WATERMAN 20 januari 18 februarixml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
 (uit: De Druivelaar 2012)
 (tekening Kurt Vangheluwe)
"Menig sterfelijke jongeling werd bemind door Eos, de godin van de dageraad".
Eos, die in het latijn Aurora heet, en die wij de morgenstond noemen, of de dageraad, is de dochter van de titaan Hyperion en de titanes Theia, beiden kinderen van de aarde (Gaia) en de hemel (Ouranos). Helios, de zon, is haar broer en Selene, de maan, haar zuster. Ze woont aan het oostelijk uiteinde van de wereld. Gehuld in een saffraankleurig kleed opent zij aldaar iedere ochtend , met daar roze vingeren, de hemelpoorten. Aldus verleent zijn doorgang aan haar broeder Helios, die uit de oceaan ten hemel opstijgt met zijn door twee goddelijke paarden getrokken zonnewagen, om s avonds onder te duiken in het westen. Zelf spoedt Eos zich dan naar de Olymposberg, de verblijfplaats van de goden, om er de komst van de zonnegod aan te kondigen.
Eos is een aantrekkelijke verschijning, die zelf talloze keren verliefd was, zowel op sterfelijke mannen als op onsterfelijken. Een van haar geliefden was Astraios, de zoon van haar oom, de titaan Krios. Zij schonk hem talrijke kinderen: de sterren en de planeten, alsook de winden (de noordenwind Boreas, de zuidenwind Notos, de westenwind Zephyros en de oostenwind Euros). Een andere was Kephalos, de koning van Thorikos, die gehuwd was met de Atheense prinses Prokris. Eos schaakte haar geliefde, doch deze keerde uiteindelijk toch naar zijn echtgenote terug, echter niet nadat Eos hem een paar kinderen had geschonken
Dat het uiteindelijk toch heel slecht afliep met Kephalos en Prokris kunt u lezen in mijn boek Uit het schuim van de zee, hoofdstuk 35.
Eos raakte ook verliefd op de oorlogsgod Ares. Het was in de tijd dat Ares een affaire had met de godin Aphrodite. Ares, die allesbehalve een trouwe minnaar was deelde ook het bed met Eos. Dat ontging Aphrodite niet en wie de grote liefdesgodin dwarsboomt in de liefde moet daar gewoonlijk de kwalijke gevolgen van dragen. Er ontstond een eeuwigdurende vete tussen Aphrodite en Eos. Bovendien strafte Aphrodite haar liefdesrivale door in haar hart een ziekelijke hartstocht te leggen voor sterfelijke jongelingen. De drie meest bekende jongemannen op dewelke Eos hartstochtelijk verliefd was zijn Orion de jonge jager over wie wij het zullen hebben in het hoofdstuk Schorpioen en Tithonos en Ganymedes, twee prinsen uit het koningshuis van Troje.
Zo waren Ganymedes en Tithonios, twee prinsen uit het koningshuis van Troje, het voorwerp van haar liefde. [er staat Tithonios; de meer gangbare vorm is Tithonos]
Ganymedes was de zoon van Tros, een van de eerste koningen van Troje, en naar wie de stad werd genoemd. Volgens Homeros was Ganymedes de mooiste van alle stervelingen. Toen Eos deze mooie jongeling opmerkte, begonnen duizend vlinders te fladderen in haar onderbuik. Maar helaas
"Ook de oppergod Zeus had zijn oog laten vallen op Ganymedes"..
ook Zeus ontbrandde in liefde voor Ganymedes, toen hij hem een kudde schapen zag weiden op de flanken van de Idaberg in Klein-Azië.
Onder de gedaante van een arend ontvoerde hij de mooie jongeling naar de verblijfplaats van de goden op de Olymposberg.
Zeus stuurde een arend sommigen beweren dat hij zichzelf veranderde in een arend die de jongen meenam naar de Olympos, alwaar hij hem aanstelde tot wijnschenker van de goden, oftewel waterschenker (de waterman!) voor diegenen onder de goden die van hun dokter alcoholverbod hadden gekregen.
