88. De Grieken worden teruggedrongen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
< tekening van Jan Bauwens, naar C.W. Eckersberg
Na afscheid genomen te hebben van vrouw en kind misschien wel voor goed? begaf Hektor zich opnieuw naar het slagveld. Hij had de smeekbede van zijn vrouw getrotseerd om aan de strijd te verzaken. Zeer zeker hield hij er rekening mee dat hij zijn dierbare Andromache en zijn zoontje Astyanax nooit meer zou terugzien, maar hij wilde geen lafaard zijn zoals zijn broer Paris. Daarenboven was hij ervan overtuigd dat zonder hem de Trojanen deze oorlog niet konden winnen. Dan kon hij maar beter sneuvelen dan te moeten meemaken dat de fiere burcht van Troje zou worden ingenomen en verwoest, en dat zijn dierbaren als slaven verder zouden moeten leven onder het juk van de gehate Grieken. Nu Achilles niet aan de strijd deelnam achtte hij de overwinning binnen het bereik. En mocht hijzelf sterven op het slagveld dan wachtte hem de eeuwige roem. Ook het besef dat de opvolging verzekerd was gaf hem moed: dat Astyanax minstens even dapper zou worden als zijn vader, daar was Hektor vast van overtuigd.
Op het strijdveld zwaaide nu de grote Ajax de plak. Eén na één werden Trojaanse krijgers door deze Griekse reus in de pan gehakt. Met zijn grote gestalte stak hij met kop en schouders boven al de anderen uit. Door de afwezigheid van Achilles was hij nu de meest gevreesde strijder in het leger van Agamemnon. Hektor kreeg hem algauw in de gaten en het duurde niet lang of beiden raakten in een duel verwikkeld. De beide mannen beukten met volle kracht op elkander in, zonder evenwel hun verdediging te verwaarlozen. Het bleek dat de een niet voor de ander diende onder te doen in kracht noch behendigheid. Het gevecht duurde lang en stilaan begonnen hun krachten te begeven. Daarenboven begon de duisternis in te vallen. Vermoeid lieten beiden de wapenen rusten. Al waren ze dan vijanden, ze hadden respect gekregen voor elkaars moed en ze drukten elkaar zelfs de hand. Voor vandaag hielden ze de strijd voor bekeken. Morgen was er weer een dag
Die nacht riep Zeus de Olympische goden bijeen. De Trojaanse oorlog wordt vervalst, zo sprak hij, door de bemoeienissen van de goden. Hij legde iedereen verbod op het strijdperk te betreden en allen dienden zich voortaan afzijdig te houden, teneinde de krijgsverrichtingen een eerlijk verloop te laten kennen.
De volgende dag gaat de strijd aanvankelijk gelijk op, maar rond het middaguur komt er een kentering. Hektor bekampt nu Diomedes, die in zijn strijdwagen vergezeld is van Nestor. Het is de strijdwagen van Aeneas, die Diomedes heeft buitgemaakt, samen met de paarden, die ooit hebben toebehoord aan Tros, de overgrootvader van koning Priamos, tevens de stichter van Troje. Deze paarden zijn onsterfelijk en ze waren een geschenk van Zeus aan koning Tros, nadat de oppergod dezes zoon, de mooie knaap Ganymedes had ontvoerd. De verliefde Zeus had de gedaante van een adelaar aangenomen en de jongeling meegenomen naar de Olympos alwaar hij werd aangesteld als wijnschenker van de goden
Maar Hektor is nu duidelijk de meerdere. Hij voelt zich gesteund door Zeus en drijft Diomedes op de vlucht. Hera heeft een sterk vermoeden dat Zeus zelf zich niet afzijdig houdt en de Trojanen bevoordeligt. Zelf gaat ze de grote Ajax opzwepen en diens broer Teukros en Agamemnon en Menelaos
. Het mag allemaal niet baten. De Grieken worden teruggedrongen tot dicht bij hun schepen. De avond maakt een einde aan de opmars van de Trojanen. Die nacht zullen ze buiten waken op het slagveld en morgen zullen ze, bij het krieken van de dag, hun vijanden de genadeslag toebrengen. Zo hopen ze
|