91. Achilles doodt Hektor.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
< deze tekening is van Jan Bauwens en wordt onderaan vergroot weergegeven (de andere tekening onderaan is eveneens van Jan Bauwens)
Thetis legde zich tenslotte neer bij Achilles beslissing om Hektor, de moordenaar van zijn vriend, te lijf te gaan. Ze wist dat haar zoon hiermee zelf zijn lot zou bezegelen en dat pijnigde haar moederhart zeer, maar tegelijkertijd onderging zij een gevoel van trots, want eeuwige roem zou zijn deel zijn. Ze vroeg hem nog even geduld te hebben. Ondertussen begaf ze zich naar Hephaistos en ze smeekte de god voor haar zoon een wapenrusting te smeden, tien keer schitterender dan deze die Hektor droeg en die hij aan het dode lichaam van Patroklos had ontrukt.
Toen Thetis de nieuwe wapenrusting naar haar zoon bracht, ging een golf van bewondering door de gelederen van de Myrmidonen. Zo iets indrukwekkends had nooit een krijgsman gedragen: oogverblindend en daarenboven ondoordringbaar voor de vijandelijke wapens. Alzo geharnast ging Achilles, aan het hoofd van zijn Myrmidonen, het gehavende Griekse leger vervoegen. Nu voelde hij een zekere schaamte, want dat het zó ver was kunnen komen dat besefte hij maar al te goed was zijn domme schuld, en dat alles
omwille van die griet, Briseïs. Nú echter bracht hij de hele legermacht in vervoering. Zijn indrukwekkende verschijning deed bij de Griekse strijders de vermoeidheid vergeten, en de pijn. Bij de Trojanen echter zonk de moed in de schoenen en de meesten trokken zich terug tot binnen de muren.
En plots kreeg Achilles zijn aartsvijand Hektor in de gaten. Zijn ogen schoten vuur. Hektor zou eraan geloven! Even aarzelde Hektor of hij zich niet in veiligheid zou brengen binnen de muren. Of zou hij voorstellen Helena terug te geven aan de Grieken, tesamen met een overvloed aan geschenken? Maar wat zou het uitmaken? Achilles wilde wraak boven alles, meer dan de grootste kostbaarheden op aarde. Kon hij zich dan niet beter als een held gedragen en desnoods als een held sneuvelen?
Hij zag Achilles naderen. De schittering van zijn wapenrusting verblindde zijn ogen, maar hij had zich al voorgenomen het duel niet uit de weg te gaan. De goden kenden reeds de afloop van dit duel: in zijn goddelijke weegschaal had Zeus beider kansen tegen elkaar afgewogen en de balans was doorgeslagen in het nadeel van Hektor
Toen zijn tegenstander nog tien stappen van hem verwijderd was, zag Hektor, als uit het niet, nog iemand opdagen aan Achilles zijde: het was de godin Athena. Tegen die twee heb ik geen kans, dacht Hektor, en hij zette het op een lopen. Drie ronden liepen ze rond de burcht, Hektor achtervolgd door Achilles. Daar zag Hektor plots iemand aan zijn zijde: zijn broer Deiphobos! Met diens steun geloofde Hektor niet kansloos te zijn. Hij staakte zijn vlucht en riep Achilles toe: laten we eerlijk strijden en laten we afspreken dat de overwinnaar het lichaam van de overwonnene aan de zijnen teruggeeft.
Nooit, riep Achilles, en dat de honden uw vlees verslinden! Daarop wierp hij zijn speer naar zijn tegenstander, maar de worp miste haar doel. Geen nood, Athena raapte de speer op en bezorgde ze hem terug. Toen gooide Hektor zijn speer. Deze trof Achilles in de borst, maar het harnas bleek werkelijk ondoordringbaar. Hektor keek naast zich of Deiphobos er nog was om hem zíjn speer te overhandigen. Maar Deiphobos was er niet meer. Hektor hoorde de spottende lach van Athena en toen begreep hij dat zíj het was die de gedaante van zijn broer had aangenomen om hem tot de strijd te verlokken. Toen trok hij zijn zwaard en stormde op Achilles af. Maar Achilles ontweek de aanval. Hij kende de zwakke plek in Hektors wapenrusting, die de zijne was geweest: in de hals, tussen de helm en het borststuk
Daar plantte Achilles zijn speer. Diep drong het wapen via de hals tot in het hart van Trojes grootste held. Vóór Hektor de geest gaf, smeekte hij Achilles nog zijn lichaam aan zijn vader en moeder terug te schenken. Maar Achilles had andere plannen. Hij ontdeed Hektor van zijn wapenrusting, bond het naakte lichaam met de voeten vast aan de achterkant van zijn strijdwagen en sleepte het alzo in razende vaart en onder het schreeuwen van overwinningskreten zeven keer rond de burcht. Toen hield hij halt bij de plaats waar het lichaam van Patroklos lag opgebaard. Hij nam zijn dode vriend nog eenmaal in de armen en sprak tot hem: uw moordenaar is dood en vóór uw brandstapel zal ik zijn lijk door de honden laten verscheuren!

|