Als compensatie bekwam Eos van Zeus de onsterfelijkheid voor Tithonios.
Ondertussen had Eos haar zinnen gezet op Tithonos, de zoon van een andere Trojaanse koning, Laomedon. Eos stal de mooie jongeling en nam hem mee naar Ethiopië. Ze hoopte dat ze nooit van hem afscheid zou moeten nemen en omdat hij een sterveling was richtte zij zich tot de oppergod Zeus, met de bede om haar geliefde het eeuwig leven te schenken. Zeus willigde haar verzoek in. Hij beschouwde dit ongetwijfeld als een compensatie voor de roof van haar eerdere geliefde Ganymedes
Ze had evenwel verzuimd ook de eeuwige jeugd voor haar geliefde te vragen.
Had Eos gedacht dat het eeuwig leven meteen ook de eeuwige jeugd betekende, zoals dat bij de goden het geval is, en had zij daarom vergeten die eeuwige jeugd voor Tithonos erbij te vragen? Zolang Tithonos zijn jong en fris uiterlijk bleef behouden was alles koek en ei tussen de twee. Hij schonk Eos twee kinderen, waarvan Memnon de bekendste is. Deze werd koning in Ethiopië en tijdens de Trojaanse oorlog trok hij ten strijde tegen de Grieken. Hij doodde daar Nestors zoon Antilochos, maar werd later zelf gedood door Achilles. De morgendauw werd door de Grieken beschouwd als de tranen die Eos weende om Memnons dood.
Deze schrompelde met de jaren ineen en veranderde uiteindelijk in een krekel.
Met de jaren kwam Tithonos lichaam in verval. Hij takelde af, droogde uit, zijn stem werd schor en verdween tenslotte helemaal, diepe groeven doorploegden zijn lichaam en hij droogde uit, tot hij tenslotte niet meer toonbaar was. Eos verstopte hem en sloot hem op in een klein donker kamertje, waar ze hem eten bracht en verder goed verzorgde. Daar verschrompelde hij helemaal tot hij uiteindelijk veranderde in een krekel, een lelijk dier. Iedere dag stond Eos nu heel vroeg op om hem s morgens niet te moeten aanschouwen.
Ook Tros, Ganymedes vader, werd schadeloos gesteld: Zeus schonk hem twee goddelijke paarden.
De paarden die Zeus aan Tros schonk, ter compensatie voor het kidnappen van zijn zoon waren onsterfelijk: een goddelijk en dus kostbaar geschenk, waarmee de koning vrede nam. Die paarden waren tijdens de Trojaanse oorlog in het bezit van Aineias, een nakomeling van Tros in de vierde graad. Met die paarden trok Aineias ten strijde tegen de Argivische koning Diomedes, maar Diomedes ontfutselde hem de paarden en gebruikte ze zelf in een gevecht met de grootste Trojaanse held, Hektor.
Maar keren we terug tot Ganymedes.
Ganymedes zelf werd door de oppergod aangesteld tot wijnschenker van de goden, zeer tot ongenoegen van de godin Hera, wier dochter Hebe die functie tot dan toe had vervuld.
In de functie van wijnschenker nam Ganymedes dus de plaats in van Hebe, een dochter van Zeus en diens echtgenote Hera. Dat Hera het met die functiewissel niet eens was, wordt wel tegengesproken door enkelen. Zij beweren dat het Hera zelf was die, jaloers als zij was, haar echtgenoot had gedwongen de jongen tot wijnschenker aan te stellen, opdat hij hem dan enkel nog van op een afstand zou kunnen bewonderen
Later plaatste Zeus de geliefde jongeling als de waterman tussen de sterren.
Maar wie er daarna de functie van wijnschenker op zich heeft genomen is niet duidelijk. Was het weer Hebe? Of was het Hephaistos, de kreupele god van de smeden, aan wie de taak van wijnschenker tot dan toe slechts bij speciale gelegenheden was toevertrouwd, die nu de full-time job aangeboden kreeg?
|