11. De geboorte van Dionysos.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Harmonia was een dochter van de oorlogsgod Ares en de liefdesgodin Aphrodite. Een buitenechtelijk kind dus, zij het van hoge goddelijke afkomst. Aphrodite had overigens niets anders dan buitenechtelijke kinderen. Harmonia werd de bruid van Kadmos. Er werd een schitterend huwelijksfeest gehouden, dat de goden zelf door hun aanwezigheid grote luister bijzetten. Ze overlaadden de bruid met kostbare geschenken. Aphrodite schonk haar dochter een prachtige gouden halsketting: een kunstwerk dat Hephaistos zelf had vervaardigd.
Kadmos en Harmonia heersten over Thebe en ze kregen samen vijf kinderen, waaronder vier dochters. Eén van de dochters was Semele, die voor haar moeder niet in schoonheid moest onderdoen. En weer was het Zeus die zijn oog liet vallen op deze mooie maagd. Hij benaderde haar in de gedaante van een knappe jonge man en hij had geslachtelijke omgang met haar. In alle oprechtheid vertelde hij haar dat hij niemand minder was dan de oppergod Zeus, in menselijke gedaante. Semele dacht dat haar geliefde slechts een grapje maakte, maar diep in haar binnenste knaagde toch de twijfel. Ze vertelde alles aan haar zusters, die het verhaal belachelijk vonden. Ze zeiden: als hij werkelijk Zeus is, dat hij zich dan eens vertone in zijn goddelijke gedaante, al is het maar één enkele keer. En toen de jongeman haar weer benaderde en haar volop zijn liefde betuigde, zwoer hij haar in een onbezonnen ogenblik, dat hij haar, als bewijs van zijn liefde, alles zou geven wat zij maar wilde. Zij wenste maar één ding: dat hij zich, al was het maar één enkele keer, aan haar zou vertonen in zijn goddelijke gedaante, in zijn schitterend gewaad, met staf en bliksem en al. Zeus was niet weinig geschrokken door die wens. Hij wist immers dat geen enkele sterveling de aanblik van de oppergod in zijn ware gedaante kon doorstaan. Hij smeekte haar een andere wens te doen. Maar Semele bleef vastbesloten en wat Zeus plechtig beloofd had, daaraan moest hij nu voldoen. Hij deed nog zo zijn best om zijn geliefde een vreselijk lot te besparen: hij haalde zijn minst schitterende kleed uit de kast en uit de kist waarin hij zijn bliksems bewaarde, diepte hij zijn allerkleinste bliksempje op... Alles tevergeefs. Toen Semele de oppergod in al zijn glorie aanschouwde, vatten haar lijf en leden vuur en smeulend ging zij ten onder. En daar realiseerde Zeus zich dat zij zijn kind droeg. Hij riep zijn trouwe zoon Hermes ter hulp en gebood hem de ongeboren vrucht via een keizersnede uit de buik van de moeder te halen. Daarna liet Zeus de foetus bij zichzelf inplanten in het losmazig weefsel aan de binnenkant van de dij, om hem daar verder te laten groeien. Een ingreep waar de hedendaagse chirurgen een punt kunnen aan zuigen. Toen de tijd van voldragenheid gekomen was, verloste Hermes zijn vader Zeus van een zoon, Dionysos, die aldus ten tweede male werd geboren. Hermes nam het kind Dionysos op de linker arm en hij hield het een tros druiven voor. De beeldhouwer Praxiteles heeft dit toneeltje op onnavolgbare wijze in beeld gebracht: de Hermes van Praxiteles, het mooiste beeldhouwwerk dat ooit werd voortgebracht, is te bezichtigen in het archeologisch museum van Olympia. Hermes bracht vervolgens deze jongste spruit van Zeus naar een veilig oord, waar hij door nimfen opgevoed en bewaakt werd. Want de woede van Hera richtte zich naar alle bastaardkinderen die uit de talloze misstappen van haar echtgenoot voortsproten.
Dit goddelijk kind zou weldra een echte god worden, de god van de wijn en de goede sier. Hij was de dertiende onder de Olympische goden, maar toen de godin van de haard, Hestia, de meest bescheidene van alle hoge godinnen, zich terugtrok, waren ze op de Olympos weer met zijn twaalven...
|