7. Leto.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De oppergod Zeus werd verliefd op twee van zijn nichten, dochters van de titaan Koios en de titanes Phoibe. De eerste, Asteria, vluchtte echter voor de oppergod. Ze sprong in de zee en verdronk. Zeus veranderde haar dode lichaam in een klein drijvend rotsachtig eilandje, Delos. De tweede, Leto, werd door Zeus zwanger gemaakt van een tweeling. Sommigen beweren dat Zeus haar en zichzelf tijdens de paring veranderde in een kwartel, om op die wijze hun vereniging aan het speurend oog van zijn echtgenote te onttrekken. Maar Hera kreeg er toch lucht van en ze begon Leto het vuur aan de schenen te leggen. Ze gaf de slang Pythoon opdracht Leto te achtervolgen zodat ze nergens een plaatsje zou vinden om rustig te bevallen. Uiteindelijk vluchtte Leto alover de zee in de hoop een eiland te vinden waar ze ongestoord haar kinderen ter wereld zou kunnen brengen. Maar Hera had alle eilanden verboden haar gastvrijheid te verlenen. Tot ze in de buurt kwam van het eilandje Delos dat dolend op het zeeoppervlak dreef. Hier werd haar de toegang niet geweigerd, en dat was maar net op tijd, want de weeën kwamen al opzetten. Leto ging zitten in de schaduw van een dadelpalm die midden op het eiland groeide, om er uit te rusten en te baren. Maar Hera had nog andere pijlen op haar boog. Ze zorgde ervoor dat de weeën zeer hevig en pijnlijk werden en dat de baring desondanks niet vooruitging. Daarenboven leidde ze de aandacht af van de godin Eileithuia, de helpster in barensnood. Het duurde negen lange dagen tot Zeus Letos nood inzag. De oppergod zelf riep Eileithuias hulp in en Leto baarde haar tweeling, de armen krampachtig geslagen rond de dadelpalm. Die boom staat er heden ten dage nog, op Delos ik heb hem met eigen ogen aanschouwd of anders is het een rechtstreekse nakomeling van de boom van toen...
Als eerste werd een meisje geboren: de godin Artemis. Het kind groeide zo snel dat sommigen beweren dat ze haar moeder reeds bijstond bij de geboorte van haar tweelingsbroer, Apollo. Zeus was fier over zijn goddelijke tweeling en hij liet een gouden glans stralen over het eiland Delos, dat hij uit dankbaarheid met vier zuilen verankerde aan de bodem, in het midden van de zee die later de naam Egeïsche Zee zou krijgen. Eeuwige roem en rijkdom zouden het eiland ten deel vallen.
Ook Apollo ontwikkelde zich razendsnel. Na amper vier dagen was hij opgegroeid tot een jonge knaap. De eerste taak die hij op zich nam was het doden van de slang Pythoon, als vergelding voor het leed dat zijn moeder was aangedaan. Hij achtervolgde Pythoon tot in Delphi, op het Griekse vasteland. Daar schoot hij de slang dood met een van zijn gouden, nooit falende pijlen. Dit geschiedde bij een rots, die iedere bezoeker van Delphi op heden kan zien. De rots bevindt zich op amper een paar tientallen meter van de plaats die door Zeus zelf bepaald werd als het middelpunt van de wereld. Op dat punt staat de omfalos, de steen die Zeus vader Kronos had uitgebraakt, samen met zijn zes kinderen...
Maar het schuldgevoel knaagde aan het hart van Apollo. Pythoon was immers een zoon van de Aarde, dit is van zijn grootmoeder Gaia. Zou deze laatste hem niet ter verantwoording roepen? Om verzoening voor zijn daad af te smeken bij Gaia, hieuw hij alvast een stadion uit in de flank van het Parnassosgebergte, teneinde er Spelen te organiseren: de beroemde Pythische Spelen van Delphi.
|