en hij was de enige zoon van de jong gestorven Labdakos. Als jonge knaap was hij door Amphion en Zethos uit Thebe verdreven en hij had een onderkomen gevonden bij koning Pelops en diens echtgenote Hippodameia. Dezen hadden vele kinderen wel twee dozijn waarvan de bekendste zijn: Pittheus, Thyestes en vooral Atreus, de latere koning van Mykene, en ook Chrysippos, die een buitenechtelijk kind was van Pelops en tevens zijn lievelingszoon. Tussen Laios en Chrysippos ontstond een homosexuele liefde. Een en ander leidde ertoe dat Laios Chrysippos ontvoerde naar Thebe en dat Chrysippos daar de dood vond: door de hand van Hippodameia zeggen sommigen, terwijl anderen Atreus als de dader opgeven en nog anderen het houden op zelfmoord.
Na de dood van Amphion nam Laios als wettige troonopvolger diens functie over. De misdaad die Laios had gepleegd door de zoon van zijn weldoener te ontvoeren, werd hem door de goden zwaar aangerekend. Er kwam een vloek over hem en zijn nageslacht.
|