71. De Muzen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
< tekening J.Bauwens, naar een schilderij van G. Moreau (de tekening is onderaan vergroot weergegeven)
Laten we het nu even hebben over de trouwe gezellinnen van Apollo, de Muzen, godinnen van de kunsten en de wetenschap. Ze waren negen in getal. Polyhymnia nam de zang voor haar rekening, Euterpe de muziek, Terpsichore de dans, Erato de poëzie, Kalliope het proza, Klio de geschiedschrijving, Melpomene de tragedie, Thalia de komedie, Urania de sterrenkunde. De Muzen waren kinderen van Zeus. Ze danken hun ontstaan aan de vereniging van de oppergod met de titanes Mnemosyne. Die vereniging duurde negen dagen en gebeurde op een afgelegen plaats, ver van de andere goden. De geboorteplaats van de Muzen is Pieria, de lieflijke streek ten noorden van de Olymposberg. Ze hadden er hun dansplaats en hun paleis en ze woonden er samen met de Chariten de drie Gratiën , de drie onafscheidelijke dochters van Zeus en zijn nicht, de okeanide Eurynome. Ook Eros, het gevleugelde zoontje van Aphrodite verbleef vaak in hun gezelschap. Gaarne vertoefden ze ook in de streek van Delphi, op de Parnassosberg, en op de Helikonberg. Op deze laatste berg hadden ze eveneens een dansplaats, in de nabijheid van de Hippokrene-bron. Deze laatste was ontstaan door de hoefslag van het paard Pegasos, dat geboren was uit het onthoofde lichaam van Medusa (zie verhaal nr. 23). Poseidon had het gevleugelde paard naar de berg gestuurd omdat deze onder de invloed van het gezang van de Muzen dermate groter werd dat hij in de hemel dreigde te groeien. Op de Parnassosberg verbleven de Muzen in de buurt van de Kastalische bron. Deze bron dankt haar naam aan de nimf Kastalia, één van de velen die vluchtten voor Apollo. Achtervolgd door de god sprong ze in de bron en verdronk
Na zijn acht jaar durende verbanning naar de aarde (zie verhaal nr. 44) predikte Apollo matiging in alle zaken: slogans als ken uzelf, niets te veel en maat is het beste sierden zijn tempel. Hij haalde de Muzen uit hun verblijfplaats op de Helikon en ging hen voor in oog- en oorstrelende dansen en gezangen.
Ofschoon sierlijk en kunstzinnig waren de Muzen geen katjes om zonder handschoenen aan te pakken. Net als Apollo waren ze wreed voor wie het aandurfde hen op hun eigen terrein naar de kroon te steken of uit te dagen. Slecht verging het Thamyris (zie verhaal 69) en slecht verging het ook de dochters van de Macedonische koning Pieros: omdat zij wedijverden met de Muzen en ernaar streefden hun plaats in te nemen werden ze veranderd in eksters.

|