10. Europa en Kadmos
< tekening J. Bauwens, naar een schilderij van Carracci. < klik op de afbeelding om te vergroten
Poseidon, de god die heerste over de zeeën, was de broer van de oppergod Zeus. Net als zijn broer was hij zeer gevoelig voor vrouwelijk schoon. Libya, een kleindochter van Zeus en Io, zoals we in het vorig verhaal gezien hebben, was een van de velen die door Poseidon bemind werden. Dat resulteerde in een tweeling: Agenor en Belos. Agenor trok vanuit zijn geboorteplaats in Egypte naar Tyrus in Kanaän, waar hij koning werd. Hij kreeg zes nakomelingen: één dochter en vijf zonen. De dochter heette Europa. En wie ontbrandde in liefde voor deze schone maagd? Zeus! Om haar te versieren had hij een ingenieus plan bedacht. Hij gaf zijn zoon Hermes de opdracht het vee van Agenor naar de zeekust van Tyrus te drijven, alwaar Europa vaak vertoefde. Hij veranderde zichzelf in een stier en begaf zich tussen het vee. Europa merkte het dier op en raakte in vervoering door de indrukwekkende gestalte, de schitterende witte vacht en de grote trouwe ogen. De stier liet zich gewillig strelen door het meisje en nodigde haar uit op zijn rug plaats te nemen. Pas was dit geschied, of hij zette het op een lopen, recht de zee in, en waar het water te diep werd begon hij te zwemmen. Europa was niet weinig geschrokken, ze schreeuwde het uit van angst en ze riep de goden ter hulp. Maar de stier had geen oren naar haar smeekbeden en in een razend tempo zwom hij alover de Middellandse Zee tot hij het eiland Kreta bereikte. Aan de zuidelijke kust van het eiland ging hij aan land, op een plaats waar nu de stad Gortyna ligt. Hier nam hij weer zijn normale gedaante aan. Onder de schaduw van een reusachtige olijfboom had hij betrekking met Europa. - De boom staat daar nog: ik heb hem met eigen ogen gezien -. In een nabijgelegen grot schonk Europa het leven aan een zoon, de latere koning Minos, legendarisch heerser in de machtige burcht van Knossos, en naar wie de Minoïsche cultuur zou genoemd worden. In diezelfde grot kreeg Europa nog meerdere malen het bezoek van Zeus en ze schonk hem later nog twee zonen: Rhadamanthys en Sarpedon.
Op het thuisfront in Tyrus was men ondertussen zeer bezorgd en bedroefd vanwege de verdwijning van Europa. Vader Agenor stuurde uiteindelijk zijn vijf zonen uit naar alle windstreken om hun zuster te zoeken. Hij legde hen meteen het verbod op het ouderlijk paleis nog te betreden zolang Europa niet teruggevonden was. Geen van de zonen slaagde in de opdracht. Na hun vruchteloze zoektochten gingen ze zich vestigen op plaatsen buiten hun geboorteland en ze stichtten daar steden. Het wedervaren van één van de vijf broers, Kadmos, mag hier zeker niet onverteld blijven...
Kadmos ondernam zijn zoektocht op het Griekse vasteland, samen met enkele dappere vrienden die hij had opgetrommeld. Na maandenlang vergeefs zoeken en teneinde raad, richtten ze zich tot het orakel van Delphi. Het antwoord van het orakel luidde: Niemand minder dan Zeus zelf houdt het spoor verborgen. Verder zoeken is zinloos. Als ge hier naar buiten gaat zult ge een koe zien. Volgt de koe tot de plaats waar ze zich zal nedervleien in het gras. Daar moet ge een burcht bouwen. Kadmos en zijn vrienden gehoorzaamden het orakel. Ze zagen de koe en volgden ze, vele kilometers ver, tot de plaats waar nu de stad Thebe ligt. Daar ging de koe liggen. Dorstig als ze waren, gingen de makkers op zoek naar een koele waterbron. Er was er een in de nabijheid doch die werd bewaakt door een monsterachtige slang. De mannen probeerden het monster te lijf te gaan, maar één voor één moesten ze het onderspit delven: allen werden gedood. Ongerust over hun lang wegblijven, begaf Kadmos zich naar de plaats des onheils. Bij het aanschouwen van al zijn dode gezellen stond hij als aan de grond genageld. Hij bad tot de godin Athena om sterkte. En de godin verhoorde hem. Een ongekende kracht en moed doorzinderde zijn lichaam en onverschrokken trad hij het monster tegemoet en na een slopend lijf-aan-lijf gevecht bracht hij het een dodelijke steek toe met zijn zwaard. En terwijl de slang dood aan zijn voeten lag, verscheen de godin Athena en ze sprak tot Kadmos: Als slang zult gij uw laatste levensdagen slijten, maar eerst zult gij een stad stichten, waarvan de roem door geen enkele stad in Griekenland zal overtroffen worden. Dit kunt gij niet alleen. Doe daarom wat ik u opdraag: ploeg deze akker om, trek de tanden van deze dode slang uit en zaai ze in de mulle grond. Kadmos deed zoals hem was opgedragen. Uit de gezaaide tanden schoten talrijke gewapende krijgers op. De krijgers kregen echter onderling ruzie en ze bekampten en doodden elkaar, tot er nog vijf overbleven. Met deze vijf bouwde Kadmos een burcht, de Kadmeia waarvan heden ten dage nog resten te zien zijn en hij stichtte een stad: het roemrijke Thebe.
|