74. Bellerophon.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
< tekening van Jan Bauwens (naar Alexander Ivanov)
< klik op de afbeelding om te vergroten
Sisyphos werd opgevolgd door zijn zoon Glaukos. Net als zijn vader haalde deze zich de wraak van de goden over zich. Glaukos was een verwoed paardenliefhebber. Om zijn dieren vuriger te maken tijdens het wagenrennen gaf hij hen mensenvlees te eten. Deze wreedheden mishaagden de goden zeer en ze lieten hem ondergaan hetgeen hij zovelen had aangedaan: hij werd uit zijn wagen geslingerd en door zijn eigen paarden aan stukken gescheurd en verslonden.
Glaukos had een zoon: Bellerphon, ook wel Bellerophontes genoemd. Bellerophon was een knappe en flinke jonge man. Hij had de wijsheid van zijn moeder, Eurymeda. Deze was in de leer geweest bij de godin Athena en ofschoon zelf een sterfelijke vrouw moest Eurymeda in vele opzichten niet onderdoen voor de goden. Er wordt beweerd dat niet Glaukos maar wel de god Poseidon de natuurlijke vader was van Bellerophon. De jongeling had dan ook meer weg van een god dan van een gewone sterveling. Onverschrokken als hij was, voelde hij zich aangetrokken tot grootse avonturen. Eén doel had hij zich voor ogen gesteld: het witte gevleugelde paard Pegasos te bemachtigen en te berijden, het prachtig dier dat ontstaan was uit het bloed van Medusa, nadat Perseus haar had onthoofd (zie verhaal nr. 23).
Bellerophon ging op zoek naar Pegasos. Het eerst zocht hij in de buurt van de Hippokrene, een bron die ontstaan was door de hoefslag van het paard toen het neergedaald was op de Helikon, de berg van de Muzen. Maar Pegasos vertoonde zich niet en Bellerophon raadpleegde een ziener. Hij kreeg de raad een nacht te gaan doorbrengen in de tempel van Athena. In een droom zou de godin aan hem verschijnen en hem op de goede weg brengen. En zo geschiedde
Hij vleide zich neer vóór het altaar van Athena en het duurde niet lang of hij zag de godin naar hem toe komen. Ze had een verblindend voorwerp in haar hand. Hiermee, zei ze, zult gij het paard Pegasus vangen alsof het kinderspel is. Bellerophon schrok wakker. Athena was er niet meer, maar naast hem lag het schitterend voorwerp: een gouden paardenbit. Hij nam het bit in zijn handen en ging het paard zoeken in de omgeving van Korinthe. Algauw kreeg hij het in de gaten: het dier leste zijn dorst bij de Peirene-bron. Van verre merkte Pegasos het gouden bit op en in galop kwam hij naderbij. Hij bood niet de minste weerstand toen Bellerophoon hem het bit in de mond stak en gewillig liet hij zich intomen.
Met Pegasos voelde onze held zich de koning te rijk. Hij trok een schitterende wapenrusting aan en gezeten op de rug van zijn gevleugeld prachtig wit paard steeg hij hoog op in het luchtruim. Zware taken stonden het tweetal nog te wachten
|